No. 353.
Zaterdag 21 Februari,
VERDWIJNEN.
FEUILLETON
ien zonderlinge Hinde
UitgeverL. J. VEERMAN neusden.
BUITENLAND.
VCXtH
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1
verhooging.
Franco per post zonder prijs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Men zegt dat die tooneelspelen de schoonste
zijn, waarin het werkelijk leven op het nauw
keurigst is weergegeven, zoodat de hoorders
zich zeiven en elkaar met al hun hartstochten
en begeerten, deugden en ondeugden als in
een spiegel zien teruggekaatst.
Ons komt het voor dat men tegenwoordig
zich inspant het werkelijk leven overeen
komstig te maken met een drama. Ieder
die smaak heeft in dramatische lectuur of
wel eens kon snuffelen in een tooneelmanu-
script kent de leuke uitdrukking, die voor
komt op het oogenblik waarop een of meer
acteurs het tooneel behooren te verlaten.
Men vindt daar gewoonlijk den term: N.
af, of eenvoudig af. Bij dat woord slaakt
de acteur van professie een zucht van ver
lichting en snapt zoo spoedig doenlijk de
kamer uit of een zijlaan van 't bosch in,
om daar achter een kaartje te gaan leggen,
terwijl de dilettant-acteur eveneens zucht,
doch om een andere redenhij begon zich
n.1. nu pas vrij te gevoelen en raakte zoo
aardig op dreef om te vergeten dat hij slechts
een rol speelde en daar komt dat ongeluk
kige af en jaagt hem de papieren deur uit.
Deze formule komt ons tegenwoordig dik
wijls voor den geest bij het lezen van den
steeds meer en meer in zwang komenden
maatregel om zich met den franschen slag
los te maken uit het net van ongerechtig-
heid, wraarin sommige brave landgenooten
zich hebben vastgewoeld.
//Sinds een paar dagen wordt alhier ver
mist de heer A. of B. (of hoe ZEd. ook
heeten mag). Men vermoedt dat hij ten
gevolge van den droeven stand zijner zaken
zich heimei ijk verwijderd heeft.'' Of: //heden
heeft zich de heer P., bankier alhier, uit de
voeten gemaakt. Allen, die hunne spaar
penningen aan dezen financier toevertrouwd
hebben zijn de dupe hunner lichtgeloovig-
heid geworden." Of doch genoeg, de
berichten variëeren tot in 't oneindige, ze
komen echter alle op dezelfde zaak neer:
de heeren A P. enz., hebben hun rol uit
gespeeld en nu gaan ze af't liefst ook door
een zijdeur en zoo ongemerkt mogelijk. De
wensch van tooneel-acteurs om al was 't
maar eenmaal in hun leven eens terugge
roepen te worden na dat afgaan, koesteren
zij in 't minst niet. Integendeel zou dat
hun laatste rekening ongelukkig doen falen.
Verdwijnen alleen kan hen redden uit de
handen der gerechtigheid. Wanneer ze talm
den tot het publiek ging begrijpen dat af
gaan hun doel was, zou dat publiek hen
niet alleen terugroepen, maar bij de roks-
panden terugsleuren en weg was dan de
schoone toekomst, die ze zich gedroomd
hebben en waarin Amerika en het uit den
verwarden boedel geredde kistje een hoofd
rol speelden.
Toen men nu reeds jaren geleden bezig
was ons land te overspannen met een ijze
ren spinneweb, door palen gedragen en de
menschen nog maar van hooren zeggen
wisten welke wondere werken zoo'n spinne
web uitvoeren kan, toen noemde men als
een der voornaamste voordeel en van den
electrischen telegraaf de onmogelijkheid om
zich voortaan stilletjes uit de voeten te maken.
