No. 204.
Woensdag 12 September.
1883.
CHAMBORD.
FEUILLETON.
De Grenskommies.
Uit severL. .T. VEERMAN flensden.
Zij die zich met
1 OCTOBER a. s.
op dit blad wenschen te abon-
neeren, ontvangen de nog in
deze maand verschijnende
nummers gratis.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R D A G.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Binnenlandsche A D V E RT E N TIE N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Rij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
Advertentiën 1G regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letteas naar plaatsruimte.
10 uur.
stukken tot Maandag
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond
en Donderdagavond 8 uur.
Ingezonden
genaamd Simon, bij wien hij in de kost was. geschonken. Vroeger hadden er reeds vorsten
Zijn sterfjaar wordt aangegeven als te zijn hun verblijf gehoudenFrans I, Hendrik II,
1795. Velen betwijfelen de echtheid van Karei IX hebben op Chambord gewoond,
dit verhaal en zeggen dat de Prins ont- Ook Lodewijk XIII verbleef er dikwijls,
snapt is, in Duitschland lang onder den naam maar Lodewijk XIV had er niet veel mee
van Naundorff heeft geleefd en na den val op, hoewel hij er dikwijls feesten gaf. Lo-
Het oude koningsgeslacht in Frankrijk, het
geslacht van Bourbon, dat met Hendrik IV
in 1859 op den troon kwam, is uitgestorven.
De laatste afstammeling in de rechte linie
was Hendrik, Graaf van Chambord, geboren
in 1820. De Bourbons zelf waren eene zij
linie van Valois en uit het oude konings
huis van Capet gesproten, dat reeds in 987
den Franschen troon besteeg. De stamva
der Hugo, die wegens zijn groot hoofd den
bijnaam van Capet kreeg, heeft aan een ge
slacht van Koningen het aanzijn gegeven, dat
van alle vorstenhuizen in Europa het langste
geregeerd heeft. De tegenwoordige Prinsen
en Prinsessen ran Orleans hebben Hugo
Capet
van Napoleon met zijne aanspraken op den
Franschen troon voor den dag kwam. Die
aanspraken werden echter niet als geldig
erkendzij, die er uitspraak over moesten
doen, hadden bij de ongeldigheid zelf belang;
dat waren namelijk de broeders van den ont
hoofden Koning: Lodewijk en Karei. De
eerste van deze beiden kwam op den troon
onder den naam van Lodewijk XVIII en
stierf kinderloos; hij werd opgevolgd door
zijn broeder Karei X, die twee zonen had,
Lodewijk en Ferdinand. Lodewijk, de
troonopvolger en Ferdinand, Hertog van
Berri. Het was te voorzien dat Lodewijk
'kinderloos zou sterven, en die Franschen,
welke het huis Bourbon wenschten te be
houden, hadden hunne hoop gevestigd op den
zoon van den Hertog van Berri. De Hertog
van Berri was vermoord geworden door een
zekeren Louvel. Geruimen tijd, zeven maan
den na dien moord werd Hendrik geboren
en op hem, als de vermoedelijk eenige
afstammeling der Bourbons, was al de hoop
der legitimisten gevestigd. Legitimisten wor
den zij in Frankrijk genoemd, die meenen
dat alleen een Bourbon of zijn wettige erf
genaam rechtens Koning van Frankrijk kan
zijn. De geboorte van een Bourbon, toen
men er niet meer op rekende, werd door
de legitimisten met groote blijdschap en als
tot stamvader, even als de Koning
van Spanje, de verdreven Hertog van Par- j een wonder begroet. Eene nationale inschrij-
nia, Don Carlos, enz. ving werd geopend om den jongen Prins,
Toen Lodewijk XVI in 1793 op het schavot op wien zoovele verwachtingen waren ge-
het leven verloor, had hij slechts één zoon. bouwd, een geschenk te geven. Voor de
Het verhaal zegt, dat deze zoon bezweken opbrengst van de inschrijving werd het kasteel
is onder de mishandelingen, die hij te on- de Chambord door den Koning gekocht en
dergaan had in het huis van een schoenmaker aan den Prins op zijn doopdag, 1 Mei 1821
dewijk XV gaf het kasteel aan den beroemden
Maurits van Saksen, die er een vorstelijken
staat voerde. Bij de omwenteling was het
kasteel weer staats-eigendom. Napoleon gaf
het met een jaarlijksch inkomen van een
half millioen franks aan Maarschalk Berthier.
Door de weduwe van den Maarschalk werd
het kasteel verkocht en het werd een pille-
gift voor den zoon van den Hertog van Berri.
De Hertogin van Bern nam het kasteel in
1828 voor haar zoon in bezit. Sedert dien
dag droeg hij den naam van Graaf van
Chambord, vóórdien tijd Hertog van Bordeaux.
