Kost, Inwoning en verzorging. IVkVerhellouw, Aardbeziën. ROELAND MIDDELKOOP, Bastiaan Adrian middelkoop, Medekiezers! 1 LAND- EN TÜINBOUW. BURGERLIJKE STAND7 318de Staatsloterij Afloop van Aanbestedingen. Gemengd Nieuws. marktberichtenT" A D V E ETENTJE N. Procureur te 's-BOSCH, Vughterdljk I 88, versche Aardbeziën, Energieke mannen het „Nederl. Amerikaanseh Weekblad11 getrouwelijk le zende, zijn tegen vCr ar mi lig ger rij waard. Abonneer U Kosten \f 1.60 jaarlijks. Notaris te Capelle KERKNIEUWS. Ter vervulling van de vacature in de STATEN van de'Provincie NOORD-BRA BANT, ontstaan door het overlijden van den Heer zal op 19 MEI e. k. eene stemming plaats hebben. Dringend worden medekiezers uifgenoodigd, hunne stem uit te brengen op den Heer, wien men de belangen in het district HEUSDEN gerustelijk kan toevertrouwen, en die, evenals zijn vader, om zijne rechtsch <pe iheid en menschlievendheid aller achting ten folie verdient. VELE KIEZERS! ter provinciale griffie. Verder is het moeilijk om precies uit te maken, wat kosten zijn voor zuiver Rijks- en wat voor Provinciaal bestuur. Splitsing dier kosten is bijna niet mogelijk en het stelsel van tweeërlei begrootingen daarom niet O juist. Van daar dat wordt voorgesteld om slechts eene begrooting van de beiderlei kosten te doen opmaken en door den Koning te doen goedkeuren. De wetgever wordt dan vrijgelaten om de uitgaven voor gewestelijk bestuur geheel of gedeelteljjk ten laste der provincie te brengen. Tot dekking der provinciale uitgaven is het natuurlijk noodig om belastingen te heffen. De tegenwoordige Grondwet bepaalt dat elke provin ciale belasting, bekrachtiging bij de wet behoeft. Deze regeling is z-er omslachtig en wanneer het vaststellen der provinciale begrootingen aan de zorg der wetgevende macht ontrokken wordt, spreekt het van zelf dat de middeleu tot dekking der uoodige uitgaven, d. i. de provinciale belastingen, ook niet door de vertegenwoordiging behoeven vastgesteld te worden. Er wordt dus voorgesteld om door de wet algemeene regelen te doen stellen voor de heffing van provinciale belastingen en de besluiten tot invoering, wijziging of afschafïug van dergelijke belastingen aan het Provinciale be- stnnr over te laten, onder goedkeuring des Koniugs, Deze voorstellen der Regeering gjven wel het be wijs dat zij genegen is om gehoor te geven, aan het verlangen van hen, die zoo weinig mogelijk centralisatie van het gezag wenschen toegepast te zien. Het wegnemen der bezwaren die uit de Grond wet voor het bestel van's Lauds verdediging voort vloeien levert geen groote moeilijkheid op, zegt de Minister Heemskerk in de Memorie van toelichting van het wetsontwerp tot wijziging van het 8->te hoofdstuk der Grondwet. Het is voldoende te schrappen, wat thans elke behoorlijke organisatie belemmert. Als dat zoo is, mag het dubbel jammer en zelfs onverantwoordelijk genoemd worden dat de wijziging dier Grondwettelijke bepalingen niet reeds veel vroeger is ter hand genomen. Om tot een beteren toestand te geraken wil de Minister alle beslissingen omtrent de samenstelling van het leger, uit de Grondwet verwijderen en alleeu door haar doen bepalen dat de krijgsdienst voor elk Nederlander verplichtend is en de wetgever dien verplichten krijgsdienst regelt. Eigenlijk is in de tegenwoordige Grondwet drie- Crlei wapenmacht verordend, n.l. eene nationale militie samengesteld uit vrijwilligers en lotelingen een leger