OpenbareVerkooping
IS. vau Andel,
GELDLEENING
INBOEDEL.
tii goeil «Éteita Mik,
bestelde Schoenmakerij
en WHEEL,
Gfebr. Palthe, te Almelo.
wmm
jios in He
scie
Petroleumhanclel
Gemengd Nieuws en Allerlei.
Boekaankondiging'.
MARKTBERICHTEN.
Belangrijk
Botermarkt, HEUSDEN,
groot f 1500.
publiek verkoopen:
Tabak,Sigaren,Koffie enThee,
Bijst en Bijstemeel,
Eau d'An vers.
M. I. Rooijakkers,
Wijksche Poort te lleusden
Stoomververij en
Chemische Wasscherij,
Alom is verkrijgbaar
I
eying,
RECLAME.
ADVERT3ENTIEJV.
HENDRIK VAN WYLEN Wz.
en
METJE VAN DER KOPPEL.
Daar het ons niet mogelijk is, van al
onze vrienden en bekenden persoonlijk af
scheid te nemen, roepen wij hen, bij ons
vertrek naar Schoonhoven een hartelijk
vaarwel toe.
P. H. E. L. JONXIS.
A. E. S. JONXIS—Van Eijk.
Heusden, 28 April '82.
Het BESTUUR van het Waterschap den
binnenpolder van Boeveren maakt bekend
dat eene
wordt OPENGESTELD,
goedgekeurd door Heererf Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant bij hun be
sluit van den 3e Felfruari 1882, G. no.
73, le afdeeling A, tegen een rente van
vier ten honderd in het jaar, in aandeelen
van f 150.met jaarlijksche aflossing
van minstens één aandeel.
De inschrijvingsbiljetten, op wier omslag
de woorden worden gesteldugeldleening
Waterschap den binnenpolder van Boeveren
moeten behoorlijk gesloten voor den 1 Mei
1882 zijn ingeleverd, ten kantore van den
Secretaris-Penningmeester van gemeld Wa
terschap te Eethien.
De opening der biljetten geschiedt in het
openbaar den 2en Mei 1882, des voormid
dags 11 ure, ten huize van Jan Huibert
Boel te Boeveren.
Van de aanneming wordt onmiddelijk
kennis gegeven.
De storting der gelden geschiedt ten kan
tore van den Secretaris-Penningmeester van
meergemeld Waterschap, den 1 Juni 1882.
Het plan der geldleening ligt ter lezing
ten kantore van den Secretaris-Penningmees
ter van genoemd Waterschap.
Boeverenden 18 April 1882.
Het bestuur voornoemd
Be Voorzitter,
k. VAN GORKOM.
Be Seeretar is-Penning meester,
BOLL.
tan
Notaris DE GIER te Heusden, zal Donder
dag 4 Mei a. s., 's morgens ten 10 ure, ten
verzoeke en ten huize van Mej. de Pinéda aldaar
aan 't Oudheusdensch eind, OM CONTANT GELD,
daags te voren van 's namiddags 14 ure te
bezichtigen.
IEMAND, in het bezit
eener
van fijne cliëntèle, op den eersten stand eener
hoofdplaats in Gelderland, die in de laatste jaren
aanmerkelijk is uitgebreid, zoekt een fabrikant,
in staat goed gesorteerd te kunnen leveren, op
nader overeen te komen voorwaarden.
Vooral solied werk voor dames het Brusselsch-,
voor heeren het Weener-werk kunnende evenaren,
zijn hoofdvereischten.
Franco brievenonder letters S Gbij de
Boekh. C. A. VIEWEG Zn. te Nijmegen.
VOER- EX KOOKERWTEN,
KRUIDENIERSWAREN,
Slijterij van GEDISTELEERD en LIKEUREN,
Alles in het groot en klein verkrijgbaar bij
van
b(
nage midden tusschen een kalme beschrijving om
een woordje van aanbeveling kwam vragen, en waar
bleef dan het plan! Zelfs nu in dezen mijnen eer
sten brief kan ik niet geven wat eigenlijk in een
eerste schrijven op z'n plaats zou wezen. Een or
delijk correspondent zou in mijn geval zeer zeker
een kleine schets geven van de grootte der stad,
van 't getal der inwoners, 't aantal kerken en scho
len, enz. enz,, teu einde zijn lezers althans duide
lijk te maken dat Amsterdam geen kleinigheid is
en aan elk vergelijking met eenige andere gemeente
ontsnapt, om dan later, wanneer de lezer vol be
wondering neergezonken is, in bijzonderheden af
te dalen, L)aar hou ik nu eenmaal niet van. Die
daarvan op de hoogte wil geraken, raadplege 't
eerste 't beste schoolboekje van aardrijkskunde.
