"""""binnenland.
Brieven uit de Residentie.
Stichtsche Brieven.
Dat is inderdaad een voor onzen handel
en voor den goeden naam onzer koffie, on
rustbarend verschijnsel en er wordt daarom
door bovenbedoelden specialiteit, den heer
van Delden Laërne, nadrukkelijk gewezen
op de oorzaken van dien achteruitgang en
de middelen tot herstel. Om beter toe
zicht op den pluk te honden en slechts
rijpe koffie te oogsten, de wijze van berei
ding minder onverschillig te doen plaats
hebben en de matelooze opstapeling in de
Gouvernements-pakhuizen te beletten, daar
toe is krachtdadig optreding van de regee
ring noodig.
De geheele bereiding der koffie wil de
heer van Delden aan haar overlatenhij is
zeer voor een betere belooning voor kweek
en pluk maar verlangt de sorteering en
bereiding aan de handen van den inlander
te onttrekken, daar deze vooreerst niet
voorzien is van de noodige materialen en
ten andere de zaak met te weinig zorg
behandelt.
Een ander euvel is de verkoop van kof
fie vóór de verzending. Daar de reis in
besloten, hoewel goed geventileerde scheeps
ruimten steeds invloed oefent op de hoe
danigheid der boonen, zouden ook de plan
ters hun waar liever in Europa willen ver-
koopen, temeer omdat daar meer dan in
Indië op nauwkeurige sorteering gelet wordt.
Een en ander is door den geleerden
onderzoeker onder de aandacht der regeering
gebracht, die naar we hopen, voor de eer
van onzen goeden naam, alles zal aanwen
den wat dient om het gevaar dat de gere
nommeerde Javakoffie boven het hoofd hangt,
af te wenden.
In deze tijden van overproductie kunnen
we alleen door uitstekende waar ons op de
kotfiemarkt handhaven.
t 's BOSCH, 20 Juli. De drukte die mea vaa
den dag van heden zou kunnen onderstellen, zou
zeker bij de werkelijkheid te kort doen. Elke
trein bracht zoowel bezoekers van noord als zuid
tot ons, als de aangrenzende gemeenten zich
van boot of rijtuig bedienden om het (eest van
heden te kunnen aanschouwen.
Er was dan ook gewag genoeg van gemaakt,
een kenmerk van onzen tijd en wij moeten het
oprecht bekennen, de werkelijkheid deed voor al
die voorafgaande berichten niet onder. Mede
als een kenmerk van onzen tijd was, op verschil
lende punten aangekondigd Wacht u voor
zakkenrollers" en dat dit niet overbodig mocht
heet en bleek ons uit een gesprek met een dame,
uit Gelderland, die ons mededeelde, dat zij ook
buiten die waarschuwing daarop indachtig was
geweest, maar niettemin een heer had ontmoet
die, van het gedrang op de Pensmarkt willende
profiteeren, een achterzakje aan het onderzoeken
was, dat zich tegenwoordig gewoonlijk in een
damesjapon bevindt.
Haar antwoord //'tis mis mijnheer" werd mo
gelijk door den heer(?) met de blonde bakke-baarden
niet begrepen, maar hij trok toch met den meesten
spoed af.
Om ons bij den optocht zelf te bepalen, willen
wij niet in herhaling treden met hetgeen ons de
tfProv. N.-Br. Ct." reeds daaromtrent heeft bericht.
Wij zullen alleen zeggen dat de costumes in
alle opzichten keurig en sierlijk kunnen genoemd
worden. Zeer eigenaardig was het feest begrepen
door de muziek der schutterij alhier, die, gekleed
in een XVe eeuw costuum, zich op waardige wijze
liet liooren.
Behalve de nos. in het programma genoemd,
zagen wij ook een wagen aan tuinbouw gewijd, die
geheel door den heer Maréchal scheen geleverd te
zijn, (immers op het programma vonden wij hem
niet vermeld) en waarin hij op verrassende wijze
tal van maagdekens ouder en tusschen het groen
had weten te plaatsen, die met zijue planten
e«n keurig geheel maakten.
Ook zagen wij op een praalwagen de volgende
zinsnede aangehecht /terugkeer van het garni
zoen in 188-?". Wel een bewijs dat den Bosch
het garnizoen hoogacht.
Over het geheel moeten wij zeggen dat het
feest tot nu toe naar wensch slaagt. Een enkele
regenbui, goed voor het stof, verminderde de
feestvreugde niet, die zeker morgen, bij het op
stijgen van den heer E. L'Hoste van Parijs, niet
minder geprikkeld zal zijn.
