ScliuUei'iijli wee.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN Heusden.
DE DWEEPERS.
TCKJiT.
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Franco per post zonder prijs
ver!) ooging.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag
en Donderdagavond 8 uur.
Het koramando was gegeven en een af
deel ing der Haagsche schutterij zou op
't Malieveld een uurtje van oefening gaan
passeeren. De dapperen traden aan en
marcheerden naar het oord, beroemd door
schitterende wapenfeiten onzer verdedigers,
op de jaardagen van 't Koninklijke Huis
bedreven.
De weg daarheen leidt over twee ijzeren
spoorstaven; men kan die, uit de stad ko
mende, niet ontgaan en moet er overheen.
Dat zou nu niet zoo bijzonder erg zijn,
want een kind kan er over stappen, doch
daar ze den weg aanduiden, waar langs de
stoomtram van en naar Scheveningen rijdt,
dient men op dit punt eenige opmerkzaam
heid te wijden aan 't geen links en rechts
op de baan te zien is.
Zoo deed dan ook de bevelhebber der
schutterlijke troep, kapitein S. en met één
oogopslag zag hij dat de tocht niet zonder
gevaar was. Het ijzeren stoomgevaarte
kwam n.l. met onverstoorbare kalmte in de
verte aanschuiven.
Hij stond nu voor dit vraagstuk: den
afstand van den troep tot het punt van
overgang zóó lang ramende, dien van den
tram tot dat zelfde punt zóó lang, de
snelheid des laatsten zóó hoog, die van den
eersten zóó stellende bestaat er dan ze
kerheid dat mijn manschappen heelhuids
over den weg komen, vóór de tram het
punt van overgang bereikt heeft?
Zekerheid daaromtrent kon hij zich in
dat oogenblik onmogelijk verschaffen al de
gegevens in het vraagstuk steunden op
oogenmaat en voor de oplossing was niet
meer tijd gegeven dan een oogwenk,
Doch de man had het kunnen wagen.
LEOPOLD VON SACI1ER MASOCIL
12)
Des namiddags ontving de familie Oginski een an
der, even onverwacht bezoek, n.l. van zekeren
Glinski.
Deze was een van die Poolsche onderdanen, welke
in hun' persoon den fijn beschaafden man van de
wereld, den gloeienden patriot en den ijvcrigen die
naar der kerk vereenigen.
Niet alleen om zijne geleerdheid stond hij in hoog
aanzien, maar bovenal als de voormalige opvoeder
van graaf Soltyk en als de eenige mcnsch, die op
den machtigen en rijken magnaat, in wiens paleis hij
in zekeren zin het ambt van hofmeier vervulde, nog
eenigen invloed had.
Zijn uiterlijk was veel meer dat van een' diplo
maat dan dat van een' geleerde. De lijne, niet te
groote gestalte, het welgevormde hoofd met de ge-
distingueerde gelaatstrekken, die door donker bruin
haar omlijst waren, de kalme, intelligente oogen, die
tot op den bodem van ieders ziel schenen door te
dringen, de elegante manieren, de keurige taal welke
hij sprak, -dat alles maakte de onderstelling niet
gewaagd, dat de heer Glinski zich nog beter tehuis
gevoelde op de gladde parketvloeren der paleizen,
dan in het duffe studeervertrek.
Ja, het was duidelijk merkbaar dat hij beter de
kunst verstond in een deftig boudoir voor raadgever
en vertrouwde te spelen, dan als een abstract ge
leerde zich aan de eenzaamheid toe te vertrouwen.
Aan moed ontbreekt het den Nederland
schen schutter allerminst en men kent de
voortreffelijke discipline, die in de gelede
ren heerscht. De manschappen brommen
en fluisteren in 't gelid wel en komen
meermalen zoo spoedig het //ingerukt
marscha hen tot gewone burgers herleid
heeft, in heftigen woordenstrijd met hun
medeburgers, die een poos geleden in rang
boven hen stonden en gehoorzaamheid
konden eischen, maar zoo lang de dienst
duurt waagt toch niemand zich te verzet
ten tegen een gegeven bevel. Indien dus
de kapitein gekommandeerd had vin storm
pas voorwaarts zouden zijne manschappen
met volkomen zelfverloochening en onbe
kommerd om het lot hunner vrouwen en
kinderen, met ware doodsverachting zich
hebben laten overrijden door den Scheve-
ningschen stoomtram; dat staat als een paal
boven water!
Men zegge nu niet indien dit bevel ge
geven en uitgevoerd ware, zou men kapi
tein S. voor een on mcnsch hebben uitge
maakt, die zijn dapperen gevoerd had in
een roemloozen dood, een dood tegen een
schuivend stuk ijzer, want dat zou een
filisterachtige aanmerking zijn.
