No. 159, Zaterdag 7 April. 1883. DYNAMIET. FEUILLETON. Een Naamlooze. VOOR rituwcr: L. J. VF.ET?VAX fTousdoii. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T ERDA G. Abonnementsprijs: peï 3 maanden f 1.Franco per post zonder verbooging. prvjs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letten? naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Er waait over Europa een niet onreine stoffen bezwangerde wind. Men weet niet of hij uit Ierland dan wel uit Rusland komt en in 't geheel niet hoe lang hij zal aanhou den, of hij nog in kracht zal toenemen of van richting veranderen en veel onheil zal teweeg brengendat alleen is boven allen twijfelhij waait, veroorzaakt hier en daar veel schade en brengt heel wat pennen en hoofden in beweging. Gelukkig kunnen wij over dit verschijnsel met volle gerustheid van gedachten wisselen. Het is tot heden toe binnen onze grenzen nog niet waargeno men en tenzij de Nederlanders plotseling veranderen van karakter, hebben we ook wel hoop dat ons land zich ook voor 't vervolg met de rol van toeschouwer vergenoegen zal. Men heeft 't meer opgemerkt, dat na eenige gewelddadige of schandelijke daad, al wordt die zwaar gestraft, er toch altijd nog liefhebbers zijn om ze op dezelfde of wat kleiner schaal te herhalen. Een moordaanslag schijnt op sommige hersengestellen krenkend te werken en deze aan te sporen tot een gelijksoortig bedrijf. Na die ontzettende Ilaagsche ge schiedenis van voor enkele jaren, waarin een dreigbrief een groote plaats innam, zijn er in ons kleine land velen aangegrepen door de schrijfziekte van brandbrieven en enkelen ook betrapt en gevonnisd. Thans schijnt ze uitgewerkt te hebben en heeft de moord van 't jongske met. wat er aan gepaard ging zijn indruk verloren, maar't is onweersprekelijk dat die indruk nog lang na dit voorval bestond en tot nadoen prikkelde. Toen ook een paar jaar geleden uit Parijs bericht werd dat een half waanzinnige vrouw een andere hare schoonheid ontnomen had door ze met zwavel zuur in 't aangezicht te smijten, duurde 't maar een korte poos of men vernam een herha ling van deze misdaad door een ander bedreven. Het straffen van den schuldige schijnt in zulke gevallen geen zekerheid op te leveren dat niet een of ander krank hoofd er toch weer zijn hoofd eens aan wagen wil. Voor die aan de gevolgtrekking uit deze feiten nog twijfelt, wijzen we op wat thans in Europa allerwege beroering en opschud ding veroorzaakt, zelfs dood en jammer brengt. We bedoelen dat verfoeilijk spelen met dy namiet. Een drietal jaren geleden vreesde men iederen dag een of andere vreeselijke tijding uit Petersburg. De hoofdstad van 't Russische rijk scheen toen één groote dyna- mietpatroon, die 't avond of morgen losbar sten zou. 't Is tot een losbarsting gekomen en de keizer heeft er 't leven bij gelaten. Na dien tijd is 't dynamiet in aanzien gestegen. Nu het een Keizer gedood had, kon 't ook wel andere dwingelanden vernielen en in onze dagen zouden we niet eens meer zoo vreemd opzien als de telegraaf ons de tijding bracht dat het Kremlin van Moscou of 't parlements- huis in Londen of 't paleis van den onder koning van Ierland, of de mairie van een of andere gemeente in Frankrijk door een dynamietontploffing vernield was. Er broeit over Europa een onweer. De kleine en groote ontploffingen in verschillende oorden zijn de voorboden van stormweer. Een flink en welbemand zeekasteel echter vreest den storm niet, wanneer 't zich in volle zee bevindt en ver van banken enklip pen verwijderd is. Dan mogen de golven hoog slaan en 't als een speelbal opheffen en doen neerploffen, het sart moedig den vijand en verslaat hem meestal. Doch we zouden niet durven zeggen dat dit zeekasteel het beeld is van ons werelddeel. Helaas, bemand is 't wel, maar er heerscht zulk een geest van ontevredenheid en onverschilligheid onder de bemanning, dat in uren van gevaar 't ergste te vreezen is. En klippen en zand banken, waarop 't stooten kan, zijn er in menigte. De manier om eerstgenoemden door dynamiet te laten springen is slechts een verplaatsing van 't gevaar, want uit elke door dit vernielingsmiddel gesprongen belem mering ontstaan terstond ettelijke andere. Wat een rumoer overal in Europa, wat een angst voor bezittingen en leven aan de eene, wat een hoop op een betere toekomst aan de andere zijde. Wat een gedraaf van justitie en politie om schuldigen te vatten en bedreigde gebouwrn en personen te vrijwaren voor vernieling. In Rusland gaat geen kwar tier om of er hebben ettelijke gevangenne mingen plaats en daartoe levert het