BUITENLAND.
BINNENLAND.
Charman spreekt van de Engelschen na
tuurlijk.
weet dat ik in dit opzicht wat achterdochtig gewor
den ben, en men komt tegenwoordig nog slechts zel
den met zulke aanvragen tot mij. Maar juist omdat,
ik weinig, ja zeer weinig vrienden bezit, stel ik een
onbeschrijfelijk hoogen prijs op de vriendschap van
hen, die mij met eene oprechte genegenheid vereeren.
Ik het» u vroeger onder deze laatsten geteld. Heb ik
mij vergist, mevrouw? Dat zou een grooter on
geluk voor mij zijn dan gij wel denkt, en dan ik
durf te zoggen.(Wordt vervolgd.)
t MEEUWEN. De postbode-besteller M. v. M.
van deze plaats op Babyloniënbroek heeft zijn
ontslag ingediend, op grond hij zijn Zondagsrust
niet wil schenden.
t BAARDWIJK. De tooneelvereeniging „Eens
gezindheid" gaf 1.1. Maandagavond ten huize van
den heer W. Pullens alhier hare laatste winter-
voorstelling. Wegens sterfgeval in de familie van
een der acteurs en wegens afwezigheid van een
ander, werden een paar vroeger gespeelde stuk
ken ten tooneele gebracht, n.l. „De Wees uit
het gebergte" en Weg inet de Emancipatie."
Beiden werden goed gespeeldwij mogen zelfs
zeggen dat Albert, de advokaat der armen, zijn
rol meesterlijk vervulde; vader Thomas was min
der in zijn rol dan gewoonlijk. Het publiek was
voor het overige zeer voldaan. Ten slotte komt
nog een woord van dank toe aan de heeren Schrij-
ner en den onvermoeiden J. Burmanje, deze voor
zijne voordrachten, gene voor zijn spel.
t BEZOOIJEN. Tot lid van den gemeenteraad
is gekozen, bij herstemming, de heer E. de Bak
ker, met 36 stemmen. De heer J. Schalken be
kwam 28 stemmen.
t Het buitenland van de diaconie te Be-
zooijen heeft bij de verpachting van Maandag 1.1.
14 pCt. minder opgebracht dan de laatste maal.
Het binnenland echter heeft iets meer opge
bracht.
's-IIERTOGENBOSCH, 30 April. De Breda-
sche Harddraverijvereeniging heeft zich tot de Staten
dezer provincie gewend met het verzoek, dat haar
eene bijdrage uit de provinciale kas worde ver
leend in de kosten van de op 8 Sept. e.k. te
Breda te houden harddraverijen en wedrennen.
t DALEM. Bij de in de vorige week gehou
den landverpachting te Vuren en Dalem was
wederom een belangrijke prijsvermindering der
hooi- en weilanden waar te nemen. De groote
hoeveelheden hooi welke nog voorhanden zijn en
de weinige vraag daarnaar, zijn vermoedelijk hier
van de hoofdoorzaak.
t ROTTERDAM, 30 April. Ook deze ge
meente heeft sedert enkele maanden een afdeeling
van de Nederlandsche Vereeniging tot bevordering
van Zondagsrust, wat vooral hier niet te verwon
deren is, omdat in een stad met zulk een voort
durende drukte de noodzakelijkheid van één rustdag
op de 7 dagen het best uitkomt. Behalve dat
lichaam en geest dien rust niet kunnen ontberen,
heeft ook het huiselijk leven rechten, waaraan
tegemoet gekomen moet worden. Uit dit driele
dig oogpunt beschouwd zal wel geen redelijk mensch
het streven naar gepaste rust in den ander laken.
De Rotterdamsche afdeeling telt ruim 200 le-
den, zooals op de hedenavond gehouden verga
dering werd medegedeeld, doch op het gehalte
der leden schijnt nog al een en ander aan te
merken te zijn. Ik bedoel hier niet het gedrag
der leden maar de omstandigheid dat vele toege
treden leden niet eens met het doel der vereeni
ging vertrouwd zijn. Zoo kwam ik te weten, dat
vele brievenbestellers toetraden in de meening dat
wanneer zij de contributie van 50 cents betaalden
reeds terstond Zondagsrust zouden genieten Dat de
ijver der leden niet groot is, bleek heden avond de
vergadering was, wel geteld, bezocht door 30
personen, kinderen medegerekend, terwijl de af
deeling zelf meer dan 200 leden telt, allen te
Rotterdam woonachtig.
