PL AATSELï JK NIEÜWS.
"~™~~ÏÏÏNN F, X LA NI
Brieven uit Amsterdam.
net in elk land, verrijzen in de echte betee-
kenis van het woord overal die reusachtige
gebouwen, die de rivieren als niet ijzeren
armen omsluiten. Sedert de eerste koker-
brug gebouwd is, heeft men er weder vele
verbeteringen in gebracht, wij vinden dan ook
in ons land, dat betrekkelijker wijze gespro
ken de meeste van die bruggen telt, er geen
een, die geheel en al den vorm van een
koker heeft. Men begreep veel metaal te
kunnen sparen bij dezelfde sterktedaarom
is er bij onze bruggen bijna evenveel open
ruimte als ijzerwerk. Een andere verbete
ring, die grootelijks tot de meerdere sterkte
bijdraagt, is de grootere kromming, de groo-
tere boogvoun, die men aan het bovenste
gedeelte geeft bij groote overspanningen,
zooals dat o. a. te zien is aan de brug bij
Kuilenburg. Hoe sterker toch de kromming,
hoe grooter het weerstandsvermogen, wan
neer de kracht in tegenovergestelde richting
werkt. De eerste brug in kokervorm in ons
land is naar wij meenen die bij Westervoort.
De grootste, tevery* op twee na de grootste
der wereld, is die van de Moerdijk.
En wie heeft nu het eerst bewezen, dat
de holle staaf sterker is dan de massieve?
Dezelfde man, wiens naam reeds genoemd
is, Galileus Galilei. Een ander groot man,
Stephenson bracht deze wetenschap in nut
tige, praktische toepassing.
o
1" ZALT—BOMMEL, 22 Juni. Een paar Noord-
Brabanders hebben de Bommelor- en Tielerwaard
weder bezocht. Zij komen ieder jaar om 's nachts
de jonge ooijèvaars nit de nesten te halen. In
verschillende dorpen hebben ze dit werk weder
volbracht en daarmede de verontwaardiging van
alle weidenkenden gewekt. Moge de politie aan
dit wanbedrijf een einde maken.
tMet zekerheid kunnen wij mededeelen, dat
hef gunstig bekende muziekkorps van het 5e re
giment Infanterie uit 's Bosch, onder leiding van
den kapelmeester G. K. G. van Aken, een con
cert zal geven in den tuin van het Nutsgebouw
alhier, op Vrijdag den 6 Juli a. s., hetwelk, zooals
uit de inteekenlijst blijkt, door een talrijk publiek
zal bezocht worden.
t ENGELEN, 20 Juni. Gistere)) omstreeks 4 uur
des namiddags weerklonk plotseling het geroep:
brand! Spoedig klepte de noodklok en bleek het,
dat de vlammen sloegen uit een arbeiderswoning,
gelegen in de. onmiddelijke nabijheid van het
raadhuis en bewoond door V. E. en Y. d. B.
Gelukkig was het een klein huisje en woei de
wind met. fel, anders ware de ramp niet te over
zien geweest; thans werd slechts het brandende
huisje in de asch gelegd. De inboedel van Y. d. B.,
die verzekerd was, werd voor een groot gedeelte
gered, doch die van V. E., welke niet verzekerd
was, verbrandde grootendeels. Gok een geit kwam
in de vlammen om.
De slechte gewoonte, dat man en vrouw beiden
uit werken gaan en de kinderen alleen thuis laten,
was ook hier weerde aanleidcnde oorzaak van den
brand; naar men zegt toch zouden de kinderen met
lucifers gespeeld hebben in een schuurtje achter
hef. huis.
