No. 363.
Zaterdag 28 Maart.
1885.
Bij een glas wijn.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. YT-ETDrAN neusden.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R D A O.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1Franco per post
verbooging.
zonder
pnjs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
(Slot.)
Nu is de wijnverbeteraar reeds drogist
geworden of apotheker; reeds heeft hij de
ladder beklommen, van welker top hij vol
medelijden uitlacht, wat andere menschen
een geweten plegen te noemen, en al om
sluiert hem ook de kwalijk riekende damp
der eerloosheid, toch draagt hij stoutmoe
dig het hoofd in de hoogte, want zijn oog
ziet niets anders dan den glans van het
goud, dat hij met zijne onwaardige prak
tijken weet te verdienen. Zijn geweten gaat
nu slapen en al ontwaakt het eens nu en
dan, het heeft dan zulke verwarde voor
stellingen over recht en onrecht, dat men
zoo'n geweten nauwelijks meer een gewe
ten kan noemen.
Laat ons nu do werkplaats van den wijn-
fabriekant binnen gaan. Hoe aangenaam
ziet het er daar uit. Half keuken, half la
boratorium en heelemaal achteraan eene
bloeiende ververij. Daar staan de ingredi
ënten tot fabriceeren van den wijn op lange
rijen: ternambuchout, campèchehout, wilde
vlierbessen, boschbessen, klaprozen, vlier-
bessen, ligusterbessen, lakmoes, aniline,
füchsine, Braziliaansch hout, cochenille,
malvabloesem, bieten-sap. Daar bevinden
zich de bestanddeelen waaruit de wijn ge
fabriceerd wordtvoorloop, wijnzuur, die
ook met behulp van onrijp ooft en onrijpe
bessen kan vervaardigd worden, druiven-
suiker, aardappelstroop, looistof, of bij ge
brek hieraan, druivenpitten, kina, tannin-
sumak, thee, specerijen, ether-olie, enz.
Voor witte wijnen worden geroosterde
knollen of rapen, cichorei, eikels en kar-
mel, voor roode wijnen zwarte keroen,
boschbessen en vlierbessen gebruikt om ze
te kleuren. Om de wijnzuren te vervangen
worden behalve andere onrijpe vruchten,
voornamelijk citroenen, appelen, peren, prui
men, kersen, prunellen (sleeën of slee-prui-
men), berberissen, druivenranken en wijn
droesem aanbevolen. De specerijen of ether
worden er bij gedaan na de gisting.
Hiernevens een recept tot het maken
van wijn op zijn //Aaltje-de-keukenmeids"
Om te verkrijgen een wijn van 772 pCt.
alkohol, neemt men50 pond druivensui-
ker of aardappelstroop, 20 lood wijnzuur,
7 lood citroen- of appelzuur, 1 lood barn-
steenzuur, 20 lood kina, 2 lood tannin, 6
lood glauberzout, 2 lood galzuur, 8 lood
gewoon zout, 2 pond voorloop van 95 pCt.,
6 lood gestooten gember, 4 lood gestooten
wortel van viooltjes en 160 pond water.
Om te verkrijge i een wijn die 10 pCt.
alkohol bevat, neemt men: 60 pond drui-
vensuiker, 24 lood wijnsteenzuur, 8 lood
citroen- of appelzuur, 1 lood barnsteenzuur,
24 lood katechu, 272 lood tannin, 272 lood
galzuur, 8 lood glauberzout en 150 pond
water.
Op die wijze ontvangen wij dus een kunst
product, bij welks samenstelling laaghartig
heid, misdadig spel met de gezondheid van
den naaste en de onbeschaamdste zucht
naar winst haren hoogsten triomf vieren.
Om slechts één uit vele te noemenhet
kleuren met aniline is hoogst nadeelig voor
de gezondheid, daar de aniline kleuren meest
allen arsenicum bevatten. De fuchsine, die
gebruikt wordt om rood te kleuren, is zelfs
dan wanneer zij vrij is van arsenicum of
kwikzilver, gevaarlijk. Dietsch (in zijn werk
over voedingsmiddelen en dranken), heeft
bevonden dat na het gebruik van fuchsine
de urine rood gekleurd wordt; de ooren
dergenen die fuchsine gebruiken worden
soms ook rood, er volgt neiging tot bra
ken, drukking aan de slapen, ook het speeksel
wordt soms rood; na een twaalfdaagsch ge
bruik van fuchsinehoudenden wijn ontstond
bij een krachtig, vijftigjarig man diarrhee,
op den twaalfden dag waren er sporen van
eiwit in de urine.
Deze bedriegelijke fabrikatie is aldus
rechtstreeks schadelijk voor de gezondheid,
voor sommigen (naar het gestel) zelfs ge
vaarlijk, maar zij is ook nadeelig voor de
belangen van de wijnvoortbrengende landen.
De eerlijke wijnverbouwer lijdt onder de
steeds toenemende verdenking, en deze ver
denking is des te erger, daar het slechts
aan ervaren scheikundigen mogelijk is schijn
en wezen te onderscheiden.