Dat Amsterdam groot is, weet iedereendoch
wat niet iedereen weet, is, hoe 't in zoo'n groote
stad wel toegaat, hoe men daar leeft., wat men
daar doet, op welke wijze de stedelijke huishouding
ingericht is enz. enz. en daarover wensch ik nu en
dan een woordje te zeggen. Ik meen op die manier
ook te kunnen aantoonen dat een stad als Amsterdam
geen kleinigheid is.
Voor ik van wal steek nog eene kleine opmer
king om een aanmerking te voorkomen. Ik voorzie
n.l. dat deze of gene bij dat begin hoofdschuddend
zal klagen over mijn gebrek aan historische kennis
en als bewijs daarvan aanvoeren dat, ik 't thans
nog wagen durf vau een stad te spreken, nu allo
steden en dorpen uit 't land weggewischt en ver
vangen zijn door gemeenten. Ik verzoek dien
criticus echter Art. 50 onzer Grondwet eens na te
lezen, waaruit hem blijken zal dat ik niet naar
mijn eigen believen de hoofdplaats onzes lands een
stad noem.
In een gemeente als Amsterdam, met meer dan
300,000 inwoners ontbreekt het natuurlijk niet aan
bondon, vereenigingen of corporation, die ten nutte
des minderen mans werkzaam zijn. De een verschaft
werk, een tweede ondersteunt de zieken, een derde
herbergt weduwen en weezen, een vierde vangt de
jeugdige aankomende vagebonden op en tracht ze
tot menschen te maken, een vijfdemaar waar
zou ik heen met die alle op te sommen; 'taantal
is legioOver een dezer wensch ik 't een en ander
mee te deelen.
Elk vreedzaam wandelaar, die tevens nog iets
meer doet dan wandelen en ook een opmerkzamen
blik heeft voor de menschen, die hij passeert, moet
't stooten dat ons volk, onze jeugd vooral zich op
de publieke straat zoo onzinnig aanstelt. Het zijn
minder onzedelijke daden die hij ziet uitvoei'en,
dan wel onzedelijke woorden, welke zijn oor tretfen
en zijn gehoor pijnlijk aandoen. Ons volk is niet
zelden ruw en onkiesch in zijn uitdrukkingen, ruw
en onkiesch in zijn gezang, wanneer men althans
het uitbulderen van kermisdeunen zingen kan noemen.
Het schreeuwt graag en neemt het dan zoo nauw
niet met de taal. Onbeduidenheid, om geen harder
term te nemen, kenmerkt de liederen, die op de
lippen onzer jongens en meisjes leven. Wanneer
dit niet zoo ware, zou »de ouwe tante die met
kranten loopt,reeds lang ingegaan zijn tot de
ruste, waaruit ze eigenlijk nooit had moeten opstaan.
Met het volksgezang staat hot min geschapen. Het
volk wil wel zingen, maar 't weet niet wat. Wanneer
de burgerlui of de hooge standen zingen sluiten zo
het volk zooveel mogelijk van hunne bijeenkomsten
uit omdat 't niet netjes staat met jan en alleman
te verkeeren en al hoort een kind uit 't volk nog
wel eens eon marsch of een polka blazen, een
schoon gezang hoort het hoogst zelden, zoodat de
meesten eigenlijk niet eens weten dat hun gezang
het oor kwetst van ieder, die weet wat zingen is.
Die krijschende en bulderende volkskinderen te
leeren wat zingen is en tot beminnaars van de
edele zangkunst om (e scheppen, is hot doel van
eene alhier bestaande vereenigiug tot verbetering
van den volkszang, die thans acht jaren bestaat.
Gelukkig houdt ze zich t iet op met het uitgeven
en verspreiden van door haar goedgekeurde of ver
vaardigde liederen, maar heeft ze al dien tijd krachtig
de hand aan den ploeg geslagen en met ijver aan
de verbetering van den volkszang gewerkt. Ze heeft
zich daartoe de hulp verzekerd van een zevental
zangonderwijzers, die in verschillende gedeelten dei-
stad, in de scholen, daartoe door do gemeente kos
teloos met vuur en licht afgestaan, de zes winter
maanden onderwijs geven. Dat ouderwijs bepaalt
zich tot het leeren van een vooraf vastgesteld pro
gramma van uitgezochte liedereu en een weinig
theorie. De groote opkomst en de leeftijd der
leerlingen verhinderen het onderwijs methodisch
in te voeren,
Bij den aanvang der cursus telde n.l. elke zang
school ongeveer een honderdtal leerlingen van tus-
schon de veertien en achttien jaren welk getal bij
't einde tot bijna de helft versmolten was. Deze
week zijn door de vereeniging de gewone concerten
gegeven, tweemaal met hetzelfde programma en
telkens met de helft der leerlingen. Die uitvoeringen
vallen bijzonder in den smaak van 't volk, zoodat
er geen hoekje van de zaal onbezet bleef.