In 1830 deelde hij in het lot der Ko
ninklijke familie en hij moest Frankrijk ver
laten. In 1836 stierf zijn grootvader, Karei X,
en in 1844 zijn oom Lodewijk, zoodat hij
het hoofd van de familie de Bourbon was
geworden. In 1843 was hij gehuwd met
de oudste dochter van den Hertog van
Modena. Zij bracht hem een bruidschat
van eenige millioenen aan. Dit vermogen
werd naderhand nog met ruim tien millioen
franks vergroot, hem nagelaten door den
legitimistischen Graaf van Blacas.
Het huwelijk van den Graaf de Chambord
bleef kinderloos. Na de verdrijving van zijn
geslacht was in Frankrijk de Hertog van
Orleans Koning geworden. Het geslacht van
Orleans stamt at van den tweeden zoon van
Lodewijk XIII, die zelf de zoon was van
den stamvader der Bourbons. Ook de dagen
van het Koningschap van het huis van Or
leans waren spoedig geteld en in 1848 moest
ook dit geslacht van den Franschen troon
afstand doen. Zoo klein de familie van de
Bourbons was, zoo groot was die der Or-
leansen. Daar was vooreerst geen vrees voor
uitsterven. Naar wij meenen zijn er 26 Prinsen
en Prinsessen uit het huis van Orleans. Het
hoofd van dit geslacht is sedert 1842 de
kleinzoon van Lodewijk Philips. Deze klein
zoon heet ook Lodewijk Philips en is ge
boren in het jaar 1838 en draagt den titel
van Graaf van Parijs.
Na 1848 had men in Frankrijk vier groote
partijen. Eene partij, die in de eerste jaren
de machtigste wasde republikeinsche. Een
tweede partij, die men dood had gewaand,
maar van 1852 tot 1870 meester was: de
partij der Napoleons. De legitimistische,
die voor haar hoofd erkende den Graaf van
Chambord en de partij van Orleans, die
in den Graaf van Parijs haar hoofd zag.
Na den val van Napoleon werd Frankrijk
weer een Republiek. Bij den val van Thiers
had, volgens eenige pas bekend geworden
documenten, de Graaf van Chambord veel
kans om Koning van Frankrijk te worden
die kans heeft hij echter laten voorbijgaan.
Toen het meer en meer zeker werd dat de
Graaf van Chambord de laatste van zijn
geslacht zou zijn, dacht men er aan do
belangen van de legitimisten en die van
Orleans te vereenigen. De Graaf van Cham
bord hield meest en in de laatste jaren
bijna uitsluitend zijn verblijf te Frohsdorf in
Oostenrijk. Daar had op 5 Aug. 1873 eene
samenkomst plaats. De Graaf van Parijs
bezocht daar den voornaamsten kroonpreten
dent. Men legde dit bezoek uit als eene
plechtige erkenning van de rechten van den
anderen tak der Bourbons, maar het was toch
zoo grif nog niet gegaan. Eerst omstreeks het
midden van 1874 moet die erkenning gevolgd
zijn, waarbij tevens de Graaf van Parijs als
erfgenaam zou optreden van de rechten van
den Graaf van Chambord.
Tot een vreemden strijd geeft de naam
aanleiding, dien de troonsopvolger zal aan-
SLOT.
'S Jean Niot, na het verlaten van
het koffi&rraYs;'~Pen zijpad ingeslagen, dat buiten liet
dorp leidde. Bij het laatste huis van het dorp kuchte
hij een paar raaien, waarop een klein venster zacht
jes geopend werd en een jong meisje op bevenden
toon vroeg: Zijt gij het, Jean?«
«Ja, Madeleine, ik inoct de rondte doen en ik kom
u nog eens goéden dag zeggen.
«De rondte doen, en dat zoo laat! En waar gaat
gij naar toe; het is dan zeker wel zeer noodza
kelijk.
»Ik ga naar de Gorge-aux-Moines, want Ragot en
eenige anderen moeten dezen nacht tegen twee uur
voorbijtrekken met smokkelwaren en ik zal trachten ze
aan te houden.»
«Goede reis dan, wees maar voorzichtig!»
Stel u gerust, Madeleine, ik zal voorzichtig zijn en
ons huwelijk niet vergeten. Vaarwel!» en de brigadier
verdween in de duisternis.
Nauwelijks was hij weg of een man achter takke-
bossen verborgen, richtte zich op, keek behoedzaam
rond en naderde op zijne beurt het venster, waarvoor
het jonge meisje nog was blijven staan.
«Hebt gij het gehoord, zeide ze zacht, hij gaat naar
de Gorge-aux-Moines.