In dien tijd gaf dat verdwijnen een drukte
van belang, doch bij al die drukte was toch
het optrekken met de noorderzon slechts
kinderwerk. Maar dat zou anders worden
als die palen maar eenmaal stonden en die
draden gespannen waren. Men kon dan
binnen een half uur de geheele wereld in
kennis stellen van 't geen er gebeurd was, de
politie zou allerwege plotseling opgepord wor
den en in een ommezientje tijd was de lief
hebber van verdwijnen in verzekerde bewaring.
We hebben thans echter den telegraaf
en nevens dien den telefoon, geen plaatsje
in de beschaafde wereld is van het telegra
fisch of telephonisch net buitengesloten, de
politie wordt dag op dag door haar auto
riteiten en een belangstellend publiek op
gepord, en desalniettemin verdwijnt de een
na den ander. Geen maand, geen week,
wat zeggen we, soms gaat in een week
geen dag voorbij, of een of andere handige
of onhandige slimmert ziet zich genood
zaakt politie en justitie, post en telegraaf
een rad voor de oogen te draaien, om na
een kleine zeereis in de groene dreven van
Zuid Amerika een leventje als een Indische
suikerlord aan te vangen. Ze gaan eenvou
dig af en noch 't applaudissement van de
weinigen, die in zulk verdwijnen een stoute
daad zien, noch de jammerkreten der leêge
kassen en wanordelijke Italiaansche boek
houding, der bedrogenen en gedupeerden,
zullen hen bewegen terug te keeren, oin
't geëerde en gefopte publiek althans niet
zonder dankbare buiging den rug te wen
den. Ze gaan af en zijn verdwenen.
Men zal begrijpen dat we hier niet doe
len op gevallen als laatst te Amsterdam en
te Delft hebben plaats gevonden, waar twee
zeer achtenswaardige mannen, die geen geld
zaken dreven en aan wie niemand iets te
kort gekomen is, spoorloos in 't niet gezon
ken zijn. Over deze gevallen kan men alleen
'l hoofd schudden en niet zonder een grein
tje angst en een groote dosis verbazing
vragen, hoe 't ter wereld mogelijk is voor
altijd, althans voor maanden, verstopt te
worden of zich te verstoppen, zonder dat
er een liaan naar kraait en dat in een land,
dat gezegd wordt overbevolkt te zijn. De
Amsterdamsche politie is, naar luid der
berichten, wat mans, doch al haar zoeken
en doen hebben toch tot heden den verlo
ren komluandant der beroemde brandweer
niet terug kunnen brengen.
Den heer Stork heeft men gevolgd tot
zeker punt en op dat punt heeft men naar
alle richtingen heen uitgekeken en geroe
pen, doch de man is niet te zien, hij is
totaal verdwenenZijn deze gevallen niet
droevig merkwaardig in de annalen van ons
politie-toezicht?
Naar de redenen die deze mannen kun
nen gedreven hebben aldus te handelen,
mogen we niet gissen, daar 't volstrekt niet
zeker is dat hier niet eerder aan misdaad
dan aan verdwijnen door zelfmoord moet
gedacht wordenzij echter die hier verdwij
nen om in een ander werelddeel op te
duiken en zich vet te mesten met het over
schot der gelden, waarmee ze schandelijk
tot scha van een tal door hen verarmde
drommels verdwenen zijn, laten ons om
trent de beweegreden hunner handelwijs
geenszins in 't duister. Op den dag van hun
heengaan smijten ze 't valsche spel neêr
en spelen misschien voor 't eerst in hun
leven open kaart.
Naar Besant-Rice.
10)
Nu begon Mr. Grumbelar weêr dapper te eten,
spijt al zijne bezwaren, en dronk er Portwijn bij.
De wijn oetende eenen eigendomrnelijken invloed op
hem uit. Zijn gezicht werd voortdurend rooder,
zonder dat zijne spraak veranderde. Hij dronk twee
ilessclien, terwijl hij voortdurend tegen mij praatte;
ik begon dronken te worden, waardoor hij in nog
vroolijker stemming geraakte.
