No. 452. Zaterdag 6 Februari. 1886. De Roos. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN Xleusden. DE DWEEPERS. VOOR Dit blad verschijnt ellcen WOENSDAG en ZATEEDAÖ. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.Eranco per post zonder prijs- verhooging. «w Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte, Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur Menigmaal treft men mensclien aan, die steeds wat geheimzinnigs over zich hebben. Zij kennen u pas of zien n soms voor de eerste maal en reeds zijn zij dermate ver trouwelijk met u, dat zij u zelfs de intiem ste gebeurtenissen van hun leven mededee- len, zaken, die een ander als te heilig be schouwt om ze anderen toe te vertrouwen, vertellen zij u met de grootste openhartig heid. Ingenomen door hunne vertrouwe lijkheid, laat gij u licht overhalen iets los te laten wat beter verzwegen ware, maar gij denkt daar op dit oogenblik niet aan, medegesleept als gij zijt door hunne be langstelling en hunne eigene mededeel zaamheid. Maar al te spoedig ontwaart gij echter dat uwe vertrouwelijkheid misbruikt wordt en hetgeen gij voor ieder verbergen wilde, is binnen zeer korten lijd gemeen' goed geworden en hetgeen gij dacht bij uitzondering en als vertrouwde gehoord te hebben, is evenzoo bij iedereen bekend. Uw nieuwe kennis blijkt niemand anders te zijn dan een klappende ekster, die steeds pratende, alles zegt wat hem voor den mond komt en daardoor zich zeiven op de praat en anderen in ongelegenheid brengt. Anderen weer zijn er, die steeds gehei men te vertellen hebben. Bij elke gelegen heid, die zij vinden, hebben zij u wat bij zonders te vertellen, maar het is altijd „onder ons," men moet er over zwijgen, maar aan zijn besten vriend wil men het toch vertellen. Zij vertellen het u „sub rosa", onder de roos, en als zij het u ver teld hebben, dan hebben zij weer een an deren goeden vriend, dien zij op dezelfde manier gelukkig maken, en zoo wordt hun geheim, onder de roos, aan de halve stad verteld. Zij zijn de echte bewaarders van geheimen en hadden even goed hun nieuws van de daken kunnen verkondigen. Die uitdrukking „sub rosa", onder de roos, is reeds zeer oud en ontleenen wij met eene letterlijke vertaling aan de Ro meinen. Bij de aanzienlijke burgers van dit volk, vond men in de prachtige en keurig ge meubileerde woningen een vertrek, dat uitsluitend bestemd was voor feestmaaltijden. De tafel was dan aangericht in het midden van de zaal, met de rustbanken er om heen. In de fraai versierde zoldering was in het midden eene gebeeldhouwde roos aangebracht. Bij het tafelgenot ging het dikwijls luidruchtig toe, als de Cyprische wijnen en de wijnen van Chios de tongen los maakten, en dikwijls werd meer gezegd, dan men in nuchteren toestand zou wagen te uiten. Maar de feestvreugde was hun heilig, en het woord dat aan den maaltijd gesproken was, moest voor de buitenwereld een geheim blijven. Dat ging zelfs zoo ver, dat toen later sommige keizers feestmaal tijden aanlegden, met het doel om sommige gasten die zij niet vertrouwden, in den roes liunne geheimen te doen verklappen, deze er zich op beriepen dat hetgeen zij gezegd hadden „in de feestzaal," „sub-rosa" gezegd was, en dus voor hen, volgens aloud ge bruik geene kwade gevolgen kon hebben. Nero o. a. stoorde zich niet aan zoo iets, maar er zijn voorbeelden, dat andere keizers de gewoonte huldigden en beleedigende woorden of dergelijke bij zulk eene gele genheid gesproken, onvervolgd lieten. De uitdrukking „onder de roos," is tot op onzen dag blijven bestaan en wordt nog gebruikt, als men zaken van intiemen aard mededeelt, die aan derden niet mogen be kend worden. Hij, die een weinig oplet, 30) LEOPOLD VON SACHER MASOCH. Het Verslag. Spencer. Spreek, wat hebt gij op uw hartzoo begon Apostol vriendelijk terwijl hij zijne hand op haar hoofd legde. »Ik ben eene groote zondares.* Misschien dwaalt gij; wij vermogen niets tegen den wil Gods. Wat deert u, wat hindert, u, meisje? Zeg het mij. Ik bemin hem. De bekentenis kwam over hare lippen met niet meer klanksterkte dan van een' lichten zucht. Zij lag vpor hem met gebogen hoofd, de handen in den schoot gevouwen, eene boosdoenster gelijk, die haar doodvonnis verwacht. Ik wist het,« antwoordde Apostol, »ik wist reeds dat gij hem lief hadt, toen er in uw eigen hart nog geen flauw vermoeden van bestond. Mijne schuld is groot,prevelde Dragomira, »ik ben er volkomen van bewust, vonnis en straf mij ik verdien het en ik wil er voor boeten, al was het met mijn leven. Hoe zou ik rechten, zonder dat het rechter ambt mij geschonken is?