Woensdag 20 December. 1882. FEUILLETON EEN GEKNAKTE RO <>- 129. Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden. VOOR Zij wilde u van hier ontvoeren en mijn tronwsten dienaar verleiden tot plichtverzaking jegens mij; zij wildé mij liet gerecht op den hals jagen nu heeft zij haar loón.« Gij liegt en Danilo loog niet zij verlokte hem, hj begeerde haar als loon als hij ons in het vluchten behülpzaani wasG' '-1 Vera gij liegt!» donderde de Vorst. »Ik heb nooit gelogensprak zij met onbeschrijfe lijke fierheid. Hij deinste terug, als van den bliksem getroffen. "Vera, Vera, kunt gij mij vergeven? »NTooit!< antwoordde zij beslist; «deze daad vol bloed en ontzetting heeft elke vriendelijke gewaarwor ding mijns harten jegens u voor altijd onmogelijk ge maakt. Eerst beminde ik u daarna hebt gij mij vrees ingeboezemd, thans veracht ik u! Stel u nu niet als razend aan uw toorn boezemt mij volstrekt geen schrik meer in! Gij zult mij te eenigcr tijd dooden, zooals gij mijne zuster gedood hebt, gruwzaam gedood voor mijne oogen doe liet nu terstond, dat is mij liever dan verder aan uwe zijde te leven. Vera!brulde hij, «neem u in acht!» »lk heb u reeds eenmaal gezegd, dat ik geen vrees meer voor u koester, mishandel mij, dood mij, het is mij alles onverschillig! Ga heen bevrijdt mij van uw hatelijken aanblik, opdat ik leven kan hij mijne arme, doode zuster. Hij ging heen zonder haar aan te zien, en Vera knielde neder en nam Feodoia's hoofd in hare armen, zoo knielde zij uren lang neer, zonder tranen, zonder klachten, doch met haar vreeselijke, verpletterde smart in het hart. Eindelijk, 's namiddags, stond zij op en liet Feodora op eene baar leggen ter eeuwige rust. Daarna liet zij den Vorst bij zich ontbiedenzij wenschte met het lijk naar haar Vaderland te vertrekken. De Vorst antwoordde dat bij Feodora in de Voinescoburcht zou laten ter aarde bestellen, en dat hij, tot zijn spijt, zijn gemalin geen verlof tot die reis kon geven. Vera haalde slechts de schouders op hij duchtte haar verraad. En weder knielde zij bij haar doode zuster neder, kuste de arme gebroken oogen en legde hare levenswarme wang tegen den kouden wang der doode, die zoo vroeg, zoo jong en zoo schoon, reeds het leven had moeten verlaten. Tnans bespiedde niemand de arme geplaagde vrouw; de Vorst had zich in zijn vertrekken opgesloten, Danilo was voor zaken op reis en Vera was alleen, geheel alleen niet de doode. Toen de nacht aangebroken was, verzamelde zij al haar krachten en drukte een laatste kus op Fcodora's blecke lippen; daarna sloop zij als een schaduw door een -.lange reeks ..van kamers .tot in een met portretten benangen zaal, de familie-of portretzaal genaamd. Aan een der zijwanden van die zaal hing een levensgroot portret van Gatharina 11 van gouden lijst, die aan lusland, in een zware liet benedeneinde met een grootc vergulde roos prijkte. Deze roos drukte Vera een weinig ter zijde, en langzaam, zonoer gedruisch, zweefde het portret naar binnen in den muur, een donkeren hoek" openlatende. Met een lichte huivering betrad Vera de donkere ruimte, waar zij met den voet tegen een lantaarn stiet, waarnaast eenige lucifers lagen. Spoedig was het licht aangestoken en Vera draaide het portret in de lijst terug zij was alleen in het sombere verblijf. Danilo had nog geen tijd gehad, de bcnoodigd heden voor de redding der zusters te verwijderende twee costumes .van Russische boerinnen en een zwarte pruik lagen er nog. Zonder, zich lang te bedenken verwisselde Vera van kleeding cn wrong zij haar dik blond haar onder de pruik, een streek niet een ai'ge- branden lucifer over haar wenkbrauwen veranderde ook hare gelaatstrekken. Thans zocht zij nog den sleutel, waarvan Feodora gesproken haddaarna nam zij de lantaarn op, slak eenige medegenomen geld stukken bij zich en begaf zich op weg. Zij moest