No.
Woensdag IT October.
1883.
FEUILLETON.
.8.
15 a d Rijn.
B
gel ak
n.
N:
Co.,
Uitgever: L. ,T. VEERMAN Iïeusden.
3,000
3,000
3,000
3,000
,000
3,000
,000
',000
3,000
3,000
'000
,000
'000
loo
7,40,20 m.
behing is
opgesloten
leten, maar
een ieder
er 7 klasse
'zen, reeds
lerlaudsche
litgeloot te
ins te ver-
3.60
1.80
0.90
Lb ubg.
>9
deel-
ÉN
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG
Abonnementsprijs per 3 maanden
verhooging.
en ZATERDAG.
1.Eranco per post
zonder
Binnenlandsche A D VER T E N TIE N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Rij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
I.
Hot loven is een strijd. Strijd is er op
elk gebied. Dat zijn woorden die wij al
zoo dikwijls gehoord hebben, dat zij bijna
hunne beteekenis voor ons verloren hebben.
En toch verbloemen zij niets; zij drukken
volkomen uit wat zij zeggen, hetgeen bij
vele spreekwijzen niet altijd het geval is.
üe strijd dien de mensch moet voeren
bestaat zoowel op stoffelijk als op geeste
lijk gebied. Op stoffelijk gebied levert de
mensch dien strijd tegen zijn evenmensch,
tegen de dieren en tegen de planten.
De eerste strijd dien de mensch te strij
den had is zeker wel tegen de dieren ge
weest. De gevaarlijke kunst der dierentem
mers, die ons nu nog in verbazing brengt,
bewijst ons de groote macht die de mensch
heeft over de grootste en wildste roofdie
ren. Zelfs in oude tijden, in het eerst van
onze geschiedenis, werd de mensch over
winnaar in dien strijd. Wij lezen van Nim
rod, die een machtig jager was voor den
Heer; van Simson, die een leeuw worgde;
van Hercules, die hetzelfde deed. Van de
daden der wilden, die eens in Europa leef
den en wier leven een aanhoudende strijd
moet geweest zijn met de groote zoogdie
ren, met de dieren wier beenderen wij
vermengd vinden met de menschelijke werk
tuigen, bezitten wij geen heldendichten die
hun lof bezingen, maar zij hebben hoogst
10)
Ik, die dat talent mis, maar mij hier de tecken-
stift van een Dumas of majoor Van Rees in de hand
zou wenschcn ik moet mij tot de nuchtere wer
kelijkheid van mijn reisverhaal beperken, maar zal
doen wat ik kan.
Van rondom rezen reusachtige rotsgevaartenop
stout ontworpen voetstukken, grillig van vormen, uit
den schoot der zee omhoog, aan het geweld der
golven hunne zijden van onkwetsbaar graniet tegen
stellend. Talrijke levende heesters, die zich in de sple
ten dezer rotsen hadden vastgeklemd en er soms
tegen aanhingen, overdekten hunne kruinen met een
onontwarbaar net van magere en gedraaide takken,
die, van verre gezien, bij 't onzeker en trillend licht
der maan, op dikke manen van fabelachtige gedroch
ten geleken. Alleen het majesteitsvol en gecadenceerd
loeien der baren, die uitgeput kwamen sterven op
het strand, verstoorde de stilte van den nacht en
voltooide het geheel van dit somber beeld.
Zijt gij dan nu al moede, dat ge niet meer vooruit
gaat?« vroeg mij Ramirez, terwijl hij mij door deze
vraag aan de vervoering ontrukte, die het aanschouwen
van die wilde oorspronkelijke natuur in mij had doen
ontstaan.
«Volstrekt niet, Ramirez. Ik bewonder.
«Wel zoo; ik zie toch, als dat ten minste zien mag
Advertentiën 16 regels 60 et. Elke regel meer 10 et. Groote letteis naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
waarschijnlijk den laatsten mammouth ge
dood en het laatste wilde rund getemd.
Onze oudsteGermaanscheliederen, sprekende
van een tijd, lang nadien, noemen nog den
Urus, den Ellc, den Sehelk en den Wisent,
namen, die met de diersoorten geheel en
al verdwenen zijn.