leger, 't welk overal elders voor den vorst en de orde door 't vuur zal loopen, het grootste contingent. Hoe meer Juni nadert, hoe meer vrees men koestert voor ongevallen en hoe harder de Russische justitie de koorden aan haalt, zooveel te meer angst bestaat er voor verwezenlijking der nu nog in wolken en nevel verscholen plannen. Wat men zaait, oogst men, ook in de politiek en 't sociale leven. In Engelands hoofdstad is een leger politiebeambten doende om de publieke ge bouwen te vrijwaren voorja, waarvoor? Voor een tal geheimzinnige personages, die de beleefdheid hebben hurr duistere plannen voor 't tot een uitvoering komt, wereldkun dig te maken en die 't dus, naar we meenen, niet zoo ernstig meenen met die plannen. Misschien böstaan ze ook maar in de her senen van sommige lieden, die nu eenmaal door de moord- en dynamietvrees aangegre pen zijn, zooals die jonge dame, waarover al zooveel geschreven is, die naar haar zeg gen op de publieke straat aangegrepen werd, doch die, naar men thans gelooft, nooit ten doel heeft gestaan aan eenigen aanval vaneenig mannelijk wezen en 't heéle geval zich ver beeld heeft. De schrik zit er nu eenmaal in en ofschoon een regeering geen sentimen teel e jongejuffer is zou 't daarom volstrekt niet onmogelijk zijn, dat ze na 't gebeurde van voor een drietal weken, iets verschrik kelijks in de toekomst ziet. Niet weinig draagt daartoe bij de beruchte mysterieuse dynamiet- lading in Edinburg aangekomen, waarvan niemand weet, waartoe ze eenmaal zal ge bruikt worden. Zoo vinden we overal wat. In Frankrijk spoken de anarchisten en steken zelfs de schooljongens aan in hun verzet, tegen al wat nu eenmaal eenige macht ontvangen heeft. Zelfs het kleine Griekenland heeft thans zijn dynamietspook, dat tot heden echter nog niets erger bedreven heeft dan een briefschrijven met bedreigingen. Zoo schijnt dynamiet een snel werkend au probaat middel te wezen tegen lastige regeeringslicharaen en personen. Nihilisten en anarchisten schrijven het voor in elk geval. Waar 't volk ge bukt gaat onder de ijzeren hand eens rao- narchs en den druk van den adel, waar handel en nijverheid kwijnen, waarde repu bliek niet voldoet aan de hersenschimmige verwachtingen van sommige in politiek doende luiaards en bedriegers, waar 't volk ten be hoeve van eenige rijke landlords, hard werkt en steeds armer wordt, waar een vertegen woordigend lichaam niet beantwoordt aan de eischen van enkele opruiers enz. enz., in al die gevallen is dynamiet 't eenige genees middel. Een hoog personage, een geheele vergadering, een gebouw, als dat niet ge noeg is dan een heele stad en helpt dit nog niet, dan 't gansche land met den grond gelijk gemaakt om na wegruiming der mun- hoopen een nieuwe orde van zaken in 't leven te roepen. De ziekte zit in de lucht; ze moet als mazelen en roodvonk, haar verloop hebben. Wanneer nu de gezonden slechts liun gezond l) O-O-O. I. In 't midden van de legerplaats zijner troepen ver hief zich de tent van den Grooten Keurvorst Frederik Wilhelm van Brandenburg. Ze was eenigszins grooter dan de overige en door eene op den top wapperende vlag van deze onderscheiden overigens was ze even eenvoudig als de luchtige woonplaatsen der krijgers. Voor den binnentredenden Kanselier Von Raudnitz sloeg de dienstdoende page het zware voorhangsel van donkerroode wol op, dat de ruimte der tent in tweeën scheidde, waarvan het eene als wachtkamer dienst deed, terwijl het andere, evenals het eerste ontbloot van allen uiterlijken tooi den Keurvorst zelf, den grooten Staatsman en geweldigen krijgsheld omsloot. In 't midden van dezen tentsalon zat de heerscher aan zijne een voudige schrijftafel, ijverig bezig met het bezichtigen van een daarop uitgespreid plan. De oorlog had ten tweeden male de helden en bun dapperen aanvoerder aan den huiselijken haard onttrokken. Door Frankrijk omgekocht was Zweden als bezitter van Pommeren in de Marken gevallen en bedreigde als Brandenburg's gevaarlijkste nabuur den jongen, ontluikenden staat. In den slag bij Fehrbellin, den 28steu Juni 1675, had Frederik Wilhelm de hoofdmacht zijner vijanden heslist geslagen en zich daarna naar de Zwcden-Pom- mersche landen gewend om den oorlog buiten zijn eigen staten te houden. Voor de sterke Pommersche vesting Dein min, door de Zweden, verdedigd, leger den thans de Brandenburgsche troepenmeer dan eenmaal hadden ze een dapperen aanval beproefd, doch telken male waren ze met groot verlies terug geslagen door den heftigen tegenstand der bezetting en de sterkte der wallen. »De heer Kanselier Von Raudnitz» sprak