No. 259.
Woensdag 26 Maart.
1884.
Drukfouten.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden.
BALDWIN.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maauden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Degenen, die nooit een drukproef gecor
rigeerd hebben, kunnen zich bij geene mo
gelijkheid een denkbeeld vormen van de
nauwlettende zorg, die vereischt wordt om
een vel druks behoorlijk van de fouten te
bevrijden. Niet alleen moet de corrector op
de hoogte van de taal zijn, maar hij heeft
daarenboven noodig een scherpen blik, eene
onverstoorbare oplettendheid en eene lang
durige oefening. Wanneer de tekst aan den
corrector niet onbekend is, dan ziet hij zoo
spoedig een omgekeerde of misplaatste let
ter over het hoofd. Slechts hoogst zelden
is dan ook een schrijver een goed correc
tor van zijn eigen werk, want in de meeste
gevallen leest hij niet wat er staat, maar
hij leest wat hij meent geschreven te hebben.
Het is dan ook voor een schrijver een
van de ergste plagen, wanneer hij, denkende
een goed werk geleverd te hebben, bemerkt
als het gedrukt is, dat het door verschei
dene fouten ontsierd wordt. Soms zijn die
fouten van weinig belang, maar ook soms
veranderen zij de beteekenis van eene uit
drukking geheel en al, cn meer dan eens
is het gebeurd dat de schrijver of drukker
met doodstraf of gevangenis eene onacht
zaamheid boette, die door den corrector was
begaan.
Het moet gezegd worden er komen
tegenwoordig heel wat meer werken van
de pers, maar zij zijn tevens heel wat nauw
keuriger dan vroeger. Boeken zonder druk
fouten zijn er bijna niet, maar de lijst van
drukfouten behoeft tegenwoordig zoo niet
meer met de el uitgemeten te worden als
vroeger en het is thans maar zeldzaam dat
zij bladzijden vult, zooals dat vroeger het
geva] was.
In 1507 verscheen een uitgaaf van de wer
ken van de la Mirandola in een deel; de errata's
besloegen vijftien bladzijden. In 1561 vin
den wij een boek van 172 bladzijden met
een foutenlijst van 15 bladzijden. De kar
dinaal Bellarmin gaf een werk uit//Con-
troversis" 88 bladzijden besloeg de lijst
der drukfouten, en de Dominikaner monnik
Garica liet in 1578 eene lijst drukken van
de fouten die voorkwamen in de toenma
lige uitgaaf van de //Summa van den Heili
gen Thomas"deze lijst beslaat 111 bladzijden.
Zoo erg is het heden ten dage niet meer,
maar toch maakt zich nog meer dan een
schrijver boos, als hij leest wat de drukker
soms van zijn werk maakt.
Onder de zonderlinge drukfouten komen
in de eerste plaats fouten, die gemaakt of
onveranderd gebleven zijn in eenige uitga
ven van den Bijbel, en die de oorzaak zijn
geworden dat die uitgaven op hooger last
werden vernietigd en dat de weinige exem
plaren, die er van zijn overgebleven, voor
de verzamelaars van zeldzame boeken eene
hooge waarde hebben verkregen. Zoo was
er eene vrouw van een Duitsehen drukker,
die haar man eene poets wilde bakken en
die des nachts in het geheim twee letters
veranderde in Genesis 3, vers 6. Er moest
staan (letterlijk vertaald) „en hij zal uw
Heer zijn." Zij veranderde Herr in Narr, en
er stond „en hij zal uw nar zijn." Het ge
recht trok zich de zaak aan, de vrouw werd
schuldig bevonden en tot den brandstapel
veroordeeld.
Onder Karei I werden de drukkers van
eene nieuwe uitgaaf van den Bijbel tot eene
boete van 3000 pond sterling veroordeeld,
omdat het achtste gebod luidde //Gij zult
stelen." Dezelfde fout werd gemaakt in 1710
te Halle. De geheele oplaag werd verbeurd
verklaard en vernietigd.