Gok bleek bij déze gelegenheid tevens hoe nood
zakelijk het is, dat minstens een paar malen in
liet jaar beproefd wordt om eene brandspuit in den
kortst mogehjken tijd water te doen geven. Deed
men zulks ook iu deze gemeente, dan zou niet
gebeurd zijn wat, thans geschiedde, dat namelijk
de spuit, hoewel spoedig bij het brandende perceel
aanwezig, eerst ongeveer een uur daarna water gaf.
til EDIKI1U1JZÊN. Hoor stemgerechtigde leden
van het. Waterschap „de Binnenpolder van Uedik-
huijzen/' is benoemd tot voorzitter de heer A.
Eekels, ten gevolge een er ontstane vacature door
het bedanken van den heer Jac. Luijben en zijn
tot leden herkozen de heeren H. A. de Jongh
en Jac. Timmermans. Nog werd gekozen tot se
cretaris-penningmeester de heer P. A. Luijben
in plaats van den heer J. van der Aa, die als
zoodanig zijn ontslag had ingediend.
VLIJMEN. De Raad dezer gemeente heeft be
sloten tot hét aangaan eener geldleening, groot
f 15,000, tegen eene rente van 4 ten honderd.
De opbrengst, der leening strekt tot dekking
der kosten van aankoop en inrichting van een
gebouw vooreen vereenig*! post-en telegraafkantoor.
DESSEN. Tot onderwijzer in de openb. school
wijk C. alhier (Ivoof.i de heer G. van Ileeswijk)
is benoemd de beer B. L. A. v. d. Wakker te 's Bosch.
GGKINCHEM. Sedert Woensdag 20 tot Vrij
dag 24 Juni zijn aan de vischmarkt, alhier afgeslagen:
15 zalmen van 9 tot 22 halve kilo's; prijs per
half kilo f 0.74 tot f 0.89, en 2 elften van
ƒ0,79 en f 0,80.
Tn Je eer^Uter te Heri^ar liai '£éhunilcn rna lsvcrgaJeriug is, in
plaats van wijlen .len lieer A. Ambrosius Winz., tot wethouder be-
uoemd de heer A. Ambrosius Wrz. Z- M. lieeft, krachtens
art. 49 der schoolwet van 1879, buitengewone subsidie ver
leend aan de gemeente Poederuijen van f 4750. Z. M. lieeft
met ingaug van 1 Juli a.s. benoemd: tot burgemeester van
Nederhemert, 11. J. Van Ommeren; tot ontv. der reg. en
dom. te Waalwijk, J. W. A. Dautzenberg, thans in dezelfde
betrekking te Goor.
Als een nieuw bewijs dat de directie der Rijks
postspaarbank geen moeite en kosten ontziet om
deze nuttige instelling meer en meer bij het
publiek bekend te maken, dient dat dezer dagen
aan alle post- en hulpkantoren prachtig gekleurde
aankondigingsplaten zijn verzonden.
De gemeenteraad van Alfen a/d Rijn heeft het
luiden der doodklok bij de begravingen op de
algemeene begraafplaats, welk gebruik alleen nog
maar werd in stand gehouden door de deelnemers
in begrafeuisbossen, geheel afgeschaft als hinder
lijk voor het ouderwijs op de scholen.
Als een bewijs van ruslelooze beweging van het
zand op den bodem der zee langs onze stranden,
deelt men ons uit Tessel het volgende mede Iu
den herfst van 1882 leed het schip „Daystar"
ten Westen van dit eiland schipbreuk en was spoedig
geheel verbrijzeld. De lading bestond uit spoorrails,
ter waarde van ongeveer f 25.000' Toen de ber
gers eenige dagen na de stranding beproefden de
rails te bergen, ondekten zij dat alles onder liet
zand was bedolven. Dezer dagen onderzocht men
andermaal op de straudiugs'plaats en bevond nu,
dat al het ijzer, nog stevig op elkaar gestapeld,
boven op den bodem der zee stond. De bovenste
rails liggen 10 voet onder den waterspiegel. Een
boei is op de ijzermassa gelegd. Men zal nu met
behulp van helmduikers beproeven alles te bergen.
Dezer dagen had op de Amsterdamsche Tentoon
stelling de volgende treffende ontmoeting plaats.
