No. 293.
Woensdag 23 Juli.
(lp een theeplantage in Eng.-Indic.
FEUILLETON
ié m Héb ic.
UitgeverL. J. VEERMAN Heusden.
§r':4'U'v
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs-
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Toen in 1838 de Engelschen het gewett
Assam aan hun gebied hechtten, 't welk tot
dit jaar alleen bekend geweest was als een
onheilbrengend gewest, daar 't doorsneden
wordt door een zestigtal rivieren, die op
gezette tijden 't land overstrooruen en 't,
klimaat vergiftigen, stonden ze niet weinig
verbaasd groote wouden van theestruiken
aan te treffen, waarvan de bladeren na
nauwkeurig onderzoek het Chineesche pro
duct in sommige opzichten overtrof. Ter
stond werden maatregelen genomen daarvan
partij te trekken en spoedig daarna werd
de thee-cultuur van Assam voor Indië en
Engeland van groot belang.
Een Duitsch theeplanter beschrijft een der
theeplantages van de Oost-Ind. Thee-com
pagnie aldus.
Na eene reis van elf uren op den rug
eens olifants, bereikte ik de factorie Lam-
bating, na een lange rij hutten gepasseerd
te zijn, een hoog gebouw, geheel vrij staande,
waarin honderden vuren gloeiden en vele
menschen, zingend en roepend, door elkaar
liepen. Dit was het z. g. theehuis waarin
de bladeren gedroogd worden. Dichtbij
verhief zich een Indisch woonhuis, waarin
de hoofdambtenaar] der faktorie woonde,
die zijn nieuwen helper zeer minzaam ontving.
Den volgenden morgen na het eerste
ontbijt, nam ik een kijkje in de omgeving,
die me tot een nieuw vaderland worden zou.
Waarheen ik den blik wendde, overal frisch
groenin eindelooze rijen stonden wijd en
zijd theestruiken, hier en daar door een
boschje.of gras ter hoogte eens mans afge
wisseld. Zijwaarts strekte zich een lange
straat uit, gevormd door bamboezen wonin
gen, met zoden gedekt, waartusschen kleine
tuintjes lagen. Dat waren de woningen der
Koelies, voor 't meerendeel ingevoerde ar
beiders, daar de Assameten te welgesteld
zijn om op plantages te arbeiden. Het
voorste huis van elke huttenafdeeling wordt
bewoond door een opzichter, die voor de
orde aansprakelijk is. Iedere hut verschaft
ruimte voor een gezin en zou een goed lo
gies zijn, wanneer de Koelies wat meer zin
voor huiselijkheid bezaten. Een bonte vei-
zameling van volkstammen is hier aanwezig.
De koelie-agenten, die Oost Indië van 't eene
tot het andere eind doorkruisen, werven let
terlijk alles aan, zoodat er niet weinig ge
spuis onderloopt. Hindoes van alle kasten,
Boeddisten, Mohammedanen, bewoners van
Madras en Pendsjab zijn hier vereenigd en
er heerscht een Babylonische spraakver
warring. Het toezicht is bijzonder streng
en wordt door de regeering geheel aan den
planter overgelaten. De Koelies worden
voor 3 jaren aangeworven tegen ongeveer
ƒ6 voor mannen, f 4 voor vrouwen per
maand, benevens vrije woning, brandhout
en geneeskundige behandeling. Ze moeten
daarvoor een bepaald deel land omspitten
of een zekere hoeveelheid bladeren plukken
of rollen. Gewoonlijk ligt 5% in 't hospi
taal, daar ze veel te lijden hebben van koort
sen, cholera, dyssenterie, geesels der Assam-
sche theeplantages. Van daar dat de Koe
lies meer kosten dan ze nut doen men kan
NOVELLE NAAR HET DUITSCH
FRIEDRICH ZIMMERMAN.
«Hebt gij even den tijd om met mij te spreken,
vaderzeide hij, ik heb iets zeer gewichtigs meê
te deelen.*
«Moet dat nu gebeuren? Ik ben daartoe op dit
oogenblik niet zeer gestemd,* was het korte, norsche
antwoord.
«Ja, vader, want ik heb mijn woord gegeven.
Dat is wat anders. Mag ik weten aan wien
«Aan eene jonge maagd.
«Ei
«Een meisje, dat ik bemin en trouwen zal.*
»Zoo zult gij? Zoo ik hoop, wordt mij toch toe
stemming gevraagd. Of is dat niet nöodig
Zeker, vader, en juist daarom verzoek ik u, mij
eenige oogenblikken aan te hooren. Zooals gij weet,
ben ik een geoefend jager, die mijn tijd bij u en
mijn bataillon niet heb verbeuzeld. Zal het u geen
genoegen doen als ik eene schoondochter in huis
bréng en later, als gij van alle vermoeienissen zult
uitrusten uwe plaats bekleed?*
«Het kan zeer veel schelen, wie de schoondochter
zal zijn,* antwoordde de oude Krantz.
