Keukenmeid I'. 6.,
Reizigers ofAgeuteu,
VERKOOPEN:
VEMKOOPEN:
LAND- EN TUINBOUW.
AANBESTEDINGEN.
INGEZONDEN.
Gemengd Nieuws.
MA RKTBER IC FIT EN.
AD VE LtTENTIEN.
GEVRAAGD
Thomas Leendert Kuijl,
Verbeterde Opgaaf.
GorinehemHeusden.
Voorloopige Zomerdienst,
Maandag 30 Maart 1885,
Een HUIS en ERF, te Heus-
den, op de Markt, letter O
73, kadaster sectie A, no.
197, groot 90 Centiaren.
2170.—
Een HUIS, ERF, TUIN en
BOOMGAARD te Andel,
sectie A, nos. 289, 290 en
563, groot 1 hektare 17
are 17 centiare.
Een perceel WEILAND, on
der Giessen, sectie A, no.
187, groot 74 are 90 cen
tiare.
Een perceel WEILAND, on
der Andel, sectie A, no.
273, groot 2 hektare 26
are 10 centiare.
Een perceel BOUWLAND,
onder Andel, sectie A,
no. 362, groot 1 hektare,
52 are 60 centiare.
is de uit de gevangenis te FTaarlem ontvluchtte
voormalige makelaar G. Visser naar Engeland
overgestoken. Vermomd ging hij te IJinuiden
aan boord van eene boot.
Men zal zich herinneren, dat in de maand
Dec. 11. een groote kerkdiefstal te Bleijberg (Bel
gië) heeft plaats gehad, zonder dat men tot heden
de gestolen voorwerpen heeft kunnen ontdekken.
Dit is thans gelukt aan den ijverigen wachtmees
ter der brigade marechaussee te Maastricht, Engers.
Deze heeft zich Dinsdag naar Bleijberg begeven
en aan de Justitie van Verviers de plek aange
wezen, waar alle ontvreemde gouden en zilveren
kerksieraden in den grond verborgen waren, zijnde
een met struiken beplante plaats ongeveer een
half uur van Bleijberg. Zooals dezer dagen is
medegedeeld, bevindt zich een der vermoedelijke
daders van dezen diefstal in hechtenis te Maas
tricht en zullen zijne verklaringen, voor den
rechter-commissaris afgelegd, wel tot bovengemelde
ontdekking hebben geleid.
In het Meedemer-diep onder Muntendam is
het lijkje van een pasgeboren kind gevonden.
De wachtmeester-schrijver L. van het detachement
3e reg. veld-artillerie te Roermond, die tevens
met den dienst van brievenbesteller belast was,
heeft met achterlating van vrouw en kinderen
zijn garnizoen sinds eenige dagen verlaten.
Te den Helder zijn twee krankzinnigen aange
komen, die uit het gesticht Meerenberg waren
ontsnapt. Zij waren langs de kust naar Den Helder
gewandeld.
KERKNIEUWS.
■f- Door het bestuur van den Calamitensen pol-
dor Scherpenisse zal worden overgegaan tot de
aanbesteding van het onderhoud, herstel en vor-
nieuwing der aarden-, kram-, rijs- en steenglooi-
ingswerken van dat watorschap. Raming 12,000.
bleef niet zonder uitwerking en het is een van J
Dieffjnbach's grootste triumphen geweest, dat hij
der dame met het doodshoofd niet enkel eeu kunst-
matigen neus heeft gegeven, maar ook de overige
mismaakthedon van het gelaat zoodanig wist te
wijzigen, dat de ongelukkige zich weder onder hare
medemenschen kon bewegen, ongesluierd schouw
burgen bezocht en Berlijn met het vroolijk bewustzijn
verliet, door hare energie den chirurg tot een ope
ratie gedrongen te hebben, die hij aanvankelijk
voor onmogelijk hield en waarvan het welslagen
hem een kostelijke belooning toescheen.
m
Mevrouw de Wed. VERHAGEN'—Tie4
rens, te H e u s d e n vraagt tegen 1 Mei
eene fatsoenlijke
boven 25 jaar, die goed koken en werke i
kan en van goede getuigen is voorzien.
voor alle plaatsen tegen zeer hooge Provisie
die HH. Broodbakkers bezoeken, voorden verkoop
van een NIEUW ARTIKEL, dat zeer gewild
is. Zonder de beste referentiën onnoodig zich aan
te melden. Fr. Br. Letter V, aan den Boekh. J.
