No. 397.
De nieuwe postregeling
MEMENTO MORI!
FEUILLETON
Uitgever: L. J.VEER?,TAN Heusden.
VOOS
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1
verhooging.
ZATERD A G.
Franco per post zonder prijs
Gorinchem, Sliedrecht en Dordrecht heb
ben feestgevierd en wij gunnen het aan de
bewoners van den rechter-oever van de
Merwede van harte dat zij opgenomen zijn
in het spoorweg-verkeer. Men moet al de
bezwaren kennen die er aan verbonden
zijn, wanneer des winters hoog water, ijs
gang of stormweder het verkeer op de
rivieren moeielijk, ja dikwijls onmogelijk
maakt en men soms dagen achtereen van
de buiten-wereld is afgesloten. Daarover
weten ook de bewoners van het land van
Heusden en Altena mede te praten, en was
ook al jaren lang de hoop gevestigd op de
spoorlijn door de Langstraat, die hoop zal
nog wel langen tijd onvervuld blijven.
Gunnen wij aan de bevoorrechten dus
gaarne hunne spoorlijn en hebben wij ons
met hen verheugd, iets anders is het wan
neer wij de gevolgen nagaan, welke die
opening op het brieven-vervoer heeft.
De brieven en couranten, die vroeger
met den trein van 9-34 uit Den Haag ver
zonden werden, kwamen te 11.15 te Dor
drecht aan. Van daar werden zij met het
geen uit Zeeland over Dordrecht kwam en
voor deze streken besterad was, met eene
nacht-postkar naar Gorinchem vervoerd,
daar gesorteerd en verder verzonden des
morgens te half-zes, zoodat in den morgen
alles langs den dijk en te Heusden, tot
aan Vlijmen toe, kon besteld worden. Naar
het binnenland vertrok dan alles met een
voetbode, zoodat op denzelfden dag alles
besteld werd, ook op die plaatsen waar
slechts éénmaal per dag brieven en couran
ten werden rondgebracht.
In deze wijze van verzending is nu eene
totale verandering gekomenwij kunnen, he
laas niet zeggen verbetering. Men oordeele
OSSIP SCHUBIN.
De laatste trein die uit 's Gravenhage
vertrekt en die Gorinchem nog denzelfden
avond bereikt, is van 7.40, gaat om 8.20
uit Rotterdam en vertrekt te vroeg uit den
Haag om //Staatscourant", //Dagblad" en
//Vaderland" benevens de gewone corres
pondentie mede te nemen en ook te vroeg
uit Dordrecht voor de Zeeuwsche post. Dit
alles werd verzonden met de nachfpostkar,
maar die is na de opening van de spoor
lijn opgeheven. Alles blijft dus liggen tot
den eersten trein van den volgenden dag,
die te 7.39 te Gorinchem aankomt. Maar
dan is de postkar naar den Bosch over
Heusden reeds twee uur weg. Den eersten
dag kwam de Haagsche correspondentie
ook werkelijk dien weg, maakte den weg,
naar wij meenen over Geldermalsen en
kwam des namiddags te vijf uur over den
Bosch te Heusden aan, dus veel te laat
voor het binnenland en natuurlijk later dan
vijf uur in de gemeenten langs den dijk
tot Woudrichem toe. De volgende dagen
kwam die correspondentie te twee uur in
Heusden, voor de plaatsen in het binnen
land, waar slechts eenmaal besteld werd,
te laat, en voor de gemeenten langs den
dijk bleef de toestand als op den eersten
dag, daar de postkar niet voor half zes in
die richting verf rok.
Dat is een machtig groot inconveniënt,
zooals licht is na te gaan en zooals velen
dan ook reeds ondervonden hebben, getuige
de luide klachten, die zich reeds van vele
zijden hebben doen hooren en die, zoo wij
van harte hopen, het oor van den Minister
zullen bereiken en, wat het voornaamste is,
een gunstig onthaal zullen vinden. En onzen
tijd van vooruitgang, waarin het drijven van
zaken van snelle gemeenschapsmiddelen en
goede postverbinding geheel en al afhangt,
is het wat al te erg in eens eene vertra
ging van zes, twaalf en 24 uur te hebben.
O O 7
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Staande de vergadering werd eene com
missie benoemd om een adres te ontwerpen
aan den Minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid, waarin Z.Exc. gewezen werd
op het ongerief, door de nieuwe regeling
veroorzaakt en Z.Ex. dringend te verzoeken
op de regeling terug te komen en desnoods
door een voetbode de vroegere nachtdienst
van Dordrecht op Gorinchem te herstellen.
Tevens werd besloten de belanghebbende
gemeentebesturen uit te noodigen door een
adres aan den betrokken Minister hunne
adhaesie te betuigen aan het adres, dat van
Heusdensche ingezetenen was uitgegaan.
