No. 456.
Zaterdag 20 Februari.
1886,
Verzoeking.
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN ïïeusden.
DE DWEEPERS.
VOOIt
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1
verhooging.
en Z A T E R D A G.
Franco per post zonder prijs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Ge hebt, laten we eens aannemen, een
kleinen jongen of een kleine meid, van
aard levendig, van gestel gezond, van ou
derdom vier a vijf jaar. De onderstelling is
zoo heel ongerijmd niet, want ieder haakt
naar 't bezit van zoo'n schat en hoewel er
onder ons dikwijls te vergeefs gehaakt wordt
naar onbereikbare schatten, van den kinder
schat blijven maar betrekkelijk zeer weinigen
uitgesloten.
Ge hebt dus een dreumes van vie?, vijf
jaar. Laten we zeggen uw eersteling, een
heel klein beetje verwend, zooals dat ge
wob.nlijk is met eerstelingen, die eenig
blijven of slechts een enkelen opvolger
krijgen.
Ge doet hem niet op de bewaarschool
en wanneer ge tijd hebt u met uw kiiul
in te laten, doet ge daar wel aan. Een be
waarschool moet al bijzonder goed zijn, wil
ze concurreeren met een gezond huiselijk
leven. We werpen daarmee geen blaam op
deze instellingen, althans niet op de goede,
de weinige goede, die hier te lande ge
vonden worden, want we weten uit lange
ervaring hoeveel ze waard zijn voor ouders,
die van bovengenoemden schat een leeuwen
part ontvangen hebben. Voor kleine ge
zinnen echter zijn geen bewaarscholen uoo-
dig. De moeder is daar de onderwijzeres,
zonder diploma wel is waar, maar toege
rust met eigenschappen die dit gemis ten
volle vergoeden. Zij is het schoolhoofd bij
uitnemendheid en wanneer de vader uit
het echte hout gesneden is, kan ZEd. ge
voegelijk fungeeren voor hulponderwijzer.
Daar nadert Kerstmis en uw tante uit de
stad komt een paar dagen bij u doorbren
gen. Dat is een feest, want ge hebt een
kleine hoop op de toekomst en daarom is
tante's gezindheid ten opzichte van u en uw
kroost voor u geen onverschillige zaak. Go
organiseert een familiepaitijtje en zonder
nu bepaald uit te halen, ontvangt ge 't
oude menseh feestelijk. En ze is dol in haar
schik met uw babbelaar en hij moet op
haar knie zitten en dan zijn Kerstlied op
zeggen van do engelen en de herders, en
a!s hij 't. goed doer, dan krijgt hij een
kostbaar sluk speelgoed. IJw kleine kijkt
begeerig naar liet. te voorschijn gehaald
pak, maar staart bedremmeld in het rond
bij de herhaalde uitnoodiging. Gij ziet uw
vrouw aan en zij u en ge zijt, er een weinig
verlegen mee. Gij hebt n.l. bij uw onder
wijs het loeren van versjes totaal verzuimd,
behalve van enkele, zeer eenvoudige, die
uw vrouw zingende het kind geleerd heeft.
Uw ouderwetsche tante staat verbaasd. Al
zóó oud, zegt, ze, en dan nog nooit een
kerstlied geleerd, dat arme kind Ja, ze
heeft medelijden met het schaap en is
overtuigd dat de opvoeding in uw woning
heel wat te wenschen overlaat. De heidenen
leeren ook geen kerstliederen en ge zoudt
uw kind toch niet als een heiden willen
groot brengen. Op dit thema kapittelt ze u
ongenadig en als ze het schijnbaar los laat,
komt ze een oogenblik later er toch weer
op terug. Het helpt u geen zier of ge er
al tusschen werpt dat verzen eigenlijk on
natuurlijk zijn en de meeste kinderverzen uit
munten door totaal gemis aan kinderlijk
heid, dat ge u voorgenomen hebt uw kleine
tot aan de schooljaren met geen eigenlijk
gezegd leeren lastig te vallen enz. enz., het
helpt u niet. Op kerstfeest behoort een
kind een kerstlied te kennen, dat is altijd
zoo geweest en wanneer de ouders daarvan
afwijken, dan kan het met de kinderen niet
goed gaan.
Uw dreumes begrijpt dat geredeneer niet
en amuseert zich met zijn geschenk, dat
hij toch ontvangen heeft, 't Kind kan im
mers niet helpen, dat het nog zoo onwe
tend is
Doch daar is nog meer voor u wegge
legd. Op den dag der familiepartij komen
de leden met hunnen aanhang en bevolken
uwe woning en nu moeten de kleinen toch
bij tante eens laten hooren dat ze niet voor
niet op de wereld zijn. En de een brengt
een eigenhandig geschreven kerstwensch,
de tweede legt proeven af van leeskunst,
de derde dreunt een van buiten geleerd
versje op en ieder doet zijn best tante voor
zich in te nemen. Niet alleen met het oog
op de toekomst, och neen, deze kunsten
zou men ook verkoopen als tante een wild
vreemde was, want de meeste ouders kennen
geen grooter genot dan acrobatische toeren,
verricht door kinderhersenen.