Op deze wijze hoopt men den volkszang te voe
den met degelijke liederen en de onzinnige straat
deunen te weren. Ik heb reeds zeor vele malen
kunnen opmerken dat ze geen vruchteloos werk
doet. De door haar verspreide gezangen blijven
hangen en leven en worden door de jeugdige zan
gers" en zangerp^sep vveer verder gebracht, en klin
ken u tegen uit de huizen en langs de straten.
Laat ons hopen dat ze de »ouwe tante s«
totaal zullen verbannen
We vieren thans kermis. Ge kijkt daarvan mis
schien vreemd op, aangezien ge niet beter weet dan
dat Amsterdam de kermis afgeschaft heeft. Weet
echter dat we van ouds hier nevens de groote,
thans tot de geschiedenis behoorende September-
kerwis, een voorjaarsmarkt haddeu, wolke is blijven
bestaan en ook nu weer in de Paaschweek in onze
veste neergestreken is. 't Beteekent niet veel, maai
de lieve jougd en nog heel wat meer papa's en
mama's dan ge wel deuken zoudt, verheugen zich
jn den heerlijken geur der van ouds gerenommeerde
oliebollen en 't schoone gezipht der draaiende molens,
die den heelen dag in beweging zijn, doch zonder
muziek. Deze mag eerst des avonds hare liefelijke
klanken langs de pleinen doen klinken, liefelijk
vooral daar waar, zooals op sommige plaatsen, een
drietal van die onafscheidelijke kermisvermakelijkhe
den pal naast elkaar staan
Zeg nu eens dat mijn eersten brief niet in op-
gewekten toon geschreven is. Ik hoop ook later bij
meer gewichtige onderwerpen dienzelfden toon te
kunnen aanslaan, ook al komt er dan niets in voor
van zang en draaiorgelmuziek.
Amsterdam, 23 April. COCLES.
Ia een gezelschap werd over de geneeskunde
gesproken. Een der aanwezigen, een doctor, klaagde
dat, als iemand sterft, de familie 't meestal aan de
geneeskundige behandeling wijt. Neen, zeide een
ander, daar heb ik nooit last van gehad. Is u
dan ook arts? Zeer zeker, ik ben veearts.
Een van de beroemste geneesheeren van zijn tijd
was Curicius Cordus, die in het jaar 1559 te Bremen
stierf. Hij placht van zijn stand te zeggen: Een
dokter heeft drie aangezichtendat van een engel
als hij voor de eerste maal aan een ziekbed ver
schijnt; dat van een god als hij aan den herstellen
den patient zjjn laatste bezoek brengt, en dat
van een duivel als hij om betaling komt vragen.
Men schrijft uit het Noorden aan de »Zutf. Clt.«
»Alle producten van den landbouw waren goed
koop, behalve de aardappelen, die 15 stuivers het
mud kostten,* schreven Heeren Gedeputeerde Staten
van een der noordelijke provinciën, in hun verslag
over den toestand dier provincie in 1837.
Zoo was het toen en zoo is het ongeveer ook nu.
Ja, er is een tijd geweest een tachtigjarige
heugt het nog dat twee boeren ter markt togen,
ieder met 8 mud aardappelen. De een verkocht ze
a dertig cents het mud de andere was koppig,
ja verontwaardigd over dien spotprijs, en wilde
zijne aardappelen niet van de and d en. Zij bleven,
uit balstarrigheid, lang in de marktpl iuts en dron
ken menig glaasje, waarvan ze niet beter werden.
Eindelijk reden zij, in 't pikkeduister, langs een bij
uitstek modderigen weg, naar huis en toen zij
's morgens ontwaakten en het wit linnen kleed van
den wagen wilden nemen, zag de een, die al zijne
aardappels verkocht had, drie mudden heel netjes
naast elkander in zijn wagen liggen.