een geruimen tijd 1 popen in den smullen gang, eer zij den trap bereikte, waar langs zij vijftig hooge treden in de diepte afsteeg; daarna kwam zij in een zoo lagen doorgang, dat zij zich daar slechts m gebukte houding kon bewegen. Eindelijk, na een veruioeienden tocht van een half uur, bereikte zij de ijzeren deur, waarop haar sleu tel paste. Zooals vroeger het oeeld, ging ook deze deur zonder het minste gedruisch open cn zij trad naar buiten, in de koele nachtlucht. Een afge brokkelde rots, die midden in het bosch bij het dorp Tereschky lag, diende op geschikte wijs den geheimen ■gang van Voinesco'sburcht tot uitgang. Vera plaatste de bckleede cn met mos begroeide deur zorgvuldig weder m de rots, deed haar lantaarn weder uit en begaf zich naar het dorp. Zij had het spoedig bereikt en in de herberg was men nog niet te bed. Zij klopte dus aan de deur en bestelde in de Rus sische taal een rijtuig naar het nabijgelegen spoor wegstation. Gelukkig verstond de waard Russischzij werden het eens over den prijs en een kwartier later snorde de troikamet Vera over de uitgestrekte vlakte hij maanlicht naar de stad. Tegen den middag van den volgenden dag bereik ten zij een poststation; Vera betaalde daar de huur der troikaen besteeg den postwagen, die haar 's avonds naar liet naburige station bracht. Wel zagen bureaulist en conducteur de armoedig geklcede boerin verwonderd aan, toen zij een coupé eerste klasse verlangde, maar men brak er zich niet lang liet hoofd over en Vera zonk uitgeput op de zachte zijden kussens neder zij had sedert het vorige middernachtsuur een eindeloozcn weg afgelegd. Den gansehen nacht bleef de trein met haar door- stoomen en toen de middagszon den volgenden dag schitterend aan den horizon verrees, reed zij het station Warschau binnen. Een half uur later.. en zij lag bewusteloos in de armen barer ouders zij was gered De duif zou des arendshorst niet wederzien. Binnen een half jaar was Vera wettelijk van Vorst Voinesco gescheiden. Deze had zich echter door de vlucht aan den arm der gerechtigheid weten te ont trekken, nij was nergens te ontdekken; Danilo was met hem verdwenen. De Bradnitzkv's hadden intus- schen de oorzaak van den dood hunner dochter Feo dora trachten te bemanteleniedereen geloofde althans dat de jonge gravin Bradnitzky aan eene ernstige ongesteldheid ten huize baars zwagers was overleden. Vera bekwam langzamerhand van hare gevangen schap en hare voormalige -frissche, bloeiende schoon heid keerde terug; de rozen ontloken weder op hare wangen en in hare prachtige blauwe oogen straalde weder het oudé, levendige vuur barer gelukkige meis- jesdagen. De drie jaren, die zij aan Grigor Voinesco's zijde treurende had doorgebracht, scheen haar thans een hangen, naren droom toe, waaruit het ontwaken een onverdeeld genot zou zijn geweest, zoo Fcodora's sehiin niet tusschen haar en haar geluk had gestaan. Na jaar en dag nam Vera weder aan de gezellige genoegens van Warschau deel, maar voor hare vroe gere vroolijkheid was eene ernstige peinzende melan cholie in de plaats getreden en juist dit maakte haar des te aantrekkelijker. Even als vroeger, toen zij nog Vera Bradnitzky heette, verdrong zich spoedig een kleine schaar van pretendenten om haar heeneen ieder had gaarne deze kleine hand veroverd, om Vera datgene te kun nen aanbieden, wat haar zoo lang onthouden was geweest het gelukVoornamelijk was het de gouverneur van Warschau, graaf Torsoy, die gaarne de overwinning had-willen behalen. liet vvas in'de lenté van het jaar 1874. Vera zat alleen in haar kamer het was buiten donker ge worden, doch in haren schoorsteen brandde een hel der vuur, dat in grillige flikkeringen met een rossen gloed over liet tapijt en de vergulde lijsten der spie gels en schilderijen scheen. De stores waren neger gelaten en de lichten nog niet aangestokenVera