KERKDRIEL. Bij besluit eener geheel vol
tallige vergadering van den gemeenteraad, werd
heden met algemeene stemmen tot ontvanger der
gemeente üriel benoemd, de heer W. M. Acker-
mans in plaats van diens vader, den heer J.
Ackerinans, die wegens redenen van gezondheid
zijn ontslag gevraagd en eervol bekomen had.
tALMKERK, 19 Juli. De nieuw benoemde
onderwijzer H. Binsbergen heeft de benoeming
aangenomen en zal den 15n Sept. a.s. in dienst
treden.
t ZUILICHEM a/d WAAL, 20 Juli. Gister-
avond geraakte alhier, naar men wil door on
voorzichtigheid van twee jongens, eene hooimijt
in brand, toebehoorende aan G. v. V., alhier.
Door spoedig aangebrachte hulp slaagde men er
in dat slechts een klein gedeelte verbrandde.
t Heden gelden de aardappelen (Geldersche
kralen) f 2.75 en f 2.70 per Hectoliter.
t ZALTBOMMEL. Bij Kon. besluit van 16
Juli 11. is met ingang van 10 Sept. a.s. benoemd
tot directeur van het rijkstelegraafkantoor alhier
de heer H. J. Massink Wz thans directeur van
het post- en telegraafkantoor te Bols ward.
t WERKENDAM. Donderdag 11. had aan de
Ottersluis het volgende plaats. De vrouw van
den sluiswachtersknecht miste haar 19-jarigen
zoon, dien zij overal zocht en dien zij tusschen
het riet te water meende te ontdekken. Op haar
hulpgeroep waren weldra tal van personen toege
sneld, die, met dreggen gewapend, alles in het
werk stelden om den vermeenden drenkeling op
te sporen, doch aanvankelijk bleef alles vruchte
loos. De ouders, aan de vreeselijkste vertwijfeling
ten prooi, gingen zelf te water om hulp aan te
bieden maar met hetzelfde gevolg. Op het vreese-
lijk geroep der moeder, dat met het oogenblik
toenam, kwam met den raeesten spoed een persoon
met een bootje aanroeien om zoo mogelijk mede
hulp te verleenen. Toen hij naderbij kwam her
kende men in hem den gewaanden drenkeling, die
terug kwam van een boodschap, waartoe hij met
zijn roeiboot was vertrokken. De agitatie veranderde
in een algemeene vreugde. De overgang was echter
te sterk voor de moeder die een zenuwtoeval kreeg
dat geruime» tijd aanhield, doch gelukkig geen
nadeelige gevolgen achterliet.
t DALEM. Het kind, dat Dinsdagavond ver
dwaald en door den postbode v. B. opgenomen
was, werd den volgenden morgen door zijnen vader,
wonende te Hardingsveld, aan het politie-bureau
te Gorinchem afgehaald.
t Het bericht aangaande den laatsten brand
te Dalem, oorspronkelijk naar het schijnt aan het
„H. Dbl." gezonden en ook door ons in het no.
van Zaterdag 11. opgenomen, mist allen grond en
is dus geheel bezijden de waarheid.
De opmerking alleen, dat bedoelde weduwe
niet eens een dienstbode houdt, is reeds genoe?,
om ook het overige te logenstraffen. De oorzaak
is en blijft tot heden een raadsel, door niemand
op te lossen.
t GORINCHEM, 20 Juli. De algemeene ver
gadering van de leden der onderwijzers-vereeni-
ging //Arrondissement Gorinchem" 11. Zaterdag
in den Doelen alhier gehouden, werd door 41
onderwijzers bijgewoond, terwijl de heeren Blok
huis, districtsschoolopziener, Post, vroeger Arron-
dissemerits-schoolopziener, van 't Sant, oud-Insti-
tuteur alhier, de wethouder Mr. Dijckmeester en
Ds. A. de Pecker de vergadering als gasten met
hunne tegenwoordigheid vereerden. Het presi
dium werd waargenomen door den Arrondisse-
ments-schoolopziener Mr. E. van Popta. Na de
werkzaamheden van 1012 en van ll/24 uren,
vereenigden zich allen aan een gemeenschappelijk
diner, waarmede de avond verder gezellig en
aangenaam werd doorgebracht.
