No. 271. Woensdag 7 Mei. 1884. REAGTIE. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN neusden. GORDON BALDWIN. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG Abonnementsprijs: per 3 maanden f verhooging. en ZATERDAG. 1.Franco per post zonder prijs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. Bmnenlandsche A D V E11T E N TIE N waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Bij toezending gelieve men vooral duidelijk den naam van den Uitgever op het adres te stellen. z/Ik vrees het'', was ons antwoord. //Dan hebt ge indertijd zeer onbezonnen gehandeld door deze zaak bij 't publiek met warmte aan te bevelen en zijt ge nu zedelijk gedwongen excuus te maken en den aftocht te blazen," was zijn besluit. Dat gesprek had plaats naar aanleiding van een ingezonden stuk in een onzer bla den, waarin 't figuurzagen besproken en afgekeurd wordt, als te zijn schadelijk voor oogen, longen en 't gansche lichaam. Toen de z. g. huisvlijt in zwang kwam, hebben we daarover een woordje gezegd, want... dat was iets naar ons hart. We wisten maar al te goed hoeveel kostbare tijd in de huisgezinnen onnut besteed of zoek gemaakt wordt en daarom kwam ons die huisarbeid uitmuntend geschikt voor om oog en hand te oefenen, den duren tijd productief te maken, nuttige bezigheid te verschaffen en 't huisgeraad op onkostbare wijze met nette, bruikbare voorwerpen te vermeerderen. Nu echter komt daar een Brusselaar ons toeroepen: weg met dien handenarbeiddie bederft 't lichaam in plaats van 't te oefe nen maakt de oogen ziek en schaadt de longen 't is knoeien wat uw jongens en meisjes doen, ze knoeien smaaklooze voor werpen en ze verknoeien hun gezondheid: weg met handenarbeid En alsof onze welwillende landgenooten slechts op dit sein gewacht hadden, klinkt nu ook uit ons midden op verschillende wijzen 't zelfde lied en wilt ge gelooven dat 't is om koud te worden bij de gedachte aan al de jammeren, welke die handenar beid, dat zagen, dat verschrikkelijke zagen vooral, over onze jeugd brengt? Of wordt ge niet koud als ge bedenkt hoe uw beste, goede Hendrik, terwijl hij een inktbakje knutselt en wel een uur achter elkaar met inspanning arbeidt, dat gansche uur in den geest op wraak zint op zijn buurjongen, omdat die een mooier pak heeft dan hij. Lieve tijd, de jongen is heel en al vuur voor zijn bakje en die zou van binnen wraak ademen of onzedelijke, zinnelijke plannen ontwerpen? Ge gelooft het nooit, maar een onzer waakzame uitkijkers ver zekert het. Als dat waar was, vader en moeder, dan zouden we de eersten zijn om te zeggen slaat stuk den rommel en werpt dien op het vuur, verlost uw kinderen van het booze verbiedt ze uitdrukkelijk voortaan allen huise- 1 ijken handenarbeid. Maar 't is niet waar. Die zoo iets ver onderstelt heeft zelf nimmer een prettig knut selwerkje onder handen gehad. Wat blief, iemand die stilletjes en met genoegen iets wrocht, die zou intusschen op zwarte plan nen broeden? Wanneer hij het doet, dan NOVELLE VAN RUDOLF LI ND A Ui' 22) Zijn stem was gedempt, vriendelijk, zacht, zooals Johanna het nog nooit gehoord had. Het bloed stroomde haar als vuur door de aderen. Haar hart klopte tot barstens toe Iloe durfde die man het wagen, op die wijze met haar te spreken? Hij had haar versmaad toen zij vrij was, toen zij zich dankbaar aan hem zou hebben overgegeven, als hij haar destijds gevraagd had. Hij was de oorzaak van haar ongelukhij had haar tot wanhoop gebracht! En wat was nu wel zijn bedoeling?' Dreef hij den spot met haar, hoonde hij haar, of wilde hij van hare namelooze ellende gebruik maken om haar tot een voorwerp van zijne en hare verachting te maken? Zij bleef stom. Slechts door te zwijgen, kon zij den laatsten schijn van uiterlijke kalmte bewaren. «Wilt ge me niet antwoorden, mevrouw Bald win lieve mevrouw Johanna Hij boog zich naar haar toe; zij voelde zijn adem op haren wang; hij wilde hare hand vatten. Zij sprong plotseling van haar stoel, doodsbleek zij hief haar hand op, en terwijl zij den arm wijd