bestaande uit aangeworven troepen en do schutterij. Eene militie, in den eigenlijken zin van het woord heeft echter nooit bestaan. Eene militie is toch eene georganiseerde en zoo goed mogelijk geoefende krijgsmacht, waarvan de leden officieren en minderen, in gewone tijden verblijf houden in hunne haardsteden, maar die in oor logstijd wordt onder de wapenen geroepen. Eene zoodanige militie kan echter, zooals thans met de zoogenaamde nationale militie geschiedt, niet in tijd van vrede gedurende een zeker tijdvak onder de wapenen gehouden worden. Een afzonder lijk leger van geworven soldaten hoeft eigenlijk nooit bestaan, en reeds vóór 1848 heeft men de geworven soldaten met de nationale militio samen gesmolten. De schutterijen kunnen in den bestaan- don toostand niet naar eisch gevormd worden om in tijd van gevaar diensten te bewijzen en eene andere regeling daarvan is dus ook noodig. De Minister wil daarom alle bindende bepalingen in de Grondwet opheffen, ten einde geheel vrij teziju in eene nieuwe organisatie der Landsverdediging en om naar mate de behoefte zich daaraan laat gevoelen, de noodige veranderingen daarin te kun nen aanbreugen. Daar eene Grondwet bestemd is om gedurende een reeks van jaren te dienen en het niet te voor zien is in welke omstandigheden men kan gera ken, kan het geen afkeuring vei dienen om zoo weinig mogeljjk beperkende bepalingen daarin op te nemen, indien de behoeften van het onderwerp slechts voldoende in de Grondwettelijke bepalingen zijn opgenomen. Wanneer nu de wetgever niet meer door die bepalingen gebonden zal zijn in het nemen van maatregelen tot verbetering van den toestand, is het te hopen dat hij dadelijk al zijn aandacht zal wijden aan het tegenwoordige militie-stelsel. Dit stelsel gaat toch aan twee hoofdgebreken mank en wel ten eerste aan de plaatsvervanging en ten tweede aan de ongelijke verdeeling der militaire lasten. In de jaren 1880 tot en met 1884 toch werden in ons land van de 183.139 militieplichti- gen 97.943 vrijgesteld (waaronder 200 uitgeslote- nen en 84 overledenen), dus gemiddeld per jaar 19.589. Dit stelsel wordt door de plaatsvervanging nog onbillijker; de 85.196 jonge lieden toch, die door het lot waren aangewezen om onder do wa penen te komen, behoefden dit niet persoonlijk te doen: voor geld kunnen zij zich laten vervangen door huurlingen, zoodat de last van den dienst plicht alleen op de armen rust. Een eerste taak van den wetgever zal dus zijn om deze onbillijkheid weg te nemen door de in voering van persoonlijken dienstplicht. Reeds te lang wacht deze belaLgrijke aangelegenheid op ver betering. Bijna alle Staten van Europa hebben toch den persoonlijken dionstplicht reeds als regel aan genomen. Alloen Nederland, België en Griekenland maken hierop eene uitzondering. In Zwitserland, Oostenrijk, Duitschland en Italië deelen ook zij, die om de eene of andere reden van den militairen dienst worden vrijgesteld, toch in de lasten door het betalen eener militaire be lasting. Deze belasting berust op het beginsel dat alle burgers dio gelijke rechten hebben, ook gelijke diensten moeten bewijzenhij die deze diensten niet persoonlijk doet, betaalt als vergoeding daar voor een zekere som geld. In Oostenrijk en Italië wordt een gedeelte der opbrengst van die belas ting gebruikt om pensioenen van gewezen militai ren te verbetereu, of eene tegemoetkoming te ge ven aan ben wier mannen of vaders voor het Va