Een Katholiek geestelijke, die jaren lang als
missionaris onder de inboorlingen van Suriname
geleefd heeft, maar sedert eenigen tijd om redeneu
van gezondheid hier in liet vaderland is terug
gekeerd, kon de verzoeking niet weerstaan om
eens op de Tentoonstelling te gaan zien hoe men
daar zijne voormalige zwarte medeburgers had
uitgekraamd. Yerbeeld u zijne verbazing, toen hij,
tot hen naderende, op eens een bekenden vreugde
kreet hoorde en, terwijl hem de uitroep „daar
is Vader, daar is onze Vaderin de ooren klonk,
zich eensklaps door een aantal zijner voormalige
zwarte parochianen omringd zag, die voor hem
nederknielden en zijn zegen vroegen. Hij voldeed
natuurlijk aan hun verlangen, zegende "hen, richtte
hen op, en vervolgens op zijne eerste vraag „wel
kinderen zijt ge getrouw gebleven aan uwe doop
beloften, zijt ge nog altijd brave Christenen
ijlden er eenige weg, blijkbaar om iets kostbaars te
halen, en daar kwamen zij teruggevlogen met
hun Catechismus in de hand, om „Vader" te laten
zien dat zij hunne lessen nog kendénzij toonden
hem zelfs in hun Catechismusboek ingeplakt hun
„Paaschbrief je", ten blijke dat zij aan hun laatste»
Paaschplicht als Katholieken voldaan hadden. Na
nog een kwartier allerhartelijkst met hen gekeuveld
te hebben, beloofde bij hunne godsdienstige belan
gen aan een der pastoors te Amsterdam te zullen
aanbevelen en nog eens spoedig te zullen terug
komen.
Men deelt ons nog mede, dat zij aan dien
geestelijke zouden verklaard hebben zeer verlegen
te zijn met de rol, die men hun spelen laat. Zij
hadden nooit gedacht hier zoo in een kijkspel
tentoongesteld te zullen worden en waren ook maar
weinig tevreden over het karig loon van 8
's maands, dat zij er voor genoten. Voor de juist
heid van laatstgenoemde mededeelingen durven wij
echter niet instaan. Alleen de ontmoeting als
boven omschreven, is historisch. (Maasb.)
Men schrijft uit Oscli
Dezer dagen is hier eene afschuwelijke handeling.,
aan het licht gekomen van een ontaard vrouws
persoon. Door buren gewaarschuwd, drong de po
litie Woensdag onverwachts hare woning binnen
en vond twee kinderen van haar (weeden man
op baalzakken en lompen, ten prooi aan honger
en gebrek. Uitgeteerd door de ellende en de on-
menschelijke mishandeling, zijn de kinderen, waarvan
het eene l1/», het andere 21/3, jaar, met toestem
ming van hun vader, door de politie weggehaald
en naar het liefdegesticht overgebracht. De buren
geven door geschreeuw, en gehuil aan hun afschuw
lucht, en zoo de politie het huis niet bewaakte,
zouden zij de onmenschelijke moeder zeker eene
gevoelige kastijding toedienen. De justitie lieeft
zich eveneens met de zaak gemoeid.
Vrijdagnamiddag had de 16-jarige wieldraaier
P. Gloudemans, te 's Hertogenbosch, de onvoor
zichtigheid om te trachten met, een ijzeren bartier
den kogel te verwijderen uit een gevulde patroon,
die hij tot dat einde in de volle hand hield. Door
den slag ontplofte de patroon en verbrijzelde schier de
geheele linkerhand. Vermoedelijk zal dat lichaams
deel moeten worden afgezet.
Gedurende een lievig onweder zijn Woensdag
middag ouder 's Graveland bij den veehouder G.
Meijer 3 en is bij den veehouder J. Snoek 1
koe door den bliksem doodgeslagen.
Het schijnt dit jaar een jaar van witte vogels
te zijn. Te Harlingen heeft men ten minste een
witte kraai gezien.