De vereenigingen rijzen hier ter stede al# pad
destoelen uit den grond, zooals men zegt, maar
vergaderingen bijwonen, een der middelen tot
bereiking van het doel, waartoe men zich ver-
eenigt, geschiedt slechts in geringe mate. Hoe
zou het ook mogelijk zijn. Een rechtgeaard Rot
terdammer is lid van minstens een 4 of 5-tal
vereenigingen, woon dan al die bijeenkomsten
eens bij, als ge zelf nog bezigheden hebt te ver
richten en de huiselijkheid niet geheel ten offer
wilt brengen aan het vereenigingsleven. Dan, ar
me reporters van dagbladen, die alle vergaderin
gen bijwonen, van alles te zien en te hooren
krijgen, van alles verstand moeten hebben! Hun
fouten worden, jammer voor hen, niet begraven,
maar duizenden lezers stekeH den volgenden dag
den draak met den journalist, enz. enz.
t Zaterdag 3 Mei wordt de eerste steen
gelegd voor den nieuw te bouwen schouwburg in
de Aert van Nesstraat alhier. Vele notabelen zijn
tot bijwoning dezer plechtigheid uitgenoodigd.
Wij achten het niet ondienstig Heeren ree-
ders en bevelvoerders van schepen, die de visscherij
op de Noordzee buiten de territoriale wateren
uitoefenen, te herinneren, dat het internationaal
tractaat, houdende policie-voorschriften op de Noord
zee en in no. 40 van het Staatsblad 1884 afge
kondigd, op den 15n Mei a. s. in werking komt.
Ten einde zich te vrijwaren tegen de straffen,
op de overtreding van die voorschriften gesteld,
zal het zeker noodig zijn dat alle belanghebben
den van den inhoud van dit tractaat tijdig en
nauwkeurig kennis nemen.
Tevens kunnen wij hier bijvoegen, dat eene ver
zameling van de wetten en verordeningen op de
zeevisscherijen, zooals die tegenwoordig gelden,
door de zorg van het collegie voor de zeevissche
rijen bijeengebracht, dezer dagen in den handel
komt en dat daarin ook het bovengenoemde trac
taat is opgenomen.
Twee schepen van de nederlandsche Marine, de
Argus en de Bonaire, zullen van wege Nederland
het politie-toezicht uitoefenen, het een op onze
eigene kusten, het andere elders in de Noordzee.
Alle visschersschepen die, om welke reden ook,
hulp of bijstand van deze kruisers mochten be
hoeven, kunnen hun daartoe strekkend verzoek
openbaren door onder elkander twee vlaggen te
hijschen, de hollandsche bovenaan en eene andere,
onverschillig welke, daaronder.
Dinsdagavond was in het hotel en café Krasnopolskv
te Amsterdam voor het eerst de geheele electrische
verlichting brandende. Tusschen de 1000 en 1100
lichten verspreidden in alle lokalen der groote in
richting hun glans, een aantal, in onze hoofdstad
zeker, maar waarschijnlijk ook daar buiten, voor
éene inrichting ongekend.
In welk licht men deze kolossale zaak evenwel
beschouwe, zij kan het helderste licht velen, en
alle bezoekers waren het dien avond daarover eens,
dat de door den heer Graux nieuw gedecoreerde
wintertuin met zijn kostbare bloemen een schoon
effect maakte en de nieuwe voorzaal, meer bepaald
voor diners en soupers bestemd, een groote aan
winst is. Aldus zullen ongetwijfeld ook de Burge
meester, de Wethouders en verdere autoriteiten
geoordeeld hebben, die den wakkeren directeur
door hun bezoek een bewijs van waardeering ga
ven en door hem in het geheele gebouw werden
rondgeleid.
