Dr. II. 11. van fa Horn vmi den Bos. Bericht van Inzet. Maris BOLL te Dinther, 10 ve BERICHT TAN INZE OpenbaarVerkoopen aanbesteden marine-schetsen, LAND- EN TUINBOUW. BURGERLIJKE STAND. kerknieuws. 315de Staatsloterij. MARKTBERICHTEN. ADVERTENT1EN. Rijks Hoogere Burger school f/ Willem II," Tilburg. le Koop. Een perceel WEILAND, 2e Koop. Een perceel BOUWLAND, Woensdag den 2 Juli 188-J le Koop. 2e Koop. 3e Koop. Het doen van eenige ver hete ringen en herstellingen aar de school en onderwijzers woning te Babylonïènbroekl zoomede het verplaatsen var een brandspuithuis aldaar en andere kleine werken lo. Rekening van ont vangsten en uitgaven van het Waterschap over het jaar 1883. 2o. Begrooting van in komsten en uitgaven van het Waterschap voor het jaar 1884. 3o. Uitvoering van wer ken in eigen beheer. oijeengeroepen tegen Maan- Iste 8 uur. srzoek van het wetsontwerp den kosteloozen afstand i en dijken aan de gemeente iag gedaan, waarom deze >ij uitzondering bij notari al. Immers in den regel komsten bij onderhandsche i. Moet de reden er van cht worden, dat er eene voor welker geldigheid ?erlijk Wetboek een nota- ^ft, of bestaat er nog eene e vernemen, of er verband etsontwerp en de werken mond der Maas. Mocht achtte men het niet wen dde overdracht reeds thans, werken nog niet is vast- heeft zich verplicht gezien, sbruiken en onregelmatig- ot couranten en gedrukte haar ambtenaren aan te rgelijke stukken dagelijks nghtid te onderzoeken, iet publiek aan, zich te irloofde bijvoegingen of »en, aangezien bij het if'port toegepast en den g gebracht wordt. van 22 Mei 11., no. 20 js der gezegelde briefom- cent tot op de helft ver- edt in werking 1 Juli a. s. 2 stuks voor 1/2 cent. krijging van eene schut- ding van de Waalwijk- ve Maas heeft Donderdag K' bij den minister van E. breedvoerig dit be oken. ftuurlijk niet voor open- leen meenen wij wel te de commissie tevreden harer zending, de conferentie met den de Werk tot dusverre er voor het district Ze- dle moeite gegeven om te vergemakkelijken en, iik in zijne macht was bevredigende oplossing or de Noord-Westelijke zoo belangrijke quasstie et Oude Maasje. „E. v. h. Z." er Ned. Vereeniging tot drank zijn benoemd de en, dr. E. J. W. Koch ïingmeester der Vereeni- oestuurs prof. J. P. Th. er commissie van redactie Schuller tot Peursum. er Vereeniging is volgens 3 algeineene vergadering JL. Modderman, Minister de in 1885 voor nternationale Tentoon stelling is voor de inzenders nit Groot-Brifannië en van het vasteland van Europa, tot op 1 Au gustus e. k. verlengd. Hoewel weder Duitsche predikanten zijn over gekomen om des Zondags voor de in Friesland vertoevende Duitsche maaiers te prediken, is het opmerkelijk en verblijdend tevens, dat deze zen dingen mettertijd minder noodig zullen worden, daar het getal Duitsche maaiers niet de helft bedraagt van dat van voorheen. Vooral het jaar 1870, toen geen enkele maaier uit Duitschland overkwam, heeft onzen boeren geleerd te beproeven, wat men met eigen krachten vermag, eti de proet viel bestuit. De vreemdelingen, die er nog komen, zijn bijna allen Oostfriezen; er is bijna geen enkele Munsterlandcr, Hes of Lipper onder. In den vroegen morgen van Zaterdag is de stoomboot Laurens Janzoon Gister" van de Ni- derlandsche stuombootreederij, beladen met stuk goed en versche vruchten en eenige