de dienst doende page tot zijn gebieder. Frederik Wilhelm stond op. Het zonlicht dat spot tend met het ijle tentlinnen, het vertrek binnenvloeide, weefde een stralenkrans om die statige gestalte, met dat gebruinde, scherp gesnedene aangezicht, waaruit de klare doordringende oogen met onweerstaanbare tooverkracht blikten, de oogen eens hecrschers, die in de toekomst zien. i) Binnenbeval hij en den binnentredenden, in een tabbert van zwart fluweel gekleeden heer de hand reikend, vervolgde hij: «wees welkom, waarde Raud nitz, mijn trouwe raadsman. Ik heb naar u verlangd neem naast me plaats en« voegde hij den page toe «dat ons niemand store De page verdween achter hem sloot zich de por tiere in dichte vouwen tezamen. Met eigen hand had de Keurvorst een plompen houten stoel, nevens den zijnen van 't zelfde maaksel geplaatst. Von Raudnitz, ongeveer 55 jaren oud, was aan de linkerzijde nagenoeg geheel verlamd en slechts met moeite en met behulp van een stok kon hij zich voortbewegen. En echter was 't nog meer 't lijden naar de ziel dan lichamelijk ongemak, dat die hooge krachtige gestalte gebogen had vóór de jaren des ouderdoms, dat dit aangezicht diep gegroefd en dat haar zilverwit geverfd had, eer de natuur hare rech ten deed gelden. Leopold von Raudnitz was bij lange na nog geen grijsaard, doch hij scheen het vooral tegenover de clastisch-krachtige gestalte des Keurvorsten. Hij had zich aan de., zijde zijns gebieders zacht neergezet. «Ik dank uw Keurvorstelijke Hoogheid voor haar vertrouwenantwoordde hij, «mijn raad, voor zooveel die waarde mag hebben, is nog het eenige, wat Leopold von Raudnitz zijnen gebieder wijden kan, sedert mijn lichaam, als door den vloek des hemels getroffen, krachteloos werd en ongeschikt voor 't krijgs mansleven.» Hartelijk legde de Keurvorst de hand op zijn ver lamden schouder. «0, spreek zoo niet, mijn vriend,» zeide hij, «gij hebt waarlijk niets gedaan om Gods toorn te verdienen en», vervolgde hij, Von Raud nitz' antwoord afsnijdend, «zijt gij mijn trouwe raad gever, zoo is uw zoon, Elimar mijn rechterhand hij is een dapper jonker, een waardige zoon zijns vaders. Ge zijt ook overigens over hem tevreden?» Raudnitz zuchtte. «Indien dapperheid in een be slissend oogenblik de som was aller deugden, dan zou ik het zijn,antwoordde hij; «doch meer dan eens bracht Elimar's lichtzinnigheid, zijn zwak, voor iedere aandoening vatbaar karakter, bitter leed over mij. In het eene oogenblik voor de edelste gemoeds aandoeningen toegankelijk, voert hij in het volgende de gemeenste streken uit en geeft hij zich gewillig over aan een der woeste makkers, met welke hij verkeert. De Vorst fronste het voorhoofd. «Ik had gehoopt beter bericht omtrent den zoon mijns Kanseliers te hooren,« zei hij; «maar het gistende bloed der jeugd zal opklaren. Het beste kompas, dat zulke naturen op 't rechte spoor houdt is de liefde. We zullen aan een huwelijk voor jonker Elimar denken moeten.» «Hoogheid, ook ik grond mijne hoop op dejie- melsche bloem, die met hare geuren de booze kie men in de borst mijns zoons verstikt. Nauwelijks een half uur van hier verwijderd ligt de bezitting van den Vrijheer v. Ebersberg; een toeval bracht Elimar in kennis met diens dochter en sedert dat oogenblik is hij een ander mensch? De Keurvorst knikte welgevallig. Reken op onzen steun,zeide hij, «ik denk binnen kort bij den ouden vrijheer 'eene visite af te leggen en met de jonge dame kennis te maken. Bij die gelegenheid wil ik tegelijker tijd eene plicht der dankbaarheid vervullen en ook de vrouw leeren kennen, die op den Ebers- bergschen grond hare hut gebouwd heeft en die mijne soldaten als hunne weldoenster prijzen. Ge hebt zeker van «Moeder Anna» gehoord, gelijk men ze in den omtrek noemt?» «Genoeg om de gezindheid mijns edelen vorsten te eerbiedigen,antwoordde Raudnitz geroeid, «voor een ziel als die van moeder Anna, wanneer de ge ruchten omtrent hare opofferingen, waarvan alle mon den vol zijn, waarheid behelzen, is zulk een erken ning het hoogste loon.» «Thans echter heb ik aan wat anders te denken,» vervolgde de Keurvorst, «mijn geest is droevig Raud nitz, het ongeduld verteert mij. Wij liggen hier voor deze onzalige vesting, zonder ons doel nader te ko men. Dag op dag verstrijkt, elk oogenblik wordt het gevaar grooter, indien we niet tot handelen over gaan. We moeten De nun in hebben, het moet!» De kanselier knikte toestemmend. «Niemand dan ik begrijpt meer de noodzakelijkheid daarvan, Hoogheid,» Ilet Land vin en Altena, LERWAARD

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1