mmmmaÊSSSÊÊSsssssÊ^^^j._ui—
t Uit Wijk wordt ons geschreven
De heer N. Bouman, gewezen leerling van de
normaalschool te Heusden, thans onderwijzer te
Baarn, heeft bij het examen te Breda, gehouden
op 17 en 18 Juli jl. de acte van hoofdonderwij
zer verkregen. Van tien aspiranten was hij de
eenige die slaagde.
tOp de internationale tentoonstelling van pluim
gedierte te Kopenhagen, werd den heer H. Coert
te Molenaarsgraaf, toegekend de 2e prix d'hon-
neur (gouden medaille en 75 fr.) voor zijne in
zending Italiaansche hoenders, terwijl van deze de
zwarte afzonderlijk eene zilveren medaille ontvin
gen, benevens eene bronzen medaille voor andere
hoender-soorten. Deze onderscheiding mag gunstig
genoemd worden als men bedenkt dat pl. in. 1400
mededingende nos. werden ingezonden en slechts
5 eereprijzen beschikbaar waren.
Op de internationale tentoonstelling te Ant
werpen, behaalde dezelfde heer een ln prijs voor
Goudpellen, een 2n voor Bralina's, een 3n voor
zilver Dorktvn.
De grootste haan was door ZEd. daar tentoon
gesteld, een langshan, die van den kop tot den
grond gemeten 84 centimeter hoogte had, deze
werd voor 60 francs verkocht en een ander exem
plaar voor 40 fr.
t Naar het schijnt zal spoedig een begin
worden gemaakt met de plaatsing van de door
Jhr. Mr. Victor de Stuers en 80 andere voor
name Haagsche ingezetenen aan de Regeering
ten geschenke aangeboden fontein. De hardsteen,
noodig voor het voetstuk van dit monumentale
geschenk, ligt toch reeds op het Binnenhof ge
reed. Later hopen wij onze lezers eene beschrij
ving van dit van ijzer vervaardigde kunstwerk
dat moet dienen ter nagedachtenis van Graaf Wil
lem II, den stichter der Haagsche kasteelen, te
kunnen geven.
Hoewel met de opening van de spoorweg-lijn
DordrechtGorinchem de gebouwen voor de uit
breiding van het station te Dordrecht niet geheel
gereed waren, speciaal de locomotievenloods, is er de
laatste dagen krachtig aan gearbeid. Dit gebouw
heeft een stevig, forsch en net aanzien, waaraan
de hardsteen niet gespaard ishet maakt op de
toeschouwers en voorbijgangers den indruk dat
dit gebouw volstrekt geen teeken van een slechten
financieelen toestand in ons land is.
Uit Molenaarsgraaf schrijft men
Werd vroeger van hier geschreven welk een
hondenbaantje de postbode van Papendrecht naar
hier heeft, hoe die man met pakketten, druk
werken en brieven beladen dagelijks eene reis
maakt van 7 uren en dan bij aankomst alhier
som van ƒ7.70 per week, met de opening van
de spoorweg-lijn DordrechtGorinchem is het
nog wat erger geworden. Kreeg hij vroeger zijn
vrachtje te Papendrecht, waar het door een ander
van Durdt werd gebracht, nu moet hij eerst van
Papendrecht zelf naar Dordt, en kan dan, som
tijds als een ezel belast, in stof en hitte, in weer
en onweer zien dat hij hier komt.
De man is 12 uur, en dat alle dag, bezig.
Te Oudenbosch is een werkman, die van een in
gang zijnden zandtrein wilde springen, gevallen
en overreden. Beide beenen werden hem verbrij
zeld. De man is te Rotterdam in het gasthuis
overleden. Bij een huiselijken twist werd een man
op den Zeedijk te Amsterdam door zijn echtge-
noote zoodanig toegetakeld, dat hij met bloedende
wonden naar het gasthuis moest worden gebracht.
Een onderofficier van het le reg. inf. te Leeuw
arden, die op de kermis aldaar in een burgerpak
liep en aan een burger zijn uniform en sabel had
geleend, is voor die feiten tot soldaat gedegradeerd.
Een 18jarig dienstmeisje is te Amsterdam bij
het glazenwasschen op straat gevallen. Zwaar ver
wond werd zij naar het. gasthuis gebracht.
Te Nieuw-Leusen is een kind van 2 jaar, dat
met een zusje van 9 jaar alleen te huis was ge
laten, in het vüur gevallen. Er bestaat weinig
hoop het kind in 't leven te behouden. Bij
de Zoutkeetsgracht te Amsterdam ontstond twist
tusschen een moeder en haar zoon. De jongeling
sprong te water en verdronk. Te Duiven is
iemand gearresteerd, die twee kinderen van 11
en 13 jaar schandelijk behandeld heeft.