passagiers, op de hoogte van Orsoij in Pruissen gezonken. Na dere bijzonderheden ontbreken. t Omtrent den student die in Jen Haag vermoe delijk tengevolge van vergif zou plotseling op het terrein van de Hollandsche Spoor ineenzakte, vernemen wij nog nader: hij werd in gezelschap der dame met wie hij 111 zekere liefdesbetrekking stond, door een heer en dame per rijtuig naar het Ziekenhuis vervoerd, alwaar hij onmiddellijk door de daar aanwezige geneesheeren werd onder zocht. Hoewel de verschijnselen eigenlijk geen vergiftiging deden vermoeden, drong zich toch als van zelf de gedachte daaraan aan de geneesheeren op, daar de patient, zelf medicus zijnde, om een braakmiddel vroeg. Op de herhaalde vragen daaromtrent evenwel ontkende hij steeds vergif te hebben ingenomen. Duldelooze pijnen leed hij, tocli bleef hij voortdurend helder van geest. Het eenige waarnaar de verschijnselen verwezen was een ruggemerg-aandoeningmaar men kon geen enkel onderzoek bewerkstelligen, daar zelfs bij een zeer licht aanraken de patiënt het uit gilde van pijn. Om hem te doen braken stak de geneesheer hem den viuger in den mond, doch daarin beet hij, ook mocht het niet geluk ken de maagpomp te gebruiken. Op eens riep de patient luidde uit: ^Het schijnt haast dat ik vergiftigd ben/' terwijl hij steeds pertinent ont kende zelf vergif te hebben gebruikt. Eindelijk was hij na een ontzettend lijden van drie kwartier bezweken. Bij het daaropvolgend onderzoek vond men in een der zakken geelbloedloogzout, dat, hoewel op zichzelf geen vergif, wanneer men daarop zuur gebruikt een der zwaarste vergiften wordt. De maag werd afgebonden en naar Leiden verzonden ter fine van scheikundig onderzoek. Het was een tragisch einde en liet op alle aanwezigen een diepen indruk achter. In de Willemstraat te Amsterdam, viel een vrouw met een vaatje kokend water van de trap harer woning. Zwaar gewond en gebrand werd zij op genomen. Te Amsterdam zijn twee schuiten voerders in hechtenis is genomen als verdacht van diefstal van koffiboonen. Tegen bet aan breken van den dag is Zaterdag te Amsterdam tus- schen eenige Duitsche kellners en eenige Hol landsche matrozen aan den IJkant een vrij hevige vechtpartij ontstaan, waarbij Janmaat zijn tegen partij duchtig heeft toegetakeld en meester van het terrein bleef. Politie-agenten vonden daar ter plaatse twee Duitschers zwaar aan het hoofd ver wond. Zij werden naar het Binnen-Gasthuis over gebracht waar zij heelkundig verbonden werden. Tot dusverre zijn de daders onbekend. Twee elfjarige jongens te Leiden waren uit hun ouder lijk huis weggeloopen en werden overal gezocht, toen Vrijdagnacht een hunner bijna levenloos uit een sloot nabij de stad gered werd. Het lijk van den anderen knaap werd in een nabijzijude sloot gevonden. Beide jongens hadden zich in het land te slapen willen leggen, maar waren door de duis ternis misleid, in 't water geloopen. In de Goudsbloemstraat te Amsterdam is een huis ge heel uitgebrand. De brand ontstond door het koken van vet door de bewoonster. uit het dagboek van een Oud-Mariuevmirder. Voor de vele bewijzen van deelneming bij het overlijden van onze geliefde Zuster AGATHA ANNA CHRISTINA VAN OMMEREN, betui gen wij onzen hartelijke:) d a n k. Uit aller naam, B. J. VAN OMMEREN. Ned er lie me rt, 21 Juni 1884. Het Toelatings-Examen voor d«n nieuwen Cursus