No. 158.
Woensdag 4 April
FEUILLETON.
In Noodweer.
VOOR
Uitgever: L. J. VKUTU.iAN flensden.
Dit blad verschijnt eiken \V O E N S D A G en Z A T E Rb A G.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentie 1—f.yégels 60 ct. Elke r
Advertentiën worden ingewacht tot Ma
stukken tot Maandag- en Donderdagavond
Binnenlandsche A D V E U T E N T1E N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven j
worden slechts tweemaal in rekening gehracht. Hij
toezending gelieve men vooral duidelijk den nan in.
van den Uitgever op het adres te stellen.
i:. v i t j v.
24)
In /waren rouw gekleed, zat mevrouw Nanne Grütes
aan de schrijftafel, waarop Meta's onvoltooide brief aan
tante Clara dichtgevouwen lag. De blanke vingers der
weduwe grepen bijna aarzelend naar de pen en maakten
groote, stijve letters op het papier.
«Gij hebt mij naar de bijzonderheden er van
gevraagd; dat is zeer vleiend, vooral omdat het
tcedere, hartelijke kind mij een weinig liefgehad
heeft. Maar ik weet niet of ik bet er wel be
hoorlijk zal afbrengenik heb sedert vele jaren
geen bileven geschreven, ik ben nog uit de oude
school en bovendien laat mijn geheugen mij soms
ook in den steek. Doch, wat dat lieve, goede
kind betreft, och Ileere, wat is het hier akelig
eenzaam en pas veertien dagen geleden heeft zij
hier nog gezeten en daar ligt haar brief die nooit
gereed gekomen is. Maar gij zult hem nu zelf
lezen. Neef Hendrik zei«Hoe ongelukkig waart
ge, hoe diep ongelukkig en hoe zwaar heb ik mij
aan u bezondigd,toen hij hem gelezen had. Dat
is nu volkomen onbegrijpelijk voor mij; zij was
niet ongelukkigach zij was soms bijzonder uit
gelaten, vooral op het eiland. Daar moest men
haar hooren lachen en zingenmijn oud hart werd
er waarlijk weêr jong van!
«Hendrik kon dat eigenlijk ook niet gelooven
toen ik het hem verteldehij beet zich zoo sterk
op de lippen, dat er een roode druppel bloed te
voorschijn kwam. Ja stellig van verdriet!
«Hier in huis zonder neef Hendrik echter werd
zij al stiller en blocker; zij vroeg eindelijk in het
geheel niet meer wanneer hij terugkwam; het
langdurige wachten begon haar te walgen. Nu
kwam hij. De vreugde maakte haar bewusteloos,
maar het was toch een genot, het vereenigde echt
paar weder te zien. Ik ben naar mijn kamer gegaan
om volop te kunnen uitschreien. En daarna, toen
ik terugkwam, zag Hendrik mij verstoord aan.
«Waar is Meta?*
«Wij zochten nergens een spoor. Op eenmaal
slaakte Hendrik een kreet. In zijn kamer lag de
trouwring en op een vel papier er naast stonden
de woorden". «Ik herinner w aan uw belofte
«Dat is een grap,« zei ik; Hendrik telegra-
phcerde aan udaar was zij niet. «Het is een
grap,zei ik weêr, «zij is op het eiland.Ik
iicb dikwijls een voorgevoel, en dat bedriegt mij
nooit, het lieve, goede kind dreef er wel eens
den spot meê ach, dat heb ik haar nooit
kwalijk genomen.
«Nu naar de haven; de telegraaflijn naar het
eiland was onklaar. Een dame had zich 's mid
dags laten overzetten. Neef Hendrik reisde af,
maar hij kon niet naar het eiland overpas den
"volgenden middag, toen de storm bedaard was.