uitgestrekt hield, wees zij hem, met een gebaar vol edele majesteit, zwijgend de deur. Hij stond in de grootste verwarring op. Waarde mevrouw...stamelde hij. Haar vlammende blik rustte met zulk een uitdrukking van ontembaren toorn en verpletterende verachting op hem, dat hij niet verder spreken kon. Onbeschrijfelijk vernederd, sloop hij onhoorbaar naar de deur. Zij bleef, een marme ren beeld gelijk,in' dezelfde schilderachtige, dreigende houding staanen eerst toen de deur achter Forbes dichtviel, toen hij verdwenen was, viel zij bewuste loos op haar stoel neder. Forbes echter snelde tandenknersend de Avenue uit. Onder een lantaarn, niet ver van Baldwin's woning, ging bij rakelings voorbij een grooten man, die dadelijk bleef staan en zich omkeerde om hem vol verbazing na te kijken, waarna hij langzaam zijn weg vervolgde »Is Forbes hier geweest?» vroeg Baldwin toen hij eenige oogenblikken later zijn salon binnentrad. Johanna, die voor den haard zat, met den rug naar hem toe, gaf geen antwoord. Hij kwam haastig bij haar. Zij zat daar met half geopende oogen en witte lippen, alsof zij een lijk was Hij nam haar in zijne armen en droeg haar als een kind naar een andere, koele kamer, waar hij haar op een bed neder- legde. Hij had in zijn leven veel zieken en sterven den gezien, en verloor ook nu zijne tegenwoordigheid van geest niet. Hij bemerkte dadelijk dat Johanna slechts bewusteloos was, en paste eenige eenvoudige middelen toe om haar weer bij te brengen. Na wei- nige oogenblikken sloeg zij de oogen op en zag hem I verwonderd aan. Die ellendeling!» mompelde zij. »Wat is er gebeurd vroeg Baldwin onrustig. zou hij 't zeker ook onder anderen arbeid doen en ligt de oorzaak der zonde dus niet in zijn werk maar in zijn bedorven hartdoch een jongen wiens gemoed rein is, die komt daartoe zeker door het figuurzagen nooit, integendeel, als 't werk vlot, en hij pauze neemt of eindigt, dan zou hij van innig genoe gen wel zijn ergsten vijand kunnen omhel zen, zoo heerlijk gelukkig maakt de over winning met een werktuig en wat handigheid over 't doode hout of papier gemaakt. Zoo kan men alle dingen overdrijven en worden de goede raadgevingen eenvoudig belachelijk. Dus de raad is toch niet geheel verwer pelijk? Neen, dat is hij niet en we mogen zelfs de waarheid die er in ligt, dankbaar aan vaarden. Handenarbeid binnenshuis mag nooit of te nimmer regel worden bij de uitspannin gen onzer kinderen. Wanneer daartoe maar eenigszins gelegenheid is en 't weer is niet al te bar, dan moet de jeugd naar buiten. Versche lucht is onontbeerlijk voor de longen, lichaamsbeweging voor de spieren. Kamer spel kan nooit vergoeden wat onze kinderen missen, wanneer ze om de een of andere reden niet in de vrije natuur zich bewegen kunnen. We begrijpen zeer goed hoe 't komt dat de klaagtonen over huiswerk juist thans zoo schril klinken. Het knutselen bevalt onzen jongens z66 goed dat ze, nu de lente gekomen is, er niet van kunnen uitscheiden. Ze zijn nog niet zoo verstandig als hunne papa's, die reeds een eind maakten aan de quadrille-avondjes en de damclubs en ze zien in den guren noordenwind een vinger, Zij herkende den spreker, sloot de oogen weder en wendde het hoofd van hem af, alsof zij slapen wilde. Baldwin bleef een tijd lang zonder te spreken aan hare zijde staan daarop vroeg hij nog eens wat er voorgevallen was. Zij antwoordde nauw hoorbaar »Ik ben moede laat mij met rust.# Hij gevoelde zich tegenover deze werkelijke of voorgewende zwakte volkomen machteloos. Hij riep de kamenier, die in een zijvertrek zatgaf aan deze voorloopig de noo- dige bevelen en begaf zich toen terstond naar zijn kamer. Doch hij hiel 1 zich daar slechts een paar minuten op. Toorn, argwaan en jalouzie woedden in zijn binnenste. Hij had Forbes op straat met een ver wilderd gelaat voorbij zien rennen, en dadelijk daarop had hij te huis zijne vrouw in zwijm gevonden. Waf was er tusschen die beiden voorgevallen Hij moest het te weten komen, en wel op staande voet. Van zijne vrouw kon of wilde hij