zal worden gehouden 2 en 3 Jllli, des morgens te 8 uren. Aanmelding schriftelijk of mondeling, van af heden, bij den Directeur zal op Vrijdag 4 Juli, des nam ten 6 ure, ten huize van de Gezusters Zwaans te Heusden, i gelegen onder Oudheusden, groot 2 Heet., 65 Aren, 38 Centiaren. j In huur tot November 1884 bij Adr. Bax te Oudheusden. Ingezet op 4275. Gehoogd met - 225. gelegen onder Bern, groot 99 Aren. In huur tot November 1 s8G bij Otto Vos te Nederhemert voor f 8> jaars. Ingezet op 1100. P. H. VAN BAASBANK, Notaris lleusden, zal op des namiddags ten 5 uur, ten herberge ve Arie van der Linden te Aalburgten ve zoeke van den Heer Augustinus de Mani aldaar, in het Een perceel WEI- en BOUWLAND, i het Middelblok, Sectie C, No. 129, groj 1.0120 Heet., ingezet opf 145 No. 854, groot 24.90 Aren, ingezet en gehoogd opu 60 Een perceel BOUWLAND in de Musschei tiend, genaamd vhet Boschje", Sectie No. 374, groot 44 Aren, 70 Centiaren, ing< zet en gehoogd op85 Een perceel BOUWLAND in het Middel blok, Sectie C., Nos. 610672, groot 45.1 Aren, ingezet en gehoogd op. 90 BURGEMEESTER en WETHOUDER van Meeuwen c. a. zullen bij de Weduw Daniël van der Beek te Babyloniëij broek, op VRIJDAG den 27 JUNI 1884 des namiddags om drie ure, in het openbaa I)e bestekken daarvan liggen vanafWoens dag den 18 Juni 1884 aanstaande ter inzage bij de Weduwe bovengemeld en zijn afj schriften daarvan te verkrijgen bij den hoofd onderwijzer te Babyloniënbroek, tegei betaling van ZESTIG CENTS. Aanwijzing des voormiddags om 11 ure op den dag der aanbestedingzijnde in middels inlichtingen te verkrijgen bij den bouwkundige C. KENTIE te Woudrichem MEEUWEN, den 14 Juni 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, tevens Secretaris, T. J. VAN BUUREN. De Wethouder, B. BRANDERHORST. Waterschap „de Hooge Maasdijk van Stad en Lande van Heusden," vereenigd met den ,/Oud- heusdenschen, Doeve- renschen en Drongelen- schen Zeedijk." De DIJKGRAAF van opgemeld Waterschap maakt bekend: dat door hem eene Vergadering van Stemge rechtigde Ingelanden van liet Waterschap is be leed, te houden op Donderdag den 26 Juui 1884, aan te vangen des voonniddags ten 10 ure, ter gewone vergaderzaal v.\n Stemgerechtigde] Ingelanden, zijnde ten huize van den Heer A.j Gezelle Meerburg te Heusden, tot welker bij-; woning genoemde Ingelanden worden opgeroepen. De alsdan te behandelen onderwerpen zijn Heusden, 14 Juni 1884. De Dijkgraaf, HONCOOP. ^tJVeesinrichtiug te Neer moor een 100-tal weezen roorspoedig volbracht en is gezorgd. Zoomede zijn ouwd geworden een wo- ikbinder en nieuwe werk er en schoenmaker, waar dein geworden was, met jbl van buiten geheel met een, zoomede de woning Van der Schuur en «en huizen. or de* storm was stuk iwd. Op de boerderij zijn pn 5 paarden, 2 veulens erd in 1883 de aanzien- 8 of 12912,23Y2 meer De drukkerij wierp een ,66. Nog is daarenboven tangekocht voor materi- rnim 8376,691/2. de Vriend des Huizes. j'den aan de weezendruk- de verspreiding dezer jomen, vooral in Zuid- rtal abonnés van de ver jaagt thans 17000. K die de inrichting ver" j^voortdurend goede tij- werk, zoodat vooral de s dienstmeisjes begeerd van arme weezen on zoo toegenomen, dat •ra hij de noodige gelden nog eenige weeshuizen, 1 in deze inrichting ter hen. Onderstaand schrijven, ons uit Salatiga gezonden, willen wij gaarne een plaatsje afstaan in ons blad. Nu de aandacht door de behandeling der Atjeh-zaak weder meer op den toestand in Nederl. O.