»0p geld behoeft gij niet te zien, vader, want de
betrekking die gij bekleedt is een van de beste uit
liet geheele land.
«Kom, kom, geene omwegen: wie is het?
«Een braaf en deugdzaam, maar zeer arm meisje.
Gij zult de voorooi deelen der boeren toch niet deelen
welke.
«Niet zooveel praatjes.! Ik heb niet veel eerbied
voor, een .deugd, als er zooveel woorden noodig zijn
om deze kenbaar te maken.
«Ik zou in andere omstandigheden niet zooveel
woorden behoeven te gebruiken, om de groote eigen
schappen van mijn meisje te kenschetsen, maar bij
u kan ik zoo niet met de deur in huis vallen. Ik
wil gaarne met u in liefde en eensgezindheid handelen,
waar er van de gewichtigste stap mijns levens sprake
is. Ik ben anders in dit opzicht door u niet verwend.
«Ik zou ook niet weten waarom dat had moeten
gebeuren. Doch ter Zake:- wie is het?«
«liet is Hanna Mertens,zei Karei met nadruk.
De houtvester stond zoo snel en zoo driftig van
zijn stoel op, dat deze omver viel. Men kon zijn ge
laatstrekken niet gade slaan, want het was bijna
donker in de kamer en hij stond met den rug naar
't venster gekeerd. Er ontstond een pijnlijke stilte,
waarin men het zware ademhalen van den man kon
hooren. Eindelijk zei de oude houtvester met een
schorre stem: «Daartoe bekomt gij mijne toestem
ming nooit!
«Dat antwoord had ik verwacht,zei Karei
op kal men toon. «Ik verzoek u echter beleefd,
vader, niet boos te worden, maar verstandig met
mij te spreken. Zeg mij eens, wat hebt ge tegen
dit meisje?*
«Neen, niet boos worden,* zei de houtvester
I binnenmonds, ais sprak bij in zichzelven, «niet boos,
ze echter in dat klimaat onmogelijk missen.
De thee hier gewonnen is van tweeerlei
soort, inheemsch of uit China ingevoerd.
De struiken worden verkregen uit zaden,
die wanneer ze ontwikkeld zijn verpoot
worden. De theeplant biedt vooral in den
herfst, wanneer het zachte donkergroen der
bladeren afwisselt met duizende bij duizende
witte bloesems, een overheerlijk gezicht.
Het theeseizoen duurt van Maart tot No
vember. Nauwlijks hebben de eerste strui
ken hare bladeren ontvouwd of de kleinste
moeten geplukt worden. Dit lastige werk
wordt door de meest ervaren planters ver
richt, die te zorgen hebben dat de knop
waaruit de volgende blaadjes moeten voort
komen, niet beschadigd wordt. De eerste
blaadjes bevatten het fijnste aroma. Uit de
nog niet geheel ontvouwde verkrijgt men
de bloesenil\\QQ, uit de reeds ontwikkelde
tweede bladeren de pecco, uit het derde
oudere blad, de souclion. De lager staande,
dikker en taaier bladeren wordt een minder
kwaliteit, Avcongo, verkregen. Op sommige
plantages worden ook de onderste bladeren
tot thee gedroogd, die een geel of rood af
treksel leveren zonder geur of smaak en
alleen dient om betere soorten te vervalschen.
De meeste planters werpen ze echter weg,
Tegen den avond komen de overdag ge
plukte bladeren in het theehuis. Hier strooit
men ze uit op matten, om ze te doen ver
welken en verdeelt ze dan in hoopendaarna
worden ze nauwTkeurig onderzocht en die
welke nog niet droog genoeg zijn aan de
zon of de hitte van 't vuur blootgesteld.
De bladeren worden op een tafel gerold en
in een voebtigen doek samengepakt; ze on
dergaan nu een gistingsproces, waardoor de
groene kleur in bruin overgaat. Intusschen
verhit men de groote pannen, in welke de
bruin geworden bladeren tien minuten lang
geroosterd worden, onder voortdurende om
roering, opdat ze niet branden en alle bla
deren evenveel van de warmte bekomen
zouden. Daarna worden ze ten tweeden-
male gerold, op matten of zinken platen
uitgespreid en boven gloeiende kolen op
nieuw gedroogd, waardoor ze zwart worden.
Eindelijk is de thee gereed. Eer ze echter
in met lood voorziene kisten verzonden
wordt, worden alle gele en roode bladeren
uil geschoten en meestal eerst gesorteerd, wat
met een zeef geschiedt.
