No. 209. Zaterdag 29 September. 1883, FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN Jleusdcn. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R D A G. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder verhooging. prijs- Advertentiën 1C regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote lette* naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Hoewel het blank geschuurd koperwerk een sieraad van de keuken is en daaraan ze kere deftigheid bijzet, belet dit niet, dat ik het, om het gevaar, 't welk er uit ontstaan kan, ten ernstigste ontraad, terwijl ik die keukens, waarin men daarvan een veelvul dig gebruik maakt, zou wenschen te be stempelen met den naam van vergiftkeukens. Men zal mij die harde uitdrukking wellicht ten kwade duiden en mij wijzen op het eeuwen-oude gebruik van koperen vaatwerk en andor keukengereedschap, te meer wijl zelfs de mannen der wetenschap langen tijd in de meening verkeerden, dat het koken in zulk vaatwerk geheel onschadelijk was. En waarom? zult ge vragen. Omdat water dampendie zich hij het koken ontwikkelen, de zuurstof der atmosferische lucht van het koper afhielden en daardoor de oplossing van het vere/iftigd metaaldoor de in de spijzen aanwezige zuren verhinderde. Men meende, dat men sommige spijzen, bekend staande als 't vermogen bezittende om onder zekere omstandigheden zich met de vergiftige meta len te verbinden, gerust in koperen vaat werk kon koken, mits men zorg droeg dat de spijzen er slechts niet in bekoelden. Ik houd mij echter overtuigd, dat die stelling veel te gewaagd is, dan dat men haar als een axioma zou mogen aannemen. Alleen dit is de waarheid, dat zoolang het koper niet is opgelost hot ook geen vergif is. Het is hier echter niet de plaats over het meer of minder gevaar te redetwisten, maar wel om op een eventueel gevaar te wijzen. En wanneer men nu met bepaalde zeker heid weet, dat meermalen bedenkelijke ge vallen van vergiftiging door het gebruik van dergelijk vaatwerk zijn ontstaan, is het m. i. veel beter en verstandiger, datgene te vermijden wat soms voor de gezondheid en het leven nadeelig kan zijn. Immers, zij het ook dat ernstige vergifti gingen door koperen vaatwerk niet dagelijks voorkomen, dit geschiedt alleen dfiardoor, wijl ze niet bekend worden. In fabrieken, waar de arbeiders veel in eene met stof- vormig koper bezwangerde atmospheer ver toeven, blijven de gevaarlijke uitwerkingen van het koper niet uit; de daardoor ontstane ziekten zijn in haren aard even gevreesd als kwaadaardige loodkoliek. Geloof mij, zoo menig langdurig maaglijden kan, zonder dat wij dit juist weten, uit zulk eene metaal vergiftiging ontstaan en menig menschelijk leven kwijnt er weg, zonder dat men ver moedt dat de oorzaak daarvan alleen in de keuken zou zijn te zoeken, want veelvuldige proeven hebben bewezen, dat er wel degelijk schadelijke gevolgen zijn te duchten van het bereiden der spijzen in koperen vaatwerk. liet zijn echter niet alleen de erkend zure spijzen, welke oplossend op de metalen werken, als zuurkool, vruchten, melksoorten enz. Ook het koken van vlecsch in koperen ketels of braadpannen is niet zonder gevaar, wegens het in het vleesch aanwezige melk- en vleeschzuur, gezwegen nog van het vet, dat zeer sterk op 't koper werkt. Wanneer ge b.v. op blank geschuurd koper slechts een enkelen droppel olie of warm vet aanbrengt, wordt dit spoedig donkergroen gekleurd, waarbij