De wereld zeide, dat hij mij tot zijnen vriend
genomen had. Dat was onjuist, hij ging slechts met
mij om; altijd beminnelijk, maar nooit hartelijk;
altijd bereid, mij een dienst te bewijzen, ook al leed
hij er zelf schade bij, maar zonder meer sym
pathie voor mij dan voor zijnen hoed.
Had hij nog een vriend op aarde, iemand, dien
hij genegenheid toedroeg, of iets, dat hem interes
seerde?
Neon! Ternauwernood bezat hij een enkel voor
oordeel, en slechts tegen drie dingen eene bepaal
de antipathie ^'e vrouwen, honden en muziek.
MÜMT
'sGRAVENHAGE, 18 Juli 1885.
Onlangs las ik in uwe courant een bericht om
trent de merkwaardige wijze waarop soms ambte
naren bij de Ministerieën carrière maken. Het be
trof namelijk eon ambtenaar der Rekenkamer, die
in de comptabele stukken van het Departement
van Waterstaat uitgaande, voortdurend fouten
ontdekte en daardoor aan het hoofd van dat De
partement veel hoofdbrekens gaf. Deze besloot daar
om, die ambtenaar tot chef der comptabele afdee-
ling te benoemen en meende door op die wijze
den vijand in het kamp te halen, aan de aanvallen
een einde te maken. Niet alleen voor dien Minister
maar ook in het belang van de velen die voor
geldelijke aangelegenheden met het Departement
van Waterstaat in aanraking komen, is het te
hopen dat de genomen maatregel mag helpen.
Zonder iets te willen afdingen op de kundigheden
van den betrokken jeugdigen Hoofdambtenaar, meen
ik er toch op te mogen wijzen dat het grootste
gedeelte der aanmerkingen die door de ambtenaren
der Rekenkamer op de comptabele stukken worden
gemaakt, weinig voordeel voor de schatkist ten
gevolge hebben en meer doen denken aan lotter-
knechterij dan aan eene gezonde opvatting omtrent
de belangen van het Rijk en der declaranten. Het
is die ambtenaren niet kwalijk te nemen dat zij
dergelijke kinderachtige bemerkingen op de beta
lingstukken maken, want hunne toekomst hangt
er van af. Bij de Kamer wordt toch als regel
aangenomen dat alleeu zij knappe ambtenaren zijn
die veel fouten in de stukken ontdekken. Door
die taktiek worden zij er dus wel toe genoopt om
allerlei spitsvondigheden te bedenken. Dat de be
lemmering die de Administratie daardoor onder
vindt, nadeelig terugwerkt op 's lauds zaken,
schijnt geon argument voor de heereu leden dor
Rekenkamer te zijn, om met dit stelsel van con
ti öle te breken.
Tal van voorbeelden zijn er, om te bewijzen dat
ook eene nuttige instelling als de Rekenkamer is,
door overdrijving wel eeüs in oone lastige, de ge
regelde gang van zaken belemmerende kan ontaarden.
Slechts eenige dier voorbeelden, die mij bekend
zijn, wil ik mededeelen.
Een ingenieur van den waterstaat gaat op reis
en declareert daarvoor. Bij vergissing schrijft hij
voor het vertrek-nur van den trein, waarmede hij
gereisd heefr, 10.11 in plaats van 10.10. De Ka
mer merkt op dat een trein van 10.11 haar niet
bekend is en weigert de verevening der declara
tie, waardoor de betrokken ambtenaar een maandje
langer op zijn geld moet wachten.
Aan een vasten knecht bij het Departement van
Financiën werd gedurende eenige dagen e9n extra
daggeld gegeven wegens bewezen diensten bij het
opdoen van tnrf. De Kamer meende dat die be
ambte in zijne jaarwedde de belooning vond voor
alle aan zijn betrekking verbonden werkzaam
heden en de man kreeg het extra-geld niet.
Op eene declaratie was de handteekening voor
quitantie, in plaats van door het plakzegel, even
daaronder gesteld, zoodat een klein strookje wit
papier tusschen beiden open was gebleven. Op
grond daarvan werd de verevening van dat beta
lingstuk geweigerd.