Of „Kras" nu met bouwen gedaan heeft? Wie
zal het zeggen. Een ondernemend man schijnt
daartoe telkens nieuwe aanleiding te vinden. Toch
ligt het voortdurend veranderen en vergrooten
niet zoozeer aan de zucht daartoe, dan wel aan
het langzaam veroveren van het noodige terrein,
dat steeds uitbreiding noodig maakte. Wie weet,
dat voor gebouwen en tuin, waarvan enkelen de
zalen nu niet meer „zoo groot" vinden, achter
eenvolgens zeven en vijftig perceelenen perceel
tjes moesten aangekocht worden, sommigen van
onbemiddelde eigenaars, aan wie daarvoor nog al
tijd een lijfrente wordt uitgekeerd, begrijpt de
oorzaak van het onophoudelijk afbreken en opbou
wen. Nog staat met het oog op de beursplannen
te bezien of het huis aan de overzijde der War
moesstraat, naar vroegere voornemens, tot een pas
sage zal worden ingericht, die van het Damrak naar
den hoofdingang leidt; daarmede is dan het getal
aangekochte huizen tot 58 geklommen. De heer
Krasnapolsky meent nu evenwel, na een bouwtijd
van 17 jaar, dat de zaak over het geheel „af"
mag genoemd worden, en werkelijk is, naar het
getuigenis van hen, die in het buitenland vertoef
den, en ook van vreemdelingen zelf, in geen Euro-
peesche wereldstad een zoo grootsche onderneming
van deze soort aan te wijzen! „N. v d.D."
Naar men meldt heeft de candidaat-notaris
Kooyman een klacht ingediend tegen de redactie
van het „Geïll. Pol.-Nieuws", naar aanleiding van
een onlangs door dat blad te zijnen aanzien me
degedeeld bericht.
Sedert Zaterdag 26 tot Dinsdag 29 April,
zijn aan de vischmarkt te Goriuchem afgeslagen
82 zalmen van 12 tot 34 halve kilo's; prijs per
half kilo f 0.85 tot f 0.96 en 2741 elften, van
f 0.58 tot 1.49 per stuk.
Te Bergen-op-Zoom is een paling gevangen
van 17 kilo. Het dier was 1.75 meter lang bij
een dikte van 56 centimeter. Het monster is
naar Antwerpen verzonden.
In den laatsten tijd wordt er in de Zuiderzee
zooveel haring gevangen, dat daarmede schepen
bevracht en naar elders verzonden worden, om tot
mestspecie op de bloemkoolvelden te dienen.
Ter gelegenheid van den schoonmaak vonden
de dienstboden in het hotel „de Nederlanden" te
Wildervank, in het stroo van een der bedden,
eene portefeuille, waarin zich, behalve een polis,
twee honderd veertig gulden aan bankbiljetten
bevonden. De eerlijke meiden brachten dit aan
hare meesteres, wie het na vele moeite gelukt
is den eigenaar der portefeuille, die in October
1883 aldaar gelogeerd had, te vinden.
Woensdagnacht is te Haarlem een hevige brand
uitgebarsten in de Kruisstraat in een perceel,
waarvan het benedenhuis werd bewoond door den
winkelier in bedden, garen en band enz. F. J.
Lijnkamp; boven door den heer N. F. Stades,
leernar aan het gymnasium, en boven-achter door
mej. E. A. de Nijs, eigenares van het perceel, en
haar 20-jarige nicht. Toen de brand gezien werd,
stond het benedenhuis reeds van voren tot achter
in volle vlam en konden de bewoners daarvan
slechts met moeite gered worden, en niet dan
nadat Lijnkamp en zijn vrouw brandwonden had
den bekomen. De heer Stades is door middel van
een ladder door de buren gered, maar mej. De
Nijs en haar nicht zijn in de vlammen omge
komen. Redding was inderdaad niet meer moge
lijk, omdat als in een oogwenk het geheele huis
in lichtelaaie stond.
Het perceel is geheel uitgebrand de belendende
perceelen, die reeds waren aangetast, zijn door
de brandweer behouden, maar hebben veel water
schade bekomen. Door de hitte zijn van vier win
kels aan den overkant de spiegelruiten gespron
gen. Alles was tegen brandschade verzekerd, be
halve de inboedel van perceel 36, bewooud door
den kleèrmaker F. Bruinsvoort. De oorzaak is
vooralsnog onbekend.
Een Amerikaan uit Attica heeft door tusschen-
komst van zijn neef, mede een Amerikaan, en
den heer A. F. de Goede uit de Purmer, tegec
hooge prijzen fokvee in Noord-Holland laten op-
koopen. Maandag zouden de landbouwers hun
vee afleveren te Purmerende eu aldaar tevens geld
ontvangen. De neef, die het geld ten bedrage
van f 30,000 te Amsterdam op wissels had ge
ïncasseerd, is, na grove verteringen gemaakt te
hebben, met de rest van het geld verdwenen. De
heer de Goede ontving het vee en heeft op tele
grafisch verzoek uit Attica de gelden voorgescho
ten en Dinsdag de leveranciers uitbetaald.
