No. 329.
Woensdag 26 November
1884.
■w
ciio era en nare in.
d 0
FEUILLETON
Lenau en de Gezusters Milanollo,
VOOR
Uit-ever: L. J. YEETCM AN Feiisdon.
Bit blad verschijnt eiken W O E N S T) A G en Z A T E It I) A G.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs
verhooging.
Advertentiën 16 regels 60 et. Elke regel meer 10 ct. Groote lelters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
luit ayuiuwMiuw
I
I.
Wij vinden in Schorers Famielieblati van
de hand van den beroemden Dr. Koch
eene beschouwing, die wij wel de moeite
waard achten gedeeltelijk onder de oogen
onzer lezers te brengen.
Toen sedert het jaar 1817 de cholera de
grenzen van haar vaderland, Indië, over
schreed en epidemisch over vele landen heen
trok, ontstond in de wereld der geneeskunde
de vraag of men deze nieuwe ziekte als eene
miasmatische of eene besmettelijke moest
beschouwen. Men bracht namelijk alle epi-
dimieën onder deze twee klassen en ver
stond onder de eerste eene ziekte, die door
schadelijke uitdampingen van den grond
veroorzaakt werd, terwijl de besmettelijke
ziekten van mensch op mensch werden over
gebracht.
De voorliefde der cholera voor rivierdalen
en laage vlakten scheen te pleiten voor
schadelijke uitdamping (miasmen) en ten
gevolge van deze zienswijze zocht men de door
kwade dampen bedorven lucht op vele plaat
sen door het verbranden van kruit en zoo-
als het in dit najaar nog in Toulon gebeurd
is, door het branden van groote vuren te
reinigen. Ja, men stelde zelfs voor door
groote blaasbalken en windmolens den vij
and, die in de lucht stak, uit de steden te
verdrijven of weg te blazen.
Maar toen door de verdere uitbreiding
gevallen bekend werden, die slechts in aan
steking haren oorsprong konden hebben,
werd de cholera voor eene besmettelijke ziekte
verklaard en daarop volgden afsluitings
maatregelen, kordons en quarantaine.
Hoewel deze maatregelen hier en daar
uitmuntend werkten, b. v. in 1831 in Sak
sen, hadden zij op andere plaatsen in het
geheel geen nut en daar verscheidene stre
ken van de cholera bevrijd bleven en dok
ters en ziekenverplegers zelden werden aan
getast, geloofde men zich weer op een
dwaalspoor, wat betreft de besmettelijkheid.
Toen onstond in 1838 of 1839 het denk
beeld langzamerhand dat de cholera het
product van een gastrisch-zenuvvachtigen
ziektetoestand was en men bracht haar in ver
band met allerlei ongewone natuurverschijn
selen, als aardbevingen en overstroomingën,
of met epidemische ziekten onder de plan
ten en dieren (aardappelziekte, sterfte onder
de zijdewormen, phylloxera, enz).
Tegenover deze beschouwingen, die tot
geene praktische resultaten konden leiden,
was het een groote stap vooruit, toen tegen
het jaar 1840 de leer van het choleragif
geboren werd, eene veronderstelde zelfstan
digheid, over wier organische of niet orga
nische natuur men het niet eens was, maar
waarvan verondersteld werd dat zij, door
haar opname in het lichaam, de ziekte te
voorschijn riep. Een tiental jaren verder
ging men een stap vooruit en men verklaarde
dat dit vergif verbonden was aan de uit
werpselen der cholera-zieken. Die brachten
het weer in den grond, in het drinkwater
en in de lucht en door den mond en de
neus namen de menschen het gif weer in
hun lichaam op. Professor von Pettenkofer
geeft de grootste schuld aan den grond en
zijne verklaring van de oorzaak der cholera
niet alleen, maar ook van andere epidemi
sche ziekten sedert het jaar 1855, noemt
men de theorie van het grondwater. //Het
grondwater", zegt deze beroemde geleerde,
^bevat eene menigte schadelijke bestanddee-
len, die ontstaan zijn door de verrotting van
organische lichamen. Zinkt dat nu in
den grond, dan blijven die bestanddeelen
in den poreusen bodem achter, zij ontwik
kelen zich verder onder den invloed van
warmte en vochtigheid en kunnen met de
opstijgende lucht in de buitenlucht gebracht
worden en zoo door de menschen ingeademd
worden. De kiemen der ziekte worden vol
gens Pettenkofer niet rechtstreeks van mensch
op mensch overgebracht, maar moeten eerst
weer in den grond komen om zich verder
te ontwikkelen. Uit den grond komen zij
in de lucht en uit de lucht worden zij we
der door de menschen ingeademd." Volgens
hem geschiedt dus de besmetting door mid
del ijken overgang.
Andere geleerden staan de drinkwater -
theorie voor. Eörster wees er op dat in Sile-
sië zulke plaatsen van cholera bevrijd bleven,
die of eene drinkwaterleiding hadden, óf
wier bronnen in een rotsachtigen grond wa
ren. Aanvoer van goed drinkwater heeft in
verscheidene steden de sterfte aan andere
besmettelijke ziekten zeer verminderd'
In het laatste twintigtal jaren heeft zich
weer de overtuiging baan gebroken dat de
besmettende stof der cholera, evenals bij
andere ziekten, van eene organische natuur
is en dat de ziekte aan het aanwezig zijn
van zwammen haar ontstaan verschuldigd is.