Op het gehucht Stokkelenberg, onder Eersel
(N.-Br.), is de landbouwerswoning van L. Waale
tot den grond toe afgebrand. Al het vee en in
boedel werd een prooi der vlammen. Alleen de
woning was verzekerd.
Op de lijn TilburgNijmegen zijn onder Ros
malen 2 runderen door den spoortieiu aangere
den. Het eene dier was onmiddellijk dood en het
andere zoo zwaar gekwetst, dat het moest wor
den afgemaakt.
De wollen goederen fabriek van gebr. Swage-
makers te Tilburg is geheel afgebrand. De oor
zaak van het onheil is onbekend.
Een 16-jarig jongeling, zoon van een grutter
te Gosterhout, had het ongeluk, terwijl hij Vrijdag
middag in de grutlerij werkzaam was, een pin
van het rad van den molen in het hoofd te
krijgen, waardoor hij zóó ernstig werd gewond,
dat men voor het behoud van zijn leven vreest.
Een landbouwer te Maasheeze is, terwijl hij
bezig was een boom te vellen, door den bliksem
doodelijk getroffen. Een 23 jarig werkman is
te Rotterdam van een belangrijke hoogte gevallen
en zwaar gekneusd naar het ziekenhuis gebracht.
Een vrouw, die bij het spoelen van goed te
Den Bosch in het water viel, werd gered door een
20 jarig meisje, die haar nasprong. Te Gronin
gen is door twee achter een broodkar loopendkin
deren een portemonnaie met 90 aan bankpapier
gevonden. De moeder een weduwe deed on
middellijk aangifte. Te Groningen is Zaterdag
avond een dienstbode uit het raam der derde ver
dieping gevallen. Luisterende naar de muziek,
welke bij het openen der studenten-societeit werd
gegeven, had ze zich te ver voorover begeven.
Zij kwam gedeeltelijk terecht op de schouders van
twee dames, die hevig verschrikt werden, doch
geen letsel bekwamen. De meid, die eerst in doods
gevaar verkeerde, zal waarschijnlijk behouden blij
ven. In een perceel iu de Papebrugsteeg te
Amsterdam is een geheim speelhuis ontdekt. De
bezoekers, meerendeels Duitse he koffiehuis bezoekers,
werden op heeterdaad betrapt. Zij zijn reeds, over
eenkomstig de vreemdelingenwet, als zonder middel
van bestaan over de grenzen gezet. Op de
Keizersgracht te Amsterdam viel Zondag een
„aapje" onder het rijden omver en door het raam
van een huis. De koetsier wist nog tijdig van
het rijtuig af te springen. Persoonlijke ongelukken
hadden niet plaats.
Het Proees der Millioenenjuffrouw.
Zitting van 22 Juni.
Eindelijk de laatste dag van het ouderzoek in de omvangrijke
zaak tegen Jaantje Cornelia Struik c. a.
De pleidooien worden voortgezet onder steeds klimmende aan
dacht van Rechtbank en auditorium, maar ook tot stichting van
enkele beklaagden, Hoetink uitgezonderd, die er vroolijk bij zit te
luisteren, met een blik, waaruit duidelijk de woorden spreken, die
hij, de zaal binnenkomende, op een smal strookje papier op de tafel
der verslaggevers wierp.de woorden: »tnundus vult deeipi," d. i.
«de wereld wil bedrogen zijn."