zich koper-oxyde vormt, dat zich met het in de olie of het vet aanwezig vct-zuur verbonden heeft. Verhit men nu de olie of het vet, zoo w ordt de oplossende kracht nog grooter en het gevaar nog aanzienlijker. Uc vrees voor koperen vaatwerk is dan ook allesbehalve overdreven. Reeds in de vroegste tijden is men zich dit bewust ge weest, getuige de reeds in de lc eeuw onzer tijdrekening bekende methode om koperen vaatwerk te vertinnen. Hierop zou nu waar lijk niets zijn aan te merken, zoo het be schuttend vermogen van 't vertindsel duur zaam ware. De ondervinding leert echter, dat dit niet geval is. Zoodra er slechts één plekje is afgesleten en het koper te voor schijn komt, is, tengevolge eener galvanische werking tusschen beide metalen, het gevaar nog oneindig grooter dan wanneer men alleen met koper te doen heeft, omdat door de onderlinge werking der metalen, de oplos sing van het koper bespoedigd en vergemak kelijkt wordt. Vooral moet ik u waarschuwen, meel spijzen, taarten en pastijen in vertind-koperen vormen te bakken, omdat men er doorgaans niet genoeg op let of die vormen wel be hoorlijk vertind zijn. Aan de groene kleur, 't welk het uitwendig gedeelte van het gebak dat met den vorm in aanraking geweest is, vertoont, valt het duidelijk te zien, dat koper-oxyde is opgenomen, en hoe gevaarlijk dat is, blijkt inzonderheid daaruit, dat er bij onkundige diénstboden nog al eens ziekte gevallen voorkomen, wanneer zij zich op de overblijfselen van het gebak in die pannen ver gast hebben. Wel is waar waarschuwt hier de groene kleur en deleolijko metaalsmaak, zoo dat men niet gemakkelijk zulke vergiftige spijzen zal gebruiken, als men eenmaal met het gevaar bekend is, maar men mag er zich niet geheel op verlaten. Dat onze ware huisvrouwen steeds een wakend oog op de bereiding der spijzen houden, acht ik noodzakelijk niet alleen, maar tevens plichtmatig. Zullen ze dit ech ter in alle opzichten kunnen, dan moeten zij ook toonen, kennis van zaken te hebben dan moeten zij zich die kundigheden trach ten eigen te maken, waardoor zij de gevaren, welke ons in de huishouding bedreigen, kunnen voorkomen. Zonder dat, kan de pronkzieke maar domme vrouw, zeer gemak kelijk, tegen haar wil eene giftmengster wor den. Ik wil u echter eene gemakkelijke proef leeren om u van eventueel gevaar bij ko» pervergiftiging te overtuigen. Men plaatse n.l. in de spijzen, zoodra zo vloeibaar of breiachtig zijn of door vermenging met een weinig water gemakkelijk in dien toe stand kunnen gebracht worden een ijzeren breinaald of blank geslepen mes dat allicht bij de hand is. Wanneer ge nu broinaald of mes, na verloop van een half uur b.v. on veranderd uit de spijzen trekt, is dit een bewijs, dat er geen koper aanwezig was maar is de naald of het mes geheel of ge deeltelijk met eene roode koperhuid over trokken, dan kan men zeker zijn, dat er ge vaar bestaat, want het koper heeft zich dan, zoo als men dit noemt, metallisch op het ijzer neergeslagen en dit rood gekleurd, het geen voor de scheikunde een bewijs is voor de aanwezigheid van koper. Om alle gevaar van kopervergiftiging zoo veel mogelijk te vermijden, is het bijzonder aan te bevelen om tot het bereiden van spijzen en dranken geen koperen vaatwork, al is het ook vertind, te bezigen, maar lie ver gebruik te maken van vertind-ijzeren vaatwerk. Men verwarre echter dit fabrikaat van geslagen ijzer niet met het ook hier en daar in zwang