KRAAN, Lange Niezel, Amsterdam.
Bij beschikking van den Hoogen
Raad der Nederlanden van 12
Maart 1885, goedgekeurd bij 's Ko-
nings Besluit van 18 Maart 1885, no. 20, zijn
aan den Heer
wonende te OUDHEUSDEN, verleend
Brieven van meerderjarigverklaring,
hem gevende al de rechten, bij de wet aan meer
derjarigen toegekend, behoudens de bepaling van
art. 178 van het Burgerlijk Wetboek.
's-Gravenhage, 23 Maart 1885.
De advocaat en procureur bij den Hoo
gen Raad der Nederlanden,
Mr. GERARD VAN ROSSEM.
Stoombootreederij L. de Beer Co.
Do Notaris A. P. BOLSIUS te 's-Bosch,
zal op
voormiddags elf uur, te Heusden in
het Koffijhuis i/De Koornbeurs/ finaal
Gehoogd met f 100.staande alzoo op
Te aanvaarden bij betaling der koopsom,
15 Mei 1885. Grondlasten van af 1 Januarij
1885, ad f 6.86.
Bij Me.jufvrouw SASSEN is de sleutel te
bevragen tot bezichtiging van het huis.
Do Notaris VAN MOOCK te Woudri-
chem zal, krachtens art. 1223 B. W., ten
herherge van Antonie van Andel Govert-
zoon te Andel, WOENSDAGEN 1 en 15
APRIL 1SS5, voormiddags 10 uur,
EERSTE KOOP.
TWEEDE KOOP.
DERDE KOOP.
VIERDE KOOP.
t HEUSDEN, 24 Maart. Het voornemen tot op
richting eener vereeniging tot veredeling ran hot
paardenras in Hensden en zijne omstreken, die zich
meer speciaal ten doel zou stellen de aauschaffiug
van een of meer deugdelijke dekhengsten, i3 reeds
spoedig tot werkelijkheid gebracht. Reeds toch is
het aantal personen, dat als aandeelhouder wil me
dewerken, zoover geklommen dat de vereeniging als
gevestigd kan beschouwd en tot aankoop van een
dekhengst zou kunnen besloten worden.
Een reglement is vastgesteld en een bestuur ge
kozen, bestaande uit do volgende leden: P. L. IIou-
coop, voorzitter, P. F. Michels, A. Straver Jz. en
J. van Bokhoven, commissarissen, L. J. Voerman,
secr.-penningm. Voorts is bepaald dat de aan te
schaffen hengst zal worden gesteld bij den landbou
wer K. Buijs te Herpt, die do daaraan verbonden
verplichtingen op zich wil nomen.
De voordeden aan het lidmaatschap toegekend
zijn van dien aard, dat wij vertrouwen, dat menig
een zich nog zal aanmelden om als lid toe te treden,
zoodra hij met het reglement zal kebben kennis
gemaakt.
Hoewel wij hierboven mededeelden dat het aan
vankelijk succes bevredigend kon heeten, toch zou
eene vermeerdering van aandeelhouders gewenscht
zijn, om, zoo dat noodig mocht zijn, zich zuinigheids
halve niet den aankoop van de keur te behoeven
te ontzeggen; maar ook, om zoo noodig een tweede
hengst te kunnen aanschaffen, waardoor nog meer
aan het inzicht van een ieder kan worden tegemoet
gekomen.
Wanneer men in Maart of later erwten zoo dicht
mogelijk zaait en de jonge stengels, zoodra zij ruim
1 decimeter hoog zijn, afsnijdt, kan men deze, vol
gons de »Zwolsche Ct.«, als eene smakelijke groente
eten. Zij moeten dan op dezelfde wijze als spinazie
worden toebereid. In den winter en het voorjaar
zaait men de erwten in bakjes, die men op eene
warme plaats neerzet. Hoe dnnner de jonge stengel
tjes zijn, hoe beter zij ook kunnen worden gaar gekookt.
Als bewijs dat de ajuinteelt op hot eiland Tolen
van vrij groot belang is kan dienen, dat in de ha
ven der gemeente Sint-Maartensdijk ingeladen zijn
34,094 Hectoliters ajuin van de teelt van 1884.
