No. 392.
Woensdag 8 Juli.
1885.
DIENEN.
FEUILLETON.
im
VOOR
UitgeverL. J. TEET1MA X flensden.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en Z A T E R T) A G.
Abonnementsprijs: per 8 maanden 1.Franco per post zonder prijs-
verbooging.
Advertentiën 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Bmnenlandsche A D V E RT E N T I E N
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht. Bij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
(SLOT.)
Ieder schouwe eens rond in eigen kring
en hij zal ervaren dat de verarming
in menig gezin daaruit voortspruit, dat
de vrouw niet gediend, geen huishou
den geleerd heeft. Van de fabriek, van
't land of van de naaimachine in den ech
telijken staat van waar zal die vrouw haar
huishoudelijke kennis halen, wanneer nog
bovendien de moeder het evenmin verstond?
Laat men toch op het dienen niet sma
delijk neerzien
Dikwijls oogst een goede huisvrouw bij
zonder weinig dank daarvoor, dat ze haar
dienstmeisje van alles geleerd heeft. Zoo
spoedig de laatste haar zaak goed verstaat,
haast ze zich //hooger op" te gaan en een
beteren dienst te zoeken, dat is een zulken,
waar hooger loon gegeven wordt. liet is
treurig dat de diensten naar het loon ge
schat worden.
Ook wordt het haar gewoonlijk niet in
dank afgenomen, indien ze haar meisje, dat
versch van de schoolbanken in haar dienst
genomen is, een weinig streng behandelt
en onder goede tucht houdt. Is het zoo
verschrikkelijk wanneer een huismoeder een
weinig toedoet aan de laak der opvoeding,
die in het ouderhuis soms zeer veel te wen-
schen overliet en waaraan de school slechts
ten deele arbeiden kon? Men zou zoo zeg
gen, vader en moeder moesten de vrouw
bij wie haar dochter in dienst is, met een
handdruk danken voor wat deze voor haar
dochter doet. Doch de werkelijkheid leert
dat geheel anders. Wanneer de juffrouw
zich met alles bemoeit, toeziet op de per
sonen, met wie het dienstmeisje omgaat en
op de plaatsen, waar ze zich in haar vrijen
tijd ophoudt; ze waarschuwt voor slechte
kennissen, eiken leugen verbiedt, zich op
de hoogte stelt van de wijze waarop het
loon besteed wordt, haar tot sparen aanspoort,
tusschenbeide een goed boek en zeer dik
wijls een kous in de handen stopt enz. enz.,
dan klaagt het meisje en de ouders stem
men met de klacht van haar kind in. //Och,
ze heeft het zoo slecht getroffen. Dat wijf
bemoeit zich met alles en 't lieve kind heeft
geen aasje vrijheid. Dat is riiet uit te hou
den en ze moet maar zoo spoedig mogelijk
een anderen dienst zoeken
Zonder ecnigen twijfel kan het dienen
een mensch te zwaar worden.
Wanneer de dienstbode in haren dienst
beschouwd wordt als een dier van hooger
orde dan een hond of kat, met wie men
woorden wisselt en die men aanhooren
moet en het haar t.e verstaan gegeven wordt
dat het een bijzondere genade is, haar, ge
sproten uit een stand die eigenlijk geen
stand is, om zich heen te hebbenwanneer
het wel en wee van de poes, of het schoot
hondje of 't rijpaard der freule meer dan dat
der dienende geesten der dame en den
heer ter harte gaat, dan moet dit vernieti
gend werken op hen, wier lot het is onder
zulk dak te wonen. Er woont onder een
katoenen kleedje immers ook gevoel van
eigenwaarde? Hoe kan het dan samengaan
met liefde op eigen hand of in vereeniging
met anderen te werken voor anderen, voor
huisgenooten, en door dezen nauwelijks als
mensch behandeld te worden? Vertrouw-
lijkheid behoeft daarom tusschen mevrouw
en dienstbode nog niet te bestaan, ze mag
echter aanspraak maken op een mensche-
lijke behandeling.
Dienen moet een band knoopen tusschen
degeen die dient en haar of hem, die be
diend wordt. Gewisse]ijk zal die band
bestaan, waar het hart op de rechte plaats
en de verhouding precies afgebakend is.