Wij hopen van harte dat degenen, die
in dezen het initiatief genomen hebben en
de belangstellenden die hen gesteund heb
ben, zullen slagen in hunne pogingen. Wij
hebben er goeden moed op. Gedeeltelijk of
misschien in het geheel niet ingelicht van
de belangen, die benadeeld werden, heeft
men misschien eene proef willen nemen of
de regeling, zooals hij nu is, voldoende zóu
zijn. De adressen zullen den Minister van
het tegendeel overtuigen, zoo wij hopen.
De vervroegde dienst uit den Bosch in
den namiddag heeft ons ook niet vooruit-
gebracht. Veel dat wij met een later ver
trek vóór die verandering des avonds uit
den Bosch ontvingen, bereikt ons nu eerst
des morgens langs een grooten omweg, o.
a. de Provinciale Courant. Maar deze ver
andering was toch niet zoo ingrijpend als
die waarover wij ons heden beklagen. Eene
algemeene en snelle klacht met duidelijke
omschrijving van de redenen van beklag
en billijk verzoek om herstel van grieven,
zal, wij kunnen niet nalaten het te geloo-
ven, een goede uitwerking hebben. Het
zijn toch niet minder dan drie postkantoren
en zeventien hulpkantoren alleen in het
land van Heusden en Altena, die onder
de nieuwe regeling lijden.
En dit is voor deze streken zonder de
geringste overdrijving gesproken. De streek
tusschen Dordrecht en Gorinchem lijdt er
natuurlijk evenzoo onder.
Uit Sliedrecht kwam ons ten minste zoo
even een schrijven in handen, waarin wij
het volgende lezen
z/Met de posterijen is het hier op dit
oogenblik ellendig gesteld. Uwe brieven,
die ik anders 's morgens om half 8 ont
ving, worden eerst om 9 uur bezorgd.
Brieven, die met den trein van 9.21 hier
aankomen, worden eerst des namiddags te
2 uur besteldbrieven, die met den trein
van 8.35 aankomen, blijven liggen tot den
anderen dag. Het is te hopen dat daar
spoedig verandering in korne."
Nu zou men zeggen dat voor onze streek
alles weer in orde was, als de postkar uit
Gorinchem vertrok na aankomst van den
eersten trein uit Dordrecht. De kar zou
dan hier kunnen zijn om half 11, dus altijd
nog 2 uur later dan vroeger, maar het
verschil zou dan zoo groot niet zijn als nu.
Maar die postkar brengt de brieven enz.
van hier op den sneltrein van 10.13 in
Den Bosch en bij later vertrek zou die
aansluiting gemist worden, zeker voor velen
ook tot groot ongerief.
De postrit omgekeerd te doen loopen,
des morgens uit Den Bosch en des avonds
uit Gorinchem, zou de bewoners van het
benedenland en langs den dijk achter doen
staan bij hetgeen zij hadden en wel te
meer, hoe dichter zij bij Gorinchem wonen.
Al deze bezwaren zijn besproken en in
overweging genomen op eene vergadering
van belangstellenden op het stadhuis van
Heusden, op 17 Juli j.l. Algemeen was
men van oordeel dat de handen aan het
werk moesten geslagen worden en men
trachten moest den toestand te verbeteren,
liefst nog den ouden toestand te behouden.
2)
IV.
Ik heb nooit aangenamer causeur gekend dan
Snworin en zeker geen, die meer belezen was.
Zijn vvijanden verzekerden dat bij zich voor de
conversatie voorbereidde, eer hij in gezelschap
giug-
Eene erbarmelijke beschuldiging! Er was hem te
weinig gelegen aan de meening der menschen, dan
dat hij om hunnentwille een masker zou hebben
voorgedaan.
Zijne misanthropie en zijn cynisme waren zonder
voorbeeld toch kwetsten die beide eigenschappen
minder in hem dan in andere menschen, omdat zij
niets gekunstelds hadden.
Zijn persoon vormde een der lievelingsonder
werpen voor de gesprekken der dames; zij haatten
hem.
Wat zij hem kwalijk namen, was niet zijne on
geregelde levenswijze, maar de beleefde onver
schilligheid waarmee hij ieder hnnner behandelde,
zonder de een bij de ander voor te trekken. Ja,
hjj had zelfs nog nooit eene dame nit den kring
zjjner kennis gecompromiteerd.
Het was in Maart. De schaduwen op de boule
vards werden zwart en dicht, het lich wit en
schel. De lucht was zacht als eene liefkozing en
gansch Parijs doortrokken van zoete violengeur.
Een zondvloed van vreomdeliugen overstroomde
de hotelsde Parijzenaars klaagden er gelijk
talken jare met karakteristieke ondankbaarheid
over dat de smakeloos opgedirkte, vreemde dames
de boulevards ontsierden.
Voor het magazijn van lederwaren van de firma
Klein stonden Weener dames met luidruchtig en
thousiasme zoolang de lederartikelen te bewonderen,
alsof zij naar Parijs waren gekomen uitsluitend
om Weener leder te zien; en gansche families van
Saksische reizigers, rijk aan lieftallige dochters, zoo
onschuldig bekoorlijk als lentebloesems, zaten te
midden der geblankette sirenen van deu boulevard
en aten ijs.
