1883.
Amerika op zijn smalst.
In Noodweer.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN Kensden.
V
IV Jk
v -s. ji/m
v. HvTA^J
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R D A G.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Eranco per post zonder prijs-
verkooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote lettens naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag-; en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Ala een geweldig groote, lang uitgestrekte
scheidsmuur ligt Amerika tusschen den At-
lantischen en den stillen Oceaan en dwingt
het handelsverkeer tussschen Europa en de
westelijke staten van Amerika den langen
en gevaarlijken weg om de zuidelijke spits
van dit werelddeel, door de straat van Ma-
gel haen of om Kaap Hoorn te nemen. De
beide deelen van het Amerikaansche vast
land zijn echter slechts door een betrekke
lijk smalle en rotsachtige strook land ver
bonden, door een landengte die op enkele
plaatsen slechts een breedte van 50 K.M.
neeft. Dezen smallen landweg door te graven
en alzoo de wereldzeeën te verbinden op
een breedte, die voor den handel van groot
voordeel is, is sedert lang het streven van
alle handeldrijvende natiën.
Een dergelijk beletsel voor het verkeer
ter zee tusschen Europa aan de eene, Afri
ka's oostkust, Indië, China, en Japan aan
de andere zijde was tot voor een twaalftal
jaren de landengte van Suez tusschen Azie
en Afrika, welke de scheepvaart dwong den
langen weg om Kaap de Goede Hoop te
nemen. Ook hier bevond zich slechts een
smalle strook tusschen de Indische en de
Atlantische zee en eerst na eeuwenlange
pogingen gelukte het in onzen tijd het we
reldberoemde Suezkanaal te graven, welks
invloed zich nu reeds beduidend gevoelen
laat en 't welk zijn schepper, den Graaf
Ferdinand de Lesseps voor alle volgende
eeuwen een eerste plaats onder de weldoe
ners der menschheid aanwijst.
Er is in de geheele wereldgeschiedenis
geen tweede voorbeeld te vinden, dat een
man, die niet als een alleenheerschend vorst
over 't wel en wee der volken te beschikken
heeft, na volbrachten reuzenarbeid als de
doorgraving van de Suezlandengte, een der
gelijk plan opwerpt en tot een begin van
uitvoering brengt. Dat is inderdaad een
wonder onzer eeuw, te meer daar Ferd. de
Lesseps aan de grens van den ouderdom
staat. Doch grijs moge hij zijn, hij is een
grijsaard vol van jeugdige energie en werk
zaamheid.
Er bestaat tusschen beide groote onder
nemingen van De Lesseps een groote ver
wantschap, die in 't oog springt, afgezien
zelfs van de gelijkheid in uiterlijken vorm.
Het Suezkanaal zoowel als dat door de land
engte van Panama brengen de groote reis
routes van den wereldhandel tot op de helft
van den vroegeren tijdduur. Tijdwinst staat
in den handel gelijk met geldwinst en de
laatste spruit niet alleen voort uit de directe
voordeelen aan scheepsvracht en verzeke-
ringsonkosten, maar vooral uit den ver
snelden omzet der kapitalen en de meerdere
zekerheid der verzendingen. Zelfs na aftrek
der kanaalkosten is dat bedrag nog enorm
groot en men heeft berekend dat door het
Suezkanaal alleen in dit opzicht reeds meer
dan 150 millioen gulden gespaard is.
Ten bewijze dat door het toekomstige
Panamakanaal inderdaad de scheepvaart be
langrijk gebaat zal zijn, stippen we het vol
gende aan. De zeeweg tusschen Europa en
West-Amerika zal door 't kanaal 14000 K.M.
lang zijn en voor stoomschepen één maand,
voor zeilvaartuigen twee tot drie maanden
reis uitsparen. De reis van Liverpool naar
Callao in Peru bedraagt nu 10000 K.M,,
zal later 6000 bedragen, een tijdwinst van
36 dagen. Nog gunstiger wordt die verhou
ding voor den weg tusschen New-York en
Peru, welke weg 60 dagen en voor dien
tusschen eerstgenoemde plaats en San Fran-
sisco (Californie), die 71 dagen korter wordt.
De mannen der statistiek berekenen zonder
te overdrijven voor elke scheepston vracht
goed door elkaar genomen een besparing
van ongeveer f 30. Sedert 1855 bestaat
er over de landengte van Panama een spoor
weg, maar het transport van zeegoederen
is daarover zeer duur en lastig bovendien,
zoodat de handel daarvan geen wezenlijk
voordeel trekt. Reeds lang, als we zeiden,
heeft men op 't doorgraven der landengte
aangedrongen en vele plannen daartoe zijn
ontworpenwe gaan die echter stilzwijgend
voorbij ofii dat van De Lesseps kortelijk na
te gaan.
De groote brug tusschen Noord- en Z.
Amerika telt door insnijdingen aan beide
kusten verschillende engtende voornaamste
zijn die van Tehuantepec, van Honduras,
van Panama, van San Bias en van Dariën,
van welke de laatste drie de smalste zijn.
De landengte van Dariën is 50 K.M. breed.