zijnde gegoten ijzeren; vaat werk het nadeel van het laatste bestaat vooral hierin, dat het hoegenaamd niet ge schikt, is voor een goede vertinningvan daar dat men zich bij het moeielijke om zelfs dit van binnen aan te brengen, van eene zeer ruime hoeveelheid lood onder het tin moet bedienen, zonder welke vermenging het ver tindsel niet vloeibaar is, en vindt men dit dan ook bewaarheid door den blauwachtigen tint, dien dusdanig vaatwerk heeft, terwijl het bedoelde van geslagen ijzor een bijzonder zilverachtige kleur en eon briljant aanzien vertoont. NIEUWS LAD M Lain! ran Huisde» en Ailcna, DE LANGSTRAAT EN DE B0MMELERWAAR9 Iswoiiwt raw m 5) Op dit punt van ons gesprek werd de deur van liet kantoor van den lieer King met hevigheid geopend door een jongniensch, zijn kantoorbediende, die eigen lijk veeleer zien in 't vertrek waar we ons bevonden binnen vallen liet, dan dat hij binnentrad. Slechte tijdingen, mijnheer,* zeide hij dadelijk tot zijn patroon. »De beheerder der tolrechten weigert ons een geleibiljet voor het inladen van onze baren, beneden de 12 percent.* Wat is dat, Bles, 12 percent!* riep Mr. King uit. De wettige belasting! liet is een schandaal!* Ik weet het wel, Mijnheer, en dat brengt ine buiten mij zeiven; maar de ontvanger doet er zijn voordeel inede, dat de Engelsche oorlogskorvet, die alle jaren hier komt om de voor Europa bestemde waren in te laden, morgen vertrekt, om zich onhan delbaar te toonen, daar deze korvet de laatste gele genheid van 't seizoen is.* Welnu,* antwoordde de heer King, na een oogen- blik te hebben nagedacht, vermits de chef van de administratie zich zoo bespottelijk veeleischend toont, moet ge u bij de gewone tolbeambten aanmelden. Onmogelijk, Sir; de beheerder, die vreest dat hem dit zaakje ontgaan zal, heeft zich zelf aan het hoofd van zijn lieden gesteld en verliest ze niet uit het oog. Maar dat is dan verraderij, misbruik van vertrou wen... Ah, wacht eens, hebt gij Ramirez gezien?* Den Canataz?* Wel natuurlijk. Neen, Mijnheer, ik heb hem vruchteloos door ge heel Mazatlan heen gezocht; zijne lieden kónden mij niet zeggen, waar ik hem zou kunnen vinden.* Welnu, zoek hein opnieuw totdat gij hem treft. Hij alleen kan ons uit den brand redden.* De kantoorbediende, een jonge Rotterdammer, ver nam ik later, die tengevolge van een klein verschil van rekening op zijn kantoor hierheen verzeild was, nam zijn breeden stroohoed, dien hij bij 't inkomen op de tafel had gelegd, weer op, en liep met een vaart naar de deur, toen een geweldig leven, dat zich op de bovenverdieping liooren deed, hem tegenhield. Wat is dat?* vroeg de heer King. Ongetwijfeld een dief,* antwoordde de kantoor bediende, «want ik zag zoo even alle uwe bedienden in den gang.* Mr. King, die mij voorkwam een vastberaden man te zijn, greep oogenblikkelijk, zonder een enkel woord te spreken, twee pistolen, die tegen den muur hin gen cn snelde vervolgens, door zijn klerk, die zich met een sabel gewapend had, op den voet gevolgd, naar de bovenverdieping. Nieuwsgierig om het tooneel bij te wonen dat voorvallen zou, liep ik beide hecren na, die ik inhaalde boven aan de trap. Kijk, de deur van mijn kamer staat open!