De opbrengst hiervan beliep 54,291.70; het welk
een gemiddeld bedrag van ongeveer 1.60 per
Hectoliter oplevert. Men schat de nog in den om
trek voorhanden zijnde onverkochte ajuin op 2000
Hectoliter.
Nederl. Herv. Gemeente.
Aangenomen
naar Werkendam, door Ds. J. J. van Noort, te
Eemnes-binnen.
Bedankt
voor Dedemsvaart, Ds. Van den Berg, te Well.
Eerstdaags zal de aanbesteding plaatsheb
ben van het onderhoud, gedurende 1885/86, van
de zeewerken aan den Calamitensen Burgh- en
Westlandpolder.
t 22 April. Het onderhoud en herstel der
werken aan den Hoek van Holland, van 1 Mei
1885 tot en met 30 April 1886. Raming 188,600.
Aanwijzing 16 April.
SCHOOLMEESTER c BANGMAKER.
Schoolmeesters schijnen altijd goed genoeg te zijn geacht,
om voor «duivelstoejager» te spjlen. Eeuwen geleden werd
hun prestige reeds als bangmaker misbruikt, om de kwajon
gens in toom te houden.
Ziehier als een staaltje daarvan een voorbeeld uit velen.
Het is uit 1655, en vervat in het navolgende
«Reglement voor de Nederduytsche scholen binnen de stadt
Goes. Capittel iii i. Sullen de schoolmeesters sorge draghen,
dat de kinderen reynelyk gewasschen in eerbaarhevt ter schooien
komen eu wedsrom naer huys toegaen, sonder haer te verloo-
pen in de schooien of daer buyten, als zij ter schooien konen
of naer huys gaen, in 't misbruiken van des Heeren heylighen
name, in vloecken. sweren, lasteren, ontuchtich spreken, stelen,
dobbelen, caertspelen, dat zij ooc malcanderen niet slaen, by-
pamen geven, haer ofte hare ouders ofte vrienden faulten
onderlynge verwijtende, ooc geen bynamen gebruicken omtrent
de schoolmeesters, by welcke sy te vooren mochten ter school
gegaen hebben eu voorts haer wachten eenixe andere onge-
regeltheyt, oneerbaerheyt, ontuchtigheyt, en dertelheyt met te
loopen tyeren, spelen, gebaren, vechten ofte roupen en soo
voorts, iets tegen de zedicheyt en godsalicheyt strijdende te
pleghen, maar ter contrarien sullen vooral bevlytighen om de
kinderen in de vreese des Heeren en goede manieren, soo bin
nen als buiten de schooien, te ouderhonden en dat zij haer
ouders, magistraat, predicanten, meesters en alle eerlijcke
luyden, bysouder die in of&tie in den Staet sijn, behoorlycke
eere en respect bewijzen, waerin de schoolmeesters haer met
eeu gosd exempel sullen voorgaan en voorts eenige van de
bequaemste harer discipulen bij geoeurte stellen, die op de
voornaemste zeden der schoolkinderen sullen regeard nemen.»
Wat dunkt u
Zijn bij dit recept vergeleken de aanschrijvingen der ge
meentebesturen van de Hoofdstad, Utrecht, de Residentie,
Leeuwarden e. t. q. geene peulschilletjes.
Allicht zou meu kunnen meenen, dat we ons aan overdrijving
schuldig maakten, door een enkel geval in een bijzonder gewest
als regel te willen doen doorgaan.
Het tegendeel echter is waar. Ten bewijze daarvan het
navolgende
In de school-ord re ten platten lande van Utrecht van May
1654 ende van woor 1 tot woord geronoveert 24 Maart 1674".
l.;est men in art. 21 «De Meester zal ook daarop wel letten,
dat de kinderen in én buyten de schoole, het vloeken ende
zweem afwennen, dat se na huys gaende, goede manieren
houden, dat se in sulken ordere als sij in schoole sitten,
uyt de school gaan, dat se bnyten de schoole niet en loo
pen spelen, roepen, ende vechten." De schoolmeester morst
„sijne scholieren met alle neerstigheid aanporren tot err-
dinge, die sij hare overheid, predikanten, leeraars en meesters,
ouders, mombers ende andere eerlijcke luyden schuldig zijn en
tot bohoorlijcke ecrbiedigli i l jegens eerlijcke luyden."