Indien ze door den tram verpletterd
waren, zou 't in dienst gebeurd zijn en de
dienst gaat boven alles. Om het lot van
verminkte krijgsknechten en dat der nage
latenen van gedoode helden, behoeft men
gelukkig nooit bezorgd te zijn. Ieder kent
de grootmoedige wijze waarop de Neder-
landsch natie zich de rampzalige slacht
offers van den strijd aantrekt
Maar kapitein S. was geen onmensch.
't Is zelfs denkbaar dat hij niet eens zijn
krijgstaktiek te hulp geroepen heeft om te
berekenen of het gevaarlijk punt kon
gepasseerd worden. Misschien heeft hij ge
oordeeld dat de dienst voor 't vaderland er
Ik dacht dat gij nog in Chomtschin waart,
riep Oginski den binnentredende toe.
»Wij zijn gisteren terug gekeerd,antwoordde
Glinski. «De graaf begon zich te vervelen en dan
moeten de tenten maar dadelijk opgebroken wor
den.
«Weet gij reeds, dat Anitta weer tehuis is?«
«Inderdaad9 Het lieve kind! Zij zal wel cenc heele
dame geworden zijn? Waar mag zij wel zitten. Kan
ik haar niet eens zien?«
«Zij is in den tuin met hare vriendinnen. Ik zal
haar laten roepen.
«Neen, volstrekt niet; ik zal haar zelf opzoeken.
De bewegelijke man zette zijn' brcedgcranden, zwar
ten hoed op en wipte de trappen af naar den tuin.
Hier vond hij Anitta en nog een half dozijn andere
meisjes, die met elkander raket speelden op de weide
een frisch, vroolijk en dartel zevental.
Zoodra Anitta hem herkend had, sprong zij hem
tegemoet en vloog hem om den hals.
«Maar meisje-lief! wat doet ge nu toch?« met
die woorden weerde hij, die een weinig met zijne
figuur verlegen was, haar af. «Gij zijt geen kind
meer!» Zijn ervaren oog rustte met welgevallen op
de bekoorlijke verschijning.
«Kind of niet,riep Anitta uit, «maar ik houd
toch veel van u, heer Glinskien nu helpt er ver
der niets aanmaar u moet blindeman met ons
spelen.»
«Ik? Dat gaat immers niet.
«U zult eens zien, hoe goed het gaan zal.»
«De uitgelaten troep nam den onwilligcn ouden
heer in hun middenecne der jonge dames annexeer
de zijn' hoed, eene andere zijn' rotting, de derde
gaf een' zakdoek aan, de vierde plaatste zich voor
hem, om te kijken of hij niet meer kon zien en
niet onder zou lijden indien hij door //halt!''
te roepen een poosje wachtte tot 't gevaar
lijke monster voorbij was. Hoeveel schut-
tersoefeningen worden niet afgekomman-
deerd omdat het regent of onheilspel
lende wolken een bui aankondigen, zou dan
het wachten van één minuut op een on
barmhartig stoomgevaarte den dienst schade
berokkend hebben
Hoe het zij, er werd halt gekomman-
deerd en de troep wachtte een poos tot het
ding voorbij en 't gevaar van verpletterd te
worden geweken was. Daarna trok men
rustig voorwaarts, exerceerde dat 't een lust
was en trok vroolijk naar de respectieve
haardsteden.
Doch 't muisje had een staartje.
En dat staartje was een berisping van
den bataillons-kommandaut. De kapitein had
zijn compagnie niet behoeven te laten stil
staan hij had, met verachting van het ge
vaar, moeten doormarcheeren als een muur,
het ijzeren ding had dan gewis uit eerbied
voor dien schutterlijken moed zijn vaart
verminderd en zou van verbazing zijn blijven
stilstaan. Geloove dit wie wil, kapitein S.
geloofde het niet, hij alleen was in staat
te beoordeelen hoe de vermoedelijke afloop
zou zijn en daar hij deze ongunstig inzag,
had hij dien ontloopen door stil te staan.
Inplaats van een berisping had hij een goed
keurend woord verwacht over zijn beleid.
Of waarschijnlijk had hij niets verwacht, de
zaak is te eenvoudig om daarop terug te
komen.
De kapitein stelde het oordeel over het
gebeurde in handen van zijn hoogsten chef,
den kolonel. Een mooie inrichting, die
dienst.
Indien men zich achtergesteld of onver
diend berispt acht, gaat men naar hooger,
steeds hooger, totdat men bij Z. M. den
Koning arriveert.
De kolonel onderzoekt de zaak en
arme kapitein, ook hij stelde hem in 't onge
lijk. Er moet toch bepaald iets gehaperd
hebben aan des kapiteins militair oog.
Waarschijnlijk kende hij in dat oogenblik
de snelheid van den tram niet of schatte
de afstand een paar meters te kort de
kolonel oordeelt evenals de kommandant
dat de kapitein door had moeten gaan.
