BUITENLAND.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
BINNENLAND.
Zulke ontzettende tooneelen komen er
aan het licht van ellende, misdaad en hon
gersnood, dat de Londensche maatschappij
wakker is geschud door den noodkreet dier
beklagenswaardige heidensche verschoppe
lingen, die opgroeien zonder God noch ge
bod, die gedwongen zijn een beestachtig
leven te leiden en de ellende van wier kin
deren vooral onduldbaar pijn doet, ook aan
harten die niet overgevoelig zijn.
Het is geen wonder dat deze brandende
kwestie veler pennen bezig houdt en dat
allerlei middelen aan de hand worden ge
daan om aan zooveel onheil paal en perk
te stellen. Het grootste bezwaar is dat het
kwaad zoo'n verbazenden omvang heeft ge
nomen, dat honderden philantropen en mil-
lioenen schats nog niet in staat zouden zijn
het weg te nemen. Maar verblijdend is het
dat de hand ernstig aan den ploeg wordt
geslagen en zoowel de staat als de kerk
trachten den toestand te verbeteren. Ook
degenen die het meest vreezen voor inmen
ging van den staat in de persoonlijke vrij
heid zijn bekeerd tot het gevoelen dat het
de plicht van de regeering is, hier krach
tig handelend op te treden.
Baldwin; «mijne belangen zouden er te zeer onder
lijden, als ik nu hier bleef.
«Nu, getroost u dan een opoffering!» antwoordde
Forbes.
«Als daarmeê alles gewonnen was!» zuchtte Bald
win. «Iedere penbing, die ik bezit, zou ik gaarne prijs
geven, als bet mij daardoor gelukken kon, mevrouw
Leiand gunstig voor mij te stemmen. Maar als een arm
man zou ik het niet durven wagen, naar Johanna's
band te dingen....
Hij bleef eensklaps steken en liep een paar maal
in gedachten de kamer op en néér.
HEUSDEN, 15 Maart.
t De zangvereeniging Kunstliefde/' een gezel
schap van dames en heeren dat enkele maanden
bestaat en zich ten doel stelt onderlinge oefening
in muziek en zang, schonk heden avond ook de
niet ingewijden de gelegenheid om met haar stre
ven kennis te maken.
Een aantal genoodigden, die allen gaarne van
de uitnoodiging hadden gebruikt gemaakt, werd
daartoe in de zeer smaakvol versierde zaal van
den heer Maurik ontvangen.
Voorafgegaan door eene korte toespraak van den
voorzitter, waarin de genoodigden hartelijk welkom
geheeten werden, gevolgd door een wenk aan het
auditorium om bij deze eerste uitvoering geen te
strenge eischen te stellen werden achtereenvolgens
de 15 nummers van het programma uitgevoerd.
Vooral met het oog op de vele moeielijkheden
waarmede eene zoo jonge vereeniging te kampen
had, aangezien verschillende leden vroeger weinig
of niet aan zang hadden gedaan, mogen wij deze
eerste uitvoering als zeer goed geslaagd heeten.
Wij brengen dan ook volmondig onze hulde aan
den heer Hoogendorp, directeur, en aan de dames
en heeren leden voor de gegeven bewijzen van
hetgeen door lust en samenwerking kan worden
verkregen. Blijven deze beiden vereend, dan zal
„Kunstliefde" voorzeker in bloei blijven toenemen.
Ook als gastvrouw komt de vereeniging alle
lof toe. Niet voldaan met het vele dat reeds het
programma opleverde, zorgde zij ook dat later de
concertzaal in eene danszaal herschapen werd,
alwaar op de meest genoeglijke wijze de avond
werd beëindigd.
t WAALWIJK, 17 Maart. Aan de voorberei
dende klasse alhier zijn 7 van de 9 en aan de
normaalschool 6 van de 8 adspiranten toegelaten.