* zeide de lieer King, terwijl hij met den voet deze deur, die werkelijk aanstond, wijd open trapte en meteen den haan van een pistool overhaalde. Wij werden al dadelijk een man gewaar, druk be zig met het onderste boven halen van de iade eener tafel, terwijl aan zijne voeten de brokstukken lagen van een glazen kast, waarvan de val onze aandacht had gelrokken. Die man, wie 't mociclijk zou ge weest zijn op den juisten leeftijd te-schatten, dank zij zijn getaand en van littcekens doorploegd gelaat, hoogst onaangenaam ge- kon zoowat dertig of veertig jaar oud zijn. De hoe kige trekken van zijn aangezicht, de uitstekende juk beenderen zijner wangen en, boven en behalve dit alles, de uitdrukking van opmerkelijke driestheid en sluwheid, die te lezen stonden in zijne kleine en schit terende oogen, maakten een wel niet zoozeer terug stuitend, maar toch een heel uit. De Capataz Ramirez!* »E1 buen m u- c h a c o riepen de lieer King en zijn klerk tege lijkertijd uit. Sakkerloot, ja, zooals ge mij hier ziet, in levenden lijve,* zei Ramirez, wien het gezicht van de pistool, door den koopman op hem gericht, niet erg veel angst scheen aan te jagen. En vervolgens, na een kort stilzwijgen, voegde Ramirez er bij, terwijl hij met een ontevreden gelaat de brokstukken van de kast beschouwde die den grond bedekten Verwenschte spiegelkasten! Zonder dat had ik mijn zaken fatsoenlijk kunnen afdoen.* Wat blief je? Waarom bevondt gij u in mijne kamer?* vroeg hem Mr. King, terwijl hij zijn pistool in de rust zette. Hoe? Wel op een doodeenvoudige manier, door het slot open te steken.* Waarom Om uw horloge meester te worden, dat rnu- ziek speelt en waarop ik sedert lang mijn zinnen heb gezet.* Dus zijt gij dief geworden? Gij Ramirez, gij de Capataz, in wien ik al mijn vertrouwen stelde?* Ik een dief?* riep Ramirez uit met verontwaar diging. »0 zoo! Ik vind dat uwe Edelheid daar eene uitdrukking bezigt die een beetje te kras is om een liefhebberijtje te kennen te geven. Dit moest een ander me niet zeggen, hoorEen dief is een ellen deling, die niet werkt cn zich Yan alle voorwerpen meester maakt die hem voor de hand komenwelnu, dat is mijn geval niet. Dat ik getracht heb mij een horloge toe te eigenen dat u toebehoort, wil ik niet tegensprekenmaar waarom dat Omdat ik innig verzekerd ben dat gij er nooit in zoudt toe stemmen het mij te verkoopen. Ik heb een caprice gehad, ik ben belust geweest, maar dat is dan ook alles Nu goed, laat het een nuk en een gril zijn, cn praten we er niet meer over. Maar nu heb ik u over een dringende zaak te onderhouden* En nu nog wat,* hernam Ramirez, zonder naar den heer King te luisteren. •Hadt gij uw horloge onder mijn bewaring gesteld Neen, zeker niet, want het zat in de la van mijn kleerkast achter slot. Welnu dan! daar gij 't mij niet had toever trouwd, waarom beklaagt ge u dan, en waaraan vindt gij mij schuldig?* riep Ramirez uit, hoe lan ger hee meer verontwaardigd, maar alreeds bijna zegevierend. Kom, kom, Ramirez, aan niets! aan niemendal. Leg niet langer te malen over zoo'n kleinigheid, maar luister naar mij, als 't u belieft. In heb nagenoeg 40,000 piasters van avond in te schepen, want de Engelsche korvet vertrekt morgen ochtend, en deze bevrachting kan niet worden uitgesteld. Wilt gij u daarmede belasten Zeer zeker,* antwoordde de Capataz, dat zal van nacht gebeuren.* Ik moet u waarschuwen dat de beheerder der tolrechten gewaarschuwd is en dat hij op den loer ligt.* Welnu, in plaats van 10 cargadoren zal ik er dan twintig meenemen. De tocht zal u een beetje duuider te s aan komen, mair ten minste sta ik da

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1883 | | pagina 1