De drukker van de hoogeschool van Cam
bridge drukte bijbels, die wemelden van fou
ten. Eene werd, naar men wil, opzettelijk
gemaakt en met 1500 pond sterling betaald.
In Hand. 3, vers 6 werd wij in gij veranderd,
waardoor het recht om de leeraren te kie
zen werd gegeven aan de Gemeente zelf in
plaats van aan de Apostelen. In denzelfden
bijbel staat //De boozen zullen het Ko
ninkrijk Gods beërven." Door het wegval
len van de lettergreep fa in het woord
famulumlezen wij in een gebedenboek
z/Heer Zegen den Koning, uw muilezel"
in plaats van //Heer, Zegen den Koning, uw
knecht. Zoo ontsnapte professor de Fla-
vigny maar nauwelijks aan het schavot, om
dat in eene bekende uitdrukking de o van
oculo was weggevallen en nu stond overal
achterste in plaats van oog in de uitdruk
king van de balk enden splinter.
Wanneer boeken, die aan zulk een nauw
gezette revisie worden onderworpen, niet
kunnen ontsnappen aan de plaag der druk
fouten, hoeveel te minder dan dagbladen,
voor wier correctie dikwijls zoo weinig tijd
beschikbaar is. De //Moniteur" gaf indertijd
kennis, dat de Raad der Monsters (Minis-
tres) vergaderd was en een Engelsch dagblad
meldde niet lang geleden, dat een passagiers-
trein een koe in twee kalven had gesneden
in plaats van in twee halven en in 1869
gaf een Nieuw-Yorksch Dagblad eene an
nonce voor een onfeilbaar geneesmiddel.
Boven de aankondiging stond in groote let
ters Helsch geneesmiddel in plaats van in
wendig geneesmiddelnamelijk Infernal in
plaats van Internal. Het was misschien nog
niet zoover bezijden de waarheid.
Onze Hollandsche boeken en dagbladen
doen natuurlijk voor de vreemde niet onder.
In het 18e deel van de Vad. Gesch. van
Wagenaar staat bladz. 34 //De Sul der Ne
derlanden," in stede van //de Consul." In
de Gids van 1862, bladz. 654 staat, sprekende
over den Noord-Amerikaanschen oorlog
z/De afstammelingen van de Cavaliers uit
de dagen der Stuarts hebben getoond, dat
zij den rapenhandel (wapenhandel) verston
den." In de wet tot regeling vanhetLag.-
onderwijs, uitgave Noothoven van Goor,
1857, art. 26 leest men: Voor hem, die
niet eervol wordt geslagen, gaat aanspraak
op pensioen verloren. In een catalogus van
teekeningen van J. de Wit, staat eenige
Chirurgijns hoofdjes, in plaats van Cherubijns
hoofdjes en in een der nadrukken van Brinks
Katechiseerboekjes was gedrukt; //voor alle
dingen, mijne broeders, zweet niet. Eduard
Meijster, noemde in een zijner rijmen twee re
genten van Utrecht: twee stadsuilen, maar
in de errata zette hij stads zuilen. In het
Handelsblad van 9 April 1863 leest men
onder elkander de beide volgende advertenties.
Ondertrouwd
J. J. Zeilinga van Groningen
en
H. M. Hinrichs
en A. C. Kesler.
Amsterdam, 9 April 1863.
Ondertrouwd
Amsterdam,
9 April 1863.
J. F. Wustenhoff,
weduwnaar van M. Overduijn.
In de Standaard van 6 November 1873,
is de volgende drukfout ingeslopen„Tot,
leed (lid) van de Provinciale Staten van
Friesland is met algemeene stemmen her
kozen Jhr. Mr. F. J. J. van Eisinga.
De Haagsche Nieuwsbode van 22 Nov.
1873 heeft onder de officieele berichten:
z/Z. M. heeft op verzoek eervol ontslagen,
Jhr. E. J. F. Stern, als //Rijks Scheveningen,"
en het Handelsblad van 9 Nov. van het
zelfde jaar geeft het verslag van de Hande
lingen van den Gemeeneraad van Amster
dam, terwijl in de Locomotief van dat jaar
NOVELLE VAN RUDOLF LINDA U.
