FEUILLETON. In Noodweêr. - A E. VEI, Y. 8) -oo- llet was een droefgeestig, moedeloos glimlachje, waarmede de oude vrouw antwoordde: »0, kind, ge kent de wereld nog niet! Waarom ik mij dwingen liet? Broer Daniël zou het u kunnen vertellen. Hij zou zich niet ontzien hebben, mij bij de haren naar het altaar te sleepen. Maar er zijn ook kalmer mid delen. Op liet1 kantoor was een diefstal gepleegd men kon niets bewijzen, maar wel de verdenking op den ontslagene werpen. Ge begrijpt dat kon ik niet dulden.' Ik onderwierp mij en ging met volle bewustheid een ongelukkig huwelijk tegemoet. Het duurde niet lang. De zaak van Willibald Grütes be gon spoedig slecht te staanmijn broeder had hem kunnen redden, maar deed het niet en zoo hield de ander zich door valschheden en bedrog nog een poos staande, totdat hem de gevreesde slag trof. Hij vluchtte naar Amerika en moet daar een treurigen dood gevonden hebben. Ik keerde terug naar mijn ouderlijk huishoe zonder klachten of be geerten Meta keerde haar gelaat naar het venster toe. Tante Xanne's breipennen tikten weer regelmatig voort. o Aan een kale schrijftafel, met leelijke, stijve pooten, waar dertig jaar geleden mevrouw Anna Dornedden U (geboren Sparhenke) haar huishoudboeken met letters en cijfers gevuld had, zat Meta, haar jeugdige op volgster, over een vel papier gebogen, dat naar tante Clara moest vliegen. Haar pen gleed met grooten spoed over het papier: Gisteren vond Hendrik dat ik wat bleek zag ik heb daarop den spiegel geraadpleegd, maar die was het er volstrekt niet nieè eens. Alleen gevoel ik mij wat moede, doch dit zal ook wel beter worden, als maar eerst de frissche zeelucht om mij heen waait. Ja, ik ben zoo blijde, tante Clara, als een groot, brooddronken kind wij gaan naar het eiland Wallhafen, waar een villa-Dorriedden is, Hendrik en ik alleen. O, het is piachtig; die arme Hendrik kan dan weer eens goed uitrusten, en wij zullen veel pleizier hebben, langs het strand schelpen gaan zoeken, zooals wij op het Lido te Venetië deden, en liedjes, zingen hoven wind en golven uit. Ik verlang zeer naar het eiland nog één of twee dagen, dan gaan we er heen. Hendrik heeft allerprachtigste zomer-toiletten voor mij ge kocht in Parijsdie zal ik er dragen. Veel bezoekers vindt men op Wallhafen niet meer het is er niet fashionable maar voor Hendrik wil ik er goed uitzien. Hier had ik zoo weinig lust om mij op te schikken. De diamanten van Hendriks moe der, die mijn schoonvader mij op mijn huwe lijksdag ten geschenke zond, heb ik maar éénmaal gedragen. Zij deden mij bijna huive ren of kwam het van den toon, die aan het vervelende familiediner heerschte? Ik zal er u maar liever geen beschrijving van geven. Zij waren allen stijl' en koel en hun blikken schenen mij eenparig toe te roepenWij weten zeer goed dat gij arm hier in dit rijke huis zijt gekomen, verlang niet dat we meer notitie van u nemen dïin bepaald noodzakelijk is.Hendrik Wilde liet unij ontstrijden, maar ge kent uw prinses en ik kon wel aan hem zien dat ik mij toch niet zoo geheel vergist had. Op een anderen keer echter hadden wij maar één gastdat ging beter. Hij was groot, donker, met prachtige bruine oogen en een door de zon gebruind gelaat; hij sleept een weinig met zijn eenen voet, die in den Fransch-Duitschen oor log door een kogel getroffen is Een tweede kogel wondde hem in de borst; een bajonet steek kwetste hem aan den linkerwang. Is dat geen held? En verstandig is hij ook, zoo echt mannelijk, nu en dan met wat geestigen spot gemengd, maar zijn scherts is altijd goedig en wehneenend. Hendrik en hij werden vrienden op het slag veld. Ge weet wel dat Hendrik uit liefde tot zijn vaderland zijn diensten aanbood bij eene ambulance van het »Hoode Kruis. Hoe verschrikkelijk moet het toch geweest zijn, denk ik wel eens bij zulk een strijd slechts lijdelijk toe te zien maar hij had ook niet met de wapenen leeren omgaan. De eerste patiënt, dien hij kreeg, was onze gast. Zij ken den elkaar reeds; nu sloten zij voor altijd een innige vriendschap en sedert dien tijd zoeken zij elkander alle jaren eens op. Mijn schoonvader had hoofdpijn, tante Nanne zat stilletjes naast zijn leuningstoel en schonk van tijd tot tijd een kopje camille voor hem in; en wij hadden daardoor boven bij mij een prettig souperlje a trois. Hij vertelde prachtig en zijne Jtfl dm oogen schitterden; daarby Télll lüj "fraaie* diepe stem. Als ik een wezenlijke prinses was en een hofstoet bad, dan moest hij mijn hof- en kamerzanger worden! Wallus trok nog wel twee dagen daarna een leelijk gezicht en zeide nauwelijks goeden morgen. Zij is een afschuwelijke tyran, vooral voor tante Nanne. Als hij kan, komt hij spoedig weer eens bij onsHendrik heeft hem ook willen overreden dezen zomer op ons eiland te komen, om er een luchtje te scheppen. Hij wist nog niet of hij het doen zou. Hij is heel geleerd, een philosoof, ik heb nooit gedacht dat een philosoof er zoo uitzag, zoo mooi en zoo vriendelijk bedoel ik. Maar nu weet ge nog niet, hoe hij heet. Ook zijn naam klinkt goed: Detlev von Brink. Hier bleef de jeugdige verhaalster, wier bewegelijk gelaat onder het schrijven recht vrooiijk geworden was, plotseling steken, want een uitroep van tante Nanne stoorde haar. De bleeke weduwe stond midden in de kamer met ingehouden adem te luisteren en riep met de grootste ontsteltenis Ocli Heer! Daar is broèr Daniël zoo even met een rijtuig thuisgekomen, terwijl hij anders om dezen tijd van den dag altijd op 't kantoor blijft; er moet zeker iets bijzonders gebeurd zijn. Ik zag hem met mijn eigen oogen uit een coupétje stappen dus heeft hij zich niet eens den tijd gegund om zijn rij tuig te laten inspannen! Mijn liefste lieveling, er is stellig iets voorgevallen Meta bedwong met moeite een glimlach over de ontsteltenis van het magere vrouwtje. (Wordt vervolgd. j£. NOVELLE VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 5