-Indië is gevestigd, vertrouwen wij dat deze mede- deelingen onze lezers des te welkomer zullen zijn. De Red. Gevecht met het stoomschip „de Hekla" met Zee- roovers bij het eiland Kangeang. Het was in het jaar 1850 dat eene rooversvloot op de eilanden Barvean en Sepoedi landde en verscheidene inwoners van daar roofde. Wij lagen met bovengenoemd stoomschip, na eene groote reparatie, zoowel van schip als machines, te Soerabaija stoomklaar, toen de tijding dier menschenroof aldaar aankwam. Wij kregen order om drie rooverschepen op te zoeken en stoomden eerst naar Sumanap om inlichtingen in te winnen en kregen tot assistentie eene kraisboot en een oorlogschip van den toenmaligen sultan van Sumanap. De kruisboot was be wapend zooals alle kruisbooteu eu de Sumanapsche oorlogschoe ner met twee kanonnen, die evenwel niet konden gebust wor den, aangezien zij op balken waren vastgesjord. Wij kregen ook een loods aan boord, in de buurt van Sepoedi en Kange ang goed bekend. Na eenigen tijd stoomens kregen wij op zekeren namiddag, ksrt onder den wal van Kangeang eene groote rooverspraauw in 't zicht, die schijnbaar niet vlot was, wat zich ook later bevestigde. Volgens den loods konden wij met het stoomschip niet kort genoeg bij de praauw komen, om die met goed gevolg in den grond te kunnen boren, waarop twee gewapende sloepen, n.l. de barkas en de groote sloep naar de rooverspraauw roeiden om die te veroveren of te vernielen. Uit de mast kon men met den kijker zeer goed zien dat er gemeenschap met de praauw en de wal bestond. Uit de sloepen kon men zulks niet zien. Na zoo wat een uur roeiens zagen wij van boord dat er nit de sloepen en van de praauw hevig werd geschoten het gevecht duurde niet lang, want vooral de barkas, die de schijn baar niet zwaar bemande praauw het eerst naderde en wilde enteren, werd zoo onverwachts zoowel van het dek als van het tusschendek der praauw met een hagelbui van kogels ontvan gen, dat er van enteren geen sprake kon zijn. Wel vielen er eenige roovers door de bajonetsteken van een paar moedige matrozen en mariniers en de welgerichte geweerschoten uit de groote sloep, maar men hal de handen vol om de sloepen, vooral dc barkas, boven water te houden, door de vele gaten die er in waren geschoten, die door gedraaide houten pennen, welke altijd in grooten voorraad met gewapende sloepen mee gaan, zooveel mogelijk dicht gestopt werden. 't Is onbegrijpelijk dat wij geene dooden hadden en ge lukkig behielden de aanvoerders dier sloepen hunne tegenwoor digheid van geest. Slechts twee zwaar gekwetsten en eenige licht gewonden kregen wij. De officier die de groote sloep kom- mandeerde werd een epaulet van de s bonder geschoten en de schiemansmaat die aan het roer vlak naast dien officier zat kreeg een gevaarlijk schot boven de leverstreek. Dat de officier, die de barkas kom mandeerde, door die hagelbui van kogels, welke op hem afgeschoten waren niet geraakt is, grenst aan het won derdadige. De overmacht was te groot, en wijl er van den wal nog verscheidene roovers op de prauw kwamen, was het gevecht onmogelijk vol te houden en keerden de sloepen, na de prauw met de draaibassen ferm toegetakeld te hebben en door de welgerichte schoten der