De strijd van den mensch tegen de wilde
dieren heeft er veel toe bijgedragen om
zijne lichamelijke schoonheid en kracht te
ontwikkelen, die strijd heeft hun moed en
dapperheid gegevenevengoed als men heeft
,/nood leert bidden,'' heeft men ook,/nood
leert strijden." Azie, de woonplaats van
leeuwen en tijgers, heeft de eerste krachtige
volken voortgebracht. Die Afrikanen in wier
land de leeuw leeft, zijn de krachtigsten on
der de negers. In Amerika heeft men nooit
die groote, sterke dieren gehad; van daar
dan ook, dat de oorspronkelijke Amerikanen,
met de anderen vergeleken, veel zwakker
zijnhun strijd met den Jaguar en Puma
is veel minder geschikt om hunne phyzieke
krachten te ontwikkelen. En de Nieuw-Hol-
landers zijn eene uitstervende stamzij heb
ben en hadden geen dieren in hun land,
die voor hun leven gevaarlijk waren. James
Cook, hen bezoekende, ondervond dat zij niet
eens wisten, hoe zij den Kangaroe moesten
jagen. Alle dieren kunnen door den mensch
getemd worden. Over het algemeen hield
men de hyena voor ontembaar, maar in de
oasen van Kordofan, ten zuiden van Egypte,
is hij tam als een hond. Te Rome spande
men vroeger leeuwen en tijgers gezamen
lijk voor de kar. De oude Indiërs reden op
den rug van leeuwen en luipaarden, en thans
nog gebruikt men in Indië een kleinen
tijger, jachtluipaard, als jachthond. Frederik
Barbarossa hield zulke jachtluipaarden, zij
lagen achter op het paard, sprongen er af
op een gegeven teeken en vervolgden het
wild. Sommige Noord-Amerikaansche stam
men jagen met getemde wolven. De Egyp-
tenaren speelden met de gevaarlijkste slan
gen, zij lieten ze zoogenaamd dansen op de
maat der fluit, zij wonden ze om hun lichaam
of om de armen, gebruikten ze als stokken,
kortom zij deden er mede, wat zij wilden.
Het temmen van sommige onzer huisdieren,
die zeker niet, zooals wel eens beweerd is,
als huisdieren geschapen zijn, schijnt het
werk van duizenden jaren te zijn geweest,
want de aard van het wilde dier is bijna
volkomend gewijzigd en veranderd. Het wilde
paard uit de steppen van Zuid-Rusland, is
zoo wild, dat het bijna onmogelijk schijnt
te temmen. Slechts zeer langzaam is het
paard voor ons gebruik geschikt gemaakt.
De schilderijen van Persepolis vertoonen
geen ruiters, zelfs in Rome werden paarden
slechts gebruikt om oorlogskarren te trekken.
De Perzische Koning Cyrus was de eerste,
die eene ruiterij oprichtte. Ofschoon er ten
tijde van Mozes paarden in Egypte waren,
zijn de Egyptenaren echter niet op hunne
monumenten afgebeeld als te paard zittende,
maar hunne vijanden, de Arabieren en Indi
anen zijn zoo afgebeeld. Het edelste en
schoonste paardenras, het Arabische, is slechts
een product van langdurige zorg en opvoe
ding. Ook onze tamme dieren hebben eene
historie. Op eene oud-Egyptische schilderij
wordt de ram gebruikt om het land te ploe
gen; het is nog maar eenige eeuwen gele
den dat het paard den os heeft vervangen
voor den ploeg.