Zijn buurman had die 't kwam later uit
er stilletjes in gedragen, want ze waren hem niet
waard, dat de paarden zich er moe aan trokken
Zal de markt straks weer 15 stuivers worden
Waarschijnlijk ja, want de boeren hebben de kui
len nog vol.
Een gulden per mud in 't najaar dat was te
weinig, om er, uit speculatie, veel te bewaren tot
Maart van dit jaar.
Toch zijn er in 't Noorden boeren, die door 't
aardappel verbouw in 1881, weer op de been zijn
gekomen. Er waren die 5, 6, 7, 8, 9, ja 10,000
mud konden verkoopen a 1 per mud.
Zij lagen, in 't laatst van 1881 al op zij, maar
richten zich, met aardappel-courage, weder over
eind en gaan nu naar Amerika!
Amerika, Amerika zoo zingen zij iu opgewon
den stemming. »Ik min u voor- en achterna.*
Achterna nu, wij zullen zion!«
In oen kleine brochure, niet in den handel ver
krijgbaar, getiteld: »Theorie en Praktijk«, treedt
de heer J. Belinfante Jr., ambtenaar bij het De
partement van Financiën, op voor het behoud van
de staatsloterij, die in den laatsten tijd zooveel
tegenstanders vond. Schrijver herinnert, dat er
in Nederland staatslieden geweest zijn, die, in
theorie tegen do Staatsloterij gekant, praktisch
de instelling beschouwende, vóór het behoud et-
van gewonuen werdenMinister van Bosse, Mi
nister Vissering en Minister van Lijnden worden
als zoodanig genoemd. De Staatsloterij is dan
ook, zooals zij tegenwoordig in Nederland werkt-,
eer een zegen dan een onheil. Toen ze in 1726
ten onzent werd ingesteld, had men daarmede een
doel, dat volkomen is bereikt. Men wilde de
speelzucht, die in die dagen hand over hand toe
nam, paal en perk stellen, een einde maken aan
hot bestaan der vele speelhuizen, waar dobbel- en
hazardspelen aan de orde van den dag waren en
aan de vechtpartijen en huiselijke twisten, die er
met nog treuriger voorvallen, uit voortvloeiden,
een einde maken. Daarom staat schrijver verbaasd,
als hij verneemt, dat een der voornaamste grieven,
die men tegen de Staatsloterij hoeft, die is, dat
de Regeering haar exploiteert. Immers, de ontwer
pers der loterij achtten juist die handeling uoodig,
teneinde do speelzucht, die nu eenmaal niet kan
worden uitgeroeid en in onzen tijd, zoo niet ster
ker. althans niet minder sterk is, te leiden. Door
het behoud der Staatsloterij zal eene grootere weldaad
aan Nederland worden bewezen, dan door hare
afschaffing, welke veroorzaken zoude: noodelooze
benadeeliug voor de schatkist, het ontnemen van
het dagelijksch brood aau duizenden Nederlanders
en... de verplaatsing der speelzucht, met do nood
lottige gevolgen van dien.
Ad rem. Een oude heer, met ietwat ouderwet-
sche kleedij, nam in eene restauratie plaats aan
eene tafel, waar ook eenige studenten aanzaten.
Spoedig werd hij het mikpunt hunner spotternijen.
Met het grootste geduld verdroeg hij hunne dik
wijls beleeeligende opmerkingen. Ten slotte sprak
een der studenten »boo is het mogelijk, mijnheer,
dat gij zulke beleedigingen kunt verdragen »Ik
ben daaraan gewoon,antwoordde de grijsaard.
»Hoe zoo?« hervatte de andere. »Ik ben genees
heer in een krankzinnigengesticht en zit dus dage
lijks met gekken aan tafel.*
De lezers der Katholieke Illustratie van den loopenden jaar
gang hebben ongetwijfeld met belangstelling en genot de lezing
ten einde gebracht van de opeenvolgende stukken des heeren
J. A. Acket„Het eiland Terschelling in zijn eigenaardigheden
geschetst." Met toestemming der maatschappij „De Kath. Illustr."
zijn ze tot een boekdeeltje vereenigd en uitgegeven door den
heer Henri Bogaerts te 's Bosch, ten voordeele van „Het Wil-
lem-Barendsz-Fonds" op dit eiland. Het doel dezer stichting is
Het lot van het steeds grooter wordend aantal anverzorgden
op 't oogenblik een 40tal weduwen en 95 weezen van op zee
verongelukte Tevschelllngers eenigszins te verzachten. Komt
de maatschappij grooten lof toe voor hare belangstelling in het
lot van veelal vergeten en onbekende landgenooten, den keer
J. A. Acket betuigen wij in het bijzonder onzen dank voor zijn
met zeer veel talent afgewerkte schets. Wie kennis wenscht te
maken met de vele eigenaardigheden van land en volk op Ter
schelling en tegelijk een goede daad verrichten wil, sckaffe zich
dit boekje aan, Vijf nette gravuren geven een trouwe afbeel
ding van het merkwaardige op Terschelling.