gewapende matrozen en mariniers nog eenige zeeroovers naar de andere wereld gezonden te hebben, naar boord terug. Wij stoomden dien nacht zoo langzaam mogelijk rond het eiland en tegen het opgaan der zon waren wij vlak voor de baai van Kaïnpeang en zagen in het binnenste gedeelte van de baai veertien groote Mindanasche rooverpraauwen liggen. Wij stoomden zoo dicht mogelijk naar de praauwen. De baai was echter te ondiep om vlak met het stoomschip bij de praauwen te kunnen komen, maar toch dicht genoeg om die met het zware geschut zwaar te kunnen beschadigen, maar wellicht hadden dan de arme geroofde inenscheu van Baroean en Sepoedie, die wij zooveel mogelijk moesten zien te verlossen, een akelig lot gehad. 't Is een moeielijke taak voor kommandeerende officieren van oorlogschepen om met zeeroovers te vechten, want het doel is de praauwen te vernielen, de roovers gevangen te nemen of wel onschadelijk te maken en de slaven te verlossen. Om de praauwen dier roovers met man en muis naar den kelder te doen gaan, is voor oorlogstooiners gemakkelijk genoeg, vooral als zij in een haai liggen en onder het bereik van het zware geschut zijnmaar dat is het doel niet. Drie gewapende sloepen, de barkas, de groote sloep en de jol, ook de kruisboot staken onder het bevel van den ln offi cier van boord om dien ongelijken kamp te aanvaarden. De barkas was ditmaal gewapend met twaalfponders (karonnade). Bij het langzame roeien, aangezien de kruisboot de zeilen niet bij kon zetten, want het was bladstil en dus ook met riemen vooruit moest zien te komen, werd er van de raderkasten met de Koehoornmortieren over de sloepen heen eenige grenaten naar de praauwen geworpen, waarvan enkele eene goede uitwerking hadden. Toen de sloepen onder het bereik van het geschut der rooverflotilje waren gekomen, viel er van hen eene volle laag uit al hunne vuurmonden, geltikkig te ver, want als die scho ten in de sloepen waren terecht gekomen, had het er gek ge noeg uit kunnen zien. Daarop werden zij onthaald met de twaalfponders uit de barkas De tweede volle laag viel van de praauwen en gelukkig andermaal mis. Ook werd er uit het struikgewas door de roovers duchtig op de sloepen geschoten, wat natuurlijk van onzen kant geed beantwoord werd. De offi cier wilde toen die veertien goed bewapende rooverspraauwen met die drie sloepen gaan enteren. Gelukkig is dat roekelooze voor nemen niet doorgedreven, want een der officieren, welke een paar jaar vroeger het beroemde zeegevecht te Kalatoea, bezui den Makasser, had meegemaakt, wist dat het geen gekscheren was om echte Solohsche zeeschuimers die van de zeekant in gesloten waren, met een paar open sloepen te willen enteren. Hoogstwaarschijnlijk zonden niet veel hun vaderland terugge zien hebben als men dat gedaan had. Wij hadden op de kruisboot een zwaar gekwetste, wiens arm geamputeerd moest warden en in de sloepen een paar lieht geblesseerden. Het opperhoofd van Kangeang kwam aan boord. De bewo ners van het eiland waren zeer verheugd dat wij gekomen waren, want hoogstwaarschijnlijk hadden zij anders hetzelfde lot ondergaan als die te Baroean, waar «og wel een assistent-resident was en een Europeesche sergeant met inlandsche soldaten. Zij vertelden dat op de gezamentlijke praauwen meer dan driehon derd goed gewapende zeeroovers waren, vast besloten zich tot het