derland het leven hebben gelaten. De voorgestelde nieuwe bepalingen der Grond wet geven den wetgever de gelegenheid om ook dezen maatregel in ons vaderland in werking te brengen. In de tegenwoordige wet komt de bepaling voor, dat de dienstplichtigen te land, niet dan met hunne toestemming buiten Europa kunnen gezonden wor den. Thans wordt voorgesteld m bij wet eene der gelijke uitzending te kunnen bevelen. Verder wordt voorgesteld om te bepalen dat door den Koning elk gedeelte van het grondgebied in staat van oor- log of in staat vau beleg verklaard kan worden, ter handhaving van de in- en uitwendige zeker heid. De wet regelt de gevallen waariu dit geschie- den kan, enz. Hiermede zijn de voornaamste der voorgestelde wijzigingen in de Grondwet door mij behandeld. De algemeene indruk die de voorstellen geven is m. i. niet geheel ongunstig. Wel wordt er reedt van verschillende kanten kritiek uitgeoefend, o. a. wordt de bepaling omtrent de niet-vaststelling der Staatsrekening bij wet afgekeurd omdat daardoor de verantwoordelijkheid op de Rekenkamer zou rusten enz., maar dat neemt niet weg dat er wer kelijk veranderingen ten goede zouden komen in dien de voorstellen der Regeering in overweging worden genomen. Het is daarom te hopen dat de behandeling van dit onderwerp spoedig in de Vertegenwoordiging aan de orde mag komen. X. f HEUSDEN, 12 Mei. Voor de int. Landbouw tentoonstelling, welke op 27 Juni en vier volgende dagen te Antwerpen staat gehouden te worden, en waarvoor de aangifte vóór 1 Mei 1.1. moest plaats hebben, zijn uit het Land van Heusden niet minder dan dertien paarden aangegeven. Wij verheugen ons in dit blijk van de energie, die blijkbaar verschillende onzer landbouwers en paardenfokkers bezielt en koesteren dan ook de beste verwachting over den uitslag. Dit laatste is niet van grond ontbloot, daar wij van eene spe cialiteit op dat gebied vernamen, dat onder deze in te zenden dieren, verscheidene uitmuntende paarden voorkomen. f Heusden, van 20 April11 Mei. Ondertrouwd: G. de Bruijn, wedr., 29 j. en P. Schaëfer, jd., 35 j. Geboren: Jan Johannes, z. v. J. Brouwers en J. van do Water, Arie Johannes Leouardus, z. v. A. H. Hansen en W. van Twist; een levenl. kind, m. gesl. v. H. W. A. Recklebeu en G. Clement. f Baardwijk, van 1 April tot 1 Mei. Getrouwd: Mar. van der A voort, jm. 24 j. en A. van der Lee, jd. 17 j.; G. van Delft, wedr. v. A. Sustrunck, 48 j. en Th. van der Aa, jd. 56 j C. van Meulekom, jm. 26 j. en C. Verhulst, jd, 22 j.; A. Goossen, jm. 25 j. en A. Boeren jd. 36 j. Geboren: Johanna, d. v. P. van Cromvoirt en A. Klerx; Everardus, z. v. J. van Herpt en M. Verhoeven; Johanna, d. v. C. Vissers en J. van Bommel; Adriana, d. v. H. van Delft en A. Baijens; Leouardus, z. v. A. de Folter en C. van Hulten; Clasiua, d. v. G. Brnurmijn en H. Heuverling. Overleden: M. van der Velde, echtg, v. A. van den Heuvel, 77 j.; A. van Velthoven, jm. 2 m. t Meeuwen, van 1 tot 31 April. Geboren: Pieternella, d. v. Adriaau Muskens en Elisabeth AkkermanAlida, d. v. Willem v. Os en Anneke Bax. Overleden: Johanna Goebel, 64 j., wed. v. Gerrit Groeueveld Catharina v. Rijswijk, 74 j., echtg. v. Antonie Kasen. Neoerl. IIerv. Gemeente. Beroepen: naar Oostzaan, Klinkenberg te Sybrandaburen Den Bommel, H. F. O. H. Ulfers, te Zelhem; 's Heer Heudrikskinderen (cl. Goes), W. Ringnalda Gz., te Loon op Zand; Stellendam, N. do Minjer, cand. te Utrecht; Biezeliuge, W. v. d. Beke Cal- lenfels, cand. te Vlissingen; Meteren (toezegging), P. A. G. llalffman, cand. te Heerjansdam. Bedankt voor Sommelsdijk, J. Bolkesteijn te Gerkesklooster. Pi-ijzen van 100 en daar boven. 