GORINCHEM, i7 Maart. Dat een ongeluk
op een klein plaatsje ligt, bleek gepasseerde Za
terdagmiddag hier buiten de waterpoort. Dat er
nogal dikwijls een geluk zich bij een ongeluk
voordoet, is evenmin zeldzaam wat hierbij tevens
viel op te merken. Een reiziger die op de stoom
boot „Gelderland" wenschte plaats te nemen en
die boot reeds in de verte aankomen zag, wandelde,
uitgelokt door het prachtige voorjaarsweder op
het terrein voor de aanlegplaats der stoom-
booten heen en weder. Voor de „wachtplaats" ge
komen, werd de deur geopend en door de kaste
leines een gebroken glas of kelk naar buiten ge
worpen, zonder dat zij 't scheen noodig te achten
naar buiten te kijken om te zien, waar het terecht
zou komen. In gesprek met de bezoekers van
hare restauratie, bleef zij binnen de deur staan en
kon dus onzen wandelaar niet bemerken, wien
dientengevolge de glasscherven rakelings langs het
aangezicht vlogen. Had de man beter doorgeloopen,
dan had hij ze gewis vlak er tegen gekregen.
Ziedaar dus onze beide aangehaalde spreekwoor
delijke gezegden bevestigd.
't Gebeurde bevat opnieuw de ernstige waarschu
wing om toch vooral dat roekeloos en onbesuisd
naar buiten wegwerpen van gebroken gla
zen, potten, pannen, vuil water, enz. enz. na te
laten; immers, in elk geval zich eerst te over
tuigen of men er iemand ook letsel mee kan doen.
Hadden deze glasscherven den voorbijganger
getroffen, de gevolgen voor hem zoowel als voor
haar die het feit pleegde, hadden schromelijk kun
nen wezen. Hij had er vreeselijk door gewond
kunnen worden en zij had gewis eene gerechtelijke
vervolging en veroordeeling niet ontgaan.
t WOUDRICHEM. De lang verwachte elft is
in aantocht. Woensdag 11. werden er voor 't eerst
twee gevangen en hoewel de vangst vervolgens
nog niet noemenswaard bleef, zoo is die toch spoe
dig beter te verwachten. Eén werd verkocht voor
f 1.90. De zalmvangst gaat thans vrij goed, op
de benedenrivier wordt echter de meeste gevangen.
t DALEM. Zondag overleed te Leuven gern.
Vuren, de kooiman P. Vroege, oud-strijder bij
Waterloo, die den ouderdom van 89 jaren bereikt
had. Thans bevindt zich nog één oud-strijder bin
nen deze gemeente, zijnde P. Scheffers, die insge
lijks 89 jaren telt.
WERKENDAM. Door"Zr'M. is aan W. J. Van
der Eist, op verzoek, met 1 Mei e. k., eervol ont
slag verleend als notaris alhier.
Dat alle brieven, geadresseerd „aan den di
recteur der rijkspostspaarbank te Amsterdam",
portvrij zijn, is langzamerhand vrij algemeen
bekend geworden. Miuder bekeud schijnt het te
wezen, dat het adres van zulke brieven niet den
familienaam van dien directeur mag vermelden.
Wordt die naam wel vermeld, hetgeen, naar
wij vernemen, in den laatsten tijd vaak geschiedt,
dan vervalt niet slechts de portvrijdom, maar blijft
tevens zoodanige brief, totdat hij den geadresseerde
zei ven in handen is gekomen, onafgedaan.
Dit laatste nu kan, wanneer de genoemde di
recteur b. v. voor dienstzaken, gedurende korte-
ren of langeren tijd, afwezig is, allicht tot groot
ongerief of nadeel voor de daarbij betrokken per
sonen leiden. Ook bij onverwijlde toezending toch
van zulke brieven is onmogelijk eenige vertraging
in de behandeling van zaken te vermijden.
Als aanvulling van de maatregelen, door meer-
bedoelden directeur genomen, om deze zaak onder
de aandacht der talrijke inleggers iu de Rijks
postspaarbank te brengen, hebben ook wij gemeend
de aandacht onzer lezers op deze aangelegenheid,
gewichtig voor reien, te moeten vestigen.
