No. 168. Woensdag 9 Mei. 1883. VOEDING. FEUILLETON. Een Naamlooze. Uitgever: L. *T. VEERMAN Heusden. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs- verhooging. Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letteie naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Hoe sterker de bevolking van ons land wordt, hoe dichter de nienschen in de groote steden op elkander gepakt wonen, des te ingewikkelder wordt het vraagstuk van de voeding. Toen vroeger de grenzen der lan den als zoovele muren waren die slechts buitenlandsche waren tegen hooge rechten, of soms in het geheel niet door lieten, tenzij bewezen kon worden dat de vooraad in het land zelf uitgeput was, toen waren tijden van hongersnood periodiek terug keerende ram pen, en hadden vele jaren een zeer hoog sterftecijfer tengevolge van het gebrek, dat er geleden werd. Toen later betere en rui mere begrippen op het gebied van den handel heerschende werden, werden die tijden zeld zamer, en wij hooren nu nog maar alleen van nijpend gebrek in geheele landstreken, waar deze grootendeels van het wereld verkeer zijn buitengesloten. Toch blijft het vraag stuk van de voeding eene brandende vraag. Bij het meer algemeen worden van het geld, bij het duurder worden van levensmiddelen en het niet evenredig stijgen van loonen, moet het probleem worden opgelost de op eengehoopte massaas in voldoenden overvloed levensmiddelen te bezorgen tot lagen prijs. Er zijn altijd nog streken, waar overvloed is van datgene, wat hier op aller tafel moest zijn, maar het niet k a n zijn, om dat de prijzen niet in verhouding staan met de beurzen dergenen, die de spijzen noodig hebben. Zij, die hun best doen dit vraag stuk op te lossen, hebben een dubbel doel: het vroeger onbereikbare onder ieders be reik te brengen, en daardoor zich zelf een voordeel te verschaften. Het koren, dat zich in overvloed bevond in de Russische vlakten en in dc laaglanden van den Donau, lag daar ettelijke jaren ge leden grootendeels te verrotten uit gebrek aan vervoermiddelen de spoorwegen hebben die landen in versnelde gemeenschap gebracht met West-Europa en de prijzen van het graan doen dalen. De ongehoord groote, vruchtbare vlakten in het verre Westen, in Amerika, zijn door een net van sporen en door een vloot van uitstekende stoombooten in Europa's nabij heid gebracht en zijn nu over duizenden hectaren in graanvelden herschapen en leve ren hun cijns aan de overbevolkte streken. Niet zoo gemakkelijk ging het met het vleesch. Koren laat zich bewaren, jaren lang, vleesch niet, vroeger ten minste niet. Levend vee over den Oceaan te voeren, was niet gemakkelijk. Slaagde al eens een enkele proef, in het algemeen ging het niet. En toch, er moest wat op gevonden worden. Ontzettende massa's van de huid beroofde dieren, waren in Zuid-Amerika aan de roof dieren ten prooi, en de bevolkingen van West-Europa leden aan bloedarmoede uit gebrek aan versterkend voedsel, uit gebrek aan vleesch. Eerst kwam de scheikunde te hulp. Professor Liebig maakte liet vleesch- extract, dat onder zijn naam bekend is, en waarvan eerst als voedingsmiddel grooten ophef gemaakt werd, maar slechts ten deele aan de gekoesterde verwachtingen voldaan heeft. Eerst door bijvoeging van andere stoffen krijgt het extract de volle waarde van vleesch. Maar nog andere middelen gaf de scheikunde aan de hand om het vleesch langen tijd voor bederf te bewaren. Honderd jaar geleden, in 1788, waren er in Australië maar 29 schapen. Deze waren door de Engelschen naar dit werelddeel vervoerd en hebben zich daar buitengewoon snel geacclimatiseerd. In 1800 waren er reeds ruim 6000, in 1870 25 millioen, zmruiin 70 millioen. Bovendien bezit Australië eene groote menigte runderen, varkens en paarden. Bijna zooveel runderen als be woners. De schapen werden hoofdzakelijk gehouden voor de wol, het vleesch was bijna te geef. De veestapel wordt er voort durend grooter en er is geene reden om aan te nemen, dat dit grooter worden in de eerste jaren zal veranderen. Die over vloed dwong de veehouders naar middelen om te zien, of het vleesch niet naar Engeland kon worden overgebracht, zonder onderweg te bederven. In de groote slachterij van Patrick Hayes te Melbourne, waarin dage lijks 2000 schapen kunnen worden geslacht en gezouten, sneed men daartoe de been deren uit het geslachte dier. Vervolgens werd het vleesch gezouten, opgerold en ge droogd. Iedere rol, die dus een schaap zonder beenderen vertegenwoordigt, werd daarna in haver gelegd, met linnen omwon den en in blikken bussen gepakt, die