Verwonderlijk is het dat de dienenden
zoo dikwijls hun gebieders plagen en niets
goeds gunnen, hen als vijanden bejegenen,
die men op alle manieren tegenstaan moet.
Het oude woord bevat veel waarheiddie
mijn brood eet, treedt mij met voeten. Luis
ter slechts toe, wanneer de dienstboden vau
haar mevrouwen spreken.
Er is maar een middel om de verhou
ding tusschen deze huiselijke machten in
't reine te brengen en een einde te maken
aan de tallooze klachten, die van alle zijden
hier over de dames, daar over de meiden
opgaan.
Dat middel is liefde. Een dienstbode
zal haar gebiedster eerbiedigen en de laat
ste zal haar doen en laten zoo inrichten
dat haar ondergeschikte gedwongen wordt
haar aan te hangen.
Een andere oplossing is er niet, men
moge zoeken waar men wil.
Het loon is een groot ding, een flink
maal eten een niet minder groot ding, een
goed hart echter zal ten slotte meer dan het
loon en de pot zegevieren in den alouden
strijd tusschen mevrouwen en dienstboden.
En wat de vernedering betreft waaraan
een meisje zich zou onderwerpen, die uit
dienen gaat, dat kan immers niemand ernst
zijn, die zich te binnen brengt en eens na
leest wat over de reinste lippen, die zich
ooit op aarde tot spreken openden, gevloeid
is: //ik ben niet gekomen om gediend te
worden, maar om te dienen."
li ülDlLIiL
m
Vrij naar RICHARD V 0 S Z.
U)
Dag en nacht bewaakte hij haar; bespiedde haar
bjj eiken tred, beloerde haar overal en altijd, ver
volgde haar, zooals een jager het wild vervolgt.
Toen een zijner ondero kameraden hem eens dit
werk uit de handen wilde nemen, omdat er kans
was dat het de moeite loonen zon, was er haast
bloed om vergoten. Geen ander, die zijn leven lief
had, moest hot wagen, vzuo waarschuwde Sandro,
het meisje aan den Sindaco van Tivoli over te
leveren. Zij was voor hem bestemd, reeds van
oudsher.
Ook had hij reeds allerlei verdachte dingen ont
dekt haar uren lang verwijlen op de gevaarlijke
plaats, waar de kapel stond, haar kruiden verza
melen bij nacht in de kloof, als de maan scheen
en de doodsvogel kraste. En dan dat zij nooit in
de kerk kwam, nooit een neiligebeeld groette en
iederen priester ontweek. Maar het verschrikkelijkste
dat. hij in haar ontdekte, was,, dat zij sbet booze
oog« had. Om zich daar tegen te beschermen, droeg
hij aan zijn horlogoketting een klein bnffelhoorn'je,
bekend als een krachtigen talisman tegen het
»mal-oechio*; maar met ontzetting bemerkte
hij dat haar donkere, strakke blik, des ondanks,
met eiken dag meer macht over hom begon te
krijgen. Bovendien zag zij hem, wanneer hij haar
dreigend in den weg trad, ter nanwernood aan of
keek als het waro over zijn hoofd heen. Voor een
enkelen diepen, brandenden blik van haat na
tuurlijk, uit hare donkere, ondoorgrondelijke
oogen zou hij een misdaad hebben kunnen begaan,
zoo volkomen had zij hem reeds in de macht van
den booze overgeleverd.
Al deze onbedriegelijke bewijzen voor hare too-
vermacht verzamelde hij met hartstochtelijken ijver,
om, zoodra de maat vol zou zijn, aangifte van hare
misdaad te doen.
Op het Octoberfeest zou er in Tivoli loterij en
tombola wezen. Om zorg te dragen dat deze offi-
ciëele muizenvallen veel volk zouden lokken, had
men het spek voor de onnoozele muisjes ditmaal
bizonder lekker gemaaktalleen voor de tombola
eeue hoofdprijs van tweeduizend skudi Het volk
liet zich dan ook verschalken uit al de vier he
melstreken kwam het loestroomen, door het bui
tengewoon hooge bedrag van den hoofdprijs opge-
woudeu, als bij het uitbreken van eeue revolutie.
Loterij en tombola
De luien werken, de goddeloozen bidden, de
armen lijden honger, de welgestelden gebrek, alleen
ter wille daarvan.