In het midden latende of herziening der drank
wet noodig is en zich alleen bepalende tot de
meest dringende wijzigingen, wenschen de Minis
ters van Justitie en van Binnenlandsche Zaken
aan het verlangen der Kamer te voldoen door
de wijziging van art. 3 no. 8 te beperken tot
tot hetgeen in een gewijzigd ontwerp van wet
wordt voorgesteld, en tevens den termijn, in art.
28, alin. 2 genoemd, te verlengen tot 1 Mei 1886.
De tijd van dit uitstel zal dan dienstbaar wor
den gemaakt aan een opzettelijk onderzoek naar
de behoefte aan een herziening der wet, zoowel
ten opzichte van het vraagpunt der gecombineerde
bedrijven als omtrent andere bepalingen, die tot
klachten of twijfelingen aanleiding geven.
De laatst voorgestelde wijziging bepaalt o.a.
dat onder andere winkelnering niet
wordt verstaan het bedrijf van slijter, restaurateur,
sociëteit,- biljart- of opentafelhouders, koffiehuis-,
wijnhuis- of bierhuishouder.
In het „Utr. Dbl." heeft prof. P. Harting
het denkbeeld ontwikkeld om hier te lande een
fonds te stichten, waaruit geldelijke toelagen ver
strekt kunnen worden aan jongelieden uit Z.-Afrika,
die in ons land wenschen te studeereu. De heer
H. wijst er op, dat op dit oogenblik reeds 120
Zuid-Afrikaansche jongelieden in Engeland (Schot
land) studeeren en dat zoodoende de tijd niet ver
af kan zijn, dat het Engelsche element in den
beschaafden ambtenaarsstand in Z.-Afrika geheel
de overhand zal krijgen. Om dat te beletten,
moeten hier maatregelen genomen worden. Daar
onder behoort het oprichten van een fonds.
„Naar ik meen schrijft prof. Harting
mag zulk een fonds nooit bij voorkeur bestemd
worden voor bepaalde onderwijs-inrichtingen hier
te lande, tenzij zulks uitdrukkelijk door de stichters
als voorwaarde is gesteld. Maar het fonds, dat
door mij en, naar ik meen, ook door de Zuid-Afri
kaansche Vereeniging bedoeld wordt, behoort een
algemeen fonds te zijn, waarvan de geldelijke ad
ministratie wel is waar in Nederland gevestigd
blijft, maar waarvan de bestemming in Zuid-Afrika
door de ouders der jongelieden, die hier te lande
hun opleiding zullen ontvangen, behoort te geschie
den. Zij, de ouders, moeten daaromtrent ten volle
vrij blijven. De administratie van het fonds heeft
alleen kun wenschen, voor zoover zij daartoe bij
machte is, te vervullen. Er moet bij haar geen
spoor van bedoeling bestaan, om een der rijks
universiteiten, de gemeentelijke universiteit of de
vrije universiteit te begunstigen. Door een goede
reglementeering van de plichten der administratie
en door een gepaste keuze van personen, die deze
op zich nemen en die alleen een lijdelijke rol zal
behoeven te spelen, als eenvoudige uitvoerders van
den wil der ouders, kan elk onderzoek voorko
men Worden.
„Mocht dit denkbeeld bij velen mijner land-
genooten, zooals ik hoop, bijval vinden, dan ben
ik gaarne bereid tot verwezenlijking daarvan mede
te werken, door mij als voorloopig penningmeester
beschikbaar te stellen en de daarvoor bestemde
gelden in ontvangst te nemen, waarvan dan in de
nieuwsbladen op de gewone gebruikelijke wijze
bericht zal worden gegeven."
