No. 358.
Woensdasr 11 Maart,
1885.
iü
Jongste bericlil.
Uitgever: L. J. YF/FlRMAN neusden.
voor
Ig
fife ;Jg3
Dit blad verschijnt eiken W O E N S A 6
Abonnementsprijs: per 3 maanden f
verhooging.
en ZATERDAG.
1.Franco per post zonder prijs-
Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
r Binnenlandsche A 1) V E R T E N T IE N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden tlechts tweemaal in rekening gebracht. Rij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
(Overgenomen uit (/d e n H a g o n a a r"
van 25 Sept. 1935.)
Het zal onzen lezers ongetwijfeld bevreemd
hebben dat we in de laatste dagen omtrent
zekere geruchten over zekere zaken, zoo
hardnekkig het stilzwijgen bewaarden. We
verklaren dan ook dat dit ons moeite ge
noeg kostte, getuige de stapel stukken, die
ons van vele, zeer geachte zijden toegezon
den werden, doch we meenden juist in 't
belang dier zekere zaken, verplicht te zijn
ons buiten geruchten te houden en te wach
ten met het plaatsen van berichten daarom
trent, tot dat we iets meer dan geruchten
konden meedeelen.
Thans is, meenen we, die tijd gekomen.
Wel is van nooger hand nog geen opening
van zaken gedaan en houdt de //Staatscou
rant" zich als gewoonlijk muisstilnoch 't
een, noch 't ander mag ons echter weerhou
den het brandend ongeduld onzer lezers
langer op de proef te stellen. Ter zake dus.
Verleden week heeft in het hotel //l'Eu-
rope" zijn intrek genomen de heer Northum
berland, de vermaardste anti-spiritistische
kunstenaar dezer eeuw, leerling van den be
roemden Cumberland, van wien onze vaders
en grootvaders allerlei wonderen weten te
vertellen. De laatste, die in't jaar 1885 ons
land bezocht en zoowel hier als te Amsterdam
en Rotterdam lauweren oogste, staat, wan
neer althans alles waarheid bevat, wat ons
ter oore kwam en we hebben geen re
den daaraan te twijfelen in kunstvaardig
heid ver ten achter bij zijn opvolger. De
tijd is gekomen waarin de raadselen van 't
ondermaanschede oplossing nabij zijn. Wachtte
de vorige eeuw die oplossing van 't spiri
tisme, de onze, het wachten moede, heeft
zich tot het anti-spiritisme gewend, met vrij
wat beter gevolg, zoodat we thans reeds de
dageraad zien van een nieuwen dag, waarin
al wat duister is, opgeklaard, al wat ver
borgen, opgehelderd zal worden.
Op den eersten avond van Mr. Northum
berland's verblijf in de residentie, was 't hem
onmogelijk gevolg te geven aan zijn voorne
men, een séance te houden, doordat de ver
moeienis der reis den zenuwachtigen, zwak
ken man te zeer hadden aangedaanden
volgenden dag echter gevoelde hij zich geheel
wel en werden de invitatiebrieven bezorgd.
De eerste séance droeg n.l. een zeer intiem
karakter, gelijk dat ook steeds bij de voor
stellingen van Mr. Cumberland het geval
was. Deels ten gevolge der omstandigheid
dat voor een paar dagen de Kamers hare
werkzaamheden hervat hebben en alle hooge
autoriteiten in de residentie weergekeerd
zijn, deels door de geestdriftvolle artikelen
in de Engelsche en Amerikaansche bladen,
liet slechts een enkel der geïnviteerden op
zich wachten.
Deze séance moet aan de zeer hoog ge
stemde verwachting ten volle beantwoord
hebben. Van de wonderen, die Mr. Nort
humberland daar verrichte, verhaalde men
ons o. a. dat alle aanwezigen langs een der
wanden op een rij gingen staan, nadat een
hunner zijn horloge een half uur had voor
gezet. De heer N. werd vervolgens, na in
een andere kamer goed bewaakt te zijn,
op een M. afstands, de rij langs gevoerd en
wees blindelings den gezochten persoon
aan. Bij een andore proef werd den aan
wezigen verzocht hun gedachten te bepalen
op een afwezigen en van hem, Mr. N.,
af te trekken. Deze heer zou dengene aan
wijzen die daartegen zondigde.
