No. 345. Zaterdag 24 Januari. 1885. FEUILLETON Uitgever: L. J. VEERMAN neusden. li. VOOR Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.Franco per post verhooging. zonder pnjs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. De kortste dagen van het jaar, de laatste helft van December en de eerste helft van Januari, waren in oude tijden hoofdzakelijk aan feestvreugde gewijd. Dit kan uit ver schillende oorzaken verklaard wordenin onze noordelijke klimaten was de rust van landelijken arbeid gedwongen, het was een tijdperk van overgang, de schijnbaar gestor ven aarde ontwaakte tot nieuw leven en die gedwongen rust, die intrede tot een nieuw leven, werd onder godsdienstige plechtig heden en luid vreugdegejuich gevierd. De feesten begonnen bij den mid-winterdag, onzen 25n Dec. en duurden twaalf dagen aan een stuk, en een dertiende dag werd er later bijgevoegd. Het Christendom deed veel van het Heidendom weg, maar met volksgebruiken en volksfeesten kan het niet zoo gemakkelijk korte wetten maken, en zoo bleven velen van die feesten en gebruiken bestaan, maar op de een of andere wijze werden zij met het Christendom in verband gebracht. Zoo viel het Joelfeest op ons Kerstfeest, de dertiendag op Driekoningen en zoo bleef de Maandag, die op Drieko ningendag volgde, eveneens op sommige plaatsen als feestdag bestaan. Die Maandag was een godsdienstige feest dag waarop de bruidswerving van den Zon negod werd gevierd. Het woord bruidswer ving is bij ons in onbruik geraakt. Het be- teekent aanzoek doen ten huwelijk. De Zon- Naar Besant-Rice. EERSTE HOOFDSTUK. negod deed op dien dag aanzoek om de hand van Hertha, de Moederaarde. Die dag werd daarom genoemd Koppelmaandag, want hij herinnert aan eene vereeniging, eene koppeling, zegenrijk in hare gevolgen, en omdat het een bruidsdag is, gunden de gehuwden aan hunne vrouwen op dien dag de heerschappij en lieten ze meesteres in huis en hof. Voor zoover is na te gaan ligt in het bovenstaande de oorsprong van den Koppel maandag, of zooals hij tegenwoordig genoemd wordt, den Koppermaandag. Vele oudheid kenners hebben aangaande dezen dag en het daaraan verbonden feest hunne meeningen medegedeeld, evenwel met dit gevolg dat al die meeningen van elkander en met de bovenstaande verschillen en dat er tusschen de verschillende door hen geuite denkbeel den hoegenaamd geen verband of eenige overeenkomst te vinden is. Bilderdijk, die op taalgebied dikwijls de zonderlingste afleidingen voorstond, beweert in zijn geslachtlijst dat Koppermaandag vroeger de feestdag was van de haar- en baardscheerders, wier voornaamste werk in vroeger tijd bestond in liet aderlaten en het zetten van koppen. Met dit gilde stonden de boekdrukkers in een eigenaardige be trekking: zij, namelijk de boekdrukkers, waren het toch die de plaats innamen der vroegere boekschrijvers, librarii genoemd, die bij de a kop'' of badstoven liedjes zongen of ook wel verhalen en vertellingen ten beste gaven. Men moet bekennen dat aan de boek drukkers in deze afleiding geen zeer eervolle plaats is toegekend. Een ander weer beweert dat dit feest, het eerst door drukkers en letterzetters gevierd, zijn naam te danken heeft aan de benaming die de gezellen elkander gaven, namelijk coöperatores, dat wil zeggen samenwerkers, zoodat deze dag, oorspronkelijk genaamd coöperatortjes, later is verbasterd in kopper- tjesdag. Weer een ander meent te weten dat dit woord zijn ontstaan verschuldigd is aan kop, eene oud Hollandsche benaming voor het woord drinknap, zoodat kopperen niet an ders zou beteekenen dan bekeren of feest vieren. Een vierde geeft het volgende verhaal te lezen omtrent den oorsprong van Kopper maandag Eene stad (welke wordt niet ge zegd), in Noord-Brabant werd belegerd en nauw ingesloten. Honger dwong de bele gerden zich over te geven. Maar de bele geraars waren zoo vertoornd dat zij allen in de stad over de kling wilde jagen. De