Hij inoest zes dagen in de week schoolhouden en den kin
deren twee halve speeldagen in de week geven, «tot sulke
dagen als de schoolarchen best geraden vinden en den kinderen
verbieden sulke spelen, die met mis'oruyck van het lot, met
peryekel van hasr selven, ende andere Invden, hare glasen,
hnyzen, mitsgaders geldqnistinge zijn vermengt, noch te gaan
swemmen op periculeuse plaatsen, ende tot dien eynde nota-
tores stellen, die op hare medediscipulen letten, opteekenen,
ende den schoolmeester aandienen-"
De ordonnantie op de scholen in Gelderland, ten platten
lande, van 3 Juni 1681, bevat in art. 14 de bepalingen die
hier volgen
„De schoolmeesters sullen ook sorgh dragen, dat de school
kinderen haer niet komen te verlopen, off in de school off in
het huys gaen, in 't misbruyek van des Heeren heylige naem,
in vloeken, zweren, lasteren, ontugtigh spieken, stelen, liegen,
dobbelen, kaart-spvlen, dat se malkanderen niet slaen, bijnaem
geven, haer of hare ouderen of vrinden fouten onderling niet
en verwijten, off eenige andere ongeregeltheyt, met tieren,
roepen en andere gebeerden tegen de sedigheyt en Godtsalig-
heydt strijdende, en plegen.
Art. 15. Sullen ter contrairie haer beneerstigen om dekijn-
deren in alle goede manieren buyten en binnen de school te
onderhouden, en haar inscherpen behoorlijke eere en respect
aan alle eerlycke luyden waerin de schoolmeesters haer met
een behoorlyck exempel sullen voorgaen."
Nu nog eens Wat dunkt u
Die „goede" oude tijd, niet waar? wordt, helaas! nog maar
al te zeer door den tegenwoordigen tijd bestendigd of voortge
zet. Treurig verschijnsel, voorwaar
We meenden... ja, wat meer is, we zeggen stellig recht
te hebben om te mogen aannemen, dat gezonde begrippen over
paedagogie, in dagen waarin men zelfs van „Christelijke" pae-
dagogie hoort spreken, ten minste in die mate zouden zijn
doorgedrongen bij gewestelijke en gemeente-autoriteiten, dat zij
niet zouden toonen onbekend te zijn of ignoreert men't?
dat het een eerste eisch voor de schoolgaande kinderen is
dat hij, hun meester en opvoeder, geen boeman voor hen zij,
maar hun beste vriend enmen wil hem, nota bene 1 pro-
moveeren tot politie-agent of diens aanvulsel
PRONO.
DE DAME MET HET DOODSHOOFD.
Het was ia oen stormachtigon herfstnacht van
het jaar 1840, dus vertelt »Schorer's Familiöublatt,*
dat de oppasser van den beroemden chirnrg Dief
fenbach te Berlijn, eene gesluierde dame in het stu
deervertrek van zijn meester liet binnentreden de
man staarde hoofdschuddend de groote, rijzige ge-
daaute aan, die eene hem onbekende spraak sta
melde en haar naam niet noemde.
Het was wel is waar midden in den nacht, maar
de menschlievende operateur was steeds bereid on-
gelukkigen bij tu staan en hij kwam dan ook on
middellijk en vroeg wat de dame wenschte.
Hetgeen thans volgde wordt het best door de
eigen woorden van Dieffenbach teruggegeven, die
het merkwaardige voorval in het vierde stuk zijner
operatieve chirurgie beschrijft
Zwijgend stond de zwartgesluierde gedaante
voor mijangstig keek zij om zich heen en toen
sloeg zij den sluier op. Ik heb in mijn leven veel
verschrikkelijks gezien, maar thans deinsde ik met
ontzetting terug, want een doodshoofd, golijk ik dat
nog nimmer op een. menschelijk lichaam had go-
zien, stond voor mij en grijnsde mij op afschuwe
lijke wijze aan.