hield er van, een uurtje bij den brandenden haard te droomen. Graaf Torsoy was zoo even hij haar ge weest en had aanzoek gedaan om haar lund. Zij had hein beloofd, hem in Baden-Baden, dat zij dien zomer met haar ouders bezoeken wilde, een beslissend ant woord te zullen geven, daar ook de graaf zijn voor nemen had te kennen gegeven om zich naar die had plaats te begeven. Hij was heengegaan met de hoop op de vervul ling zijner wenschcn in het hart, cn Vera zat weder in haren lagen stoel hij den schoorsteen alleen en dacht na. Misschien dacht zij aan een rooskleurige toekomst, vol zonneschijn en geluk, want zij geloofde dat na de langdurige onweders- en hagelbuien eindelijk de zón toen moest gaan schijnen. Misschien waren het zonnige droombeelden, die voor het oog van haren geest opstegen uit de vlammen van den haard wie weet het? De deur ging zachtkens open, doch Vera sloeg er niet hijzonder acht op zij meende wellicht dat het haar kamenier was. De deur ging weder dieht en zachte, door het tapijt gedempte voetstappen kwamen naderbij en bleven toen stilstaanVera wendde het hoofd een weinig ter zijde, daarna sprong zij op met een woeslen ou - zetlenden kreet; tegenover haar stond Vorst Voinesco, liet Land van lensden en Altena, O WAARD Dit blad verschijnt eiken W OEN S D A G en Z A T E 111) A G. A b on n e m e n t s p r ij's per 3 maanden f 1Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 1O regels 60 et. Elke regel meer 10 ct. Groote letten naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Ingezonden Wanneer wc onder do aankondigingen der dag bladen oen aanprijzing vindon van de wereldbe roemde likeur dor Benedictijnen en daarbij eon plaatje afgedrukt zien met oen Alpenlandschap, gestoffeerd door eenige kloosterachtige gebouwen en een tweetal monniken, zou men onwillekeurig op do gedachte komen dat deze kostelijke en ge- zoude drank uit de aromatische, wonderdadige kruiden der Alpenwereld door vrome kloosterbroe ders bereid wordt naar een geheim overoud recept en tot heil der menschheid. Doch'* dan vergist men zich in elk opzicht. Do streek, waar deze likeur beroid wordt is niot in de homelhoogo Alpen to vinden, maar aan het vlakko strand dos Atlanti- scheu Ocoaaus en de fabrikanten zijn niet vrome monniken maar zeer wereldsgezinde industrieelcn die in hunne door stoom gedreven en met de nieuwste machinos voorziene fabrieken de Benedic tijner-likeur fabriekmatig vervaardigen, hoofdzake lijk ten nutte van hun eigen geldbuidel. Desniettegenstaande draagt deze goudgele drauk zijn naam als van de Benedictijnen afkomstig met recht, want hij hoeft zijn oorsprong aan een broeder dier orde te danken en zijn wieg stond in een klooster bij het stadje Fëcampinbenoden-Normaudië, aan het straud des Atlantischen Oceaans, dicht bij do beroomdo zeehaven Havre de Grace. Over de uitvinding dezor overbekende likeur, waarvan de bostanddeelen uit in de nabijheid dei- zee groeiende kruiden bestaan, welke op de heuvelen in Normandiii liggende goed groeien en uit jodium, bromium en natrnm bestaan, vertelt een klooster overlevering bet volgende: In den aanvang der 17de eeuw kwam een Italiaansch medelid van do orde der Benedictijnen, broeder Bernard, in noordelijk Frankrijk aan cu word dooi" den geleerden abt Antoine den tweeden in het stift to Fécamp opgenomen, wijl Bernard met bijzonderen ijver de wetenschap beoefende, die van oudsher bij de orde in groot aanzien stond. De nieuweling wijdde zich bij voorkeur aan de chemische studie en gelijk dat toon in de mode was, aan de alchemie. De abt liot hom een eigen laboratorium bouwen cn na scharrelde en nam de grijze monnik prooven van don vroegen morgen tot in den nacht ovor zijn retorten en disielleorkolvon, om het nog altijd to vergeefs gezochte levenselixer te vinden, die wonderdadige drank, waarvan men verwachtte dat