«Dat is inderdaad verrukkelijk!» riep hij, toen ik
wankelende naar de leuning van een der stoelen greep
om mij te steunen. Vreemd dat ik daar nog niet
VFoeger op gekomen ben. Het is iets nieuws voor
mij, de uitwerking van mijn drinken op de hersenen
van een ander waar te nemen Ik zal er een boek
over schrijven. Ha, ba Een waar spektakel 1 Sta
toch op, mijn waarde heer, sta opHij kan niet
opstaan. Zing eens een deuntje, dans eensWat
zou hij mooi op de maat van den doedelzak kunnen
dansen. Ben je een beetje schor? Ha, ha, ha!
Hij wordt waarachtig nu al dronken. Wat een arm
zalig kreatuur!«
Hij hield een oogenblik op en ging weer voort
»Boule-de-neige, koffie niet brandewijn er in
Wat Curasao met grande wijn tot besluit. Een groot
glasHoor je wel Lucas Lucrai'tIk wil een
rustigen nacht hebben. Op je gezondheid, in de
koffie wel te verstaan. Ik raad je, je in acht te
nemen, anders zal ik je met Noijau-punch eensl mores
loeren. Je leidt tegenwoordig een lekker everilje
hé Ja, ja, maar het kon nog slechter zijn Je
liadt kunnen verhongeren. Wat? Val niet tegen de
tafel 1 Wees wat voorzichtiger voor de meubels, ze
kosten heel wat meer dan jij waard bent!»
«En nu zal ik je eens zeggen, wat ik denk te
doen, als ik met jou klaar ben, je begrijpt me,
hé Ik denk dan twee kerels te nemen, een paar
sterke, jonge, sjouwerlui uit de dokken of van een
of ander station. Er zijn altijd lui te krijgen.
Flinke sterke, houtige schavuiten met spieren als
kabeltouwen. Grijp je niet aan dien stoel vast,
Lucraftals je niet meer zitten kunt, ga dan liggen.
Ik laat de kerels hier komen, trakteer ze op
hielstuk aan jou verspilde ik een schitterend
maal 1 en dan moeten ze teckenen. Dan heb ik
eetlust voor twee, en kan tweemaal zooveel eten en
drinken. Ja, ja Dat is een kostelijk idéé Wonder
dat ik er vroeger nog nooit over gedacht heb.
«En dan laat ik de twee slungels op d^n een of
anderen avond hier komen, om mij te zien eten. Ik
let er dan op. hoe ze eerst gaan geeuwen, dan
tegen elkaar tuimelen, vervolgens over elkaar heen-
vallen, en ben er getuige van, hoe ze in het geheim
mij, hun' weldoener vervloeken. Ha, haIk zal mij
niet lang meer met je ophouden, Lucas Lucraft.
llolla Blijf met je droukcmanshcenen van de tafel
Boule-de-neige, gooi dien dronken ezel de deur
uit.
VIERDE HOOFDSTUK.
Toen ik den volgenden morgen weer tot bezinning
kwam, lag ik in mijne slaapkamer, waarheen een
paar vreemde mannen mij naar mijne hospita mij
later vertelde, gebracht hadden. Zij hadden ge
zegd, dat zij er voor betaald waren Ik had cene
verschrikkelijke hoofdpijn, gevoelde mij ziek en was
duizelig;' mijne handen beefden, en mijne knieën
knikten, als ik cene poging deed om op te staan. Toen
ik in den spiegel keek, zag een opgezet gelaal en
een paar met bloed btloopen oogen mij er uit aan.
Eene tijdruimte van nog geen week had deze ver
andering tot stand gebracht.
Ik herinnerde mij het bevel, dat Mr.Mr.
zonderling, nu was ik zijn naam weer vergeten,
mij gegeven hadna een »zwaren« nacht twintig
mijlen te loopen en ik maakte mij gereed, om mij
van dien last te kwijten.