4e klasse. Trekking van 11 Mei. Prijs van ƒ25,000: no. 18468; ƒ5000: no. 20962; ƒ2000: no. 11810; 1500: no. 7885; 1000: no. 565, 2923, 12838, 19272; ƒ400: no. 2913, 3195, 8545; ƒ200: no. 3615, 11830,14743; ƒ100: no. 660, 2458, 4672, 4704, 16221. 11 11 i f— In het gebouw van het Provinciaal Bestuur te 's Hertogenbosch is aanbesteed 1. Het voortzetten der steenglooiïngen langs de dijken der Zuid-Willemsvaart, tusschen de Dou- gensche brug en 's Hertogenbosch raming ƒ6000. De minste inschrijver was de heer A. de Kort te Baardwijk, voor ƒ4944. 2. De voorziening van de kanaalboorden der Zuid-Willemsvaart, in de provincie Noord-Brabant; raming 7000. De minste inschrijver was de heer H. J. Dekkers te Baardwijk, voor ƒ5522. Vrijdag heeft aan het lokaal van het Provinci aal Gouvernement van Zeeland bij enkele inschrij ving de aanbesteding plaats gehad van het op diepte brengen van een gedeelte der marinehaven te Vlissingen (raming 1000). Minste inschrijver was de heer T. Volker te Doidrecht, voor 1100. Woensdagochtend werd door een -werkman bij de gevangenis op de Prinsengracht te 's Hage een enveloppe gevonden met een iuhoud van plus mi nus 80,000, volgens des eigenaars eigen bewe ring. Bij de terhandstelling aan den laatste werd hij beloond met 51 centen. Een 84-jarige ingezeteue van Amersfoort zal binnen weinige dagen de reis ondernemen naar West-Indië, om zich metterwoon te Paramaribo te vestigen. De generaal-adjudant van den Koning van Wur- temberg, de heer von Splitzemberg, had op de reis van Niza naar Genua, een zeer onaangenaam avontuur. In een klein koffertje had hij zijne ridderorden en bovendien kostbare huwelijksgeschenken, welke de Koning en de Koningin voor zijne dochter en Prinses Ilsenburg bestemd hadden, bij zich. Men kan zich de onaangename gewaarwordingen van den generaal voorstellen toen hij, bij aan komst te Genua, de bedroevende ontdekking deed dat het koffertje verdwenen was. Onmiddelijk werden uitgebreide nasporingen in- steld, maar zij waren vergeefsch het koffertje is tot heden nog niet gevonden. De rentenier Niedermayer uit Regensburg keerde met zjjn zoon dezer dagen uit Arco terug, waar beiden wegens gezondheidsredenen verblijf hadden gehouden, begeleid door den schoonzoon van eerst genoemde, dr. Emmerich uit Neurenberg. Zij bevonden zich op den sneltrein, die te acht uur des avonds te Regensbnrg moest aankomen, toen de vader, zonder over eenige voorafgaande ongesteldheid te hebben geklaagd, onder het rijden plotseling stierf. De zoon werd door het spoedig sterven van zijn vader zóózeer door ontroering overmeesterd, dat ook hij door den dood getroffen werd, waardoor de trein bij zijn aankomst twee lij keu medebracht. Te Frankfort aan den Main heeft op het oogen- blik eene tentoonstelling van schilderijen van dou schilder Jo3ef Führich plaats. Naar aanleiding daarvan vertelt de »Frankf. Zeit.de volgende episode. Führich was een aartsgrappenmaker en hij wist niets aangenameis te bedenken dan zijne vrienden te plagen. Hij was zeer bevriend met den schil der Thürmer uit Berlijn, die later professor te Kassei werd. in wien hij tegelijkertijd een lijdens makker had, want Führich was aan den rechter voet mank en Thürmer aan den linker. Zij woon den