De prijs van het werkje in groot 8o formaat met duidelijke
letter bedraagt slechts 1, en is algemeen bij den boekhan
del verkrijgbaar gesteld.
f Dussen, 27 April. Prijzen dor boter: 1.10 a
1.22 per kilo. Aanvoer 178 kilo.
f Waalwijk, 28 April. Vee aanvoer veel.
Dragend willig. Boter: 1225 KG. ƒ1.25 a ƒ1.58
per KG.
Ticl, 24 April. Tarwe met goeden aanvoer, puike
25 cents hooger, ordinaire onveranderd. Rogge als
voren. Gerst, Haver en Boonen tot vorige prijzen I
druk verhandeld. ZudeD stil.
Granen. Jarig® Ruwarige Ristarwc J a I
nieuwe dito 11.50 a 13.00, jarige roode dito
a nieuwe dito 8.50 a 11.50.
Rogge 7.a 7.75
Gerst. Winter- 6.00 a 6.50, Zomer- 5.a 6.50.
Haver 3.25 a 5.00.
Dtcivenboonen 8.00 a 9.00.
Erwten. Geld. Groene a Kroon-
a Grauwe a alles
per H. L.
Boter per K. G. 1.20 a 1.60.
Eieren per 26 stuks 0.80 a 0.90.
Aardappelen 2.00 a 2.75.
Kippen 40 a 100 ets.
Kalkoenen
Vee. Varkens ƒ14.25 a 58.-, Biggen 7.25 a 16.25.
is de geluksaankondiging van SAMUEL HEKSCHER Senr, in
Hamburg, welke zich in het nommer van heden onzer courant
bevindt. Dit huis heeft zich door zijn prompte en stilzwijgende
uitbetaling der hier en in de omstreken gewonnen bedragen
eene zoo goede faam verworven, dat wij al onze lezers aanbe
velen op die advertentie acht te geven.
tri
Vv
Ondertrouwd:
IZAK WOUTER RIJNDERS,
Directeur v./h. Post- en Telegraaf
kantoor' te Ootmarsum,
en
TEUNTJE PRINS.
Ootmarsum, 25 A jj 1882.
lleusden, 1
OndertrouM d
Genderen, j
Mariënwaard, j 27 April 1882.
{Gem. Beest.)
bericht zijne geachte Clientèle, dat
hij zich genoodzaakt ziet, voor
taan zijnen WINKEL des avonds
ten negen ure te SLUITEN, uitgezonderd des
Zaterdags.
DEPöT
te Zalt-Bommel, J. Vau Giesseu.
F. DE LEEUW,
's-Bosch Kerkstraat nabij de i
Gr. Kerk, Wijk A 51.
Fabriek en Magazijn
van
Gouden en Zilveren Werken. j
J u vv e 1 i e r.
Steeds voorhanden eene j
ruime keuze van Gouden,
Zilveren en Diamanten Werken
naar Algiers, De Kaapkolonie, Australië, de Zuid
en Middel-Auierikaansche Staten, De Vereenigde
Staten van Noord-Ainerika en Canada,
naar het Hoogduisch van EDUARD PELZ,
Prijs 1.-.
Een lijst van woorden en zinnen, gewoonlijk als eigen
aardig aan de Vereenigde Staten beschouwd
door J. R. BARLETT en M. K E IJ Z E R,
Prijs 1.10.
of een uitgezochte verzameling van dagelijks te
pas komende gesprekken.
Engelsch en Hollandsch. Prijs 0.75.
Door iederen solieden boekverkooper en door do
Uitgevers J. VAN DER ENDT ZOO.Y te Maas
sluis, worden bovenstaande werkjes franco per post
verzonden bij ontvangst van een postwissel
ad 1.waarop: Kompas,
- 1.10 Woordenboek,
- 0.75 t> Gids.
Wenscht men de werkjes alle drie te ontvangen,
dan worden ze zameu franco toegezonden op ont
vangst van een postwissel ad TWEE GULDEN waarop
Kompas, Woordenboek en Gids.