uiterste te verdedigen. Er werd dus besloten om den volgenden ochtend hun zoowel te land als te water aan te vallen, waarvoor do scheepsdraai- bassen op stevige djatiehouten palen met ijzeren beugels soliede werden bevestigd, en door de bevolking aan de wal zouden bediend worden. Wij zouden hen van de zeekant bezighouden. Dienzelfden nacht probeerden zij om met hunne sampangs (licht bewerkte, uit uitgeholde boomstammen vervaardigde in landsche sloepen) uit de baai te komen, maar wij stoomden de baai op en neer. De sloepen lagen op brandwacht en hadden een gevecht met hen. Wij namen bij die gelegenheid eene ge wonden zeeroover gevangen, die een schot door de polsen had gehad, dus niet zwemmen kon zooals zijne metgezellen. Den volgenden morgen begon het gevecht en als de mandoor, Jdie de draaibassen bediende, niet op de vlucht was gegaan, toen hern een zijner beenen werd weggeschoten, hadden wij eene goede vangst gedaan maar de Kangeangers gingen allen aan/en haal. Daarop werd er door onze matrozen en mariniers gedebarkeerd, en na een woedend gevecht aan den wal, maakten wij 17 roovers ge vangen en verlosten ruim zestig slaven, zoowel mannen als vrouwen. Toen de roovers goed gebonden aan boord gebracht werden, huilden zij van woede als wilde beesten zij werden alle met voetboeien aan eene lange ijzeren staaf iu het ledige voor- kolenruim gesloten. Het waren alle stoere k«se]s. Het was akelig om te zien toen de verloste slaven aan boord kwamen, zoo vermagerd zagen zij er uit. Zij vielen op hunne knieën, kusten de kommandant zijne laarzen en riepen «kassië nassie, kassië nassie!" (geeft ons rijst), waar natuurlijk geen gebrek aan was. Sommigen der matrozen wilden uit verontwaar diging eu uit diep medelijden inst de slaven, de roovers te lijf, maar de kommandant belette zulks door te zeggen «Mannen, het zijn nu onze vijanden niet meer, zij zullen hunne straf wel niet ontgaan. Hartverscheurend was het aan te hooren hoe zij door de roovers mishandeld waren geworden, vooral als zij op de riemen zaten. Slechts twee of drie stuks djagongs (maten Turksche tarwe) per dag was hun voedsel. Slaag geen gebrek. Denzelfden nacht probeerden zij andermaal om met hunne sampangs (kano's) de baai uit te komen, maar wij waren op ons qui v i v e. Het schijnt dat de bewoners van Kange ang met de roovers zijn gaan heulen, of dat zij door hen bevreesd zijn gemaakt, om, als zij hun niet hielpen om te ontvluchten, zij later wraak zouden komen nemen, want den volgenden morgen waren de piraten gevlogen. Volgens h«t verhaal der bewoners hadden de roovers hunne sampangs door de wildernis gesleept, en zoo waren zij ontkomen. Wij vonden tenminste hunne schepen verlatan en er waren geene sampangs meer. De rooverpraauwen hadden alle, behalve hun zeiltuig, twee en drie rijen riemen boven elkander; zij werden daarop ver nield. Hunne kanonnen, die van ouden oorsprong waren, werden, nadat zij onschadelijk gemaakt waren, in zee geworpen. Een der rooverschepen namen wij op sleeptouw. Hadden wij de kruisboot en de Sumanapsche schoener niet moeten slepen, dan hadden wij meer praauwen naar Soerabaija kunnen brengen. Bij het gerechtelijk onderzoek is gebleken dat die ge kwetste roover een Balinees van geboorte was, die vroeger ge roofd was geworden en dus tegen zijn wil met hen mee moest doen. Hij werd door het