De heer N. wandelde blindelings van
den een naar den ander en betastte elk
der heeren aan 't voorhoofd. Langen tijd
zocht hij te vergeefs, tot dat hij eindelijk
voor den minister van oorlog staan bleef
en hem aanduidde als de eerste, die aan
't verzoek niet voldaan had. Z. Exc: stond
verbluft en kwam eerst na eenige oogen-
blikken tot de overtuiging dat de heer N.
gelijk had, daar hij, tot deze hem betastte,
gedacht had//hij zal mij, voor den drom
mel, toch niet snappenDie onuitgespro
ken gedachte werd door den kunstenaar
gelezen en onder uitbundig applaus het
hooge gezelschap medegedeeld.
Door deze en dergelijke interessante en
volkomen geslaagde proeven zijner anti spi
ritistische kunst, bracht de heer N. een der
aanwezige heeren, een zeer geacht lid der
vertegenwoordiging, op een lumineus idée.
Was de heer N-, redeneerde deze afgevaar
digde, zoo behendig gedachten te raden,
spelden en messen te zoeken, stil staande
horloges aan te wijzen enz., dan kon 't hem
ook niet moeilijk vallen, de verborgenheden
in de politiek op te sporen. Dit idée bracht
hij uitgewerkt onder de aandacht zijner
mede-leden en gaf 't ter overweging aan
den minister-president. Ofschoon van ver
schillende zijden bezwaren geopperd werden
en sommigen zelfs onomwonden hun af
keuring over dergelijk plan te kennen ga
ven, terwijl vele anderen er den draak
mede staken, was de meerderheid wel ge
neigd de machtige hulp van den heer N.
in te roepen tot het ten einde brengen van
een jaren langen, onvruchtbaren strijd. Daar
de wet niet veroorloofde den grooten too-
venaar tot een kamerzitting toe te laten,
aangezien hij niet alleen geen lid, maar
zelfs geen Nederlander is, besloot men in
eenige achtereenvolgende séances de poli
tieke kwestiën ter oplossing te geven aan
het anti-spiritisme.
Op den eersten avond waren finantiën
aan de orde gesteld. Aan ieder, van wien
men met zekerheid wist dat hij daarover
nagedacht, althans geschreven had, was een
invitatie gezonden. De groote zaal van 't
Gebouw voor K. en W. was geheel gevuld
met finantiëele specialiteiten, onder wie er
meer dan honderd waren die een belasting-
ontwerp in portefeuille hadden. Uit dit ge
tal den man te zoeken, die in 't bezit was
van het ontwerp bij uitnemendheid, dat
alle hoedanigheden van een Nederlandsche
belastingwet in zich vereenigen zou en dus
als 't ware voor ons volk als geknipt was,
dat was de taak van Mr. Northumberland.
Deze taak was niet licht; ruim twee uren
had de beroemde anti spiritist in den blinde
gezocht en getast, terwijl hij rondgeleid
werd door Z. Exc. den Min. van Water
staat aangezien diens collega voor finan
tiën zich met een ontwerp gewapend onder
de schare bevond zonder zijn doel te
bereiken. Uitgeput viel hij neer en 't duurde
geruimen tijd voor hij weer bij kennis
kwam. Toch wilde hij de hoop niet opge
ven, ofschoon men hem bad het afmattend
zoeken te staken. Men vermoedde't immers
wel dat ons land arm was aan wezenlijke
specialiteiten, vanwaar anders dat jaren
lange getob met afgekeurde belastingstel
sels en steeds grooter wordende tekorten?
De heer N. wilde nochtans zijn best doen
en ving ten tweeden male den tocht aan.
't Moet, naar een ooggetuige ons ver
haalt, een merkwaardig schouwspel opgele
verd hebben, de massa zwartgerokten te zien
reikhalzen om ontdekt te worden. Velen
hielden de hand op de borst waar het finan-
tiëel kleinood misschien voor immer
berustte, en sloegen met een oog, dat schit
terde door koortsgloed, de minste bewe
gingen van den grooten Columbus gaande.