Er zijn, wel is waar, enkele uiterlijke
kenteekenen, ook voor leeken kenbaar, vol
gens welke de hoedanigheid der wijnen be
oordeeld kan worden. Tong en neus, wan
neer zij zeer geoefend zijn, kunnen hier het
werkdadigste zijn. Dietsch, in zijn boven
genoemd werk, zegt dat kunstmatig geverfde
wijnen daaraan te herkennen zijn, dat de
wijn bij het inschenken in het glas geen
witte of bleekroode parels, maar donker-
roode of paarsche parels vormt. Evenwol is
dit nog geen afdoend herkenningsmiddel,
daar in sommige gevallen de donkerroode
parels een onschuldige oorzaak hebben. De
smaak moet niet te zuur en scherp, maar
ook niet te zacht zijn. Het eerste is een
kenmerk van bijgevoegd wijnsteenzuur, het
laatste van te veel water.
Schraalheid en ruwheid in de keel met
geringen geur is een gevolg van bereiding
op wijndroesem. Den geur kan men het
best waarnemen in een glas, half met wijn
gevuld, of door het wrijven tusschen de
handen, waardoor cognac, spiritus, essencen
te erkennen zijn, wanneer ze nog niet lang
in den wijn zijn.
Dit zijn echter alle kenteekenen, die on
nauwkeurig en bedriegelijk zijnalleen de
ervaren scheikundige is in staat de juiste
samenstelling op te geven.
Een zeker kenteeken is er nog, maar
wanneer men dat waarnemen kan is het
kwaad al geschied. Wanneer een gezond
en krachtig man na het gebruik van een
niet al te groote hoeveelheid wijn, hoofdpijn
en neiging tot braken heeft, dan is de wijn
uit eene fabriek gekomen. Want hoe be
driegelijk ook nagemaakt voor het gezicht
en voor den smaak, de uitwerkselen ver
raden de herkomst.
In de wijnbouwende landen wordt op de
wijnvervalsching zeer nauwkeurig toegezien
en waar bedrog ontdekt wordt, wordt het
met liooge geldboeten gestraft. Zoolang als
het eigenbelang zoo'n machtige hefboom is
voor de handelingen der menschen, zullen
zij aan het wijnvervalschen blijven. Zoolang
het mogelijk is voor zes a zeven stuivers
een flesch champagne te fabriceeren en die
voor vijf gulden te verkoopen, zullen er
nog menschen door champagne vergiftigd
worden. Rusland gebruikt meer champagne
per jaar dan Frankrijk per jaar oplevert.
Madera levert geen wijn meer, en toch
wordt dagelijks Madera gedronken. De goed-
koope Duitsche port is bekend. Men geeft
ten minste niet voor dat hij uit Portugal
komt en stelt zich met een winst van drie
honderd percent tevreden.
De onvervalschte wijn is een gave Gods,
die het hart des menschen verheugt, en die,
matig gebruikt, zijne krachten versterkt
de kunstwijn is vergif, die het bloed verhit
en de gezondheid benadeelt en alleen den
fabrikanten het geld in de lade brengt.
Vrij naar Koller.
Naar het Duitsch van KARL M A I J.
5)
Wij reden over eene kleine hoogvlakte heen en
richtten ons toen naar het dal. Tot nog toe hadden
wij slechts dwergachtig struikgewas aangetroffen
hier echter verrezen dichte groepen van slanke booinen.
Hier wilde vijge-, pruime- en notenboomen, daar
ahorn- en moerbeziëboomen, door vruchtdragende me
loen- en wijngaardranken omslingerd, ginds oranje-
en olijvenboschjes, overschaduwd door terpentijn-
boomen en eiken.
Weldra vertoonde zich eene soort van weg, die
zoo 'breed was, dat twee paarden er naast elkander
gaan kenden. Een eind verder liep het pad door
eene drassige weide en tusschen moerassige vlakten
door, tot het een breede, schuimende stortbeek be
reikte, van waar het zich weer omhoog richtte.
Tot dusverre had niemand van ons een woord
gesproken ieder was slechts met zijne eigene ge
dachten bezig. De mijne waren op het gevaar ge
richt waarin we ons bevonden. Met drie schoten ot
evenveel krachtige speervvorpen konden de achter ons
rijdende Kurden ons als weerloozen vermoorden
maar mijne houding waarschuwde hen misschien, dat
dan ook hun naast mij rijdende aanvoerder verloren
was. Deze hield zich, alsof hij den revolver, dien ik
uit mijn gordel genomen had, niet eens zag. Ein
delijk, na eene lange stilte vroeg hij mij
»Uw naam luidt volledig Emir Kara-Ben-Nemsi,
niet waar
»Ja. Wie heeft hem u genoemd.»
De beide Schirwani. Gij zijt dus de vreemdeling
van het dal Deradsch. Men heeft mij verteld, dat
gij geheel alleen en midden in den nacht leeuwen
geschoten hebt. Is dat zoo?»
Ja, ik schoot ze met de buks die gij over mijn'
rug ziet hangen.