geruimen tijd in een en hetzelfde hnis, Führich beneden en Thürmer boven, en de straatjongens hadden ontzaglijk veel pret, wanneer de beide vrienden, met lange pijpen in den mond, uit de ramen lagen, elkander voor het lapje hielden en schaterend lachten. Waren verscheidene straatjongens bijeen, dan wierpen de vrienden stukken houtskool op straat en ieder hunner moedigde de bengels aan, om het portret van den ander op een mnur aan de over zijde te teekenen de min of meer goed geslaagde karrikaturen gaven dan overvloedig stof tot nieuwe plagerijen. In het café Greco kwam in die dagen vaak een te Rome verblijf houdend Duitsch koopman, die een vriend uit Duitschland wachtende was, welke laatste hot voornemen had om te Rome kunst studiën te maken en Aubel heette. Ten einde zijn vriend reeds vooraf zekere ver maardheid te verschaffen, had de koopman de ge woonte iedereen, dieu hij voor de eerste maal zag, aan te klampen om wijd en breed over Aubel te spreken, en hij begon zijn verhaal dan gewoonlijk met de woorden: «Kent gij zekeren Aubel?* Führich wist al zeer spoedig van het grappige, dat in die vraag lag, partij te trekken, en overal waar hij het maar doen kon, kwam hij met de vraag voor den dag: »kont gij zekereu Aubel?* Thürmer had hierdoor vooral vael te lijden. Wan neer de vrienden op straat afscheid hadden geno men om naar hunne ateliers te gaan en Thürmer op geruimen afstand van h«m was, bleef Führich dikwijls staan en riep: Thürmer Thürmer! ik moet je nog wat vertellen Thürmer hinkte dan terug en kreeg de gewichtige vraag te hooren »ken jij zekeren Aubel?* Soms begaf hij zich ook naar Thürmer's atelier, gooide de deur open en schroouwde Thürmer kom eens heel gauw hier Wanneer do man dan haastig alles van zich af wierp om, nieuwsgierig naar hetgeen er aan de hand was, naar buiten te snellen, hoorde hij het stereotype: »ken jij zekereu Aubel?* Thürmer werd eindelijk boos en Führich liet gedurende eenigen tijd vóór Thürmer's vertrek uit Rome de plagerijen varen, zoodat deze er in het geheel niet meer aan dacht. Führich had er echter voor gezorgd dat Thür mer tot in het vaderland aan zijn schalkschen vriend zoude worden herinnerd roeds toen hij te Perugia kunstbroeders bezocht, word, na de eerste begroetingen, de vraag tot hem gericht: .Ken jo zekeren Aubel?* In Weenen, Praag, kortom in elke stad waar hij zich ophield en vrienden be zocht, kreeg hij de belangstellende vraag te hooren: »ken je zekeren Aubel?* Toen hij eindelijk te Berlijn in den kring der zijnen was teruggekeerd weerklonk het, na de eerste omarmingen, in koor: »ken je zekeren Aubel?* Natuurlijk had Thürmer verschrikkelijk het land. Führich had naar alle plaatson geschreven waar zijn vriend komen moest en hem zelfs een deel der brieven ter bezorging gegeven, die allen het verzoek bevatten om onmiddellijk de zotte vraag tot Thürmer te richten. Aan dieus familie had hij zelfs geschreven dat het van het hoogste belang was om hem onmiddellijk die vraag te doen. Een eigenaardig vak is ongetwijfeld dat van 1 regenwormen-leverancier van een aquarium. De man die in Berlijn specialiteit op dit gebied is, heeft als jachtveld een naburig kerkhof uitgekozen de jacht vereischt zekere talenten en moet, in alle stilte en dos nachts met een lantaarn worden uit geoefend, want de schuwe diertjes verdwijnen bij het minste gedruisch. Na den eersten warmen lenteregen was de vangst zeer beknnond: de man ving in één nacht zestien pond regenwormen, die met vijfiig pfenningen per pond werden betaald Deze portie was voor de visschen van het aquarium juist voor een week toereikende. »Ben je bijgeloovig, liefste?