verder mot houtskool werden opgevuld. In eene andere slachterij, die der Victoria Company, pakte men het zwak gezouten vleesch (zon der beenderen) in blikken bussen en goot de overgebleven ruimte vol met gesmolten vet. Het op deze wijze behandelde vleesch moet zeer goed blijven. Onderscheidene la dingen schapen- en rundvleesch zijn op deze wijze naar Engeland verzonden en daar in goeden toestand aangekomen. Het vleesch kon daar verkocht worden tegen 25 centen van onze munt het kilogram. De mindere bevolking had het in den beginne niet op dit vleesch, maar de verkregen uitkomsten waren zoo aanmoedigend, dat in Australië onderscheidene nieuwe groote slachterijen werden opgericht en steeds nieuwe conser- veeringmethodes beproefd, totdat ten laatste de wijze om in ijs te verpakken, de beste blijkt te zijn. In Noord-Amerika ging het ongeveer op dezelfde wijze. Texas, Florida en de rijke pampa's zijn rijk aan vee en de lage graan prijzen begunstigen in het Westen uitermate de varkensteelt. Te Chicago werd eene groote maatschappij opgericht, die varkens laat slachten en geregeld naar Europa laat ver voeren. Deze maatschappij werd weldra door andere gevolgd en in Chicago, benevens in Cincinnati wordt deze industrie op groote schaal gedreven. Bij dit vervoer speelt ook tegenwoordig het ijs weder een groote rol. Ook levende runderen, varkens, schapen en kalveren worden in daarvoor expresselijk in gerichte booten uit Noord-Amerika naar Engeland verzonden. Uit Zuid-Amerika wordt eveneens goed geconserveerd vleesch naar Engeland en andere Europeesche staten gezonden. Uit de La Platastaten worden groote hoeveel heden gezouten en gedroogd vleesch naar West-Indië vervoerd en er is een maat schappij opgericht, die op daarvoor bepaald ingerichte booten levend vee vervoert. Zooals wij boven zeiden, is dit evenwel niet zoo algemeen geworden, als men vroeger ver wachtte. Een gewigtige oorzaak daarvan is ook dat het conserveeren zooveel beter ge schieden kan dan vroeger. In 1869 was er te Buenos Ayros, in Zuid-Amerika, eene prijsvraag uitgeschreven, waarbij 800 pond sterling werd uitgeloofd aan hem, die de beste methode voor vieesch- conserveering aangaf. Er waren op die prijs vraag 35 antwoorden ingekomen. Hieruit is te zien, hoezeer men overal pogingen in het werk stelt om het vraagstuk der con serveering op te lossen. Ook Algiers leverde aan Europa en vooral aan Engeland zijn contingent. Van de 400,000 a 500,000 stuks slachtvee die jaar lijks in Engeland worden ingevoerd, komen er ruim 100,000 uit Algiers. Zooals bekend is, voorziet ons land de Engelsche markt geregeld van runderen en O 0-0-0 O 10) DE li en en Altena, LEBWAAHD Inderdaad zag dc jongeling er in 't oog vallend bleek en aangedaan uit; liet was bijna onmogelijk dat de woorden des ouden heers zulk een uitwerking op zijn uiterlijk voorkomen konden teweeg brengen. Raudnitz had zich half in zijnen stoel opgericht. George*, zijne stem beefde »ge weet meer dan ge mij zeggen wilt. Dat wapen, sedert lang vernietigd, want sedert jaren draag ik den Raudnit- zer leeuw, het is u niet vreemd De jonge man had zijn uiterste best gedaan zich te herstellen en was nu rustig en ernstig als altijd, doch nog zeer bleek. Gij hebt gelijk, edele Heer,« het beven zijner stem getuigde van zijn innerlijke ontroering »het is mij als had ik voor jaren dat wapen op een doos gezienmisschien is 't ook een vergissing vergun mij, mijne gedachten te verzamelen en morgen, zoo God wil, morgen geef ik u nadere inlichting, zooveel ik vermag. Thans bid ik u, mij te laten guan.« Een ordonnans van den Keurvorst, die op bescheid wachtte aangaande eene namens dezen overgebrachte boodschap, kwam het verlangen des jongen mans te hulp en spaarde hem een verder verhoor van de zijde van den Kanselier. Met een veelbeteekenende herinne ring aan het afgesproken uur ontsloeg deze hem. Als een dronken man wankelde George, toen hij de wo ning zijns beschermers verliet en buiten kwam. Intusschen was 't reeds laat in den namiddag ge worden en daar 't. in den herfst was, de zon reeds ondergegaan en de natuur gehuld in een grijze sche mering. Een levendige, krijgshaftige drukte heersehte er in de legerplaats, die George doorliep. Ordonnan sen ijlden te voet en te paard af en aan, bevelen volbrengende; de trommels roffelden, trompetsignalen klonken hier en daar en de grond schudde onder de zwaarte der aangevoerde kanonnen. »Er wordt dezen nacht stormgeloopen op Demmin«, vernam de Een entwintigste* overal; hij alleen wist in welk hoofd dc gedachte geboren