9)
Een gevoel van schaamte en toorn had zich van
Forbes meester gemaakt. Hij gevoelde dat Baldwin
in dit oogenblik als van eene geduchte hoogte op hem
neèrzag. Maar had deze het recht daartoe? Waarop
liep alles ten slotte uit? Altijd op het oude lied!
Hij, Forbes moest geld geven. Was hij dan voor
niets ter wereld goed als om te betalen? andere,
vreemde menschen uit de verlegenheid te helpen
Wie had hem ooit geholpen? Niemand! Hij verlangde
niets van Baldwin. Welk recht had de/e om zich
met zulk een verzoek tot hem te wenden Hij had
den wildvreemden man lietgekregen, omdat hij hem
voor onbaatzuchtig hield. Maar Baldwin was al even
zoo als al de andere menschen met wie hij in aanra
king kwam. Hij wilde hem, Forbes, plukken. »Ik
wil mij niet voordurend en door iedereen plukken en
villen laten,dacht hij; «de vriendschap van dien
man is mij geen 50,000 dollars waard. Zelfs geen
penning mag ik daarvoor geven, als ik ze rnoet koo-
pen. Zij heeft slechts waarde voor mij zoolang zij
niet te koop is.»
Gij beoordeelt mij verkeerd,sprak hij tot Bald
win; «maar het zou tot niets leiden al deed ik een
poging om het misverstand uit den weg te ruimen...
Slaap wel, Baldwin.»
Goeden nacht.»
Een paar minuten later hoorde Baldwin de equi
page wegrijden, die zijn gastheer naar de club bracht.
Forbes speelde daar als gewoonlijk, maar zoo moge
lijk met nog minder belangstelling dan hij er ooit voor
betoond had. Zijn verstand leverde hem hon
derd doorslaande bewijzen, dat hij in zijn handel
wijze tegenover Baldwin in zijn volle recht wasmaar
zijn hart, hoe koud het ook was, zeide hem toch
dat hij kleingeestig en onedel handelde Neen
Baldwin was geen alledaagsche gelukzoeker, die het
er slechts op voorzien had hem geld af te persen!.
En naast dezen stontj een ander man, wiens beeld
Forbes niet verdrijven kon, een man met een vroeg-
oud gezigt, met droevige oogen, met een pijnlijken
glimlach om den mondThomas. Baldwin had aan
deze, zonder hem te kennen, weldadigheid gedaan.
«Zoo ik niet geheel te gronde gegaan ben, dun dank
ik hetBaldwin,« had Graham aan Forbes geschreven.
Als een gewetensknaging vatte deze gedachte post
in het hart van den millionair.
Hij zal het geld hebben,» zei hij plotseling bij zich
zeiven. Een verkwikkende warmte, gelijk hij sedert
jaren niet meer gevoeld had, doorstroomde zijne borst.
Va banquet* riep hij en schoof een grooten
hoop goud en baiikbilietten, die voor hem lagen op
de tafel. Hij verloor. Er werd tamelijk lang geteld
Hij wachtte ongeduldig en betaalde een niet onbelang
rijke som. Toen stond hij op en reed naar huis.
Baldwin's vensters waren niet meer verlicht. «Hij
slaapt al,dacht Forbes. Hij ging naar zijn eigen
kamer; maar hij was overspannen en het duurde lang
eer hij insliep. Toen zijn knecht den volgenden mor
gen wat later dan anders in zijn kamer kwam, stelde
hij zijn heer een brief ter hand. Forbes herkende in
het adres de hand van Baldwin. Hij scheurde het
couvert open met zenuwachtige haast, wat anders
juist niet zijn gewoonte was, en las de volgende
regels
«Beste Forbes
«Ontvang mijn bartel ijken dank voor de vriendelijke
opname die gij mij verleend hebt. Ik heb be
sloten naar Londen te gaan. Uw knecht zegt
mij, dat gij nog slaapt en ik mag u niet storen.