« antwoordde Apostol. »En hoe straffen, indien er geen misdrijf gepleegd is Gij hebt deze liefde niet gezocht, gij hebt cr niet naar gehaakt als naar eene zondige genieting; zij heeft zich tegen uwen wil van u meesier gemaak het was aldus besloten. Gij hebt ër u tegen verzet, gij hebt geworsteld en gestreden en zij veroorzaakt u thans de grootste smart en zielsangst. Kan zulk eene liefde strafwaardig zijn Gij hebt niet gezondigd, Dragomira. Ik spreek u vrij. Ik mag hem dus liefhebben?* Ja. Doch daarmede alleen is hij niet tevreden,ver volgde zij, hij wil dat ik hem mijne hand zal schen ken, vleit er om, dringt er zonder ophouden op aan. Tot nog toe heb ik allerlei voorwendsels gebruikt, allerlei bezwaren opgeworpen, om uitstel te verkrij gen. Wat- moet ik doen, wanneer hij eindelijk een beslissenden stap van mij verlangt Onze leer kent geen voorschrift dat u verbiedt zijne vrouw te worden. Neen, antwoord beslist,* smeekte Dragomira, moet ik zijn verzoek inwilligen of niet? Gij weet het, ik zal nooit iets doen dat gij afkeurt. Doe datgene, waartoe uw hart u dringt; wordt zijne vrouw, maar red zijne ziel als de tijd daar is. Dat zal ik. En vervul uwe plichten als tot heden.# Nimmer zal ik onze leer verzaken,gaf zij ten antwoord, «nooit uwe bevelen weörstreven, of de zending, ,di° rnij opgedragen is, ontrouw worden.* Maar hoe zult gij uwe plichten tegenover uwen echtgenoot vervullen, zonder die tegenover onze leer te verzuimen?# Door hem eerlijk alles te bekennen. Wilt gij hem tot ons geloof trachten te bckee- ren Ja, ik hoop dat het mij gelukken zal.* en rondziet, weet echter, hoe het woord tegenwoordig veelal een ij dele uitdrukking is geworden, en hoe veel, dat voor de leus „sub rosa" wordt medegedeeld, spoedig door onbescheidenheid overal wordt rond gebazuind. Bij de Romeinen stond de roos in hooge eer, dit blijkt alreeds uit het bovenstaande, waarbij zij als het zinnebeeld van bewaar der der geheimen en van intimiteit werd beschouwd. En het was niet alleen bij ben, dat de roos eene eereplaats onder de bloe men innam. Zij doet dit nog bij de meeste volkeren en deed dit reeds in de oudste tijden. In China stond en staat zij nog in hoog aanzien, en van de 1500 boekwerken van de Keizerlijke bibliotheek zijn*er 600 gewijd alleen aan de rozen en aan hare cultuur. In de nabijheid van Jeruzalem ligt nog een bekoorlijk dal, dat het „rozen dal van Salomo" wordt genoemd en in de Mahomedaansche overleveringen omtrent dien vorst spelen de rozen eene groote rol. In het oosten is de rozencultuur zeer uitgebreid en in Europeesch en Aziatisch Turkije zijn uitgestrekte landstreken ge heel met rozen beplant. De Perzische stad Schiras wordt door de dichters bezongen als de stad der schoone vrouwen en der schoone rozen. Waar de rozen in zoo groote massa ge kweekt worden, daar is het natuurlijk niet om baar schoon alleen. De nijverheid maakt er druk gebruik van tot allerlei doeleinden. Men bereidt er rozenazijn, rozenlikeur, ro- zenconfituren, rozenwater, rozenzeep en ro zenolie van, voornamelijk rozenolie. De uit muntendheid van rozenwater en rozenolie boven alle parfurmeriën der wereld blijft onbetwistbaar. Zooals de diamant de kost baarste is der edelgesteenten, zoo is de ro zenolie de kostbaarste onder de parfume- riën. Zij wordt in de landen waar zij ge maakt en verkocht wordt, in miniatuur- fleschjes te koop aangeboden en bijna tegen goud opgewogen. Ten tijde van de groote zwelgers onder de Romeinsche Keizers hield men er zelfs eene rozenpudding op na. De heerlijkste honing wordt verkregen, waar de meeste rozen groeien, de bij weet dus ook het beste nit te zoeken, de olifant schijnt nog beter smaak te hebben, want hij eet de rozen geheel en al op. Het aantal soorten is buitengewoon groot. Men telt er tegenwoordig drie duizend- Inheemsehe soorten in ons land zijn er maar zeven, daaronder telt men de appeldragende roos, wier vruchten onder den naam van rozen bottels bekend zijn. Talrijke orden, vereenigingen en geheime verbonden hebben de rozen tot zinnebeeld. Ieder kent de rozenkruizen, in Hamburg heeft men de rozeuvereeniging- De heilige Medardns stichtte in Frankrijk het eerste rozenfeest, waarbij het braafste, gehoor