De beenderen van het gelaat werden slechts
spaarzaam door eene dunne roode huid overdekt
en in hot midden er van was eene opening, waar
door men wel drie vingers kon steken men zag
door die opening heen onmiddellijk tong en keel,
daar het geheolo verhemelte en de huig ontbraken
en uit die afgrijselijke holte kwam de tong bij het
spreken telkens te voorschijn de onderste oogle
den waren omgekruld en gaveu de roode binnen
zijde te aanschouwen, terwijl van de bovenkaak
slechts eene kleine en tandelooze strook voorhan
den was. Rondom de opening bevouden zich overal
dunne, vuurroodo lidteekens, terwijl een rood lid-
teeken in het beenweefsel tusschen de wenkbrau
wen door zich tot het voorhoofd eu de haren
uitstrekte.*
Dieffenbach was ontsteld en ontroerd, toen hij, de
anders zoo kalme en bedaarde man, in het holle
van den nacht tegenover deze ongelukkige, zonder
spraak en zonder neus, stond; uit de opening van
het gelaat stegen slechts sissende, ongearticuleerde
tonen op. De kundige man begreep echter onmid-
dolijk wat de ongelukkige verlangde, toon zij, die zich
slechts door gebaren verstaaubaar kon maken en
bovendien slechts Poolsch verstond, met den vinger
naar zijn neus wees.
Het gelukte Dieffenbach ten slotte om de arme
vrouw aan het verstand te brengen dat het doen
eener operatie geheel onmogelijk was en dat hij
haar geeu anderen raad kon geven dan een masker
te dragen; hij bracht eeu vreeseljjken nacht door,
doordien het gelaat der ongelukkige hem steed3
voor oogen zweefde.
Den volgenden dag moest hij te Weenen eene
operatie verrichten, maar nauwelijks was hij in die
stad aangekomen, of de dame met doodshoofd stond
weder voor hem; als eene schim was zij hem in
zijn hotel gevolgd.
Het medelijden van den grooten chirnrg was ten
zeerste opgewekt; hij ging naar den beroemden
dentist Carabelli en wist dezen er toe over te halen
om voor de ongelukkige een kunstmatig gebit en
gehemelte te maken, waardoor het eten vergemak
kelijkt en de spraak duidelijker werd.
De vrouw bleef echter aauhnud.m zij volgde-
Dieffenbach weder naar Berlijn en bad en smeekte/
hem op de roerendste wijze om haar door middel
det kunst eeu nens to verschaffen dit beroep op
do wetenschappelijke eerzucht van den operateur
Dit is de feitelijke grondslag van al de akelige
fabelen over de dame met het doodshoofd die, velé
jaren achtereen, in de dagbladpers de ronde deden
Dieffjnbach's patien'e was een achttienjarige dame
uit eene Poolsche adelijke familie ea een klierziekte
had haar reeds op zeer jeugdigen leeftijd zoo af*:
schuwelijk verminkt.
Na Dieffenbach's dood kwam in het jaar 1847
eene dame met het doodshoofd te voorschijn,
die in Rusland niet enkel opzien verwekte door*
dien zij prachtig zong, maar nok omdat zij steedA
gemaskerd het tooneol betradze was dan ook/
onder den naam »la mascherata* bekend. Niemand:
wist wie zij was, maar men vertelde dat zij de
spruit eener oud-adelijke familie was of zij de door
Dieffenbach geopereerde Poolsche is geweest, is nooit
uitgemaakt.
Nooit voldaan! Luitenant. >0, lieve dame,,
één kus van uwe schoone lippen en dau
Jonge dame (angstig). »Nu wat dau?«
Luitenant. »Nog één.*
Rechter. «Dus ge hebt nwe ouders verloren. Hebt
ge broérs of zusters
Gevangene. »Een broer.*
Rechter. »Wat doet die?*
Gevangene. »Studeeren!«
Rechter, »Dan zal hij zorg en droefheid genoeg'
hebben over jou, die reels vijfmaal voor stelen
veroordeeld zij t. Wat bestudeort hij
Gevangene. Hij bestudeert een nieuwe inbrekers-
methode.
Josia Benson, een groot koopman, nam een neef
in zijn zaak op, die eenigzins zwak van vermogens
was. Op zekeren dag komt neef zich bij zijn oom
beklagen over Jones, de eerste klerk. »Wat denkt
u oom dat hij tegen iedereen van mij zegt?*
»Ik heb er geen idéé van.*
Hij vertelt een ieder dat ik gek ben.*
»Ik zal hem spreken,* antwoordde Benson, »en
zeggen dat hij zich voortaan wachten moot; want
hij hoeft het recht niet om over de gehei-.