»Uw toegenegen
«Gordon Baldwin.»
IV.
Vier volle jaren waren er sedert dien tijd verloopen.
Baldwin telde nu twee en dertig jaar en Forbes begon
naar de veertig te loopen. Mevrouw Leiand was ge
storven, zonder den liefsten wensch haars hartenhet
huwelijk van hare Johanna met den heer Forbes
vervuld te zien.
Johanna was nog jong en nog altijd mooimaar
zij was ontevreden, verbitterd en dit was op te maken
uit den vastgeslotcn mond met de smalle, rechte lippen,
uit den scherpen blik der bruine oogeu en uit de
wrevelige, stroeve uitdrukking van haar geheele gelaat.
Het leven had haar niet geschonken wat zij er van
gehoopt had. De jaren der eerste, frissche jeugd waren
nu voorbij. Hare vriendinnen en kennissen van gelijken
leeftijd, meest allen lang zoo schoon en rijk niet als
zij, waren getrouwd, hadden zich een plaats in de
samenleving veroverd en schenen nu als van een ver
heven standpunt op Johanna, wier overwicht zij als
jonge meisjes vrijwillig erkend hadden, néér te zien.
Talrijke sollicitanten om, hare hand waren er in
die jaren nog komen opdagen. Zij had ze allen afge
wezen. Zij wist wel waarom. De eenige man, wiens
tegenwoordigheid haar hart sneller deed kloppen, wiens
hulde haren trots gevleid zou hebben, George Forbes,
liet zich niets aan haar gelegen liggen. Eu nu was
langzamerhand de kring harer vereerders enger gewor-
i den sedert het overlijden van haar moeder gevoelde
zij zich verlaten. Zij verscheen van tijd tot tijd in de
samenkomsten der Amerikaansche kolonie, waar hare
groote schoonheid en de hooge finaneiëele positie des
heeren Leiand haar nog altijd een voorname plaats
verzekerden inaar zij stond alleen. De ongehuwde
meisjes ontzagen hare scherpe tong; de jonge mannen
werden verlegen als zij aan de blikken van Johanna
Leiand blootgesteld waren.
Somtijds voegde George Forbes zich bij haar. Dan
straalden hare oogen en er kwam eene kwijnende,
verwijtende uitdrukking in doch de millionair zag er
niets van. Hij zat volkomen onbevangen tegenover
Johanna en terwijl zij hem gadesloeg cn de geliefde
tr kken dieper en dieper in haar ziel prentte, critiseerde
lij met onverstoorbare kalmte de toiletten der aan
wezigen en maakte nu en dan ecu satirieke opmerking
over «die jongelui.Hij behandelde Johanna als iemand
van zijn jaren, als een kennis uit langvervlogen tijden
omstreeks middernacht, als de anderen vroolijk werden,
als genot en levenslust de wangen der «jongelui» met
een blos overtogen, stond Forbes met nauw bedwon
gen lust tot geeuwen op, om naar zijn club te gaan
en daar nog een uur of wat te blijven spelen. Hij was
in de laatste jaren bijna in het geheel niet veranderd.
INog altijd was hij dezelfde rijzige, elegante cavalier,
wiens gelaatstrekken bij al de «habitués» van de
boulevards, het Bois de Boulogne en de eerste voor
stellingen» wel bekend waren.
Forbes had Baldwin, nadat deze voor goed ver
trokken was, een tijd lang pijnlijk gemistja, hij
was naar Londen gereisd, om hem daar op te zoeken
hij had hem ook geschreven. Zijn brief was oabe-
antwoord gebleven. Daarna had hij zijn gast ver
geten. Hij moest aan zooveel andere dingen denken:
aan zich zeiven in de eerste plaats! Van tijd tot tijd,
met lusschenpoozen die allengs langer warden, dook
DE
(iisden en AKeni,
WAARD,