vrouwen uit de stad begaven zich echter naar den hoofdingang van de belegerplaats en door aanhoudend smeeken verwierven zij zich de gunst datgene, wat haar het kostbaarst was en wat zij op den rug konden dragen, uit de stad te brengen en zoodoende zich zeiven te redden. In de stad teruggekomen nam eene der vrouwen terstond haar man op den rug en de overigen volgden dit voorbeeld. Zoo kwamen de inwoners kop pel aan koppel uit de stad en waren gered. Uit dankbaarheid besloten de mannen op dien dag alle heerschappij aan de vrouwen af te staan en noemden hem Koppelmaan dag, bij verbastering Koppermaandag. Men weet dat iets dergelijks verteld wordt van de stad Weinsburg in Beieren en dat ook in ons land van de vrouwe van Heemskerk hetzelfde verhaal gaat. Wat nu die beide laatste gissingen of zoogenoemde afleidingen betreft, men moet maar raden wat daar de boekdrukkers mee te maken hebben. Hoofdzakelijk toch is deze dag bij hen in eere. In de groote plaat sen, waar zij vereenigingen vormen, wordt die dag door hen gevierdbij die gelegen heid worden prachtkalenders, nieuwe scheur kalenders enz. uitgegeven en de dag wordt aan vroolijkheid gewijd. Zeker schijnt het te zijn dat het feest ontstaan is vóór het Christendom hier of in Duitschiand was ge bracht en dat op den eersten Maandag na dertiendag (Driekoningen) aireede zoo'n feest werd gevierd in den voor-Christelijken tijd. Twee a drie honderd jaar geleden, gingen op dien Maandag de gezellen der verschil lende steden rond om een fooi te ontvan gen hetgeen dan bijeen was gebracht werd vervolgens feestelijk verteerd. Toen waren het dus niet alleen de boekdrukkers. Zou hun gilde waarschijnlijk die dag alleen in eere hebben gehouden? Er bestaan nog andere gebruiken op Kop permaandag. In Breda, onder anderen, schij nen de herbergiers gewoon te zijn op dien dag aan hunne klanten gratis worstenbroodjes voor te zetten, waarvan deze naar genoegen kunnen eten. Wij lazen dezer dagen dat juist degenen, die het minst aan zulke her bergen de klandisie gunden op andere da gen van het jaar, op dien dag trouw op 2) Toen ik >veder tot mijne bezinning kwam, lag ik op eene sofa uitgestrektzachte, koude vingers be vochtigden mijne oogen en drukten een' geparfu- meerden doek aan mijne lippen. Ik opende plotseling de oogen en gevoelde mij weder volkomen hersteld en richte mij op. Aan het voeteneinde van de sofa stond mijn gastheer. Voorzichtig, Boule-de-neigelaat hem nog een oögenblik liggen 1 De honger zal hem te sterk ge worden zijn. Ik wendde mij om, ten einde te zien wie Bbule-d,e- neige mocht zijn. Het was een oude neger, ee'. van de zwartste soort, zoo oud en uitgemergeld als een oude orang-oetanzijne wangen hingen in plooijen neer, zijne huid scheen veel te wijd te wezen voor het verschrompelde karkas dat zij bedekte zijn wollig haar was wit, zijn mond tandeloos en zijn neus zoo danig door ouderdom afgeplat, dat hij bijna volkomen onzichtbaar was, als men den eigenaar van ter zijde èekeek. Verder had hij zachte, maar ijskoude handen en vurie roode oopn. «Wat denkt gij van hein, Boule-de-neige Hij flinke jonge man, Massa, hij mooie jonge man, veel honger, geloof ikhij lang uithouden, veel langer dan andere jonge man. Goed zooAndere jonge man arme schooier, ellendige schooieropge bruiken en naar den duivel gaan in maand tijd. Deze jonge man goede maag, sterk als paard. Mooi zoo, mooi zoo. Hoeyeel Massa denkt, hij van daag eten zal #We zullen zien, Boule-de-neige. Wij zullen met een eenvoudig maal de proef nemen, en dan zien of hij geschikt is. Jongelieden komen niet altijd hunne beloften na. Maar hij ziet er goed uit, en misschien Boule-de-neige, misschien ach. Hij boog het hoofd en zuchtte diep. «Hoe laat Massa eten zelf Ik weet het nog niet,antwoordde de oude heer, op nieuw zuchtend. Misschien om negen uur, misschien ook dan nog niet. Het hangt allemaal van dezen jongen man af. Verdwijn