Waarom voert gij twee geweren met u?«
Het lange is voor zeer groote dieren en zeer
verre afstanden het kleine, dat hier aan den zadel
hangt, gebruik ik als de vijand talrijk en nabij is.
Ik behoef het niet te laden.»
Zulke wapenen kennen wij niet. Uw volk moet
wel zeer wijs zijn. Men heeft mij gezegd, dat gij
een NazareërJ) zijt, en toch draagt gij een Hamaïl2)
om den'hals, zooals alleen de pelgrims gewoon zijn,
die in Mekka geweest zijn.»
Ik vereer Allah en ben ook in de heilige stad
geweest. Allah il Allah, Gud is God, onverschillig
welken naam men hem geeft. Is het niet zoo
Het is zoo. Kent gij ook den profeet?» s)
Ja, ik ken hem. Hij is Mahomed, die tfe geprezene
genoemd wordt. Zijn vader was Abdallah Ibn Abd-al-
Muthallib uit de familie Haschein van den stam Korëisch.
Gij zijt een goed Moslem, al zijt gij uit het land
der Nemtsche,4) dat ik alleen bij name ken. Gij
zult bij ons wonen en ons vertellen van alles wat
gij gezien en ondervonden hebt. Ziet gij die hullen
daar ginds, hoog boven aan den berg?»
Ik zie ze.
Dat zijn' onze jilacks. Wij wonen er 'in, wanneer
de hitte van den zomer nadert.»
Gij zijt de oudste, de Sheik van uw dorp. Be
zit gij ook de macht, om een vreemdeling tegen uw
eigen volk te beschermen
Die macht heb ik,antwoordde hij trotsch. Toch
scheen zijne stem mij bij deze woorden een weinig
onzeker. Op eens gaf hij zijn paard de sporen, zoo
dat hij mij eenige schreden vooruitschoot. Het scheen
mij toe, alsof hij dergelijke vragen verder ontwijken
wilde.
Om van de Zab tot hier te komen, hadden wij
bijna twee uren tijds noodig gehad. Ongeveer tien
minuten later ontwaarde ik een staketsel van dikke
boomstammen, dat zich als een muur dwars over den
weg uitstrekte en ter wederzijde in het bosch ver-
verdween. Wij hadden het dorp bereikt.
Op het luide geroep van den aanvoerder opende
zich eene smalle poort in het staketsel, waardoor wij
een voor een naar binnen konden rijden.
Toen ik binnen was gegaan, bevond ik mij in
eene opene ruimte, die zich bijna tot aan de kruin
van den berg uitstrekte en waarop zich, zonder eenige
regelmaat door elkaar geworpen, de huttten of liever
de blokhuizen van het dorp verhieven. Het grootste
geleek een uit boomstammen gebouwde vesting. Daar
reden wij op toe.
Het was een eigendonnnelijk gevoel, dat mij ver
vulde. Gr lijk mij, zoo moest het een muis te moede
zijn, di in de val zit. Het liefst was ik da-
lijk weder teruggekeerd.
I
Zoo als ik later vernam, bevatte het dorp ongeveer
driehonderd zielen, en allen, mannen, vrouwen en
kinderen, kwamen op dit oogenblik toeloopen om de
zeldzame vangst, die de hunnen gemaakt hadden, in
oogenschouw te nemen.
Dit is mijn huis,» sprak de aanvoerder, terwijl
hij van het paard steeg. Treed met mij bin
nen.
Verzeker mij vooraf, dat ik uw gast ben.»
Ileb ik u niet mijn vriend genoemd?»
Is bij de Zibar-Kurden „gast" en „vriend" het
zelfde
nu fronsde het voorhoofd.
Ik ben uw vriend, dat zij u genoeg. Tr.cd
binnen
lk begreep, dat ik mij in eene val bevond maar
wat te doen Wij waren door een talrijke menschen-
massa onningd en zelfs al gelukte het onsj.met de
wapenen ruim baan te maken, dan was toch nog
niet veel gewonnen. Want het staketsel omgaf het
geheele dorp en was zoo hoog, dat het hoogstens
aan mijn' hengst gelukken zou er over heen te
springen en in dat geval zouden Halef en de
Guéber dus achter moeten blijven. Ja, zelfs ingeval
wij gelukkig ontkwamen, zou de geheele bende ons
toch achtervolgen en indien wij eenen Kurd doodden
hadden wij de bloedwraak van de overblijvenden te
duchten, waarmee tusschen deze wilde bergen niet te
spotten valt. Geweld was dus niet verkieselijk
maar vrees te toonen ware eene even groote fout
geweest.
Wee u, indien uw woord niet bewaarheid wordt,»
antwoordde ik. »Ga voor.»
Lik steeg af en nam mijn paard bij de teugels.
Mijne beide lotgenooten deden hetzelfde.
fSJk
Het Luik! van
den en Altena,
ELERWAABD.
Christen.
3) Een Koranrol in een foedraal.
3) De Kurden zijn wel ijverige Moslem, maar blijkens deze
vraag geen heksenmeesters in de geschiedenis van hun eigen
godsdienst.
4) Duitschers.