Mij dunkt deze staaltjes zijn voldoende om een
idéé te geven wat het meerendeel der aanmerkin
gen zijn, waarmede de meeste departementen van
algemeen bestuur worden overstroomd. En alleen
door op al die kleinigheden, waarvan de ontdek-
kiug in niemauds belang en doorgaands tot schade
der schuldeischers is, te letten, kan men als amb
tenaar bij de rekenkamer vooruit komen. Wel mag
de correspondent der Groninger courant,waar
aan bovengemeld bericht was ontleend, dit eene
merkwaardige wijze van carrière maken noemen.
Vroeger, toen die taktiek nog niet werd ge
volgd, werden natuurlijk dezelfde abuizen gepleegd
als tegenwoordig, maar dan kwam de ambtenaar
der rekenkamer bij zijn ambtgenoot van het be
trokken departement om officieus zoo'n abuis te
doen herstellen. Thans geschiedt dat niet meer eu
daardoor ontstaat dubbel nadeel: de ambtenaren
namelijk, die onderling in het belang van het al
gemeen moeten samenwerken, beschouwen elkaar
als vijandeu en zijn steeds op hunne hoede voor
wederzijdsche aanvallen en door de officiëele be
handeling, ook van de geriugste fouten, ontstaat
somwijlen eene langdurige vertraging in de beta
ling van vorderingen, dat zeer in het nadeel van
de nijverheid werkt. De meeste indnstriëelen zul
len we! bij ondervinding kannen getuigen hoe on
aangenaam het is wanneer men recht heeft op de
betaling zijner aannemings-penningen, die niet ont
vangen kunnen worden omdat de eene of andere
kleinigheid aan de stukken ontbreekt of verschil
van opvatting aanleiding geeft tot nuttelooze cor
respondentie, die soms "taeer aan schrijfloon en
- nln.rgi». Wülut I.r-"1 "k" is.
Nog onlangs hebben eenige aantumers zich tot
de 2de Kamer der Staten Generaal gewend, ten
einde hare tusschenkomst in te roepen tot ver
krijging der hnn toekomende gelden, die ten ge
volge van meenings-verschil met de Rekenkamer
niet werden uitbetaald. De Minister van Oorlog
aan wien die adressen om inlichtingen werden ge
zonden, berichtte daarop terecht dat niet alleen de
aannemers, ten gevolge van het daardoor veroor
zaakt uitstel in de betaling der hun verschuldigde
penningen worden benadeeld, maar ook de Staat
daarvan de gevolgen moet ondervinden, want elke
vertraging in voormelden zin moet op den dnur
indirect nadeeligen invloed op volgend» aanbeste
dingen uitoefenen. (Reeds in een vroeger schrijveu
werd daarop door mij met een enkel woord ge
weien.) Ten einde het nadeel voor beide partijen
zooveel mogelijk te beperken heeft de Minister het
middel te baat genomen om voorloopig nitbetaling
te doen plaats hebben van dat gedeelte der ver
schuldigde aannemingsom, waarover geen verschil
van zienswijze tusschen het Departement en de
algemeene Rekenkamer bestond.
De door Oorlog gevolgde manier om de schade
die door verschil van opvatting kan ontstaan, zoo
veel mogelijk te voorkomen, verdient navolging
en m. i. zou het goed zijn, wanneer de heeren
aannemers van publieke werken gemeenschappelijk
optraden om te trachten van de hoofden der De
partementen van algemeen bestuur de invoering
van dien maatregel te verkrijgen. Wanneer de Re
kenkamer zich er alleen toe bepaalde om.de aan
dacht der Regeering te vestigen op werkelijk sto
rende gebreken in de administratie van 's Lands
geldmiddelen en hare aanmerkingen alleen onder
werpen betroffen, zooals in haar laatst» verslag
aan den Koning voorkomen, zon dit Hooge College
niet alleen beter in den geest harer instructie han
delen, maar tevens waardeorend medewerken tot
behartiging van het Rijks-belang. Maar door de
honderdtallen kleine fitterijen benadeelt zij dit
belang en maakt het spreekwoord wéér tot waar
heid dat van het hoogst ernstige tot het bespotte
lijke slechts een stap is.
Later geeft eene nieuwe merkwaardige carrière
van den een of anderen ambtenaar mij misschien
weêr gelegenheid om de bevordering der ambte
naren en de kwade praktijken die daarbij in ge
bruik zijn, nader te bespreken. Dat de thans ge
volgde wijze van benoeming en bevordering der
ambtenaren zeker niet in 's Lands belang is, be
hoeft na hetgeen nu en dan in openbare geschrif
ten daaromtrent is gemeld, geen breedvoerig be
toog. Het is bekend dat men zonder een goeden
kruiwagen in de ambtenaarswereld niet veel doet.