Deze zwam-theorie is daardoor zeer waar
schijnlijk geworden, daar men sommige aan
stekelijke ziekten door inënting van zulke
zwammen bij dieren te voorschijn heeft ge
roepen. Alle maatregelen die men in den
nieuweren tijd tegen besmettelijke ziekten
aanwendt, berusten op de vernietiging dezer
zwammen en worden onder den naam van
desinfectie (ontsmetting) samengevat.
Daar de groote hitte elk organisch leven
doodt, zoo vernietigt zij natuurlijk ook deze
kleine plantjes en is daarom een zeker ont
smettingsmiddel. Maar de vruchtkiemen
of sporen van vele dezer splijtzwammen (bac
teriën) verdragen meer dan kookhitte, n.l.
NEUMAN—STRELA.
In den postwagen die van Heidelberg naar Stuttgart
reed, stapte een heer, die een bruine jas en een grijzen
phantasiehoed droeg. Hij plaatste zijn gestikte reistasch
in het net boven in het rijtuigmaar de vioolkist zette
hij behoedzaam naast zich neder en bedekte haar nog
met zijn mantel, als wilde hij zijn lieveling voor tucht
behoeden.
De postiljon blies, de paarden trokken aan. De heer
zette zich in een hoekje neder en haalde pijp en tabaks
doos, vuursteen, staal en zwam te voorschijn. Spoedig
steeg de blauwe rook naar boven, de rooker kruiste de
armen over elkander en ging dutten.
Eerste station. De wagen hield stil. Twee per
sonen sleepten een groote reismand vooruit, toen kwam
een derde, met doozen, koffers en kisten. De heer
in den wagen werd eerst in zijn sluimering gestoord
toen twee dames aan het portier verschenen.
Naar de gelijkenis te oordeelen waren het zusters.
Beiden hadden donker haar, donkere oogen, zwart
zijden japonnen en zwarte tullen hoeden.
De oudste sprong het eerst in het rijtuig en riep
Foei, wat een verschrikkelijke walm Marie, wij zul
len nog stikken.
Vreeselijk riep Marie, toen zij ook ingestegen
was, doch al lachende namen zij plaats.
De dames zetten zich tegenover den heer.
Hp lippr hnncr pn orrnottp hplppfH Hmrlort hflt
rooken de dames ook
0, wanneer ik u verzoeken mag, antwoordde
Therèse en maakte een afwijzend gebaar tegen de
pijp, van rook krijg ik hoofdpijn.
Hij boog weder en vleide zich in een hoekje, ter
wijl hij zijn pijp in zijn zak liet glijden. Hij deed
zijne oogen dicht. Hij wilde slapen. Doch dat ver
zoek om niet te rooken Hij werd ongeduldig, steeds
onrustiger, schikte zich van rechts naar links, doch
kon niet op zijn gemak komen. Had het niet ge
motregend, dan ware hij zeker uit den wagen ge
sprongen en had als palfrenier naast den postiljon
plaats genomen. Het verlangen naar zijn pijp werd
ieder oogenblik grooter; de dames merkten daar
echter niets van, zij lazen rustig door.
Ei, daar viel hem iets in. Mag men in tegen
woordigheid van hel zwakke geslacht niet rooken
spelen mag men altijd 1 Er zal toch geen verbod be
staan tegen het spelen in den wagen.
Zoo gedacht, zoo gedaan. De mantel er af ge
nomen en de viool kwam uit de doos te voorschijn
een heldere, frissche toon vervulde de kleine
ruimte.
De dames lieten hare boeken vallen en het was
haar duidelijk aan te zien dat de inval van den zon
derling haar naar den smaak was.
Hij phantaseerde. De muziek was droevig, klagend;
was het een klaaglied over de koude pijp De tonen
werden voller doch weemoed ruischte door liet lied.
Toen werd de melodie scherp en wilder, een snijdende
toon de strijkstok viel neder.
De dames ontwaakten uit hare ontroering.
Mijnheer, riep Therèse, er is geen slot aan uw
stuk
Het slot, als ik u hidden magsmeekte Marie.
llii trok ziin mond od oriffpvvnnp vviizp snmon
Een zucht zij het slot
Neen, riep Therèse, een danklied voor het
goede en schoone
Een gebed uit het diepste der ziel, zeide
Marie. Therèse, maak gij het slot
Ah, wijdt gij u ook aan de kunst
Zoo nu en dan, was het antwoord.
Als 't u blieft, en hij bood zijn viool aan.
Dank u, wij hebben onze instrumenten steeds
bij ons, zeide zij met een lichte buiging.
Hare zuster stond op en haalde twee violen te
voorschijn.
Gij speelt ook Gij ook riep hij opgetogen
uit.
Een toestemmend glimlachje was het antwoord.