men van mijn zaak te spreken
Wederkeerige aangename gewaarwording. Rei
ziger. Mijnheer, veroorloof mij u mijn monsters
te laten zien.*
Koopman. Gij doet beter het te laten mijnheer,
weet dat ge reeds de 52ste van daag zijt en liet
ik het niet uit persoonlijke vriendschap, dan zou
ik je reeds lang uit mijn winkel gesmeten hebben.*
Het hoogste cijfer. Eene oude vrouw, die de
wekelijksche sterftabellen had gelezen, dacht dat
»Totaal« eene verschikkolijko, kwaadaardige ziekte
moest zijn, omdat er meer aan stierven dan al de ove
rige te zamen.
i i i ui—»—
Vagebondentrots. Nu kan ik wederom duide
lijk zion, hoe goed het is, dat mijn vader mij zulk
een opvoeding gegeven heeft, dat ik niet zoo
als do timmerlieden en metselaars daarginds in
't zweet mijns aangezichts mijn brood moot ver-,
1
dieneu.
Aangenaam vooruitzicht. Kleine Frits (tot
zijn vader, die in de herberg zit). Vader, moeder
vraagt of u spoedig thuis wil komen, zij wacht all
een nar met den stok.
- Wf
Beknopte correspondentie. De apotheker X. te
L. schrijft aan een bediende, dien hij wenscht te
engageeren >Ik neom u in mijn dienst. Salaris 150
galden 'sjaars, vrije kost, kamer op de vijfde ver
dieping.* De bediende antwoordt per keerende
pist: »Dank u, kamer te hoog, salaris te laag.*
Het een voor hot andere. A. Zeg eens, amice,
leen me een rijksdaalder; ik moet mijn horloge in:
den lomberd brengen.
B. Maar daar heb je toch geen geld voor noodig.
A. Zeker, ik moet het eerst bij den horlogema
ker halen.
Onderscheid.
Rechter van instructie. Hoe ver
is de herberg van uwe woning verwijderd? In hoe
veel tijd logt ge dien weg af?
Getuige. Ja, mijnheer de rechter, dat hangt er
van af of ik er hoen ga of er van terugkom.
Merkwaardig. Nooit waren de straten zoo lijn-//
recht als thans en toch ziet men juist iu onze da-/
gen zoo zelden iemaud den rechten weg gaan.
Eigenaardig verlangen. Mozes Lzig (die me
zijne vrouw eene voorstelling in de menagerie bij*
woont). Zeg eens, mijnheer do directeur, dat bees
ten-temmen is wel zeer moeielijk
Beestentemmer. Toch niet, ons gansch ge-hein®
ligt in de oogen. Met dezen blik (Meier scherp aan-./
ziende), maak ik het meest weerspanuigo karakter
tam.
Itzig (tot zijne ega). Dat is toch zeer merkwaar*
dig, Saartje och, mijnheer de directeur, kijk zoq
mijn vrouw ook eens aan.
t Bussen, 26 Maart. Op de heden alhier gehouf
den botermarkt werden aangevoerd 285 kilo boter]
Zij gold van ƒ0.88 tot ƒ1.13.
t Dordrecht, 27 Maart. Grasboter, stukken:
a tonnen fa Kunstboter
0.45 a 0.36. Hooiboter 0.60 a f 0.42. ton
nen ƒ10.a ƒ9.Weiboter ƒ0.40 a ƒ0.36
Eioren 3.80 a 3.25 per 100.
t;-
In correspondentie en rechtstreeks verkeer met de
Stoombootreederij Pop Smit Co.
aanvangende 28 Maart 1885.
Van Ileusden naar Gorinehem.
Maandag:
voorm. 2.30, c.a. 4.30, 6.30, 8 u. en um. c.a. 1.30 en
3.u. (In corresp. vin. 4.30, 6.30, 10 u. en um.
4.45 naar Rotterdam.)
Overige dagen:
voormiddag 5.30 en namiddag 1.15. (In corres
pondentie voormiddag 7.30 en namiddag 3 uar naar
Rotterdam.)
Zondags, voormiddag 8 en namiddag 1.15 uur.
Van Gorinehem naar Ileusden.
Maandag:
voorm. c.a. 4.30, 6.30 en 11.30 u., nam. 1, 3.30 cn 5 n.
na aankomst der boot van 9.15 vm. en 2 uurnm.
uit Rotterdam.
Overige dagen:
voorm. circa 9 unr en nam. 5 uur, na aankomst
der boot van 6 en 2 u. nit Rotterdam.