X.
IV.
«•••••••••••it.
Maar als gij 't zien wilt, zoek dan maar
Waar 't kermis is, licht vindt gij 'tdaar!
Dat treft bijzonder! Als een goed adres kunnen
wij de lezeressen en lezers van dit blad thans op
geven, de stad onzer inwoniug Utrecht.
Sinds Woensdag klokke twaalf het geklingel
van den Buurttoren ovor 't grijze sticht weerklonk,
als een teeken uit voorvaderlijke tijden dat
de kermis werd ingeluid, nam de bedrijvigheid met.
den dag, ja met het nnr toe.
Het stukske grond, aan de grens onzer gemeente,
ODder Maarssen, de verzamelplaats van kennis-rei
zigers, die met eigen vervoermiddelen door den
lande gaan, is voor de eenigste maal in het jaar
schoongeveegd en alles is binnen onze singels ver
zameld. De drie pleinen binnen Utrecht worden
thans door allerlei «kermisvolk. volgepropt. Voor
zeker reeds een uitlekkende gedachte
Zoowel hier als elders, onder alle vakken en
standen heerschte sedert jaren een «strijd om het.
bestaan,, die schijnbaar nog toeneemt. Zoo meonen
wij althans 't te mogen noemen, dat verschijnsel
in de maatschappij dat den arbeidzamen man tot
een slaaf vernedert, wil hij zich nog
vastklampen aan de hoop om brood voor het buis
gezin te verschaffen en daaraan trachten te vol
doen.
't Is nog niet zoo heel lang geleden dat wij in
een gepubliceerd schrijven [uit dé nieuwe wereld
vernamen: «Kom tot on3 over, verlaat Nederland,
waar de armoede n wacht!* Gaarne gelooven wjj
dat deze opvatting te sterk genomen is, toch
moet 't erkend dat de werknood eer stijgende dan
dalende is. Te dezer stede werden indertijd po
gingen aangewend om eene arbeidsbeurs op te
richten, doch te vergeefsch Eigenlijk zoo 't kwam,
zoo ging 't, men hoorde van niets.
Er heerscht werkgebrek velen lijden aan hare
gevolgen. Om hieraan een einde te maken, ware
't wellicht wenschelijk dat dra over de jgroote
plannen werd beslist, die ook bjj onzen raad in
kwamen. 't Eerste is het plan tot uitbreiding der
stad, 't tweede dat van eeu tramnet door de stad.
Zoowel 't «en als 't ander zal echter nog wel wat
blijveu russen, temeer daar thans de nieuwe be
schrijving van «vroede mannen, aanstaande is,
voor onze stad zoowel periodiek, als door aftre
ding en overlijden.
Uitbreidingsplannen, tramwegplannen, beurs-
planneu ziedaar eenige punten die veel hoofd-
brekons aan ons stedelijk bestnnr kosten En dan
nog eeu plan hoe vaak besproken tot op
richting van een ontsmettingsoven op de gemeente
vaalt Tot verbreeding van de Viebrug werd in
dertijd besloten on deze is bijna gereed Waarom
toch zóóveel herhalingen Gelukkig nog voor onze
stad dat het milliotnen-proces werd gewonnen, tot
welks uitkeering zij in rechten is aangesproken,
want wie weet waar 'm de knoop zit en daarbij:
Geld is de ziel van de negotie, van vooruitgang
en verbetering
Als bewijs voor de juistheid van dit spreek
woordelijke stelsel mogen wij wel aannemen het
bericht dat de appelstroopfabriek aan den Leidschen
weg alhier 't aanstaand winterseizoen zal werken,
de voorraad appels moet daartoe voldoende zijn
De stoommeelfabriek «de Korenschoof, zal weder
uit bare assche herrijzen. (Wellicht herinneren de
lezers van dit blad zich nog de ramp, die genoemde
fabriek eenige maanden geleden teisterde, toeö
hare uitgebreide gebouwen en voorraadschuren
grootendeels door brand werden vernield, evenals
de daarnaast staande stoomhoutzaagrnolen >deZon.«)
Kort te voren had «de Korenschoof, aan de over
zijde der Kaatstraat eene broodfabriek doen op
richten, waar zij hare gemalen grondstoffen tot
algemeene voeding bereidde en daardoor onze
bakkersbovolking een lastigen concurrent in den
wes stelde,. Te verwonderen was't dus niet dat