Om een lot in de loterij te kunnen nemen, of in de
tombola te kunnen spelen, verkoopt het meisje
hare onschuld, bedriegt de vrouw haar' man, de
broeder den brobder. Öm hunnentwil worden eer
lijke mannen tot dieven en pleegt de bandiet eene
moord. Nooit zijn do kerken zoo vol biddeuden,
nooit wordt de Madonna zoo vurig aangeroepen,
gingen als op den dag voordat de loterij of de
tombola beginnen te trokken.
Reeds weken van te voren, nog voorde loterijbriefjes
verkocht wordeu, grijpt eene koortsachtige opge
wondenheid de gemoedereu aan Iedere droom wordt
uitgelegd met betrekking tot het spel, ieder voor
val, hoe gering, krijgt betoekenis. Het be
duimelde tombolaboekje wordt een heilig geschrift,
en het »veel geluk in de loterijeeu vrome tekst.
Komt de groote dag nader, dan is het alsof er
eeue gerechtszitting moet plaats hebben die over
zaligheid en verdoemenis uitspraak zal doenook
hier ziju er wel velen geroepen, maar slechts wei
nigen uitverkoren.
Op zekeren dag werd de sibylientempel weer in
optima forma door vrouwen belegerd; want het
verlaugen naar gelukaaubrengende getallen was
grooter dan de afschuw voor de strega en de vrees
voor den boozen blik.
De meosteu kwamen met allerlei offeranden aan
dragen: hoenders, eieren, gedroogde forellen, vruch
ten, olie en groenten. Maar de priesteres wilde niet
uit haar heiligdom treden: de tempel was ge
sloten.
Onder schelden en lamenteeren toefden de vrou
wen tot, de nacht aanbrak. Eindelijk kwam Sibylle
en werd mot luid geschreeuw begroet. Allen dron
gen om haar heen en wilden nommers hebben.
Met heesche stem gebood het meisje hun, uit
den weg te gaan, besteeg zonder zich te laten op
houden de trappen, ging'binnen en sloot de deur
weer achter zich toe. L)c razende vrouwen hadden
het huis wel willen bestormen.
De volgende dag was do feestdag.
Plechtige hoogmis, processie, kanonschoten, mu
ziek, do straten met bloemen bestrooid en met
groene twijgeu omplaut, do huizen met krausen
versierd en met tapijten behangen, een bonte meu-
schenmeuigte, die in feesttooi door de straten
I golft.
Op de ruimte voor de Anio-kloof waren drie
tribunes opgeslagen, die met schril gekleurde stof
fen omhangen en met guirlandes versierd waren.
Boven de middelste verhief zich het zwarte bord,
waarop de omroeper de nummers bevestigde. Op
eene der beide zij-tribunes zetelde de Sindaco van
Tivoli in vol ornaat, op de andere het tombola
comité, eveueens iu uniform en bestaande uit be
ambten van den kerkelijken staat.
Ook de twee onschuldige weesjongens, die de
nummers trokken, waren op hun post.
Aan den voet der tribunes bevoud zich bet mu-
ziek-corps en talrijke gendarmen bewaarden de
orde.
Dicht stond het volk op elkander gedrongen;
ieder hield zijn biljet krampachtig vast.
Daar verkondigden hoorn-signalen het begin.
Het eene nummer na het andere werd afgeroe
pen en verscheen op het zwarte bord. Deze en gene
won, maar kleine sommetjes. De »tombola«,
dat wil zeggen het uitkomen van alle nummers
eeuer kaart, scheen ook ditmaal niet te willen
komen; de hoofdprijs zou dus ook ditmaal waar
schijnlijk voor de regeering zijn.
Plotseling ontstond er onder de menigte eene
onrustige beweging, die den loop van het spel voor
een oogenblik verstoorde. Van den sibylientempel
naderde eene hooge vrouwengestalte, in een rood
zjjden gewaad gehuld, met rustigen gang de feest
plaats.
Ook zij had eene kaart.
Men mompelde, morde, ging haar uit den weg,
zoodat zij dicht voor de tribune in een opene
ruimte kwam te staan. Zij was volkomen onge-
liet Land van Huisden en Ufena.
DE UKGSTBAiT EN
10MHELEBVAABD
am
1)