Naar het schijnt, zegt het „Handelsblad", stel
len velen zich voor, dat de Zuid-Afrikaansche
Deputatie eene onbeperkte volmacht heeft. Althans
worden tot haar allerlei verzoeken en aanbiedin
gen gericht. Om teleurstellingen te voorkomen en
de Deputatie van veel volkotnen nutteloozen arbeid
te ontheffen, kan het zijn nut hebben, te doen
opmerken, dat de Deputatie eene zeer bepaalde
volmacht heeft. Zij komt hier' te lande, om het
Nederlandsche volk te bedanken voor de sympa
thie, gedurende den oorlog betoond en om jhulp-
middelen te vinden voor de ontwikkeling der
Zuid-Afrikaansche Republiek, die haar in deze
soort van zaken het best met raad en daad kun
nen ter zijde staan.
Yoor andere zaken heeft zij geen mandaat. Zij
kan geene aanbiedingen aannemen voor het ver
vullen van betrekkingen, of personen behulpzaam
zijn, die ook zonder betrekking naar Zqid-Afrika
wenschen te verhuizenNaar het schijnt loopt
zelfs het gerucht, dat de Deputatie gemachtigd i»
om vrijen overtocht te geven.
Daarvan is geen woord waar en het kan niet
anders dan tijdverlies en teleurstelling geven, wan
neer men met deze en dergelijke aanzoeken en
aanbiedingen zich tot de Deputatie richt.
Aan de „Ilaagsche Ct." wordt het volgende ge
schreven
„Men heeft bij het bezoek der Transvaalsche
Deputatie veel geschreven over festiviteiten, audi
ënties, diners en soupers; maar nog nergens is
gemeld hoe zwaar hare leden wegen.
Welnu, bij hun bezoek aan de Polytechnische
school te Delft op 4 Maart 1.1., hebben de heeren
op het ijk-lokaal aan de waag, uit aardigheid zich
laten wegen, waarvan de uitkomst deze wasDe
heer Du Toit 82 kilo, de heer Krüger 96 kilo
en de vechtgeneraal Smit 103 kilo.
Hoe zwaar de Transvaalsche heeren wogen,
toen zij de Transvaal verlieten, is ons niet bekend."
Te Leiden zal het aannemen van lidmaten dit
jaar vermoedelijk zonder strijd plaats hebben, door
dien de leerlingen der moderne predikanten, die
belijdenis wenschen af te leggen, getuigschriften
van zedelijk gedrag bij den Kerkeraad hebben
aangevraagd, teneinde elders te worden aangenomen.
moesten zitten, trekken 50 a 00 pCt. van
hunne vaste goederen in die stegen. Ge-
heele -gangen zijn bewoond door dieven,
zedeloozen en ontslagen tuchthuisboeven.
In ééne straat zijn 35 huizen, waarvan er
32 ter kwader naam bekend staan. Een
andere straat telt 43 van die huizen, te
zamen 423 vrouwen en meisjes bevattende,
die het pad der zonde bewandelen. Waar
lijk, een tocht in de achterbuurten van
Londen zou de ommegangen van Dante's
hel met één vermeerderd hebben. Met elk
jaar vermeerdert de lange lijst van namen
van de tot ellende geborenen.
De wetgevende vergadering van den Staat Iowa
heeft onlangs oene belooning van 200 dollar en een
gouden medaille aan Kate Shelley, een meisje van
16 jaren gegeven, voor eene heldendaad, ruim twee
jaar geleden door haar verricht.
In de maand Juli van hot jaar 1881 op een storm-
achtigen avond, zat zij voor het raam van haar
moeders huisje en zag in de verte hot hoofdlicht
van den locomotief van een passagiers trein naderen.
Op eens vliegt de gedachte haar door het hoofd
dat kort te voren de brug over de Honiugbroek was
ingestort en dat dit noch onbekend was bij de
spoorwog-beambten. Zij werpt zich een doek over
het hoofd en vliegt de deur uit om het naaste station
voor den trein te bereiken.
