FEUILLETON. De handschoen van de Prinses. 1) liet was in liet jaar 1843, dat te Petersburg op Paasch-Zondag de jaarlijks wederkeerende prachtige troepen-revue onder de balkons van het marmeren paleis had. Het schitterende schouwspel begon en ver volgde zijn .gewonen loopechter trok een eigenaar dige verschijning, in het gevolg des Keizers de alge- mecne aandacht. Het. was een grijsaard van een zeld zame en wonderbare houding, gekleed in een witte rok met roode opslagen en bruinlederen broek, laarzen met kappen, benevens een driekantigen hoed met witten vederbos. Die figuur, in de uniform, zooals die onder Katharina ,11 gedragen werd, gaf tot allerlei zinspe lingen en gissingen aanleiding. Spoedig echter vernam men de gelieele waarheid, en wij willen ook in korte trekken de geschiedenis van den ouden grijsaard aan onze lezers mededeelen. Potemkin was, zooals bekend is, de grootste zon derling van zijn tijd en de gelukkigste mensch van zijn eeuw. Toen hij onderofficier bij de Garde was, had hij liet geluk door de Keizerin opgemerkt te wor den, die hein in de revolutie, die aan Peter III het leven kostte, de degenkwast verleende. Schoon van gelaat, ondernemend en eergierig zijnde, was hij haar gunsteling en beheerschte hij die machtige vrouw, die hij nooit lief had, en door wie hij ook slechts korten tijd bemind werd. Meer waren zij door overeenstem ming in wetenschap, dan door teedere gevoelens met elkander vereenigd, maar daardoor ook ontrouw. Ver wend door de gunst van het geluk, overvloed en ge nietingen en de lieftallige bejegening der hofdames, werd Potemkin een skeptikus en gaf zich niet dan aan het genot over. Aan eene Poölsche dame gelukte het, hem door liefde aan zich te binden. Overmoedig, vol luimen en koket, maar ook vol geest en ijdelheid, was dikwijls de Prinses Zoumowsky, later Gravin BoronzofT d'Asclikoff, de alleenheerscheres van de mode en de aangebedene godin der salons. Zij deed den gunsteling in een vurigen hartstocht tot haar ontvlammen, zonder zelf daarvoor ook ongevoelig te schijnen. Maar op het oogenblik, waarop Potemkin aan zijne nabijzijnde overwinning niet meer twijfelde,ver anderde de gril van de Prinses; hare houding werd tegenover hem koud en terugstootend. Men wilde opgemerkt hebben, dat deze plotselinge ver andering van gevoelens plaats had gegrepen ten tijde van den grooten brand van den schouwburg waarbij zij bijna haaf leven'verloren had. Haar redding had zij alleen te' danken gehad aan de zelfopoffering van een jeugdig majoor, die haar, op haar hulpgeschrei, uit hare, door de vlammen reeds omringde, loge had weggedragen. In vertwijfeling over zijn teleurstelling, stelde de gunsteling alle middelen in liet werk om de oorzaak daarvan uit te vorschen. Zoo was de prinses dan ook van dien dag af, met een voor haar onzichtbaar, maar ondoordringbaar net van bespieding omgeven. Intus- schen kwam er niets aan het licht, wat het geheim van haar koelheid kon ontsluieren en reeds was Po temkin geneigd het aan een of andere gril van de prinses toe te schrijven, zoo als de dames uit de groote wereld ze allen bezitten, toen zijn argwaan, door een toeval opgewekt, een andere richting insloeg. Den 8 Mei 1774 zag de Keizerin, in Russische nationale kleederdracht, die haar zoo bijzonder goed stond en zij met zooveel edele zwier wist te dragen, met de prinses Zoumowsky en giaaf Potemkin, voor een open raam uit de Hermitage naar een parade der Keizerlijke garde te paard en vier Preobajinkischè re gimenten' infanterie. Toen hc.t tweede bataljon van dat schoone voetvolk voorbij defileerde, boog de prinses over de leuning van het balkon heen en liet ge beurde het met voordacht of uit onachtzaamheid een van haar handschoenen vallen. Een jong officier, die zijn oogen naar liet paleis had opgeslagen, zag de handschoen aan de hand der prinses ontglijden, en zonder zijn schreden te verkorten of uit het gelid te treden, ving hij die met den spits van zijn degen op, drukte hem aan zijn lippen en verborg dien tusschen de knoopen van zijn uniform. De prinses bloosde. Potemkin wende zich lothaar. «Die officier verrijkt zich met een uwer handschoe- - non,« zeide hij op doffen toon, «voor wien is de andere bestemd «Voor u, Graaf, als gij galant genoeg zijt aan zulke beuzelingen waarde te hechten. «Geef hem mij,zeide Potemkin en verwijderde er zich ten spoedigste mede. Aan den avond van denzelfden dag verscheen een veldjager vergezeld van twee kozakken, bij den majoor Tchighelowski. Hij verbleekte toen hij hen zag; een dergelijk bezoek is steeds verdacht. «Volg ons,* sprak de veldjager. «Waarheen?* «Dat is een geheim. «Wie heeft daartoe last gegeven?» «Hier is het bevel.» «Zal de reis lang zijn?* «Misschien wel.* "Laat mij dan den tijd om wat goud en papieren in te pakken.» «Geen goud of papieren mogen mede genomen wor den. In hg.t geheel niets!* "Welaan, dan zal ik u volgen,* sprak de majoor, bleek van woede, «maar het zal mij toch wel ver gund zijn mijn moeder voor de laatste maal te om helzen zij slaapt in de nabijzijnde kamer. Vergun mij daar eenige minuten voor. «Onmogelijk, het bevel luidt onverzettelijk...; wil dus instappen. Dit sprekende wees de hardvochtige veldjager met zijn vinger naar een klein rijtuig, dat slechts van een houten bank voorzien was en Britschka genoemd wordt. Alle tegenstand was te vergeefs. De majoor nam in het rijtuig plaats, snel als de wind trokken het twee paarden, uit de Ukraine, voort, en lieten spoedig het helle licht van de stad, de dom kerk en de groote toren van de citadel achter zich. De sneeuw viel in dikke vlokken neder en omhulde de sprakelooze reizigers. Een oogenblik vloog den majoor het denkbeeld voor den geest, zijn zwijgenden leidsman te ontvluchten. Maar de stalen oogleden van den veldjager sloten zich den ganschen nacht niet. Men kwam te Pochczerskoi, waar de majoor vraagde, of men het doel der reis bereikt had?* «Nog niet,* was liet antwoord van den aange sprokene. Men verwisselde van paarden en de reis ging verder. Bystarka, Pounenskoi, noemde men de volgende wis selplaatsen. Bij ieder nieuw voorspan, herhaalde de majoor zijn vraag en telkenmale bekwam hij de ver schrikkelijke woorden ten antwoord: Nog niet!* (Slot volgt.) - ,x if t 9 t

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1882 | | pagina 5