No. 113. Woensdag 25 October. FEUILLETON, BE BILLIONNAIE. Uitgever: L. L VEEUMAN flensden. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG Abonnementsprijs: per 3 maanden verbooging. en ZATERDAG. 1.— Eranco per post zonder prijs- Advertentiën 1—6 regels 60 et. Elke i' Advertentiën worden ingewacht tot Ma J.HENDRIK VAN BALEN. 13) Mijn noodlot had mij een goed uiterlijk gegeven en dat werd weldra mijn ongeluk. De patroon vervolgde mij zoolang met zijne lastige attention, dat ik besloot niet meer naar het atelier te gaan. Werk aan huis kon ik niet krijgen' en zoo was ik wel gedwongen mijn ontslag te nemen» Door honger en armoede gedrongen nam ik na cenigc dagen de betrekking van buffetjuffrouw in een groot koffiehuis aan, maar bemerkte weldra van den regen in den drop te zijn gekomen. De bezoekers schenen allen in de meening te verkeeren, dat de buffetjuffrouw noodzakelijk van twijfelachtig gehalte moest zijn en toen zij bemerkten, dat hunne lastige attenties mij vertoorn den, was het met mijne betrekking gedaan. De hotel houder kon geen meisje gebruiken, dat niet vriendlijk tegen de bezoekers was en ik moest mijn plaats ruimen voor eene die meer tot de neiging der heeren overhelde. In de daaropvolgende dagen kwam ik door eene advertentie in kennis met hem. Hij* deed zich als een fatsoenlijk man voor, die gehuwd was en op het punt stond naar Amerika te vertrekken en verlangde een duitsch meisje, hoofdzakelijk als hulp in het huishouden en tot gezelschap van zijne vrouw, want zij woonden ver in het binnenland op eene afgelegen plaats. De voor waarden, die hij stelde, waren aanneemlijk en toen ik hem mijn 'vroegeren levensloop mededeelde', behandelde hij mij zoo vaderlijk edelmoedig, dat ik achting voor hem. opvatte en zonder aarzelen toestemde Wij gingen spoedig op reis en gedurende den over tocht was hij de voorkomendheid en beleefdheid in persoon. Maar toen wij te New-York waren, kwam er maar niets van naar liuis gaan. Hij had kamers gehuurd in een hotel en spoedig kwam een vriend hem bezoeken, daarna nog een en nog een en ten laatste was er een clubje dat eiken avond bij ons bijeenkwam en den avond en een gedeelte van den nacht doorbracht met spelen. Ik moest altijd daarbij tegenwoordig zijn om, gelijk ik weldra begreep, de aandacht der genoodigden een weinigje van hun spel af te leiden. Op een avond werd mij die handelwijze duidlijk. Frits speelde valsch en ik was degeen, die de heeren belette het bedrog te ontdekken. Terwijl hunne blikken op mij rustten, pleegde hij het bedrog. Dit leventje duurde geruimen tijd en van naar huis gaan was geen sprake meer. Eindelijk bracht ik het ter sprake en ontving toén wel de verzekering, dat dit spoedig zou gebeuren, maar toch bleef het bij beloften. Ruim een jaar ging op deze wijs voorbij, toen eens op een morgen Frits mij verheugde met de bekentenis dat wij dien dag nog zouden vertrekken en wel zoo spoedig mooglijk. Het bleek, dat hij gedurende den nacht alles had gepakt en een uur na zijne niede- deeling zaten wij reeds in den trein. Een paar dagen later waren wij te San-Francisco doch toen, in plaats van naar zijn huisgezin te gaan, namen wij weder onzen intrek in een hotel. Ik be sloot nu die dubbelzinnigheid niet langer te dulden, maar vroeg hem op den man af, wat hij met mij voorhad. Het antwoord dat ik ontving was openhar tig. De schurk verhaalde mij, dat er niets van zijn verhaal waar was; bij was niet gehuwd, bewoonde geen landhoeve in bet binnenland, maar was eenvou dig