nu, Boule-de-neige en ga dekken. Het herhaalde zuchten van mijn gastheer wekte in mij het vermoeden op dat hij zijn gemoed met iets bezwaard gevoelde. Maar waarom hing dat van mij af? En verdween Boule-de-neige door de vloer? Verzonk de tafel met hem, en kwam zij weer met spijzen beladen naar boven Mij ten minste, scheen het zoo toe. Ik sprong op, want het gezicht en de reuk der spijzen deden mijn' honger in al zijn woede terug- keeren. «Laat mij eten,« riep ik. «Dadelijk. Slechts een oogenblik, een enkel oogen- blik nog. Jonge man-, beschrijf mij nog eenmaal nauwkeurig de natuur en de grootte van uwen honger. Maar naar waarheid, volkomen naar waarheid. Ge zijt toch, hoop ik, in godsvrucht opgevoed?» «Ik heb een duivelschcn honger. Wat zou ik verder nog behoeven te zeggen?» «Mijn jonge vriend, er zijne vele soorten van honger. De uwe is misschien in het begin hevig en veelbe lovend, en eindigt dan met niets. Ik heb helaas zulke menschen leeren kennen. Hebt gij een honger die aanhoudt Is hij opgewassen tegen een lang- durigen maaltijd. Keert hij regelmatig terug?» «Gij zult zien wat ik kan,» lachte ik, arme drom mel. «Gij zult het zien. Ik heb nog. nooit een langen maaltijd gehouden, omdat ik er altijd korte metten mee maak. Maar mijn eetlust is tegen zooveel en zooveel pond biefstuk opgewassen, en zoo regelmatig als een uurwerk. Dat is ten minste iets. Biefstuk is een goede toetssteen. Ten tweede, en dat is van groot gewicht, keert uw honger spoedig weer terug, om den dag, om het uur Of doet hij zich op alle tijden van den dag gevoelen?» Ach, ik wenschte dat het niet zoo was «Stil jonge man, laster niet. Zeg mij eens, als gij nu genoeg eet, het is nu half vijf, wanneer denkt gij dan weer honger te hebben?» Zijne oogen fonkelden bij het kaarslicht als een paar groote robijnen en zijne handen beefden. Ik denk om acht uurmaar misschien kan ik om zeven uur wel weer een licht kostje verdragen. Op dit oogenblik zou ik een berg aan kunnen.» «Hij zou een berg aan kunnen, een berg! On doorgrondelijk zijn de wegen der Voorzienigheid. Mijn jonge vriend, ik ben er Haar dankbaar voor, uit den grond van mijn hart dankbaar, dat Zij mij u deed vinden. Ga nu zitten en laat mij u bedienenik moet u zien eten. 't Is heden voor mij een gezegende dag, in waarheid een gezegende dagIk zelf moet u bedienen, geen ander. Boule-de-neige, vertrek!» Toen hij het deksel van een der schalen wilde nemen, hield hij plotseling in. «Halt! Gij zijt zonder betrekking, niet waar?» «Ja, ik kan er geen vinden.» «Welk beroep hebt gij anders?» «Ik ben tooneelspeler. «Een slecht, een onchristelijk vak. Tooneelspelers zijn luidens de parlenienl-akte vagebonden, zij bc- hooren niet tot de fatsoenlijke lieden. Ik zou mij ge lukkig achten, indien ik een zwak werktuig in de hand der Voorzienigheid mocht zijn, om u aan zulk een gevaarlijken werkkring te ontrukken. Waarom hebt gij uwe laatste betrekking verlaten Toch niet wegens diefstal of om eenig ander misdrijf?» «Mijnheer, ik ben altijd een eerlijk man geweest en, daar ik nooit het geld van anderen bèheerd heb, ben ik nooit in de verzoeking gekomen mij iets weder rechtelijk toe te eigenen.» «Ha! zijt gij gehuwd?» «Neen, ik ben nog vrijgezel.» «Gij zijt ongetrouwd?» «Ja. «Jonge man, gij staat thans voor een gewichtig oogenblik, misschien het gewichtigste van geheel uw leven, maar wellicht komen mijne vragen u onge past en lastig voor. Gij zijt nu hongerig en verlangt naar eten. Na den maaltijd zullen we verder spreken. De tafel was met een dozijn verschillende schotels bedekt, die gelijktijdig opgedragen waren. Op eene groote tafel, die een weinig terzijde stond, bemerkte ik er nog meer benevens verscheidene flesschen en koelbakken. Toen mijn grootmoedige weldoener de zilveren deksels oplichtte en de geur der warme '''""•«'"•«f"qisa K0PPERIAA1 Hande

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1885 | | pagina 1