Mr. D. S. van Einden zet zijn pleitrede in 't belang van Gerrit
Struik voort, en zegt o.a. is Gerrit in zedelijken zin te veroordee-
len, voor de wet is hij straffeloos. Het blijkt uit niets dat zijn woor
den of daden invloed op de afgifte van het geld hebben gehad. Wat
de Woudhuijsens-periode betreft geldt dit nog meer, zij hebben uit
drukkelijk verklaard: «wij zouden ook zonder Gerrits verzekeringen
het geld gegeven hebben, alleen op Jaantjes voorwendsels." Vooral
acht hij 't onbewezen, dat Gerrit van «onzen erflater" beeft gespro-
keu. Ten slotte doet hij nogmaals uitkomen, dat, waar Gerrit niet
van diefstal is verdacht, de herkomst van zijn geld niets ter zake
afdoetdat Gerrits verleden onberispelijk en zijn cliënt het slacht
offer zijner zuster geworden is. Waar wij nog niet gestraft zijn met
den vloek der jury, verwacht pleiter (ook al bestaat bij den rechter
de overtuiging), bij gebrek aan wettig bewijs vrijspraak van Gerrit.
Hoetink erlangt het woord om zich te verdedigen, maar zegt
weer te hebben vergeten wat hem «ten laste wordt gelegd."
President. Hebt ge dan niets te zeggen
Hoetink. Zoolang er nog zooveel pijpen lak doorloopen, laat ik 't
maar aan de heeren over.
Van Zutuhen heeft niets tot zijn verdediging in te brengen.
De verdediger van Jools, mr. M. W. C. Melchers, erlangt het
woord en begint met het betoog dat de 80-jarige man bekend stond
als een eerlijk koopman. (Jools weent.)
Pleiter ouderzoekt de vraag of de man, met een gunstig verleden,
in den avond van zijn leven de feiten zou hebben gepleegd, die hem
worden ten laste gelegd. Intussehcn acht hij Isaac nog iets geloof
waardiger dan Joseph Brandei. Wat is er aan 't getuigenis van Jo
seph te hechten Op deze plaats 't is de vraag nog of het de
ware was verklaarde Joseph Brandei, dat hij wèl wist, dat de di
amanten van de Millioenenjuffrouw warenhij «vond" een steen
uit het pakket en behield dien om hem te verkoopen En zulk een
man treedt als getuige tegen Jools opGelukkig dat de Rechtbank
bevoegd is om zelfs aan beëedigde getuigenverklaringen meer of
minder waarde toe te kennen. Pleiter zal niet op Jools leeftijd, zijn
zwak geheugen, zijn langdurige preventieve gevangenisstraf wijzen.
Als hij schuldig is, moet hij worden gestraft, maar zoolang dit niet
is bewezen, is zijn vrijspraak ook zeker.
De verdediger van Van der Heem en Consenheim, mr. Jac. van
Gigcli, erlangt nu het woord.
Na eenige algemeene opmerkingen maakt pleiter een meer spe
ciale, n.l. over het bewijs der gezamenlijke feiten. Ten aanzien van
Vau der Heem wordt het bewijs geput uit de verklaringen van Van
Zutphen en Joseph Brandei.ten opzichte van Consenheim uit de
getuigenissen van Joseph en Isaac Brandei. Aan Vau Zutphens op
gaven is, als die van een medebeklaagde, geenerlei waarde te hech
ten. Maar de Brandeis Er is gezegd dat te Amsterdam om 't gou
den kalf is gedanst. Pleiter zegt, dat het ook te Rotterdam is ge
schied, doch later. Bij de uitvoering van dien dans hebben enkele
dansers vergeten dat, terwijl de kinderen Israëls om het gouden
kalf dansten, een man van den berg daalde met de tafelen, waarop
o. a. geschreven stond Gij zult geen valsche getuigenis afleggen
tegen uwen naaste (Sensatie).