Alleen Z. Exc. de Min. van Finantiën
maakte daarop een uitzondering. Deze bleef
leukweg in zijn zetel rusten en scheen bij
zonder kalm. Of dat zijn oorzaak had in
de overtuiging dat hij in elk geval gepas
seerd zou worden of dat de heer N. ten
slotte toch bij hem te land moest komen,
wagen wij niet t.e beslissen. Zeker is het,
dat hij de te zoeken persoon niet was. Want
de heer N. wees ten slotte als eenige finan
tiëele specialiteit, als onzen redder uit allen
geldelijken nood, aan, een der tot heden
minst getelde leden der Vertegenwoordi
ging. Mocht al om den mond van enkelen
een ongeloovig spottend lachje te zien ge
weest zijn, de meerderheid legde zich bij
de vondst neer en genoemde Min. zal, zijn
we wel ingelicht, de portefeuille ter be-
van ii.
schikking
M. de Koningin -Stellen.
De volgende avonden was het succes van
den heer Northumberland niet minder
groot.
Zoo heeft hij b. v. uit 144 stelsels van land-
verdediging alle gesloten en verzegeld, het
beste aangewezenhij heeft ook de middelen
opgesomd, waardoor aan den nu meer dan
60jarigen strijd op Sumatra een einde zal
kunnen gemaakt worden. Op zijn aanwij
zing zullen thans tal van hervormingen
plaats vinden.
Zoo b. v. zal Amsterdam rechtstreeks met
den Rijn in verbinding gebracht worden
alle kerkhoven opgeruimd en de provincie
Drente tot eenig kerkhof van 't geheele
land ingericht worden van onze drie hoogc-
scholen slechts een, die te Leiden, in wezen
blijveneen belasting op piano's geheven
enz. enz.
Tot aller groote teleurstelling en tot droef
heid van onze geheele natie ongetwijfeld,
is de heer N. er niet in geslaagd de school
kwestie tot een bevredigende oplossing te
brengen. Wel waren er een twaalftal ont
werpen ter tafel gebracht, uit alle partijen
saamgelezen, maar 't mocht den ziener,
zelfs na uren lang onderzoek, niet gelukken
daaruit een aan te wijzen dat aan de bijna een
eeuw lang (sedert 1857) bestaande onrust een
einde zou vermogen te maken. De heer
N. wil de proef over eenige dagen nog eens
herhalen. Doch hij bevindt zich op't oogen-
blik zoo afgemat en ziek, dat de genees-
heeren hem uitdrukkelijk verboden hebben
antispiritistische toeren te verrichten. Het
Hotel //l'Europe" wordt door militairen
bewaakt, opdat niemand die gerucht maakt
daar passeere.
De straat is over 300 M. lengte met zand
en stroo bestrooid. Eiken dag wordt een
bulletin uitgegeven en dag en nacht wordt
de zieke bewaakt door een van de hoofden
der ministeriëele departementen. Naar we
vernemen heeft het departement van Bui-
tenlandsche Zaken het bizonder druk, doordat
't Engelsche hof ons beschuldigd van mis
bruik maken der antispiritistische krachten
van een zijner onderdanen, een misbruik
dat, naar 't meent, mot afmaken gelijk
staat. Aan de genezing van den heer Nort
humberland is dus alles gelegen. Nog is men
't niet eens welk offer van dankbaarheid
men den grooten man geven zal. Men spreekt
van een ridderorde, een medaille en een
album, doch de keuze is nog niet be
paald.
De belooning is nog niet bepaald en aan
gezien de tijden zeer slecht zijn, verwacht
men dat de heer N. zijn keuze zal vestigen
op een welgestyleerd resumé zijner daden
in de annalen onzer geschiedenis.
Die onderscheiding heeft hij trouwens
dubbel en dwars verdiend en ze gaat onze
krachten niet te boven. Misschien zou men
dan op een uur afstands van den Haag
I
tuaamcmsmxtsm