»Zoo, ik ga er ook heen,» zeide hij met een val-
sclien lach, «maar ik ga niet alleen, het is gevaarlijk
om 's nachts zonder gezelschap naar die plaatsen te
gaan. Kom Madeion, ga naar binnen, het wordt koud.
Tot morgen!»
Daarop sloeg Ragot denzelfden weg in, dien de
brigadier genomen had.
In dien tusschcntijd was de vrederechter bij den
notaris gekomen en ze begonnen een partijtje te maken,
koutende over grenskommiezen, smokkelaars en aan
halingen.
't Is een baantje, zeide de notaris, wij, die ons nu
reeds ongelukkig gevoelen, omdat wij hier voor eenige
maanden begraven zijn, wat zouden we wel zeggen,
indien we te allen tijde door regen en wind moesten
loopen om eene ellendige premie van eenige franken
te verdienen, of misschien nog een pak slaag op te
loopen, zoo niet erger.
«Wat zou het!» antwoordde de vrederechter, «slechts
de romanschrijvers schilderen de smokkelaars zoo zwart
te vervullen.
«Och, kom! wees over hem niet bezorgd, het is
een flinke jongen, die voor geen klein gerucht vervaard
is, daarenboven is hij het gewend. Willen we nog een
glaasje nemen notaris
Het spel werd stilzwijgend voortgezet, terwijl de
wind nog heviger loeide en de regen nog harder
tegen de glazen kletterde.
Zonder te weten waarom, stelde Georges veel be
lang in den knappen brigadier, dien hij nog slechts
een paar malen had gezien. Onze jonge notaris was
zeer afgetrokken; hij maakte fout op fout en hoorde
slechts ten halve naar de opmerkingen van zijn part
ner. Zelfs toen hij thuis gekomen was, kon hij niet
nalaten aan Jean Niot te denken en deze gedachte
belette hem verscheidene uren den slaap te vatten.
Eindelijk sluimerde hij tegen den morgen in, doch
slechts voor korten tijd, want eensklaps werd hij ge
wekt door een ongewoon geraas, dat men onder zijne
ramen maakte. Het waren kreten, verwenschingen,
krachtige vloeken, kortom, een rumoer, zooals men
in Hérimont niet gewoon was. Georges kleedde zich
haastig aan, om de oorzaak te vernemen, toen men
hard op zijne deur klopte. Hij opende en bevond zich
af, ze gaan liever op den loop, dan dat ze vechten, tegenover juffrouw Josephine, die hem snikkend zeide
Zelden bieden ze aan onze beambten tegenstand.«Kom spoedig, mijnheer de notaris! Hij is gewond.
Maar, wat scheelt er toch aan, notaris, hoe speelt Hij zegt dat hij zal sterven en daarom vraagt hij
gij zoo onoplettend naar u.«
«Waarlijk, het komt, omdat ik aan dien armen «Gewond? Wie?»
Jean denk, die heden nacht eene moeielijke taak heeft j «Die arme Jean Niot. Hij heeft in het gebergte
gevochten en een kogel in zijne borst gekregen.»
Georges volgde haar en kwam weldra bij een
armoedig huis, waarvoor eene menigte menschen
samengeschoold waren. Allen waren bedroefd. In een
klein vertrek lag de arme brigadier op een matras
uitgestrekt, met een bebloed eu zeer bleek gelaat qn
verscheurde kleeren. De geneesheer, die den briga
dier hielp, schudde treurig hel hoofd, toen Georges
hem met een blik ondervroeg. Madeleine, de beminde
van Jean, stond onbewegelijk achter hem met de
handen voor liet gelaat.
De jonge notaris naderde. Jean glimlachte zwak
en zeide zacht: «kom dicht bij me, mijnheer, ik ga
sterven. Alles wil ik aan Madeleine vermaken. Wilt
gij het stuk opmaken?»
Terwijl Georges schreef, keek de gewonde naar
zijne beminde. Toen de acte was opgemaakt, richtte
hij zich met veel inspanning op en tcekende. Daarna
weer achterover vallende, wenkte hij Madeleine.
Zij naderde hem met een strak gelaat en keek
hem aan, hij gaf aan de anderen een teeken, dat zij
zich zouden verwijderen en zeide zachtjes aan het
oor van het meisjeMadeleine, Ragot heeft me ge
dood, maar niemand zal het te weten komenhij is
reeds vertrokken. Ik schenk u wat ik heb. Huw
Ragot, gij bemint hem, hij heeft het mij heden nacht
gezegd, huw hem
Zijne stem werd zwakker en de ijverige grenskom
mies, de schrik der smokkelaars was
niet meer.
Vrij vertaald naar het Fransch.