No. 189. Zaterdag 21 Juli. FEUILLETON. OP „BOSCHHOEK." UitgeverL. .T. VEERMAN ITcusden. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Eranco per post zonder prijs- ('J* verhooging. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letteie naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. THEODOR STORM. 9 Boven het dak van het raadhuis, dat tegelijk tot' woning voor den burgemeester van het stadje diende, fladderden de eerste zwaluwen in de lentezon rond op straat voor het huis stonden «de jongens van den burgemeesteren deden vruchteloos hun best om de koningin der lucht met de balletjes klei uit hun blaaspijp te bereiken. Binnen echter, in zijn schrijt- en studeerkamer, zat ZijnEdelAchtbare zelf, die behalve den genoemden post ook dien van kantonrechter en hoofdcommissaris van politie in zijn persoon vereenigde, verdiept in een lijvigen bundel actestukken, zonder iets te bespeuren van het vroolijke zonlicht dat door het raam in zijn kamer stroomde. Eindelijk werd er nauw hoorbaar aan de deur getikt, en op het korte «binnenvan den ambtenaar, verscheen een man van rijzige gestalte, met een door de zon gebruind gelaatstellig iemand die reeds halverwege de veer tig en vijftig moest zijn. De burgemeester zag met zijn blozend en svelge- daan gelaat uit zijn acten op, wierp een vluchtigen blik op den binnentredende, en zeide, toen hij diens nette kleeding had opgemerkt, even met de hand wenkendWees zoo goed een oogenblik te gaan zitten ik ben dadelijk tot uw dienst.Daarop be groef hij zijn hoofd weer in de acten. De andere was echter een stap nader gekomen. Zijt ge tegenwoordig altijd zoo vlijtig, Frits zeide hij. «Vroeger was dat anders uw zwak nog al niet De burgemeester rees op, nam zijn bril af en staarde den spreker met zijne kleine, goedhartige oogen verrast aan. «Richard, zijt gij het riep hij. «Mijn hemel, wat kent ge mij nog goed! En toch, mijn kruin is kaal en het overschot van mijn haar mooi grijs gewordenJa, ja, zoo'n burgemeesters baantje is niet alles De kleine corpulente gestalte was nu van achter de actentafel naar voren gekomen. Vol verbazing aanschouwde hij het gelaat van zijn ouden vriend, die bijna een hoofd boven hem uitstak. «Dat,zeide hij, en streek met zijn kleine hand over het nog glanzende bruine haar van zijn bezoeker, «dat is na tuurlijk maar uit de fabriekmaar die oogen, die onnatuurlijke jonge oogen, dat zijn toch nog altijd de echte oude, uit onze vroolijke dagen De ander liet lachend dien woordenstroom van den praatvaar den vrijen loop, terwijl de burgemeester hem naast zich op de sofa trok. «En nu,« ging laatstgenoemde voort> waar komt ge vandaan wat gaat ge hier doen?» «ik, Frits,antwoordde de bezseker schertsend, «ik zoek een inhoud voor het nog altijd ledige vat mijns levens; of eigenlijk,voegde hij er meer ern stig bij, «ik zoek er niet naar; ik lijd slechts een weinig onder deze leegte. De burgemeester zag hem trouwhartig in de oogen. «Gij, Richardsprak hij, «die op de hooge- school alle faculteiten hebt meegemaaktWeet ge wel dat een oud kameraad onder zeker pseudoniem zelfs uwe pen in een botanisch A fschrift beweert ontdekt te hebben «Wezenlijk, Frits? Hij heeft niet misgeraden. De kleine dikke man bleef een oogenblik peinzen. «Gij zijt nog ongehuwd?« vroeg hij. «Ja? Nog altijd Urn Gij waart een dweeper, Richard Weet ge nog hoe we als studenten op den Domburg dansten? Ge had toenmaals een bruid te huis; ge woudt niet dansenge zat in een hoek bij den langen waterman, die om zijn groote laarzen niet dansen kón, en dronkt maar altoos wijn, zeer veel wijn, Richard Gij wildet den zaligen dans niet ontwijden, dien gij te huis met haar gedanst hadt De ander was min of meer stil géwordén, terwijl de burgemeester in een plotselinge vlaag van onrust zijn gouden horloge uit den afgrond van zijn vestzak optrok. «Zeg eens, mijn waarde,begon hij weer, «ik mag dezen dag toch over u beschikken, niet «Ik moet van middag verder. «Altijd nog de oude meneer Onrust «Houd het mij ten goede: de extrapost is reeds besteld! Gij hebt hier, eenige mijlen verder noord waarts, tusscben beidemoeras en bosschen, nog een weinig onderzochte bloemenwereld!» «Aha!»» riep de burgemeester! «bij Föhrenschwarzeck, waar die gekke jonkers wonen, die geen boom willen vellen en geen stukje hei willen ontginnen!» De bezoeker knikte toestemmend. «Zoo iets heeft men er mij ook van verhaald. Er moeten daar in hoekjes en gaatjes nog allerlei zeldzaamheden te vin den zijn.» «Nu, Richard, dan zoudt ge misschien wel in 't Gekkenhuisjeuw intrek kunnen nemen!» «In 't Gekkenhuisje?.... «Stellig! De vader van de tegenwoordige eigenaars had óók zijn lieveVvngsdwaasheidDaar het kasteel te groot naar zijn zin was, bouwde bij verder op, tus scben de heide en het bosch, voor zich een huisje, waarin slechts aan één kant vensters waren, en daar omheen een ringmuur, wel twintig voet hoog! En dit gebouwtje noemde hij toen «Boschhoek» maar in de wandeling heet het nog altijd het «Gekken huisje. Daar heeft hij midden tusschen allerlei onkruid zijn laatste levensjaren gesleten.» De ander had aandachtig toegeluisterd. «Wie woont er tegenwoordig in?» vroeg hij. «Tegenwoordig? Zoover ik weet niemand misschien een partij uilen en vleermuizen. In de andere kamer sloeg een klok. De burgemeester was opgesprongen. «Al elf uursprak hij. «Hoor eens, oudje, ik heb nog een zaakje aan de rechtbank af te doenge waart in der tijd bij de club onze secretaris, en,vervolgde hij glimlachend «daar ge zooveel haast hebt, zouden wij best nog een uurtje kunnen uitwinnen om wat te praten, als gij vandaag diezelfde functie nog eens ten behoeve van onze hoogst zwaarwichtige rechterstaak zoudt willen waarnemen Richard lachte. «Hebt ge dan geen griffier?» «Neen, vriendlief; daar ik de waardigheid en het salaris van gemeente-secretaris eveneens in mijn per soon vercenig, moet ik ook de lasten van dien post dragen, tenzij het toeval mij zoo'n bekwamen en bereidwilligen vriend thuis stuurt.» Eenige oogenblikken later zaten beiden aan de groene tafel in de aangrenzende gerechtskamer. «Gij zult u misschien nog wel dien geelharigen theoloog herinneren,» zeide de burgemeester, terwijl hij zich in het volle besef zijner waardigheid op den presidents zetel nederzette, die voor hem een weinig was opge hoogd, «den man dien wij in zijn tijd niet geheel ten onrechte den verklikker noemden? Wij hebben hem sedert eenige jaren hier in de buurt; zijn Eor- waarde heeft een bloeiende kostschool en staat bij NOVELLE VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1