No. 75. Woensdag 14 Juni. Maroussia, FEUILLETON. B - Ui Uitgever: L. J. VEEEMAN Heusden. v" JS V1 m VOOR Dit blad verschijnt eiken Yf OEN8DA G en Z A T E R A G. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verliooging. Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regell Advertentiën worden ingewacht tot Maand» stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 j] P. J. S T A H L. 31) Enkele militairen liepen nog heen en weder of zwierven doelloos langs de .hellingen van den heuvel; een menigte zwijgende groepjes, talrijker dan men ge dacht, zou hebben, deels zittend, deels op den grond liggend, waren bijna niet te onderscheiden uit de golvingen vart den bodem. Hoewel de avond te. nauwcrnood gevallen was, bemerkte men in een tent bet bleeke schijnsel van een lamp, wier licht door het linnen heen schemerde. Naarmate men naderbij kwam hoorde men ecnig ver ward gedruisch, van een wapentuig dat verplaatst werd) een zacht gekerm, een gesthoorde'n laeli of een half verstaanbaren uitroep. Een der schildwachts riep nu den ouden zanger en zijne gezellin aan. Er onstond éen kleine opschudding/' In plaats van zicli bevreesd te laten maken door het »\Verda!« dat hem toegeroepen werd, of door het gerucht van al die krijgsliedenin plaats van terstond rechtsomkeert te maken, zooals menigeen in zijn geval gedaan zou hebben, liep de grijsaard regelrecht door naar het kamp. Het was een oud man die alles wilde zien, zonder twijfel, en wel zeer van nabijdie waarschijnlijk veel van soldaten hield, en blijkbaar vroeger zelt ook «on der dienst» geweest moest zijn, meende men, anders zou hij niet zoo kalm en bedaard zijn weg hebben voortgezet. Dat vertrouwen bracht een goede uitwer king te weeg, als men zoo onbezorgd een gevaar on der de oogen ziet, dan heeft men er stellig niets van te duchten. Na met den meesten eerbied een troepje officieren gegroet te hebben, die, half zittend en half liggend,'elkaar op het verhaal van hun krijgsbedrijven vergasten, vroeg hij hun op zeer bescheiden wijze of zij er niets tegen hadden dat hij wat voor hen speelde en of hij er dan ook het een of ander hij mocht zingen. Elke verstrooiing» heeft in zekere omstandigheden des leven hare waarde. Zijn aanbod werd met bijval aangenomen. Heeds uit de eerste aceoorden kon men hooren dat hij iemand was die zijn vak verstond en mén luisterde met genoegen. De muziek heeft het vermogen onze gedachten te- verheffen verre hoven de dagelijksche zorgen en bekommeringen en ons te ontvoeren aan de werkelijkheid. Weldra werden de gesprekken gestaakt; de pein zende blikken der toehoorders bewezen dat ieder van zijn kant, terugdenkend aan een min of meer ver wijderd verleden, de een of andere streelende herinne ring voor den geest zag oprijzen; een vader of een moeder, een kind of een vrouw, waarvan ze door den oorlog gescheiden werden. Sommige soldaten, met bebloede verhanddoeken om het hoofd, richtten zich op hu me ellebogen op, om heter te kunnen luisteren. De muziekant zong van den huiselijken haard, van de kindscliheid en van de jeugd. En dat alles lag zoo ver achter henMen had het aan zijrt lied te danken dat te midden van al deze tijdelijke verblijfplaatsen, liet huis waarin men geboren was en de lievelings plekjes waar men zoo dikwijls en zoo gaarne vertoefd had, iedereen in herinnering brachten dat de oorlog toch niet altijd duurt. De dooden van gisteren waren er reeds niet meer om hun toe te roepen: «Neen, maar.... de oorlog neemt heel het leven wcg«, en de stervenden, die dooden van morgen, zouden de kracht niet gehad hebben, om er zich tegen te verzetten! Meer dan één woest en krijgshaftig oog werd vochtig. Het succes van den grijsaard was groot, zoo groot, dat, toen hij ophield met zingen, menige hand reeds een geldstukje uit den zak te voorschijn had gehaald om het hem aan te bieden. «Kom maar eens hier, kleine heksriep een dikke officier. Hij hield Maroussia een kopeck voor. «Dat is voor uw vader ga maar eens de ronde doen«. Het meisje verroerde zich nietzij verkeerde nog ganscli en al onder den invloed der droombeelden, die de zang van haren vriend voor haren geest hadden opgeroepen. «Zul-je komen, kleine lieidin riep een ander. «Kom hier, dreumis!» Deze en gene begon reeds hoos te worden. «Ge moet die brave lieeren eens gaan bedanken, mijne dochter», sprak de oude man, «kom, houd n hand maar eens op. Maroussia huiverde; maar hij had liet haar (be volen en zij gehoorzaamde. Wat hoefde haar handje toen zij al die giften opzamelde! Het was of dat geld van den vijand hare vingers zou verbranden. «Dat kleine ding ziet er voor den drommel niet kwaad uitmerkte een der militairen aan. «Ze heeft een paar oogen in haar kopje, die als sterren schitteren,zei een ander. «Als je groot bent, harte dietje, kom ik je halen om met je te trouwen, hoor!» «Dat's afgesproken, niet waar?» sprak een derde. Maar de guitaar van den grijze deed zich op nieuw hooren en nu weer op een andere toon. Men vergat liet kleine meisje en zette zich nogmaals tot luisteren. En wat behelsde ditmaal in hoofdzaak het lied van den ouden zanger? «Vrije vogel der steppen, houw uw nestje niet bij de wateren van den Desna; want de stroom wast telken dage en zijn onverbiddelijke vloed zou al uw jongskens verzwelgen. Hij het verhaal van den dood dezer arine vogels en de hartbrekende jammerklachten van den vader en de moeder, onmachtig om hen te beveiligen tegen het telkens hooger stijgende water, liep er langs menige baardige wang een traan van ontroering. Gisteren nog luidden ze alles verwoest, aiies neer gesabeld zonder blikken ut' blozen. Zij waren afs overweldigers gekomen en zij Hadden gedaan als over weldigers. Een jong officier, onberispelijk gekleed alsof de uni form hem aan 't lijf geschilderd was, die bijzonder met zich zeiven scheen ingenomen te zijn, vlug in zijn bewegingen en bevallig van houding was, had zich reeds hij den aanvang van liet eerste zangstuk huiten zijn tent hegeven. Langzamerhand kwam er een andere uitdrukking op zijn gelaat, en verdween zijn bestudeerde bevallig heid hij had zijn pijp laten uilgaan en scheen geheel i:i zijn gedachten verzonken. Het lied van den grijs aard had hem in herinnering gebracht dat hij toch geschapen was naar Gods beeld alvorens hij zich had pogen te vormen naar het beeld van zijn generaal. Dat had hij vergeten. (Wordt vervolgd.) n 't V DE li Liiifi rait MM rn Ann BOÜEU DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1882 | | pagina 1