Het. is echter niet de meerdere of mindere
lengte, die bij de keuze, van den kanaalweg
den doorslag geeft, veel meer echter de aard
van het tusschen beide zeeën gelegen ter
rein, met zijn gebergten en wateren, van
welke de eersten de doorgraving lastig maken
en de laatsten haar zeer in de hand werken.
Met het oog hierop komen de eerstgenoemde
landengten niet in aanmerking, wijl de Cor
dilleras van Centraal-Amerika wat hoogte
en formatie betreft, grooter zwarigheid op
leveren dan die der landengten van Panama,
San Bias en Dariën. Van alle onderzoekin
gen had alleen de expeditie in 1841 door
Fairbain en Gibbs eenig resultaat, n.l. den
aanleg van den Panamaspoorgweg, die den
weg wees voor hét kanaal van De Lesseps.
Eerst na 't welgelukken van 't Suezkanaal
kwam er niéuwe beweging in de Ameri
kaansche zaak. De Vereen. Staten vaardig
den in de laatste twaalf jaren niet minder
dan zes wetenschappelijke expedities af tot
onderzoek, die zich echter 't meest bezig
hielden met de vraag in hoever bij een even
tueel kanaal het meer van Nicaragua dienst
zou kunnen doen. Het internationaal aard
rijkskundig congres te Parijs van 1875 nam
de kanaalvraag in ernstige overweging en
zond een speciale commissie naar C.-Amerika
tot beoordeeling der verschillende plannen
de voorzitter daarvan was De Lesseps. Het
was aan zijn ondernemingsgeest en energie
te danken dat het doorgravingsprobleem
toen reuzenschreden deed. Uitmuntend toe
gerust met het noodige materiaal was die
commissie in staat voor het volgende con
gres in '79 uitgewerkte plannen ter tafel
te brengen omtrent alle bovengenoemde
engten. De noordelijkste echter kwamen
niet in aanmerking om den vulkanischen
aard der gebergten en de zuidelijkste, die
van Dariën, evenmin om 't ongezonde kli
maat. Het congres bepaalde zich dus tot
behandeling van twee plannen dat van een
kanaal door het Nicaruguameer en door de
engte van Panama.
Plet eerste plan had bijzondere voordee
len. Vooreerst is het Niearaguameer van
grooten omvang en zou in het kanaal een
door de natuur gevormd uitmuntend water
reservoir zijn, terwijl er reeds tusschen dit
meer en den Atl. Oceaan een verbinding
bestaat door de rivier San Juan. Het kwam
er dus maar op de smalle engte tusschen
den Stillen Oceaan en 't meer door te
steken.
Edoch de havens aan weerszijde zouden
slechts met groote kosten geschikt voor den
handel kunnen gemaakt worden en 't ka
naal zou tengevolge van den snellen stroom
der rivier 17 sluizen vorderen, die de reis
ongemakkelijk en langdurig, de kosten enorm
zouden doen stijgen. De handel mag De
Lesseps dankbaar zijn dat op zijn initiatief
den weg gekozen is van de Limonbaai tot
de Panamagolf.
Deze weg is de kortste, bezit aan beide
E. V E L Y.
Tante Nanne,* vroeg de jonge vrouw nu zoo on
verwacht, dat de aangesprokene halt' verschrikt hare
klapperende breinaalden uit haar handen liet vallen,
tante Nanne, waarom gaat gij ook niet eens uit naar
al die stijve, koude menschen, die gij uw familie
noemt?*
Waarom? 0 mijn liefste lieveling,* zuchtte de
weduwe, wat zou ik daar doen? Eens maar dat
is lang geleden kwamen ze mij opzoeken; nu ben
ik op leeftijd en arm en afhankelijk; wat zouden ze
nu met mij beginnen?*
Zij had dat met zooveel weemoedige, onderworpen
gelatenheid gezegd, dat Meta bijna spijt had over haar
vraag. Terwijl zij zich over die verlegenheid poogde
heen te zetten, sprak zij op vriendelijken toon
»Van daag zag ik een van uwe rijke dames; zij
was niet jong meer en ik geloof niet dat ze ooit van
haar leven heel mooi geweest is, maar toch stal ze
mijn hart. Mevrouw Hedwig Rolling.
»De arme vrouw!* zuchtte Nanne.
Meta draaide haastig haar hoofdje om,
»Haar?... een rijke vrouw, een gelukkige moe
der... noemt gij haar zoo?«
Zij is niet gelukkig, maar zij is erg, erg onge
lukkig geweest, en dat heeft haar beminnelijk ge
maakt en haar in de oogen van fijngevoelende lieden
iets aantrekkelijks gegeven. Ja, mijn kind, rampen en
smarten zijn wonderlijke geneesmiddelen.*
»Is het een geschieuenis voor mij?* riep de jonge
vrouw, terwijl zij luidkeels lachte. Och,.tante Nanne,
ik veilmeldde mij daar dat ik met mijn goede tante
Clara sprak, die dikwijls, heel dikwijls,, zulke vragen
met een ernstig hoofdschudden beantwoordde. En toch
is het nu andersik ben nu getrouwd en zal nu de
geschiedenis der blonde mevrouw Iledwig wel mogen
hooren.