een chevalier d'industrie, die op velerlei manie ren, de eene meer, de andere minder onbetaamlijk en oneerlijk, den kost verdiende. Valsch spel gaf hem echtfcr de meeste verdiensten, en'daar mijne persoon lijkheid zelden na liet indruk op jonge mannen te maken, had hij mij met dat doel aan zich verbonden. Wat moest ik na deze bekentenis doen. Ik kon niet wegloopen en van honger sterven of het slacht offer van den een of anderen schelm worden, die mij met minder onderscheiding bejegende. Hij had mij nooit reden gegeven bevreesd te zijn, dat hij nog andere bedoelingen met mij had en daarom bleef ik. Ik weet wel, 't was laf, gemeen en karakterloos van mij, maar ik meende wel eens in de gelegenheid te zullen komen om van hem ontslagen te worden en tot het fatsoenlijke leven terug tc keeren. Intusschen ging het oude leventje weer zijn gang van voren af aan, en gedurende de jaren, die ik te San-Francisco verbleef, leefden wij van gedeeltelijk door valsch spelen gewonnen geld. Toen kwam er plotseling eene verandering. Zijn valsch spelen was ontdekt en wilde hij niet in han den der politie of van zijne slachtoffers vallen, dan moest hij vluchten. Zoo deed hij, mij medenemende. Ongeveer een jaar geleden kwamen wij te Sidney aan. Tot op het tijdstip'dat wij bij u aanlandden, leef den wij van de in kas zijnde gelden, maar deze ver minderden onrustbarend en het gelukte hem niet iets te verdienen. Ik beproefde langs eerlijken weg mijn brood te verdienen, want ik wenschte niets liever dan uit zijne macht te geraken. In den laaatsten tijd was hij begonnen mij het hof te maken en met zijne ge huichelde liefdesverklaringen te vervolgen, zoodat ik eesde, dat hij de handen naar mij mocht uitsteken. slapen maar zat Menigen nacht durfde ik nie uren achtereen gekleed te waken, liet ieven werd mij tot een last en ik had besloten 'desnoods maar liever te vluchten dan langer in dien angst te verkeeren. Toen voerde het noodlot ons hier. Hij spiegelde mij voor uwe vrouw te worden en in mijne ontzet tende vrees greep ik liet middel aan op voorwaarde, dat hij mij'zou verlaten zoodra ik gehuwd was en nim mer meer zou weerkeeren. Ik beloofde hem eene som van 100.000 gulden op den dag van ons huwelijk en verder een jaargeld, dat ik uit het inkomen, dat gij mij zoudt toeleggen, wilde voldoen. »Ik heb slecht gehandeld, James! ja, zeer slecht, want ik beminde je toen niet en ik huichelde liefde. Voor het eerst keek James op en zijn gelaat tce- kende smart, diepe smart. Hij zeide echter niets. Maar later, toen ik zag hoe goed je voor mij waart, hoe zeer je mij bemindet, toen ik dat alles elk uur van den dag ondervond, toen voelde ik de liefde mijn hart binnensluipen, en ik James keek haar weder plotseling aan met eene opflikkering van vreugde in zijne trouwhartige oogen. »En juist nu,« zeide Adeline, »ik begrijp het wel, moet ik u verlaten. Een huwelijk als dit kan niet geldig zijn en gij zijt volkomen in uw recht. Ik ben besloten zonder drang heen te gaan. Jamesik heb het recht niet te morren, want ik heb bedrog, schand- lijk bedrog gepleegd. Zij sprak bedaard met vrecselijke kalmte. Haar.ge laat was bleek als marmer eu hare lippen trilden zenuwachtig. Zij was opgestaan en leunde met de saamgevouwen handen op de tafel en keek uit hel raam in den tuin, waar de vogels in het groen joel den en tjilpten. !ot volfft.) stukken tot Maandag- en Dondcrdagavunt AUSTKALISCHE NOVELLE VAN 4 J II,.wil

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1882 | | pagina 1