Op het Russische consulaat te Amsterdam is
door een fabrikant uit Petersburg aangifte gedaan,
dat hem Maandag morgen per Holl. trein van
Rotterdam naar Amsterdam, een onbekende, in
dezelfde coupé met hem gezeten, uit loutere be
leefdheid eenige malen diens welgevulde veld-
flesch had aangeboden en dat hij van de daarin
aanwezige cognac een zoo ruim gebruik maakte,
dat hij door een diepen slaap bevangen was ge
worden en de conducteurs, bij aankomst daar ter
stede, moeite haddon hem wakker te schudden.
Toen zou het den Rus gebleken zijn, dat te ge
lijk met zijn onbekenden reisgenoot ook verdwe
nen was zijne reistasch met niet onaanzienlijk
geldswaardige papieren. De politie, waarheen de
consul den bestolene verwezen heeft, doet ijverig
onderzoek. Vreemd is het dat van het geheele
geval aan het centraal-station te Amsterdam niets
bekend is.
Dinsdag ochtend kwam bij den Russischen
consul te Amsterdam een welgekleed persoon,
die verhaalde dat zijne koffers aan het station
waren en hij met een bankiershuis te dier stede
eene belangrijke zaak had te regelen. Hij vroeg
den consul of diens bediende hem derwaarts
mocht vergezellen, doch het zou hem aangenaam
zijn, indien hem eenig geld werd verstrekt, dat
hij dan terstond weder zou restituëeren. De con
sul gaf hem een bankbillet van f 25 en liet hem
daarop met een zijner bedienden naar een der
prima bankiershuizen aldaar gaan, om zijn finan-
tiëele aangelegenheden te regelen. Aan het kan
toor gekomen, bleef de bediende in de wachtka
mer wachten, terwijl de man van zaken in een
ander vertrek met een der firmanten sprak en na
beurs zou terugkomen. Door eene andere deur
vertrok hij, terwijl de bediende geduldig zijne
terugkomst bleef afwachten, tot dat eindelijk bleek
dat de vogel gevlogen was eu men met een be-
hendigen bedrieger te doen had gehad. De poli
tic is van het eebeurde verwittigd en tracht den
quasie-Geschiiftsinann op het spoor te komen.
Te Nieuwediep kaapte dezer dagen een sjouwer,
uit den mand van een eierenkoopman, drie kip
eieren en wist ze in zijn zuidwester te moffelen,
die hij snel weer op het hoofd zefte. De koop
man had evenwel alles gezien, liep een poosje
later naar den sjouwer toe en sloeg hem, met
de woorden „je ben toch een ferme vent," op
het hoofd. De slag was hard genoeg om de eieren
te doen breken, zoodat de kleurige massa den
sjouwer, tot groot vermaak van zijne makkers en
voorbijgangers, langs het gelaat afdroop. De ge
fopte kaper toog, door een troep joelende knapen
gevolgd, zoo snel hij kon naar huis.
Vrijdag wierp men te Vreeland, bij den schoon
maak van een winkel, een pakje muizentarwe in
de gracht. Eenigen tijd later schepte een buur
man water voor het varkenvoer. Kort daarop
werden de dieren ongesteld en stierven. Door den
veearts is uitgemaakt, dat de dieren gestorven
zijn tengevolge van vergiftiging.
der vijftiende eenw was men gewoon de
Engelschen Goddamns te noemen en Jeanne
d'Are, die zoo'n hevigen afkeer had van
het vloeken, dat haar veldheer niet anders
mocht zweren als bij zijn Maarschalksstaf
verklaarde eens dat zij niets wilde eten voor
dat zij zon terugkeeren uit den slag en een
goddamn zou hebben meegebracht om haar
te bedienen aan tafel. Zij hield dit woord
voor den volksnaam, wel een bewijs dat
zijn gebruik was doorgedrongen in alle
klassen der Engelsche maatschappij. vHeden
ten dage," zegt Charman, yhoort men alleen
nog vloeken door lieden, die slecht ter
taal zijn en daarom vele stopwoordjes noodig
hebben om zich krachtig uit te drukken."
Een zeldzaam groote rozeboom, een medodinger
van den vermaarden rozenstruik aan den Dom te
Hildesheim is in het bezit van een bloerakweeker
te Kenlen. Het is een wilde rozeboom, Roza, Ca
rina, waarop acht jaren geledeu de gele roos Ma-
réchal Niel geüut werd, en die nn een oppervlakte
van 52 vierk. meter beslaat. Hij draagt thans niet
minder dan 7 a 800 bloemen en knoppen en ver
leden jaar plukte men van dezen boom 687 volko
men ontwikkelde rozen.