Builen Londen, aan gene zijde van Islington, waar
heden ten dage talrijke straten zijn, zag men toen
nog bijna niets anders dan weilanden. Daar ontdekte
ik een kleine woning met klimop bewassen, door
een tuintje omgeven en met niet meer dan vier ver
trekken. Aan liet tuinhek was een verhuurbordje be
vestigd.
Eene gelukkige gedachte vloog mij door het hoofd.
Hier was ik veilig, hier zou ik mij iederen avond
kunnen opsluiten om in eenzaamheid de straf af te
wachten, die mijn pijniger mij oplegde, en die
meestal zwaarder was, dan ik verdragen kon.
Waarom zou ik de afgelegen woning niet huren,
de huurprijs iedere maand hoeveel maanden zou
liet nog wel zijn vooruit betalen, en dm ge
duldig en onderworpen mijn noodlot afwachten
Ik deed dadelijk de noodige stappen en huurde
het huisje voor een bijna niet noemenswaard bedrag.
Toen kocht ik het noodige huisraad, liet het naar
mijn nieuw verblijf overbrengen, en begon mijn klui
zenaarsleven.
Binnen deze muren zou ik ten minste beveiligd zijn
voor vele gevaren.
Den eersten avond zette ik mij tegen half zeven
neer in afwachting van de dingen, die komen zouden.
Hel was in Maart, de dag liep ten einde en een
kille grijze nevel spreidde zich uit over de hoornen
en struiken in den tuin. Toen ik de deur opende
en naar buiten keek, slonl de neger voor m'j.
Mijn moed was volkomen gebroken, ik kon slechts
zuchten.
«Wilt gij mij misschien medenemen?# vroeg ik
terwijl ik aan den maaltijd dacht, waarbij ik zijn'
meester als tijdverdrijf had gediend.
Massa zeggen, zich zeer verheugen, gij hier woont.
Geiken dag gaan twintig mijlen, anders massa
ra id weet. Hoe gaat het Massa Lucraft Hé, he
M K>i zoo, mooi zoo. Dat gelukkige dag voor u,
to n gekend dat kleine papier.
Nadat hij zijne boodschap gedaan had, verdween
hj in de duisternis. Ik hoorde het kiezelzand onder
zijne voeten knarsen en dacht er een oogenblik over
hein beet te pakken en lid voor lid van elkander
te scheuren, maar ik had er geen moed toe.
Ik sloot de deur, stak eene kaars aan en zette
nvj bij den haard neêr. Sombere gedachten vervulden
mij. Ik vergeleek de gelukkige onschuld en zorge
loosheid van mijn vroeger leven, waaraan een aarts-
hooswicht mij ontrukt had, met de ellende van mijn
tegenwoordig bestaan. Hoe ik mij zelf als het ware
uit de menschelijke maatschappij gestooten had, om als
de slaaf en het slachtoffer van een' heimelijken schurk
-
van Hen;uteri mi Alten,
LANGSTRAAT
BOMMEERWAI®
Volgeus het Dagblad* vau Kopenhagen, werd
dezer dagen in de haven van Aalborg een merk
waardig na'uarverschijnsel waargenomen. Omstreeks
9 unr des voor middags werd de oppervlakte van
het water bedekt met blauwachtige vlammen, die,
door den wind aangewakkerd, een hoogte van 21/3
el kregen.
Blauwroode vlammen werden over het veld ge
dreven, maar richtten nergens schade aan. Waar
zij neervielen steeg een weinig rook op. Door een
van de heftige windvlagen, die dit natuartoo-
neel vergezelden, werden drie kleine vuurkogels
landwaarts gevoerd. Een daarvan, zoo groot als
eeu noot, raakte den schouder van een voetgan
ger en spatte uiteen iu eeu menigte stralen, die
onmiddellijk verdwenen en een eigenaardige lucht