De violen werden gestemd. Therèse ving aan. Zij
tooverde een beeld voor den geest van den kunstenaar,
zoo rustig en kalm en toch verheven en schoon. Het
korenveld golfde in het zonlicht. De maaiers kwamen
met hunnen zeisen, dan volgden de ouderen en om
hen heen de jeugd, allen verheugd over den rijken
oogst. Zij knielden neder, dankten God voor zijne
goedheid en het vogelenheir jubelde mede.
In gepeins verzonken hoorde hij het spel aan. De
droevige trek om den
rukking straalde uit zijn oog.
Nog voordat hij een woord uit kon brengen, riep
Marie opgewonden uit: »Nu het duo van Kreutzer?
Kom een, twee, drie
Het heerlijke duo van Kreutzer, zoo vlekkeloos
voorgedragen, zou iederen vijand van muziek tot en
thousiast hebben kunnen maken. Licht begrijpt men
welk een indruk het op dezen toehoorder maakte
Zijne borst ging op en neder en tranen liepen hem
mond was geweken en ver-
eene warmte van 150 graden Celsius. Even
zoo kunnen vele eene langdurige droogte
verdragen, hoewel van den anderen kant
vochtigheid en warmte hare ontwikkeling en
voortwoekering begunstigen.
In den laatsten tijd zijn er eene geheele
reeks van chemische middelen bekend ge
worden die bacteriën vernietigen. Bovenaan
staat het sublimaat, eene verbinding van
kwikzilver met chloor. Daarop volgen kar-
bolzuur en chloor. Maar allen hebben helaas
dit tegen zich dat zij door de menschen
slechts in zulken verdunden staat kunnen
verdragen worden, dat daardoor eene ver
nietiging van de bacteriën in het lichaam
niet kan veroorzaakt worden. Men kan dus
alleen trachten ze buiten het lichaam op
te zoeken, ze te vernietigen en te zorgen
dat ze niet in het lichaam opgenomen wor
den. Dat wil zeggende nieuwere behande
ling der besmettelijke ziekten, ook die der
cholera, is eene voorbehoedende geworden.
Om nu de eigenaardigheden en bijzonder
heden van elke besmettelijke ziekte door de
zwam-theorie te kunnen verklaren, is het
noodig te veronderstellen dat elke ziekte
door eene bijzondere bacterie wordt te voor
schijn geroepen, en nadat men door verbe
terde microscopische en nieuwe kleurmetho-
den den splijtzwam heeft gevonden, die bij
elke der andere besmettelijke ziekten de
oorzaak is, kon het niet meer betwijfeld
worden dat ook de cholera hare eigene
bacterie heeft.'
Werkelijk heeft dan ook de beroemde Dr.
Koch, die bekend is door zijne ontdekkingen
op het gebied der besmettelijke ziekten,
zoowel in Indië als onlangs in Toulon, bij
cholera-zieken steeds dezelfde bacterie gevon
den wegens haar krommen vorm noemde
hij haar komma-bacterie. Deze is nog nergens
bij dier of mensch opgemerkt geworden.
Koch vond haar bij de menschen slechts in
over de wangen.
Eindeliilt
ineii d#> Inalslp t.nnpn wpcrfpoiinltpn
waren, sloeg hij zijne handen ineen en riep
Gij zijt óf heinelsche wezens óf de gezusters
Milannollo
Slechts het laatste, zeide Marie op vroolijken
toon, zij is Therèse en ik hen Marie.
Geeft mij de hand, dit uur vergeet ik van
mijn leven niet
Nu Heer collega zeide Marie Ik heb onze
namen nu verraden gij zult den u.ven toch ook wel
mede willen deelen. Door uw spel hebt gij bewezen
dat gij onze collega zijt. Zijt gij Baillot, Rode, Lafout
of wellicht Kreutzer, wiens duo's wij bij voorkeur
spelen
Ik heb het geluk niet collega te zijn. Ik be
speel de viool slechts als dilettant; voornamelijk maak
ik gedichten. Doch mijn naam wil ik daarom wel
mededeelen, misschien hebt gij wel eens van Nicolaas
Lenau gehoord
Lenau, Lenaujuichte Therèse, sta mij toe
dat ik u de hand drukDaar is het valies, daar
liggen uwe gedichten, die ons van stad tot stad ver
gezellen. Wat hebben wij niet dikwerf verlangd eens
met den dichter kennis te maken
Zoodra wij in Stuttgart zijn, speel ik een hymne
voor het toeval dat ons te zamen bracht, riep Marie.
Waarom eerst te Stuttgart? Neen dat duurt
mij te lang, hier in dezen wagen moeten wij het
offer brengen. Gij, heer dillettant, kent gij wellicht
het trio in C-dur van Kreutzer?
Goed van buiten zooveel te beter. De
viool voor den dagDe smetlooze voordracht van
dit trio zal ons dankoffer zijn
De paarden stapten en spitsten de ooren. De pos
tiljon vergat dat hij op den bok zat. Drie en twin
tig jaar had hij van Heidelberg naar Stuttgart ge-
rpdpn maai' 711IL- P niCCKVl /HV bn J b 11 riA/v maa
DOOR