hij het oude lichaam do kracht on den moed der jeugd iu do aderen zou gieten, het lichaam vrij waren van alle ziekten en eindelijk den dood over winnen zou. Hoe Bernard intusschou ook jaar op jaar peinsde en kookte, mengde en distelleorde om het univor- seel geneesmiddel te vinden, het wilde hem maar niet gelukken. Doch op zekeren dag kreeg hij plotseling eon ingeving des hemels, liet zijn vuur haard staan, schreef het recept neder, waarvan de woorden hem in een visioen duidelijk voor oogen stonden en viel daarna bewusteloos op den grond, juist op hot oogenblik toen de abt van het kloos ter toevallig het laboratorium binnentrad. Een be roerte had den monnik gedood. De Benedictijnen namen hot onder zoo merkwaardige omstandighe den gevonden recept aau als een toeken des he mels, als een directe ingeving van boven, to meer daar de bereiding gelukte en een kostelijkeu drank opleverde, die, boewei niets tegen den dood kun nende uitrichten, toch sterkte en gouezing aan kranken on zwakken bracht en voor gezonden oen heerlijke vorfrissching opleverde. Van toen af begonnen de kloosterlingen zich toe te loggen op do vervaardiging der verkwikkelijke likeur naar het oude recept., welks origineel men nog heden don bezoekers van de abdij van Fécamp met trots vertoont; de drank was spoedig wereld beroemd en werd in steeds grootore hoeveelheden gevraagd tot aan hot einde dor vorige eeuw. Toen kwam de Franscho Revolutie, die hare zware hand logde op zoovele geestelijke bezittingen en ook op hot Benedictijnouconvent te Fécamp. Hot kostbare recept kwam toen beuevens vele andere oudheden en merkwaardige zaken van het klooster, in bandon van oen rijken, Nortnandischen industrieel, zekeren hoer Legrand, die de abdij met al wat er bij behoorde, verkreeg, ouder boding de kerk en oene aau de heiligo Moeder gewijde kapel niet op te ruimen. Al de overige gebouwen even wel richtte hij tot fabriek in, die hij mot de boste machines voorzag en steeds gelijken tred dood hou den met de vorderingen der chemische wetenschap. Zoo herstelde hij de goudgele Benedictijner likeur in hare eer, door ze te vervaardigen naar het ge waande origineele recept ou te verzenden in kruik- vormige, thans zeldzaam geworden flosschen, waarin ze spoedig weder voor do glazen prijkte van de handelaars in allo plaatsen der woreld en voor goed geld verkocht werd. De tegenwoordige eigenaar der likeurfabriek is oen nakomeling van dezen Legrand en zijn eigendom is een bezoek overwaard. Laat ons er eou kijkje nemen. We vinden er de oude kloostermuren, begroeid met zwaar klimop on andere klimplanten, mot veel overleg en smaak gebozigd tot decoratie van eon mot zeldzame gewassen voorzienen tuin, die men binnentreedt wanneer men de hoofdpoort inkomt. In het midden van den tuin staat hot elegante woonhuis van den fabrikant, uit welks vensters men een schoon uitzicht geniet op don aanleg en do overblijfselen der voormalige abdij. Doch stil is het niet op deze plaats waar de oude tijd aan den nieuwen de hand reikt, in dezen half iudnstrioeleu, half laudelijken omtrok. De lucht weergalmt van een geweldig stampon en ratelen, suizen en sissen, blazon en klapperen, veroorzaakt door do stoommachine van tweehonderd paarden krachten. Nevens de machinekamer staat oene glas blazerij, die van voren gezien een kolossaal plan- tenhuis lijkt, vau aehteron och tor door zware muren begrensd wordt, waarboven hooge schoorstoenon uitsteken. We treden daarnaast deze ruimte bin nen, wier wanden uit ijzer en glas bestaan en bevinden ons in oon rousachtig laboratorium, ge vuld mot kolven en andero disteloerworktuigen, mot koelvateu die bassins gelijken cn andore reusachtige ketels. Tusschen al deze bcnoodigdheden heen, die ons bij den eersten blik door hunne ongomeeno 9)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1882 | | pagina 1