Nanne knikte toestemmend.
Zij is niet lang, kind, maar niet een paar woorden
verhaald. Iledwig had, toen ze een jong meisje was,
haar hart geschonken aan een kunstschilder, een talent-
vollen maar armen schilder. Hare ouders wisten het
niet, en zij bekende het ook niet toen de rijkste
koopmanszoon uit de geheele stad haar ten huwelijk
vroeg. Zij gaf hem haar ja-woord.*
Meta staarde haar verontwaardigd aan. »Dat was
valsch en lafhartig!* riep zij.
Stilsprak Nanne, oordeel niet te haastig;
wie aanschouwde toen wat er in het hart der jonge
vrouw omging? De schilder was weg, ver weg naar
het Zuiden, en zij dacht dat hij haar wel zou ver
geten hebben. Maar toen zij getrouwd was, ksvam
hij terug.*
«Kwam hij terug,* herhaalde de jonge vrouw werk
tuigelijk, en verweet haar hare trouweloosheid en
vingers der
Nanne schudde zachtkens het hoofd met den kleinen
kanten doek, die haar iets nonachtigs in haar voor
komen gaf.
0 kind zij zagen elkaar weder en wisten toen
dat de liefde niet dood was. En omdat Hedwigs
echtgenoot zijne vrouw veronachtzaamde, en voort
durend over zijn boeken en rekeningen gebogen zat,
het eene schip na het andere naar zee zond, en zijn
doode goederen liever had dan vrouw en kind,
nu, zoo kwam het er toe, dat Iledwig het besluit
nam om met den man, dien zij in haar jeugd reeds
beminde, te vluchten.'-' Niet waar, het heeft wel iets
van éeri roman; maar het eindigt toch anders dan in
de meeste boeken. Hedwigs man ontdekte het door
een toeval.
Meta's kleine hand vatte de koude
verhaalster.
»En hij vermoordde den schilder in een
tweegevecht, zooals zij dat noemen, hoewel het toch
een moord is?* vroeg zij met zenuwachtige gejaagdheid.
Nanne schudde ontkennend het hoofd.
»De heer Justus Rolling was een groothandelaar,
die zijn leven niet zoo licht op hot spel gezet zou
hebben. Neen, hij begaf zich naar den man die het
hart zijner vrouw bezat, en kocht hem de eer van
zijn huis voor een aanzienlijke som af. Hedwig wachtte
vruchteloos op den bestemden tijd naar hem, dien zij
als haren redder en verlosser beschouwde. In zijne
plaats verscheen haar echtgenoot, om haar met een
glimlach vol bitteren spot een kwitantie te laten zien.
»De prijs van mijn onbezoedelde eer, de som is hoog,
mevrouw
»0!* duisterde Meta, »o ik heb geen woor
den die ellendeling, die lafaarden zij, die arme
vrouw
Zij,ging Nanne voort, leeft sedert dien tijd
geduldig voort, zonder klachten of begeerten.
Het was heel stil in de kamermen hoorde niets
dan het kletteren der regendroppels tegen de venster
ruiten.
Zonder klachten of begeerten',* herhaalde de jonge
vrouw na een zeer lange pausehoe onbeschrijfelijk
Er zullen wel niet veel menschen
zijn, die zoo levendat moet het ellendigste van alles
zijn
Er trilde een weemoedig lachje om de dunne lippen
der bleeke weduweMeta bemerkte hetzij sprong
op en sloeg haar arm 'om den hals barer nieuwe
vriendin.
i>-0, tante Nanrtégij nietsprak zij, alsof zij
beducht was, het jate hooren.
De oude vrouw knikte toestemmend. »Als ik er
ooit weder toe komen mocht, iets te begeeren, dan
zou het voor u en voor Hendrik zijn.*
»En zij is toch óók eens jong geweest,* sprak
Meta voor zich heen.,
Nanne glimlachte weder en vervolgdeJong en met
een hart vol liefde trad ik het leven in. Wilt ge
nóg eengeschiedenis, kleine? Ik schonk dit hart aan
een armen boekhouder van mijns vaders kantoor;
mijn broeder bemerkte onze verhouding, nog eer wij
zclven. duidelijk met elkander gesproken hadden; en hij
zorgde met broederlijken takt dat dit nóóit meer ge
beuren kon. De arme boekhouder verloor zijn post,
en dewijl 'lat zoo. plotseling gebeurde, nam niemand
hier hem in diénst; al spoedig werd hij door een he
vige ziekte aangetast eu. op stadskosten in het gasthuis
verpleegd. Daaruit hebben 'zij hem ook begraven, juist
op denzelfdèn dag toen ik in de bruiloftskoets met
Willibald Grütes naar de kerk reed. Dat was een
huwelijk naar den zin der familie.*
Meta staarde de bleeke weduwe als verbijsterd aan
had zij wel goed gehoord?
»Als ge echter den anderen lief hadt, werkelijk
lief hadt,* vroeg zij twijfelend, waürom liet ge u dan
dwingen
(Wordt vervolgd.'
•treurig klinkt dat
vLHn
NOVELLE VAN
-00-