was, die tot al deze militaire beweging aanleiding gaf. Een gevoel van rechtmatigen trotsch ontstond voor een oogenblik in zijne ziel, doch reeds in 't volgende was deze weer vervuld van ge dachten aan 't zoo even gehoorde en oin 't welk hij alles vergat, alles tot op eene zaak na! Hij had zijn verblijf bereikt, eene tent die hij met ecriige beschaafde kameraden deelde; verlicht haalde hij adem, nu hij zich alleen bevond in de door de schemering slechts zwak verlichte, met linnen omslo ten ruimte. Dij begaf zich naar den hoek, waar hij zich een klein thuis geschapen had, waar aan den kant zijner slaapplaats een ongeschaafde plank op een ijzeren poot het gemis eener tafel vergoedde en waarop schrijfgereedschap en boeken lagen, die me- nigen halven nacht den werkzamen soldaat gezelschap hielden. Doodmoede wierp George zich op zijn hard leger en staarde voor zich heenzijn afwisselende trekken gaven uitdrukking van den vreeselijken storm, die in hem kampte; soms sprong hij overeind, als wilde hij vluchten, dan weer viel hij als verlamd neer, smar telijk steunende. Met beide handen bedekte hij zich ten laatste het aangezicht en bleef onbewegelijk lig gen. Toen hij zich Verhief, was hij rustig, slechts een toenemende bleekheid zijner trekken duidde aan, wat hij had geleden en overwonnen. Uit een vak der kleine, door hem zelf getimmerde kist, welke zijn dagelijksche benoodigdheden bevatte, nam hij eenige vellen papier en begon te schrijven. De komst zijner kameraden stoorde hem niet; haas- lig en met rumoer traden ze binnen, hun vrienden den naderenden storm op Demmin mededeelende, doch als zij George aan zijn werk zagen, stoorden zij hem niet, want deze verstond het, zich zelfs bij minder opgevoede kameraden geliefd en geacht te maken. Eindelijk had hij gedaan, en sloot zijn schrijven met was, zijn degenknop als cachet gebruikende daarna adresseerde hij zijn brief en slak hem bij zich. Verschrikt bemerkte hij hoe ras de tijd verliep en het uur naderde waarop naar de mededeeling des Kanseliers de Keurvorst hem in zijne tent verwachtte. Met geweld onderdrukte hij de'herinnering aan wat de laatste uren hem gebracht haddenslechts de stem der plicht, de opflikkering zijner eerzucht was het, die op zijne wangen thans de kleur, in zijn oogen den ouden glans terug gaf. Nadut hij zich door spijs en drank verkwikt had, verliet George, in den mantel gehuld, te bestemder tijd zijn kwartier en wandelde langzaam naar het middelpunt der legerplaats, op de tent van den Keur vorst af. De levendigheid in het kamp was met den don ker toegenomensoldatengroepen stonden bij de wacht vuren. een dubbel rantsoen werd uitgedeeld en de vaten der marketensters waren spoedig leeg. De Een entwintigste* was, trots zijne afgetrokkenheid, gelijk reeds opgemerkt is, een geliefd, steeds welkome ka meraad, ofschoon niemand in 't bijzonder zich op zijn vriendschap beroemeu mocht en hij nooit deelnam aan de algemeene drinkpartijen. Vriendelijk groette men hem van alle zijden, hem uitnoodigende in de kringen plaats te nemen, doch even vriendelijk, zon der te kwetsen, sloeg hij de uitnoodiging af, om op tijd zijn doel te bereiken, naar hetwelk, gelijk hij bemerkte, buiten hem nog een aantal in mantels ge hulde mannen zich begaven, die stil en zonder in 't oog te vallen hun weg vervolgden. Nu bereikte hij het kwartier van den aanvoerder; de schildwachten lieten hem vrij passeerenop den drempel, hij den ingang der tent echter, ontving een otücier de binnentredenden, de namen vragende en deze vergelijkende met de lijst, wejke hij in de hand hield. De komenden werden in de' grootere ruimte der tent gelaten, die tot de opneming der uitgeko zenen bestemd was. In het midden van het vertrek, 't welk door eenige in ijzeren ringen bevestigde wastoortsen verlicht werd, stond eene tafel, die een aantal ilesschen donkeren Bourgonjewijn droeg, die de geest opwekt en de spieren staalt. Slecht een enkele zitplaats was aan wezig, aan 't boveneinde der tafel, met lluweelen zitting en een vergulde kroon gesierd, van welken stoel de Keurvorst zich bij feestelijke gelegenheden plag te bedienen. Op de tafel voor de zitplaats een gouden bokaal, een meesterwerk van drijfkunst, den heerscher geschonken door de burgers zijner residentiën Be; lijn en Keulen ten dage van zijn feestelijken oei sten intocht. Negentien krachtige mannengestalten stonden zwij gend of slechts fluisterend met elkander om de tniri allen droegen de Brandenburgsche uniform. Zioais

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1