Het regende hard, spoedig was zij doornat en
waren hare kleederen gescheurd door hare ijlende
vaart langs den kortsten weg, dwars door doornen
en struiken. Zij komt aan de hooge brug over de
Destnoines-rivier, die zij over moet: een gevaarlijke
onderneming in zulk weder, in een donkeren, storm
achtiger! nacht, daar die brug enkel bestaat uit de
spoorwegrails. Moedig stapt zij op de rails en spoedt
zich voorwaarts bij het zwakke licht van haar moe
ders lantaarn, dio zij in de hand hoeft.
Maar een rukwind blaast dat licht uit. Dat
vernieuwde ouo-eluk beneemt haar echter den moed
niet, zij werpt zich nu voorover en op handen en
knieën kruipt zij met don meest mogelijken spoed
over de brug. De overzij bereikende, vliegt zij in
ijlende vaart naar het station, juist nog bijtijds om
de zoo noodige waarschuwing te geven, dio een
groot ongeluk voorkwam.
De buitengewone overspanning bleek toen te
sterk voor hare jeugdige krachten; zij zakte ineen
en bezwijmde. Do passagiers van don trein brach
ten, uit dankbaarheid voor hunne redding, een
beurs met geld bij elkander voor het meisje en hare
moeder en met eon rijtuig, hare kleine schat
bij zich, word het dappere meisje laat in den nacht
bij hare moeder tehuis gebracht, die over haar af
wezigheid in grooto ongerustheid verkeerde. De
wetgevers van Iowa hebben thans ook gemeend
hierbij een bewijs van waardeering van zoo buiten-
gewonen heldenmoed te mouten voegen.
Te Pocahontas (Virginië) zijn 150 personen om
gekomen door een ontploffing in een steenkolen
mijn. De oorzaak van de ramp is onbekend. Hui
zon op honderde voeten afstands van de plek wer
den geheel vernield. De catastrophe had plaats om
streeks middernacht. De meeste slachtoffers waren
t
vreemdelingen.
Uit Trinidad wordt bericht, dat te Port-of-Spain
een hevige brand woedde, die een schade van
400,000 dollars aanrichtte.
Er is sprake van dat men in Engeland voor de
voltrekking van doodvonnissen, waarbij in don laat-
sten tijd de onhandigheid (beschonkenheid) van den
nieuwen beul herhaaldelijk ergernis gaf, de oude
galg door de guillotine zal vervangen.
In de kolenmijnwerken van Engeland zijn jaar
uit jaar iu 500,000 personen werkzaam. Gemiddeld
verliezen jaarlijks 2500 arbeiders door ongelukken
in de mijnen het leven, d. i. 48 personen in de
week of 8 daags.
Te Hapsal, zoo bericht men van daar, maakte
in den laatsten tijd een ijverig prediker van de
Wederdoopers een aantal bekeerlingen, die hij bij
onderdompeling doopte in een daarvoor in het ijs
gehakte bijt, bij een felle vorst. De prediker stond
in een duikercostuum tot aan de borst in het water,
en dompelde zijn ontkleede bekeerlingen in het ijs
koude nat, waarna de bibberende nieuwe gemeente
leden, zonder door eene wandeling eerst «doorstra
ling® te hebben gekregen, nog uren lang naar zijne
predikatiën moesten luisteren.
Hoe deze voor de zielen misschien heilzame plech
tigheid hun lichamelijk bekomen is, wordt niet
gemeld.
De justitie heeft, ontdekt, dat te Coisdorf in Ja
nuari 1882 een 82-jarige vrouw was gestorven, van
welker dood haar zoon en schoondochter, bij wie
zij inwoonde, een geheim hadden gemaakt. Veer
tien maanden hielden zij 't lijk in huis de dienst
boden dachten, dat de oude vrouw nog leefde, zjj
kookten dagelijks soep voor haar en lieten steeds
geneesmiddelen klaar maken. Toen het lijk werd
ontdekt, woog het nog slechts 4y2 kilogram. De
zoon had den dood zijner moeder 14 maanden ver
borgen gehouden, om door het voorspiegelen van
een erfenis zijn talrijke crediteuren aan den praat
te houden. Onlangs had hij het huis van zijn moe
der voor 36,000 Maak namens haar verkocht, welke
handeling natuurlijk thans nietig is verklaard.