Snworin was verdwenen.
Hij had zich in zijne woning opgesloten en was
voor uiemand tehuis.
»Hij vermijdt de boulevards, omdat de vele sma
keloos gekleede vreemdelingen zijn smaak kwetsen !c
zeide een Parijsche gek uit Snworins gezelschap in
het café Riche. Op deze laffe aardigheid word na
tuurlijk niet geantwoord.
Een jong idealist meende dat Suworin leed aan
eene periodiek terugkeereude hartkwaal en ieder
voorjaar de herinneringen aan eene lang vei*gane
hopelooze liefde had te bestrijden.
Deze poëtische veronderstelling werd ontvangen
met de minachting die zij verdiende.
Een derde vertelde dat Snworin iedere lente aan
vallen van verstandsverbijstering had. Meu zou hem
door de ramen heen hebbeu hooren brullen en hui
len, zoodai men het op de straat hooren kon.
Deze oplossing had een .schijn vau mogelijkheid.
Het gekeele café Riche liep uit om parade te ma
ken onder de vensters van Swworins kamers, ten
einde hem te hooreu brullen.
Men hoorde niets.
Men polsste zijn doktor. Deze streek bedachtzaam
met de hand over zijn gladgeschoren kin en zeide:
Suworin heeft eene borstkwaal.
Het café Riche trok bij dit proz'aisch bescheid
verdrietig de mondhoeken neer en de wenkbrauwen
op, en vergat Suworin.
VI.
Op zekeren dag kwam ik toevallig langs zijne
woning in de Avenue-Montaigne, bleef
staan en overlegde wat ik doen zou. »Nu,« besloot
ik eindelijk, »aan te bellen is geen groote moeite
afgewezen te worden, waar reeds zoovele anderen
afgewezen zijn, geen schande.
Ik belde, men liet mij binnen.
Suworin woonde, hoewel hij Parijs sinds vijftien
jaren niet verlaten had, in een Garni, dat een-
toonig gemeubeld was met verschoten geel damast.
Japausche rariteiten stonden overal schots en scheef
door elkander en alles gaf blijk van een bijna uil-
dagenden wansmaak. Hij had voor zijne woning
even weinig zwak als wijlen Diogenes voor zijne ton.
Toen ik binnentrad, lag hij zoo dicht mogelijk
bij den haardj»' met, gesloten oogen in een reuzen-
fauteuil en zag er te midden van zijn gele omge
ving zoo lijkkleurig uit, dat ik, hoewel aan de
bleekheid vau zijn gelaat gewend, hevig verschrok.
Er viel mij een pak van het hart, toen hij de
oogen opende, mij de hand reikte en vroeg: »Hoe
gaat het? Staat de Are de Triomphe er nog? Hoe
is het met deu boulevard?»
»De Are de Triomphe staat nog op zijne plaats
en de boulevard verlangt naar u.«
»Ik kau niet uitgaan de voorjaarslucht doet
mijne zenuwen aau,« antwoordde hp kortaf en
verviel in een nadenkend zwijgen.
Zijne oogen waren onrustig, zijne haren ver
ward, zijn baard verwilderd.
Misschien is hij inderdaad rijp voor Charentou,»
dacht ik.
Van tijd tot tijd liep er over zijn gelaat eene
uitdrukking van diepen weemoed en mompelde hjj
onverstaanbaar woorden binnensmonds.
VII.
Het is een trearig en 'ontmoedigend werk, in bet
graf van het verleden naar de overblijfselen van
een lang gestorven geluk te graven. »Dat doet Su
worin,* dacht ik. Maar nauwelijks was dat denk
beeld in mij opgekomen, of ik bloosde er over even
naïef te zijn als de idealist in net café Riche.
Daar greep Suworin naar een ruikertje violen
d it op den schoorsteen stond en smeet het toor
nig in het vuur. Toen zeide hij, zijne beide handen
op zijue knieën leggend zonder verdere inleiding:
»Als ik voor twintig jaren had kunnen denken,
dat, ik zoo worden zou als ik nu ben, ik had...»
Ontsteld keek ik hem aan.
»Hm,« vervolgde hij, »alle jonge melkmuilen be
wonderen mijn bespottelijke cynisme en apen mij
na, even als hunne voorvaderen lord Byron's vage-
b >i dskraag nageaapt hebben. Geen van hen be
grijpt dat ik eigenlijk een belachelijk romantikus
beu!... Waarom zou ik mij het genoegeu niet
gunnen, u die bekentenis te doen?» gromde hij
schouderophalend. Het beteekent niets. En als gjj
morgen in het café Riche vertelt, dat Suworin een
romantikus is, zal men n hoogstens voor krank
zinnig houden.»
Wat zich-zelfverloochende philosofen ook be
weren mogen, er bestaat voor niemand belangwek
kender thema dan zijn eigen I k.
Suworin leverde een nieuw bewjjs voordo waar
heid van die stelling.
wm
DOOK.
9