Waar elders de autoriteiten oordeelen,
durven we den zondaar niet verder in be
scherming nemen. Indien 't vast staat dat
een stoomtram minder is dan een schutter,
dan had hij zich van den weg moeten ver
zekeren en des noods met geveld geweer
't ding in 't kanaal moeten werpen.
De kapitein nam zijn ontslag en daar
had hij zonder twijfel gelijk in. Of hij
was onbekwaam, gelijk zijn chefs oordeel
den en dan eischte de dienst zijn verwij
dering uit de gelederen óf hij was onrecht
vaardig behandeld en dan deed hij wijs
zich voor 't vervolg voor zoo'n behandeling
te vrijwaren.
De van tramvrees bezetene vroeg ontslag
en kwam daarom tot zijn hoogsten rechter
in deze schutterlijke zaak, tot onzen ko
ning. En deze, het ideaal van al wat in
ons land militair is, verleende hem een
eervol ontslag, met bepaling dat het
hem vergund is de uniform der schutterij
met de onderscheidingsteekenen daaraan
verbonden, te blijven dragen.
Een neus voor den kolonel en den
bataillons kommandant, een genoegdoening
voor den verslandigen kapitein
En het geheel een staaltje van de klein
zielige manier waarop onze burger-militairen
elkaar op de vingers trachten te tikken.
Anilta bond hem den blinddoek voor de oogen. Daar
stond hij nu midden op liet grasveld en de
dartele meisjes sprongen om hem heen en plaagden
hem op allerlei wijzen, terwijl zij schaterden van uit
bundige vreugde, die steeg naar mate de arme blinde
man ijveriger pogingen aanwendde om een hunner
te grijpen. Eindelijk sloot hij in plaats van Anitta,
die hij 'voor zich meende te hebben, den ponuy in
zijne armen en werd door de jubelende schaar op
den rug van het dier door den tuin rond geleid.
De „Roode Kroeg."
Dragomira lag reeds geruimen tijd wakker, toen
Cirilla op hare tecnen het vertrek binnensloop, liet
meisje lag in de witte kussens weggedoken, terwijl
heur rijke haartooi als een gouden manenkrans haar
hoofd omgaf. Toen zij de oude vrouw zag, richtte
zij zich op haar' linkerarm op en zeide«Ik weet
niet, maar ik ben moede en zou 't liefst van alles
van daag blijven liggen en droomen.
«Dat kunt gij immers doen, mijne schoone mees
teres,» antwoordde Cirilla, «alleen van avond moet
gij opgewekt en vol goeden moed wezen. De jodin
is hier geweest.
Wat had zij
Men heeft in
de
«llood»1 kroeg» uwe hulp
noodig.
«lieden avond?»
«Ja, om tien uur.»
»Gocd.«
Dragomira droomde verder. Des middags kwam
Zesin en werd niet ontvangen. Na het diner ging
Dragomira met Cirilla uit. Zij nam nog eenmaal
nauwkeurig de ligging van den geheimzinnigen her
berg op en liet zich daarna de woning van den koop
man Sergitsch wijzen. Zij liet de oude een briefje
van hare hand aan dien heer bezorgen, en later
moest Barichar er op uit, om den koopman een groot
valies te brengen.
Dien avond verliet Dragomira dicht gesluierd en
zorgvuldig vermomd het huis en begaf zich naar
Sergitsch. Zij vond deuren en vensters gesloten, maar
toen zij aanschelde vertoonde zich toch een jongen,
die de deur voor haar opende en haar in alle stilte
naar de tweede verdieping bracht, waar de koopman
haar ontving in een klein achterkamertje, welks ven
sters met houten luiken gesloten waren. Hij begroette
D agomira met zekere onderworpenheid, noodigde haar
uit op den divan plaats te nemen en bleef zelf vol
eerbied voor haar staan.
Gij weet, waar het om te doen is, niet waar?»
zoo begon Dragomira.
«Ik ben van alles onderricht en verwacht uwe
bevelenik verzoek u wel, mij voortaan te beschou
wen als uwen meest onderdanigen dienaar, mejonk-
vrouw.
«Kan het ons in verdenking brengen, wanneer
m mi mij bij u uit of in ziet gaan
«In het minst niet,antwoordde Sergitsch. «Ik
ben voorzitter eener bijzondere vereeniging en
ontvang als zoodanig vele bezoeken, inzonderheid
van vrouwen.
«Is mijn valies hier?»
«Ja.« Hij bracht het haar.
«Dan verzoek ik u, mij alleen te laten.
Toen Dragomira een kwartier later liet huis van
den koopman verliet, had zij als een vlinder, die van
het bonte goudstof zijner vleugelen beioofd is, haar
si I lijk vrouwelijk gewaad afgelegd en zich in een
sl mken, schoonen jonkman herschapen. Zij droeg eene
NIEUWS
Mel Land van
DE LANGSTRAAT EN
Mi en Am,
BOMHELERVAARD
DOOR
De (lag (les gerichts is nabij.
Krasinsiu.