Pleiter zegtde rechtbank zal Van der Heem en Consenheim niet
verwordeelen, wanneer zij haar hart en gevoel van billijkheid laat
spreken. Ook laat hij het aan de mensehenkennis der rechtbank
over te beslissen wat aannemelijker is dat Van der Heem, het geld
aan Brandei voorschietende, de armbanden in onderpand nam, dan
wel of hij ze kochtóf dat Van der Heem, de kofüehuishouder, óf
Brandei, de koopman in alles, ze kocht. Hij acht het vrij wat aan
nemelijker dat Van dar Heem ze in pand genomen heeft. Wat Con
senheim betreft, ook van hem is geeu kwaad getuigenis te geven,
hoewel pl. erkent, dat hij hoogst onvoorzichtig en laakbaar heeft
gehandeld. Doch kan hij zich in de waarde der diamanten niet ver
gist hebben Men heeft ter terechtzitting gezien, dat de oudste der
deskundigen eerst lang zat te turen en te draaien en toen hein de
pres. vroeg, of hij de gordijnen wilde ophalen, ten antwoord kreeg
Ja, ik wou wel wat meer licht hebben Dat was's morgens te II
uren, op een mooien Junidag. Hoeveel te meer geldt het dan voor
Consenheim bij de affaire in de donkere achterkamer van Isaak
BrandeJ, op een donkeren dag in December! Meer nog. Ging Con
senheim dadelijk na den koop naar Amsterdam? Neen, hij blijft
uren lang te Rotterdam, hij brengt den «roof" niet in veiligheid.
Pleiter eindigt inet.de moeilijke taak der rechtbank te schetsen,
moeilijk omdat zij één intern feit heeft te beoordeelcn wat dach
ten, wisten, gevoelden de beklaagden op 't oogenblik van den koop
of de aanneming der voorwerpen Maar hij vertrouwt, dat die vraag
met al de gemoedelijkheid van den Nederlandschen rechter en van
deze rechtbank in 't bijzonder zul plaats hebben, waarvoor het ge
voerde minutieus onderzoek hem borg staat.
Na de pauze werden de pleidooien re- en duplieken voort
gezet.
O. M. en verdedigers hielden hun stellingen vol.
Mr. Haas kwam nog op tegen het requisitoir, waarbij voor Jaan
tje het maximum van straf wordt geëischt, vooreerst omdat zij
vrouw is, in vele opzichten rechtens onbeschermd en achtergesteld
bij den man, waardoor het recht niet met volle strengheid mag
worden toegepast bij afwijking van plichten, en tweedens op grond
van art. 52 der wet op den overgang, üti de wetgeving reeds in het
nieuw strafwetboek bet maximum voor oplichting op 3 juren heeft
gesteld.
De uitspraak is bepaald op Vrijdag 29 Juni a.s., 's nam. 1 uur.
Vrijdag verscheen II. de K. te Gorinchem, beschuldigd van
moord, voor het gerechtshof te 's Hage. Ter terechtzitting nam
besch. een geheel andere houding aan en ontkende alles,
wat hij vroeger had bekend. Hij beweert thans dat een
ander persoon, die op den noodlottigen avond bij het bezoek
van mej. M. tegenwoordig was, den moord heeft gepleegd en
dat hij voornemens was geweest zelf den Proc.-Gen. daarom
trent in te lichten, maar dat het hem, nu hij eenmaal gear
resteerd is en onder de verdenking ligt dat h ij de misdaad
gepleegd heeft, toch niet meer helpen zou, waarom hij weigert
den naam van den door hein bedoelden sehuldige te noemen-
Na gewezen te hebben op de verschillende aanwijzingen,
waaruit het bewijs z. i. resulteerde, requireerde adv.-gen. Gre
gory schuldigverklaring aan de ten laste gelegde feiten en ver-
oordeeliug tot 20 jaren tuchthuisstraf.
Na re- en dupliek bepaalde het Hof de uitspraak op Vrij
dag a.s.
De uitspraak van het gerechtshof te 's Hertogenbosch, in de
zaak der gefailleerde kassiersfirina Louis "VVolters, te Venloo,
is nader bepaald op aanstaande Vrijdag. De eisch voor den
eersten beschuldigdé, Jean Wolters, is 8 jaren, en voor Jac
ques Wolters 7 jaren tuchthuisstraf, benevens 4 aanzienlijke
geldboeten.
(Van onzen specialen correspondent.)