geen opheldering beko men. Forbes zou hem tekst en uitleg geven Het was een zoele avond in Maart. De huisdeur stond open. De portier had zich een eindweegs van zijne loge verwijderd en stond op het trottoir met een buurman te praten. Baldwin liep, zonder door iemand opgemerkt te worden, de straat op. Hij ging met haastige schreden tot aan het hotel Forbes# en sloeg opmerkzaam de vensters van het vertrek gade, waarin de bewoner zich 's avonds, als hij thuis was, placht op te houden. Toen Baldwin zag dal alles donker was. zette hij zijn weg voort. Weinig minuten later bevond hij zich op de kade. Daar heerschte een bijna doodsche stilte. Nergens was een voetganger te zien. Aan Baldwins rechter hand stroomden de donkere wateren der Seine, die die hen naar binnen wijst, waar 't den gan- schen winter zoo genoegelijk toeging. Van daar dat ze, bekoord door 't zagen en tim meren, daarmee willen voortgaan, tot een milde lentelucht of de zomerzon hen onweer staanbaar naar buiten trekt. Dat nu is, hoe ambitieus ook, volstrekt niet te prijzen. Zoo ontaardt wat met een goed doel ingevoerd is, tot een schadelijke, hoogst verderfelijke inspanning en wanneer we te kiezen hadden tusschen geen handen arbeid of altijd, dan zouden we alle hand werk onmiddelijk afkeuren. Alles op zijn tijd: in de lange winteravonden, die men toch niet alle passeeren kan met leesstof of ge sprek, is wat licht timmer- en zaagwerk een uitstekende tijdkorting, doch wanneer die tot het verleden behooren dan dient ook het huiswerk tot de kleinste afmetingen gebracht te worden. Men zegt ook dat de oogen zeer veel te lijden hebben door opneming van zaagstof. We hebben daarvan nog niets bemerkt en zouden eer bang zijn voor de longen dart de oogen. Doch aangezien we handenarbeid niet als beroep, slechts als tijdvulling en dat wel in een klein deel van't jaar aanbevelen, kan het gevaar onmogelijk zoo ernstig zijn om ter wille daarvan alle huiswerk af te keuren. En wat nu te zeggen van de beschuldiging smakeloosheid, uitgesproken over de voor werpen bij't handwerk-onderwijs vervaardigd? Over smaak valt moeilijk te twisten en zeker is 't dat een kunstenaar, een beeldhouwer b.v., liever kunstig snij- dan zaagwerk ziet. Men vergete echter niet dat //schoon" een door de laatste voorjaarsregens aanmerkelijk was ge wassen, in rustelooze vaart vooruit. Tallooze lichten v-in den tegenover gelegen oever en van de bruggen elden spiegelden zich met bewcgelijken glans in de brcede rivier. Ter linkerzijde verhieven zich, met hunne donkere schaduwen om zich heen, de oude boemen van de Cours de la Reine. Uit de verte klonk, dof en met tusschenpoozen, het geratel van een eenzaam rijtuig. Nadat Baldwin een naar honderd schreden gedaan had en ongeveer het midden van den weg tusschen de Bont de l'Altna en de Bout des Invalides bereikt lnd, bemerkte hij niet ver van zich af een irianne- lij e gedaante, die door de heerschende duisternis tot hiertoe voor hem verborgen was gebleven. Die gedaante leunde over den lagen steenen muur, welke aan den kant der Seine langs de kade loopt, en scheen onafgebroken naar beneden in de rivier te staren. Baldwin herkende in de onbewegelijke ge stalte den man dien hij zocht. Forbes, die den haastigen, zwaren stap van den aankomende hoorde, richtte zich op en in hetzelfde oogenblik stonden beiden tegenover elkaar. Een lantaarn, die niet ver van de plaats brandde, verspreidde licht genoeg, om hunne trekken in de onmiddellijke nabijheid duidelijk herkenbaar te maken. Forbes was bleek; Baldwin, door de snelle beweging en den storm die in zijn binnenste woedde, geweldig ontroerd, stond met gloeiende wangen en fonkelende oogen tegenover hem. «Wat hebt gij in mijn huis gedaan?» vroeg Bald win. Hij sprak zacht, met een onheilspellende sidde ring in zijne stem. Forbes zag hem sprakeloos aan. «Wat hebt gij in mijn huis gedaanherhaalde DE r/Is dat waar of niet/' vroeg een onzer vrienden, terwijl hij wees op een krantar tikeltje.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 1