Te Geneve is een jong Spanjaard in hechtenis
genomen, die ten nadeele van zijn patroon, een
bankier te Valladolid, een valschen wissel bad ge
maakt ten bedrage van een millioen francs.
De Khedive® van Egypte zal eerlang zijn twoe
zonen, de Prinsen Abbas en Mehemet Ali, naar
Engeland zenden, om hun opleiding te gonieten aan
het college van Harrow.
Te Berlijn kwam een geheel Mongolengeziu, va
der, moeder en kinderen, op hun doorreis naar
Zuid-Amerika aan. Zij vormen de voorhoede van
een aantal gezinnen van landverhuizers. Het ver
ried nog al beschaving in de menschen, dat zij
zich van een dienstman voorzagen om hun tot gids
te verstrekkon. In hun vreemde kleederdracht en
met de citroengele gezichten wekten zij in de stra
ten groot opzien. Aan een wisselkantoor brachten
zij hun eerste bezoek. Zij hadden veel geld bij zich.
Het doel hunner reis is Bolivia. Zij spraken Rus
sisch.
Donderdag is het proces tegen d e «meisjes-moor
denaars® te Weenen aangevangen. Hugo Schenk,
de 35- jarige hoofddader, Karl Schenk, die met
de r. .orden bekend was, en Karl Schlossareck, die
ze feitelijk uitvoerde, werden gehoord. Ze beken
den do moorden op de slachtoffers volledig. Toen
de berooving van den molenaar Podbera en van
Josephine Timal na het in bewusteloosheid bren
gen van den koetsier Bauer mislukt was, hadden
Hugo Scheuk en Schlossareck besloten voortaan
ieder slachtoffer, dat zij op 't oog hadden, onver
biddelijk uit den weg te ruimen. Hugo maakte de
plannen voor al de misdaden, Schlossareck alleen
voerde ze uit. Hugo Schenk verklaarde, dat hij
geen moorden wilde begaan. Karl Schenk wist van
de zaken, maar nam er geen deel aan. Hugo is de
zoon van een overleden zeer geacht ambtenaar der
justitie.
Burgemeester en Wethouders van Heusden;
Gelet opart, lder wet van 28 Juni 1881 (5<&.n°.102);
Brengen ter openbare kennis, dat het kohier van
den Hoofdei. Omslag dezer gemeente voor het dienst
jaar 1884, goedgekeurd door Gedop. Staten bij besluit
van 13 Maart jl. G no. 32, aan den gemeente-ontvan
ger ter invordering is toegezonden en afschrift daar
van te rekenen van 20 Maart a.s., gednrende 5 maan
den ter secretarie dezer gemeeute voor een ieder ter
lezing is nedergelegd
dat ieder aangeslagene binnen 3 maanden na de
dagteekeniug der uitreiking van het aanslagbiljet zich
met zijne bezwaren tegen den aanslag op ongezegeld
papier tot den gemeenteraad kan wenden, vau wiens
beslissing binnen 80 dagon na. de medodeeling daar
van in beroep kan worden gekomen bij Gedep. Staten.
Heusden, Burgemeester en Wethouders voorn.,
18 Maart 1884. HONCOOP, Bnrgemeoster.
H. J. VAN EGGELEN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Heusden noodi-
gen de voor de dienst der Nationale Militie aangewe
zen lotelingon dezer gemeente uit, om, zoo zij verlan
gen voor de Zeemilitie te worden ingelijfd, daarvan
voor den 1 April a.s. ter secretarie dezor gemeente ken
nis te geven. Burgem. en Weth. voornoemd,
Heusden, HONCOOP, Burgemeester.
18 Maart 1884. H. J. VAN EGGELEN, Secretaris.