Een duur glas water wordt jaarlijks door den
Keizer aller Russen gedronken. Het is het eerste
glas water uit. de Newa, na het ontdooien van
deze rivier, die doorgaans van half October tot in
den loop van April met een ijskorst bedekt is.
Het aanbiedun van dien dronk geschiedt te St.
Petersburg met groote plechtigheid. Do komman-
dant van de Peter en Paulus vestiug komt op het
eerste vaartuig dat de Newa kan opvaren, het glas
water brengen aan den Keizer, die het op het bal
kon van zijn aan de rivier gelegen winterpaleis in
ontvangst neemt en opdrinkt, als een toeken van
terugkeer der lente.
Vroeger vulde de Czar nadat hij het water ge
dronken had, het glas met goudstukken. Maar men
merkte op, dat het glas steeds grooter werd, zoo
dat de Keizer telkens meer drinken en meer be
talen moest. Keizer Alexander III heeft daarom
de beloouing eens en voor goed vastgesteld op 200
gouden roebels.
Het Moskoner Dagblad beweert, dat in den Kau-
kasus een oproerige beweging onder de Muzelmannen
heerscht. De Mollahs sporen tot verzet aau en tot
moord op de autoriteiten onder de Christenen.
Indien ineu mocht vermeenen, dat de bankbil
jetten een uitvinding van den nieuweren tijd zijn,
dan willen wij onzon lezers vertellen dat zich in
het Aziatisch museum te Petersburg een Chineesch
bankbiljet bevindt, dagteekenondo uit het jaar 1399
vóór Christus geboorte. Dat bankbiljet hoeft veel
overeenkomst met de tegenwoordig in gebruik zijnde.
Men vindt er den naam der bank, den datum van
uitgifte, het nummer, de naamteekeniug van den
uitgever, de vermelding van de waarde (in cijfers,
teekens en letters) op aangegeven en bovendien
staan aan de achterzijde de straffen vermeld, welke
den namakers van bankbiljetten wacht. In dien tijd
noemde men do bankjes in China vliegend geld.«
Een tegenhanger van do vermaarde Siameesche
tweelingeu wordt tegenwoordig in Finland gevon
den. Elk kind heeft een hoofd en oen paar handen.
De hoofden zijn zoodanig geplaatst, dat de kinderen
elkaar in het aangezicht zouden kunnen zien, indien
zij den rug konden buigeu. Uit het midden van de
plaats, waar de handen zich vertakken, gaan twee
voeten uit, elk voorzien van 5 teenen. Bovendien
hebben zij een derde been, dat gemeenschappelijk
voor beide kinderen schijnt to zijn, daar het buiten
gewoon lang en van 8 teenen voorzien is. Van do
onderbuiksorganen zijn eenige enkel, andere dubbel.
Wanneer het eene kind slaapt, kan het andere
wakker zijn cn schreien.
Op den weg tusschen Badajoz en Andadroal
(Spanje), is een trein ontspoord on in de rivier
gestort. Meer dan 60 menschen zijn bij dat onge
luk omgekomen, waarvan 50 met. verlof huiswaarts
keereude soldaten.
De dagbladen vermoeden, dat do radicale samen
zweerders hier de hand in 't spel hebben gehad.
Eeu dépêche uit Havanna meldt, dat hot kruit
magazijn to San Jose Dinsdag in de lucht is ge
vlogen.
Alle gasmeters uit de buurtschap sprongen even
eens in stukken. Het aantal dooden is nog niet
bekend. Men heeft reeds vele lijken gevonden. Op
het oogenblik van de ontploffing waren een officier
en 20 soldaten in het magazijn aanwezig.
Het magazijn en do omliggonde gebouwen zijn
zwaar beschadigd.
De dagbladen van Havauah doen ontzettende
verhalen van de moordtooneelen, welke na de on-
derdrukking van den opstand op Haïti onafgebro-
ken voortduurden. Al wie bij den opstand betrok
ken was geweest, werd doodgeschoten op de wreed- j
aardigste wijze. Zij werden aan boomen gebonden
en dienden den soldaten tot schijf, op deze manier,
de soldaten begonnen met te schieten op de on
derste ledematen, legden langzamerhand hooger
aan, tot zij, indien het slachtoffer nog leefde, het
hoofd naderden en hierop schoten.