Verandering van spijs doet eten, zegt het spreek
woord, verandering van onderwerp lokt tot
lezen uit. Het zou u ongetwijfeld gaan vervelen,
wanneer ik u iu de wel is waar overschoone groote
galerij weken lang deed vertoeven en in brief op
brief u met uitstallingen lastig viel. Dat is voor
een mensch niet nit te houden. Ook niet in de
werkelijkheid. Wanneer ik naar de tentoonstel
ling ga, dan doe ik dat om een zeker ge
deelte nauwkeurig op te nemen. Komt er echter
eens een kennis van me aanwaaien en
dat gebeurt dezen zomer dikwijs dan moet ik, 't
gaat zoo 't wil, de heele tentoonstelling ronddolen
met wat lokale kennis is dat op één dag wel te
doen, maar ook de sterkste lichamelijke en geeste
lijke kracht heeft zekere grenzen, die men niet
straffeloos overtreedt. Onder ons gezegd, na zoo'n
dag ben ik 's avonds totaal op en heb een heelen
nacht noodig om weer op orde te komen.
Omdat 't das ook te vermoeiend is week in
week uit beschrijvingen en opsommingen te lezen
van meubelen, kleederen, eetwaren enz., wil ik
tns.chenbeide dat alles eens met rust laten en naar
buiten wandelen.
We gaan derhalve voor heden door de midden
galerij tot het eind toe, tenzij ge liever rechts af
wildet gaan door't zand. 't Ziet er met de
wandelpaden tot heden toe nog bijster slecht uit.
Als 't een beetje geregend heeft, dan gaat het wel,
maar bij warmte en zonneschijn is 't ontzettend
stofferig. We nemen derhalve den weg, dwars door
de wereld heen en ge moogt in dien tijd wel eens
rondzien, want daar is veel pracht tentoongesteld,
vooral in Frankrijk, doch we honden ons niet op
en stappen aan 't eind weer de woestijn in. Voor
een oogenblik slechts. Wanneer ge bniten staat,
hebt ge links van u de restauratie Bon Marché,
voor n het gebouw voor tuinbouw, rechts van u
een paardenspel, raad ge. 't Lijkt er veel op, in
gedaante en grootte. Maar 't opschrift wijst u
terechtSurinaamscLe in b.o o r 1 i n g e n.
Ge offert een kwartje, ik krjjg een vrijkaart en we
treden binnen. Een zwart jongentje presenteert u
een boekske, waarin ge 't een en ander van de
tentoongestelde menschen kunt nalezen. Hj kent
zooveel Hollandsch dat hy de bezoekers kan toe
voegen op bun vraag naar den prijs: >een dub
beltje, maar een kwartje is ook goed*. Dat is een
duitenplater in den dop.
De ruimte hierbinnen is in twee deelen verdeeld
door een houten hek de binnencirkel is voor de
Surinamers, het pad daaromheen voor 't publiek.
Het gebouw is lucht en licht, zeer warm wanneer
de zon schijnt, maar kond als er wolken hangen.
Daarom staat ook iu 't midden die kachel, want
de heeren en dames, die hier verblijf houden, zijn
wat kouwelijk uitgevallen en kunnen zich niet iu
mantels en winterjassen hullen, aangezien ze hier
zijn om zich te laten beschouwen alsof ze thuis
waren. Ze zullen zich daarom, al zijn zo thuis, wel
eens bijzouder unheimisch gevoelen.
Het eerst trekken uwe aandacht de schilderingen
der zijwanden, door een knustenaarahaud ontwor
pen en tooueelen voorstellende uit onze bezittingen
in Zuid-Amerika. Dat zachte blanw doet het oog
weldadig aan ik ken er voor wie de haven
van Parimaribo en de andere schilderstuk
keu meer aantrekkelijkheid hebben dan de men
schen uit de voorgestelde streken tot ons overge
bracht. Men kan over den smaak niet twisten.