En het is oppervlakkig zonderling, maar
de groote dieren van het bosch verdwijnen
het eerst voor den mensch, hetzij, omdat zij
het gevaarlijkst zijn, hetzij, omdat zij het
meeste voedsel noodig hebben en dus den
mensch het meeste nadeel doen. Hannibal
kwam met zijn leger uit Noord-Afrika naar
Europa, hij had een menigte olifanten bij
zich, die daar inheemsch waren sedert veer
tien a vijftien eeuwen zijn zij uit dat ge
deelte van het werelddeel verdwenen. Leeu
wen zijn er niet meer in Klein-Azie; dat
zij er geweest zijn, blijkt o. a. daaruit, dat
de leeuwen en tijgerjacht onder de Romeinen
een Keizerlijk privilegie was. Zoo verdween
de beer uit de bosschen van Duitschland,
waar hij lang voor het grootste dier werd
gehouden en in oude liederen de Koning
der dieren werd genoemd. De aueros is
reeds lang uit onze streken verdwenen, en|
hij zou in geheel Europa te vergeefs gezocht
worden als het Russische gouvernement niet
eene kudde beschermde in het hosch van
Bialowicz. Daar blijft hij bestaan ten gerievo
van de jachtliefhebbers. Zoo is het gegaan
met den eland, die nog maar op eene plaats;
in Europa leefr, n.l. in het bosch van Iben-
horst in Duitschland. De bever leefde vroe
ger in onze wateren en het wilde zwijn
werd in alle bosschen van ons land gevon
den onze IJollandsche edelen hebben nog
wilde zwijnen gejaagd in de duinen. Bij de
ruïne van Brederode vond men ettelijke
jaren geleden nog beenderen en slagtanden
van wilde zwijnen, die waarschijnlijk op de
tafels van dit grafelijk verblijf hebben dienst
gedaan en nu bewaard worden in de museums
van Haarlem en Leiden. De walvisch ook is
verbazend in aantal afgenomen en moet al
verder en verder worden opgespoord. Het
is vooral de schuld van het zoogenaamde
zwakke geslacht, dat dit grootste aller zoog
dieren zoo zeldzaam wordt. Traan en baleii
zijn de dingen, waarom de walvisch word/
gedood. Do prijs van het balein was vooral
zeer hoog, tengevolge van het maken van
corsetten. Als de crinolies in de mode waren
gebleven en men had baleinen in plaats van
stalen veeren gebruikt, zou er misschien geen
enkele walvisch meer leven. Dan zou hëtTöA
mogelijk mee gegaan zijn als met de zeekoe
in Rusland, die zoo volkomen in een zestig
heeten, niets dan steenen, water en zand
laat ons sneller gaan, want men wacht ons.#
De Capataz liet mij een vrij steil voorgebergte be
klimmen, aan onze linkerhand gelegen, op den top
waarvan we een vijftiental cargadoors, aantroffen, ver
zameld rondom een hoop zilverbaren.
«Welnu, Senores!« vroeg Ramirez hoffelijk. «Alles
gaat naar wenseh hoop ik
«Naar wensch, Capataz,# antwoordde een van hen.
«Niemand ontbreekt op de samenkomst die ge bepaald
hebt. wij hebben het zilver hier naar toe vervoerd,
terwijl we de muildieren een langen omweg lieten
nemen, en zonder dat wij, onder weg, een enkelen
tolgaarder ontmoetten.
«Dat kon niet beter, Senores.zeide de Capataz;
«laat ons nu de staven inschepen.#
Ik was, ik erken 't, in de grootste spanning, om
te weten waarom men die staven zilver op deze hoogte
had gebracht, en vooral op welke manier men 't aan
zou leggen om ze «in te schepen.# 't Was toch heel
eenvoudig.
Alle vijftien cargadoors namen elk twee of drie
staven op hunne schouders, en vervolgens, aldus be
last, wandelden zij langzaam naar het einde van 't
voorgebergte dat tegenover den kant lag, bij welken
Ramirez en ik waren opgeklommen.
En daar dit voorgebergte deel uitmaakte van de
bergen die de Mexicanen aanduiden met den naam van
voladeros, dat wil zeggen dat ze aan de buitenzijde
zijn uitgehold in den vorm van een halve maan, zoo
hing dit einde vooruit over een afgrond. Daarvan
kon ik mij overtuigen, toen ik de zee aan mijne voeten
brullen hoorde, terwijl mijn blik zich in de ledige
ruimte en in het duister verloor.
De cargadoor, die aan het hoofd ging, op den rand
van het bergvlak aangekomen, bleef staan, vervolgens
zich stevig en loodrecht gestrekt op zijne beenen zet
tende, zooals men dat nog dagelijks de karrepaarden
op de oude hooge sluizen kan zien doen, wierp hij,
met een haastige beweging van don schouder, de beide
baren die hij droeg in den afgrond. Zijne makkers volgden
de een na den ander deze ongelooflijke handgreep na.