gerecht vrijgesproken. Zeven zijn er la ter te Soerabaija opgehangen, de anderen in de gevaugenis gestorven. Schrijver dezes, die, vóór dat hij bij de marine kwam, drie jaren te Soerabaija had gewoond en het Soerabaijasch Maleisch en de Madoereesche taal goed kou spreken en verstaan, fun geerde bij het voorloopig onderzoek aan boord als tolk en ver nam van de verloste slaven dat er met de verschillende gevechten veie roovers waren gesneuveld en gekwetst, vooral de granaat-worpen hadden veel kwaad gedaan. Dat er van de slaven geene gesneuveld waren, schreven zij daaraan toe dat zij tussehendeks waren geweest, eu voordat het eerste gevecht be gon waren de meesten onder strenge bewaking aan de wal gebracht. Mocht deze eerste schets uwe lezers welkom ziju, dan zal ik die gaarne door meerdere doen volgen. Uwen Abonné, S. t BOMMELFRWAARD, 21 Jnni. Met deu hooi bouw evenals met het rooien van nieuwe aardap pelen is in deze streken een aanvang gemaakt. Wat het eerste betreft, op lage landen is tamelijk veel. doch op hoogere gronden weinig gewassen, terwijl de nieuwe aardappelen, hoewel vrij g'-ed van smaak, klein van stuk zijn. Door de aanhoudende droogte zijn de stronken gebrekkig uitgestoeid en hier en daar zelfs al voor de knol half volwassen was, ge storven. Ook is de prijs niet hoog; ze worden reeds voor 30 cents de vijfkop verkocht. Alle veldgewassen hadden in hun groei veel te lijden, niet slechts door de buitengewone konde en droogte van dit voorjaar, maar ook in geen geringe mate van de menigte mollen, ratten eu muizen, die er overal in het veld gevonden worden, f Heusden, van 16 tot 23 Juni. Geboren: Cornelia, d. v. B. Baks en M. Spiering. Overleden: A. M. van Son, wed. van A. van Ghert, 81 j. Nederl. Herv. Gemeente. Beroepen naar Znndert, de cand. N. Jollis te Genemuiden; naar Vreeswijk, C. P. N. Pikaar te Onwerschie; naar Odijk, J. C. P. Prins cand.; naar Aalb rg, H. Groeueveld pred. te Hoog-Blokland. Bedankt voor Noodorp c. a. door J. Hoek, cand. Chr. Geref. Gemeente. Aangenomen naar Spijkenisse W. J. Thjjssen te Dordrechtnaar Genderen, ds. A. van Appaldoorn F.Lz. te Holteu, Overijssel. Prijzen van f 100 en daar boven. 5e Klasse. Trekking van 20 Juni. Prijs van f 10,000 no. 6386 1000 nos, 10739 en 19056; 400 nos. 3024, 6760 en 19591 ƒ200: nos. 5616, 9399, 13618, 17211 en 20252; ƒ100: nos. 802, 2152, 5232, 8787, 9118, 16979, 19218 en 19589. f Heusden, 21 Juni. De prijs der boter is ƒ0.66 a 0.68 per stuk van 6 ons. Eieren 4 a 4V2 et., per stuk. f (jorinehem, 23 Juni. Bij oen aauvoer van on geveer 280 stuks vee, was de handel heden min der vlug dan de vorige week. Prijzen: Enkele zware kalf koeien 250 a 320; mindere qualiteit 175 a ƒ225 dito vaarzen 150 a 235. Melkkoeien 160 a 250. Vare koeien 160 a 210. Vaarzen j 120 a 150. Pinken 50 a 100. Graskalveren a Nuchtere kalveren ƒ7 a 15. Varkens, zware votte 46 a 48 ct. p. KG., minder zware 42 a 44 ct. per KG. FokvarLens van 6 a 8 weken 4.50 a 6.50 per stuk. De prijs der goöboter was 1.10 a 1.28 per KG. der weiboter 0.94 a 1.04 per K.G. Kipeieren golden 1.00 a 1.20 de 26 stuks. Van de Heer en B. C., O. V. L. en B. J. van Ommeren te Nederhemert <n de Erven Mejuf frouw A. A. C. van Omm< ren. Van de Erven Mejuffr. A. A. C. van Ommeren voornoemd. O o od

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1884 | | pagina 3