Dat is zeker, mooi zijn ze niet naar ons Euro-
peesch begrip van schoonheid, die Indianen en ne
gers uit Suriname, die met groote kosten uit Ame
rika naar onze tentoonstelling zijn overgebracht om
onze ethnografische kennis te vermeerderen. De
plaats waar ze verblijf houden is zoo getrouw mo
gelijk naar de natuur gestoffeerd. Er ligt grint op
den vloer, aan do zjden staan eenige batten, door
henzelf meegebracht en hier opgeslagen. Die wo
ningen, men ziet het terstond, behooren in do
warme luchtstreek thuis. In 't midden, dicht bij do
kachel, ligt een verplaatsbaren houten vloer, waar
ge de Indi^auscbe dames op kleine, lage bankjes
zittende vindt, bezig met het handwerk en de
vrouwelijke eigenaardigheden verloochenen zich
nergens druk babbelend met schelle, snerpende
stemmen, zeker over't gemakkelijke leventje't welk
ze hier leiden en over 't heerlijke Guyana, dat ze
toch voor geen drie wereldtentoonstellingen zouden
ruilen met ons uoördsch klimaat.
Aardig is hot, wanneer ge onder die vreemde
geluiden een klein Boschnegertje van een paar
maanden hoort krijten. Ge maakt dan terstond de
opmerking dat zijn wjjze van nitdrnkking volkomen
gelijk is aan die van onze kinderkens.
Het mannelijk personeel houdt zich bezig met
nationale bedrijven, als daar zijn: het vlochten van
matjes en mandjes, het snijden van hout, het ma
ken van kano's, van aarden kruiken enz., uinar
naar ik geloof het moest met luieren, want zoo
vele malen ik hen ook reeds bezocht heb, evenveel
koeren vond ik het heerenpersonool in rustige rust,
hangende en gapende en volkomen onverschillig
voor hnn omloopende gasten. De vrouwtjes zijn
in dat opzicht aardiger. Een van haar, een
jonge moeder, heeft een beeldig zwart kindje; ik
vond haar eenmaal bezig dat schaapje te sussen
ze legde het daartoe in oen hangmat en wiegde
die zachtkens heen en weer, niet zonder blikkou
van moederlijke trotsch op de toekijkers te slaan.
Een paar vrouwen zitten in een der batten welke
laugs het hekwerk staat en daar een open zij heeft.
Sommigen trachtten een gesprek met haar aan te
kuoopen en slaagden daarin gedeelteljjk, want ze
kenden eenige Hollandsche woordeu. Zo verkoopen
daar halsbandon en andere snuisterijen nit Suriname
afkomstig.
Ik zou nu wel kans zien nit hot vele dat reeds
over de verschillende hier vertegenwoordigde stam
men geschreven is een bladzijde van dit nummer
te vullen met een ethnografische studie, vol geleerd-
hoid maar ik vrees dat gv me niet eons zondt
danken voor den arbeid aan de vertaling en op
sporing besteed. Ik zal het dus niet doen. Mjn
taak bestaat dan ook alleen in het schetsen van
wat zich op de tentoonstelling bevindt. Toch kau
ik er niet geheel buiten, anders zoudt ge uit bet
bovenstaande allicht opmaken dat al deze Snrina-
mers zonen en dochteren van één stam zijn, wat
iu 't geheel zoo niet is. Ge moet er dus deze klas-
sificalie op den koop bij nemen.
1. Een mesties (vr.) Een mesties is het
kind van een blanken vader en een Iudiaanscho
moeder.
2. Eén mulat (vr.) met kind. Een mulat is
geboren uit een blanke en een negerin.
3. Eén karbooger met vrouw en kind. 0ok
karboegers zijn geboren door kruising van
rassen.
4. Eén plantageneger, twee negerinnen en
een kind.
5. Drie boschuegers.
Deze negers zijn afstammelingen van de door
onze West-Indische Compagnie uit Afrika inge
voerde bewoners. Ze moesten in onze bezittingen
de Indianen vervangen, omdat ze sterker en beter
gehard waren en ook dewijl we hen bjzouder