«Mooi zoo!# riep Ramirez, die alles met belang
stelling had nagegaan. «En nu op onze beurt
Wat op onze beurt, Senor Ramirez!# riep ik
met verontwaardiging uit. «Zijt gij mal of wat
scheelt u?? zie je me ook soms voor een naneef
van Icarus aan?... spring jij« (ik was driftig ge
worden en tutoyeerde) «als jij er pleizier in hebt
om boven van die klip af naar beneden te rollen.
ik waarschuw dat ik je stil je gang zal laten gaan.
maar ik voor mij heb een bepaalden hekel aan zelf
moord, en ik ga languit op den grond liggen.#
«Uwe Edelheid vergist zich#, antwoordde mij be
daard en beleefd de Capataz, die werk scheen te hebben
een glimlach te onderdrukken. «Ziehier overigens, in
weinige woorden, de uitlegging van het tooneel, waarvan
gij getuige zijt geweest en dat gij niet kondet be
grijpen. Het strand, dat aan de andere zijde van dit
voorgebergte ligt, is ten gevolge van den bocht der
kust, op een afstand van meer dan twee mijlen, over
zee, van de tolbeambten verwijderd, en daarom heb
ben wij onze baren op dit strand geworpen, opdat de
kustwachters ons niet kunnen verrassen. De Senor
King, dadelijk na zijn middagmaal vertrokken, moet
zich in dit oogenblik aan onze voeten bevinden met
zijn walvischsloep, gereed om zich in te schepen. Wat
betreft het zich nederstorten van de hoogte der klip,
zooals dat, zegt gij, een zekere heer Icarus zaliger,
een neef van u, deed, van wien ik nooit heb hooren
spreken, daaraan denken wij geenszins wij zullen
ons eenvoudig vergenoegen met af te dalen.
«Af te dalen, zegt gij? O zoo, zouden er dan soms
valluiken of geheime onderaardsche gangen zijn mek'
het oog op de smokkelarij Dat zou ik wel aardig j
vinden.
«Neen Mijnheer, maar wij hebben goede reatas.1)
«Op mijn woord; ik begrijp 't niet.
«Welnu, ziet eens wat die man doet,antwoordde
Ramirez, terwijl hij met de hand een cargadoor aan-1
wees, op eenige passen voor ons geplaatst aan den j
uitersten rand van het vlak. «Dat zal u uitleggen hoe i
men een ziukluik door eene reata kan vervangen.i
De mijner aandacht aanbevolen cargadoor was be
zig met om den stam van een boom, die over den
afgrond heen hing, het einde van een geweldig kluwen
reata's, die aan elkaar gebonden waren, vast te maken.
Na herhaaldelijk krachtig aan den lederen strik getrokkfïïn
te hebben, om zich goed van zijn stevigheid te ver- j
zekeren, kwam de cargadoor, voldaan over de uilkomst
van zijn onderzoek, recht op ons af.
«Dat is alweer gedaan,zeide hij tot Ramirez. «Ik
sta in voor de goede hoedanigheid der reata's die ik
zelf heb gesmeerd uit overmaat van voorzorg, ten einde
te voorkomen dat we er ons de handen aan branden
zouden door de wrijving. wat de greep zou kunnen
doen loslaten.#
«Zijn ze lang genoeg?
«O! zeker Capataz, vijf en vijtig vares 2); eene
1) Rcate is de naam van den waren Mexieaanschen I
lazzo. De gewone lazzo, uit hennep af aloe-vezelen
gemaakt, is maar een speeltuig. De reiziger en de
liefhebber bedienen en zich van. De reata, uit roepen I
leèr gevlochten, is een vreeselijk wapentuig, en tevens
een onmisbaar voorwerp voor den bewoner der bin- j
nenlanden, die kudden opfokt.
2) De vare heeft 21/» voet lengte.
Y 0.48 per Kilo,
jO
aagt in het
js, welke
MloteriJ te
ekeurd door
met het
Hamburger
ht als de
et het en
iger Geld-
die in 7
als volgt
.000
1.500
1000
500
200
150
145
olgons hot
rijstrekking
tgde Geld-
cts.
nding van
opmerk-
eerd. Hot
ntbiljetten,
lakkelijkste
twissels te
ieder van
hot Staats-
3 en kwart-
verzenden
ambtelijke
verklaren
-komst de
nemen
ourneeren.
jen in onze
.eerd en na
inhouder
ambtelijke
geschiedt
Door onze
Is winsten
voonplaats
en.
het geluk
en wij n.l.
oterijen de
w. prijzen
80,000,
eze
soliede
ming vindt
al de
bestel
om
elk
ge-
toe
tot nn
rwijl wij
Dg ter d
verder
jiening
„eressenten
ons
de
k0t
maar