Al deze werkzaamheden gaan dag en
nacht voort en vorderen een groote mate van
inspanning, vooral van den planter. De
kisten met thee worden op olifanten gela
den die ze naar de rivier dragen, van waar
ze per stoomboot vervoerd worden naar
Bengalen.
Daarop volgt een rustige periode //de
koude tijd'' genoemd, waarin men zich be
zig houdt niet het winnen der zaden en de
verzending daarvan naar andere streken in
Indië. Zo hebben de grootte eener hazel
noot en zijn door een groenen bast omge
ven. Men bereidt er ook een voortreffelijke
olie uit.
Ook moet in den wintertijd de grond
omgespit en 't overtollige hout verwijderd
worden, een operatie, die als alle snoeien,
bijzonder attentie vordert, dewijl daarvan
voornamelijk de theeoogst van 't volgend
niet driftig worden!* Hij woelde met de hand in
zijne grijze haren, als zocht hij naar een antwoord
en zei eindelijk op luiden toon: «Hoe zeidet gij
Karei Hanna Mertens? Is het deze juist deze
«Ja, vader. Gelooft gij misschien de praatjes van
die domme boeren, die moeder en dochter uit nijd
belasteren
■»Neen!« riep de oude Krantz in koortsachtige
opgewondenheid. Haal u maar geene dwaze denk
beelden in het hoofd. De moeder is braaf en
ook de dochter. Zij moet braaf zijn en goed o,
het zou verschrikkelijk wezen als niuedcr en dochter
tengevolge van den dood des vaders slecht waren
geworden verschrikkelijk
«Zij zijn braaf en deugdzaam, vader,zeide Karei
met fierheid. «Een weldoener uit de stad heeft zich
harer erbarmd en haar tot heden ondersteund. Ware
dit niet het geval geweest, dan zou het er voorzeker
met de arme vrouwen treurig uitzien.*
«Ja ik weet het, mijn zoon een edele wel
doener.* De laatste woorden werden, door den ouden
man met moeite uitgesproken. Eindelijk vervolgde hij:
«Omdat zij ondersteand zijn geworden, daarom heb
ben zij geen gebrek geleden en is het meisje in eer
en deugd groot gebiacht.
«Ja vader, zij is deugdzaam opgevoed,zei Karei
met warmte, «Eu daarom behoeft een eerlijk man
zich niet te schamen, haar tot vrouw te nemen.
Gij hebt alzoo niets tegen haar en geeft dientenge
volge uwe toestemming tot ons huwelijk?*
«Nooit, nooit!» schreeuwde de vader. «Zwijg
daarvan gij krijgt nooit mijne toestemming
«En, mag ik vragen waarom niet?*
«Ik kan en wil het gelaat van het meisje niet
zien. Ik haat haar aanblik als de hel! Nooit, nooit
kan zij mijne dochter worden!*
Weder ontstond een pauze van eenige minuten.
Tante Tine had haar breiwerk in den schoot laten val
len en streelde gedachteloos de grijze kat. De handelwij/e
van haren broeder was voor haar ten eeneumale onbegrij
pelijk.
Eindelijk vraagde Karei: «Wat heeft het arme
meisje u misdaan, vader, dat gij reden kunt hebben,
haar zoo te verafschuwen
«Niets doch dat is een zaak van onlerge-
schikt belang!» was het antwoord.
«Voor 'mij niet, vader,zeide Karei, «ik bemin haar en
heb haar mijn woord gegeven om haar te trouwen. Ik ver
zoek u echter beleefd, mij niet zoo koud en onverschillig
te behandelen. Ik ben uw zoon en eer uw wil en door
zicht en zal u dubbel eeren, als gij mij de achting
gei;ft, die mij toekomt. Spreek niet tot mij, als een
knecht, want dat kan en wil ik niet verdragen.
Laat ons vriendelijk en verstandig met elkander spreken,
nu het mijn levensgeluk geldt. Ik verzoek u daarom
nogmaals, niet zoo koud en ruw te zijn, maar mij
goedgunstig te bejegenen. Zeg mij ten minste, waar
om gij uwe toestemming tot onze verbindtenis weigert.*
Deze vraag bracht het geheele gemoed van den
houtvester in opstand. Hij begreep het billijke van
die vraag, want hij had zich langzamerhand van den
schrik hersteld die hij bij het hooren van Hanna's
naam had ondervonden, doch kon en mocht haar
niet beantwoorden. Dit maakte hem zoo toornig, dat
nij woedend met den voet op den grond stampte.
Toen Karei geen antwoord bekwam, herhaalde hij
de vraag: «Zeg mij dan toch, vader, waarom gij uwe
toestemming weigert?*
«Omdat ik ze niet geven wil. Dat is genoeg
mout je genoeg zijnriep de oude man met eene
slem, die van woede trilde.
(Wordt vervolgd.)
en Altena,
DeH
VAN
14).