In het eerst wist niemand er iets vanlater kwam
het uit, dat men een bootje gezien had. Van
Meta hoorde hij nietsde sloeproeiers hadden haal
bij de klip aan land gezet en niemand had haar
later meer gezien. Daarna miste men den heer
von Drink, die daar weder reeds
week vertoefd had. Zij waren beiden
langer dan een
niet te vul
den, maar zij moesten eikair toch ontmoet hebben
nu kon ik dat wel ophelderen, want ik had liet,
ondanks mijne vrees, als mijn plicht beschouwd,
neef Hendrik te volgen. Hoe dikwijls had ik Meta
den heer von Drink hooren tverzocken, dat hij
haar toch een enkel maal eens een tochtje op
zee zou laten doen. Zoo kwam het dan Wij
moesten eindelijk wel gelooven, dat wij haar nooit
meer zien zouden, Het bootje dreef 's anderen
daags langs de klippen en daartusschen de hoed
van den heer von Drink; van haar heeft de
zee nooit weder iets teruggegeven. Als ik van
de grap sprak, die-Meta met Hendrik had wil
len hebben, door zich in de Villa Anna te gaan
verschuilen, dan wilde hij daar nooit van hooren.
Ik begrijp er niets van. Hij liep uren lang de kamer
top en neêr en sloeg zich tegen het voorhoofd en
BMtnmpelde allerlei onverstaanbare verwenschingen
tegen zich zeiven. Neen, daar begrijp ik niets van,
maar de mannen zijn ook meestal zoo onbe
grijpelijk Zij heeft hem toch altijd zoo liefgehad,
mijn armen, armen Hendrik. God moge zijn ge
broken hart heelen; de menschen kunnen hem
niet troosten. Als gij gezien hadt, mijn lieve
vriendin want moet ik u niet ter wille van
onze ontslapen engel liefhebben? hoe hij naar
de zee staarde en haar bij haar naam riep
«Broer Daniël heeft eene opmerking gemaakt
over de onstandvastigheid van het vrouwenhart.
Vaderstoof hij toen op, met een dreigend
gebaar«vader het zou er toe kunnen komen
dat ge geen zoon meer hadt als ge voor de
tweede maaW en broèr Daniël deed er het
zwijgen toe. Ik heb hem moeten zeggenBroêr
Daniël, hef is een geduchte ramp, die over het
huis Dornedden gekomen is, maar dat hebt ge
aan mij verdiend.* Hij begreep mij wel en zweeg
ook.
«Nu is het akelig eenzaam zonder licht of
leven; zij weg, Hendrik naar Amerika,of
mijn oude oogen hein wel ooit weer zullen zien?
Ik voor mij geloof dat hij een afschrik van zijn
vadcriand gekregen heeft en nooit meer terugkomt.
«De tijding heeft u op het ziekbed geworpen?
ik geloof het gaarne ik heb een gevoel alsof
mijn hart sedert dien tijd stilstaat. En die mijn
heer von Brink was zoo'n knap mensch, en zij
waren altijd zoo wel met elkaar, en daar moesten
ze nu samen sterven!...
Ach God, ik hoor haar nog dikwijls 's nachts
om Hendrik roepen en zie haar voor mij, terwijl
zij in doodsangst den heer von Brink bezweert,
haar te redden. Hij heeft stellig al zijn krachten
in het werk gesteld voor zijn vriend, maar
die zee! Ik heb altijd een afkeer van de zee gehad
en nooit van mijn leven zet ik weer een voet
op het eiland.
«Al heb ik het maar op mijn eenvoudige manier
verteld, ik deed mijn best om het zoo goed mo
gelijk te makenvergeef het mij dus. Ontvang
een deelnemenden groet in onze wederzijdsche
smart van
«Uwe toegenegen dienares en vriendin
Nanne Grütes, geb. Dornedden.*
De brief bleef twee dagen liggen eer hij verzonden
werd. Toen was er nog een post-scriptuni aan toegevoegd.
«Mijn waarde, ik kan nauwelijks mijn pen meer
vasthouden. Broèr Daniël gaat weêr trouwen, met
I
en All*
iLzj,
IT^m
^ssxx*
wmumrn
mm
- x.'Z- vPH*-
NOVKLLK VAN
-00-