zaamste en deugdzaamste meisje uit den omtrek, behalve een geldelijke premie, nog een rozenkrans ontving. In Tyrol bestaat heden ten dage nog het gebruik, dat iedere Tyroolsche bruidegom, zoolang hij dien titel draagt, zich als zoodanig moet doen kennen door het dragen van eene roos. De Paus wijdt ieder jaar op den derden Zondag voor Paschen een gouden roos, die hij aan een kerk of aan het een of andere gekroonde hoofd schenkt en R. K- kerken worden in de maand, die aan Maria gewijd is, met rozen versierd- Maarten Luther voerde een roos in zijn wapen en op den bijl van den beul van bet veemgericht is eene roos- Zoo vinden wij deze bloem in honder derlei verschillende betrekkingen terug als zinnebeeld van liefde, ootmoed, toewijding, Doek bewaar tot dan toe uw geheim als een kleinood en wees stilzwijgend als het graf. Ik heb het gezworen en zal mijn' eed houden. Als hij rnij lief heeft, moet hij mij vertrouwen en zich als een' blinde door mij laten leidén. En indien hij mij niet blindelings vertrouwen wil, dat hij dan bij tijds afstand van mij doe, want dan is het beter dat onze wegen zich scheiden.* Gij hebt gelijk,* zeide Apostol, ik zie dat gij van den waren geest bezield zijt en niet dwalen zult. Gij zijt tot groote daden uitverkoren. Gij zult daarvoor de eeuwige vreugden van het paradijs verwerven. Sta op. Dragomira richtte zich op. »Ik heb sinds lang geen deel genomen aan de godsdienstoefening,* zeide zij na eene pauze. «Wanneer zal ik weder met de broe ders en zusters kunnen bidden en boete bedrijven?* Ik heb daaraan gedacht,* gaf Apostol ten antwoord, en u ontboden op een' dag dat wij in eendracht te zamen vergiffenis afsmeeken van onze zonden. Maak u gereed, gij zult geroepen worden zoodra het tijd is. Dragomira verliet het vertrek en werd in het voor huis opgewacht door eene vriendelijke oude vrouw, die haar naar een klein kamertje bracht en haar uit- noodigde het zich daar zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Na eenige oogcnblikken vertrok zij en kwam terug met spijs en drank tevens bracht zij Dragomira het gewaad dat zij moest aantrekken om ter bijeenkomst te kunnen verschijnen. Toen het volkomen duister geworden was, weer klonk buiten zweepgeklap en geklingel van schellen. Donkere gestalten doorkruisten den hof en in de gan gen van het huis lieten zich zachte voetstappen hoo- ren. Eindelijk kwam de oude terug met de boodschap dat alles gereed was. Door haar begeleid trad Dragomira eene kleine zaal binnen, waarin een dertigtal mannen en vrou wen verzameld waren, die geknield lagen te bidden. Dragomira zonk in de nabijheid van den ingang in stomme aanbidding op den vloer neder. Kort daarop verscheen Apostol, vergezeld van twee schoone knapen. Hij richtte zich tot de kleine gemeente en vermaande haar in waardige, strenge bewoordingen tot het be drijven van boete en rouw. Al de aanwezigen waren in lange, grauwe kleederen gehuld en met touwen omgord. Nadat Apostol zijne rede voleindigd had, begon hij een' boetpsalm te zingen, waarmede al de aanwezigen overluid instemden. Eenigen van hen sloegen zich daarbij met de vuist op de borst, anderen bonsden met hun voorhoofd tegen den grond. Alsnu stonden achtereenvolgens verschillende per sonen uit hun midden op, die in dweepzieken vorm openbaring gaven van hunne zonden en tekortko mingen, alsmede van de veroveringen die satan op hen had verkregen. Het was een mengelmoes van overdreven dweepzucht, waarbij het aanroepen van de goddelijke almacht zeker door elk waarlijk geloo- vige als eene misbruiking van den Verheven Naam zou worden verafschuwd. Ten tweeden male trad Apostol daarop op eene ver hevenheid en sprak luide, met uitgebreide armenWel aan, laat ons, nu ieder boete gedaan heeft, ons in onze reiniging van zonde verheugen. Met eene vlugge beweging wierp hij zijn kleed af en stond daar nu in een blinkend wit gewaad, een lichtende cherubin gelijk. Al de aanwezigen ston den nu desgelijks op, lieten het grauwe boetgewaad vallen en vertoonden zich, gelijk de priester, in een wit kleed. De meisjes kransten zich het hoofd met bloemen en verdeelden groene takken onder de menigte, die als palmtakken dienst moesten doen. DE Het La DOOlt „Der schoonheid wierd zoo hoog een kracht vermaakt, Dat, liefdedronken, In boei geklonken, De man een wereld voor haar gunst verzaakt."

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 1