* vropg een p*3 geëngageerd jonkman aan zijn meisje. Waar om?* was de wedervraag. »Dat doet er niet toe, zeg me maar eerst of ge het zijt.* Vol strekt niet.* »Nu dat is goed, want ge zijt het dertiende meisje dat ik ten huwelijk vroeg.* Een Parijzenaar, die over acht dagen moest trouwen, maar geen lust in het huwelijk had, trok op de volgende wijze partij van de heerschende werkstaking onder de kleermakers om van zijn huwe lijk af te zien. Hij telegrafeerde namelijk aan de fa milie zijner bruid het volgende Huwelijk onbepaald uitgesteld. Heb geen rok en mijn kleermaker gesloten teH gevolge der werk staking.* Een man tot zijn vriend: »kunt gij mij wat I geld leen en De vriend: »wat. ik bezit, behoef ik zelf; had j ik meer, ik zou het u gaarne leenen.* De man tot zijn geliefdekunt gjj mij geld leenen De geliefde: »neem alles, mijn beste, en ik heb altijd nog meer dan ik noodig heb.* Dat is, zegt Lindner, een waarlijk goddeljjke trek in de vrouvy, zo zegent den honger, indien ze dien voor hem, dien ze bemint, lijden moet. Een grafschrift. De bisschop van Bam- berg, Frans Lodewijk van Erthal kondigde de opheffing der loterij in zijn Staten aldus aan. Op 27 December 1786, overleed alhier madame Lotto in den ouderdom van 20 jaren. Zij baarde 340 maal en telkens 90 kinderen, waarvan de vijf eersten gelukkig, de overigen echter ongelukkig ter wereld kwamen. Zij leed aan een maagkwaal en verslond akkers, weiden, huizen, meubelen, klokken, bedden en alle mogelijke kleedingstukken. Vandaar kwam het, dat zij in haar laatste kraam bed stikte. f HEUSDEN, 9 Mei. Boter 5560 cent per stuk van 6 ons. Eieren 3—3Va cent. 's HERTOGENBOSCH, 11 Mei. Op de heden (Maandag) gehouden markt van vette kalveren waren aangevoerd 130 stuks. Do prijs was le kwal. van 0.50 tot 0.52; 2e kwal. van 0.48 tot 0.50 3e kwal. van 0.46 tot 0.48 per kilogram. Er bestond veel vraag en handel. De prijs der boter was 1.00 a 1.22. Voor de vele en hartelijke bewijzen van deel neming, ondervonden bij de ziekte en het over lijden van mijne geliefde Echtgenoot CATHA RINA ELISABETH DE MAN betuig ik mijnen bijzonderen dank. P. IT. VAN BAASBANK. Heusden, 8 Mei 1885. Eene fatsoenlijke oude burgerjuffrouw VRAAGT te Heusden Brieven onder letter L. aan den Uitgever dezes. is VERHUISD van de St. Jorisstraat naar den naast de Bierbrouwerij genaamd vde Klok.0 Roode dassen behooren reeds tot onze fijnste mode-artikelenmaar tot roode cylindor-hoedön hebben we het toch nog niet gebracht. Daarin zijn ons do Afrikanen voor. Hugo Zöller schrijft aan de »Kölniscbe Ztg.dat hij bij een re eptie van Koning Amapetu in hot Mahingebied een hoveling ontmoette, die een bijzondere liefhebberij schoen te koesteren voor buitenmodelshoeden. Hij had een koetsiershoed met gouden galon op 't hoofd, maar hij vertoonde aan don schrijver en dr. Nachtigal een kostbaren hoed, dien bij voor geen schatten wilde missen een kachelpijp, die van voren vuur rood en van achteren hemelsblauw was. Zijn vu rigste wensch was een tweede exemplaar er van te verkrijgen. Dagelijks verkrijgbaar aan zeer billijke prijzen bij JAN DE VAAN, Tuinman te Vimmen. Bureau Prins Hendrikkade 140, Amsterdam.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1885 | | pagina 3