En gij, och arme, staat er bij en glimlacht.
Ge voelt iets in u opkomen van dien geest,
die de ware welsprekendheid uitwerkt, maar
ge zwijgt. En uw broers en zusters werpen
een medelijdenden blik op uw lieveling,
die als een Surinaamsche inboorling tus
schen beschaafde lieden staat en volstrekt
geen hoogte heeft wat dit alles beteekent.
//Maar hij is nu al zoo oud, ge moet hem
toch leeren lezen!" raadt de een.
z/Of althans het a b leeren U' raadt de ander.
z/De mijne is vijf jaar en schrijft al wat
aardig zijn naam zegt een derde met
trotsch.
//En mijn Kareltje kent de tafel van twee
al en die is toch ook nog geen zes praalt
een vierde.
En uw vrouw kijkt benepen rond, want
helaas, uw dreumes kijkt in een boek alleen
naar de prentjes en hij kan zelfs nog niet
eens tellen, want boven tien raakt hij ter
stond de kluts kwijt en schrijven, o wee
hij kan alleen de boeken van 't leesgezel-
34) LEOPOLD VON SACIlElt MASOCH.
Nadat Dragomira inet lleniyka's hulp haar toilet
voltooid had, verlangde zij te eten. Henryka dekte
onmiddelijk in het aangrenzende vertrek de tafel en
bediende haar. Toen kwam de slede voor en vertrok-
ken de beide meisjes naar Myschkow. liet schemerde
reeds toen zij daar aankwamen. De zon was onder
gegaan en grauwe, spookachtige nevels, die uit de aarde
opstegen, hulden hel riddergoed in een' dichten sluier.
Zij voeren het erf op, maar er was niemand aan
wezig om voertuig en paarden in ontvangst te ne
men. Het huis was als uitgestorven. Op het geroep
van den koetsier verscheen eene oude vrouw, die de
huisdeur voor hen opende. Terwijl de bellen van de
slede, die op Henryka's bevel naar Kiew voer, in de
verte verstomden, geleidde Dragomira de nieuweling
door verscheidene half verlichte vertrekken naar een
klein kamertje, welks wanden geen enkel sieraad
vertoonden en waarvan de vensters met houten luiken
gesloten waren. De oude vrouw zette eene lamp op
de tafel, die in een der hoeken stond en verwijderde
zich. Thans eerst viel Henryka's oog op een valluik
dat zich in den vloer bevond en eene lichte huive
ring overviel haar.
«Gij wordt bang,sprak Dragomira kalm, welnu,
indien het u faalt aan inoed, nog is het tijd om te
rug te keeren. Ik wil geen dwang op u uitoefenen.
«Neen, ik zal u volgen, waarheen gij wilt.
Dragomira beval haar slachtoffer daarop zich van
hare fraaie kleederen en hare sieraden te ontdoen
en een grof grauw gewaad aan te trekken dat
op een' stoel voor haar gereed lag. Daarna opende
zij het valluik en gelastte Henryka haar voor te gaan.
Nadat zij een groot aantal trappen waren afgedaald,
kwamen zij in een onderaardsch gewelf dat slechts
door een enkel lampje verlicht werd. In een' hoek
lag een bos stroo, naast welken zich een aan den
muur bevestigde ijzeren ring bevond. Dragomira legde
het bevende meisje zware ijzeren ketens aan en be
vestigde haar daarmede aan den ring.
«Bid en beken,sprak zij met onverbiddelijke
gestrengheid in oog en stem. «Ik zal tot u terug-
keeren als de tijd daar is.
Zij klom gezwind de trappen op en sloot het val
luik. Daarop schelde zij en Apostol trail binnen.
Hebt gij eene nieuweling gebracht?« vroeg hij
«Ja, zij is beneden; zij heefteen aanvang gemaakt
met bidden
«Is zij moedig?»
«Ja, maar zij is trotsch. Eerst moet hare hoog
moed geknakt worden.
«Wie zou dit beter gelukken dan u,« antwoordde
hij. «Zij is in uwe hand, verschoon haar niet. De
menschen zijn als de honden, als men er iets goeds
van maken wil, moeten zij gedresseerd en de duivel
er uit gedreven worden. Reinig den tempel harer ziel.
Breng de zondares onder den voet en zij zal zich in
eene engel veranderen.
Nadat Henryka weenend en biddend ecnige uren
in de diepste eenzaamheid had doorgebracht, verscheen
Dragomira weder, ontlastte haar van hare ketenen en
bracht haar weer naar boven.
«Zijt gij bereid den tweeden graad van onderzoek te
doorstaan?» vroeg zij met een' onderzoekenden blik.
«Ik ben bereid,» antwoordde Henryka en zonk vol
komen vernietigd op hare knieën voor haar neder.
Dragomira ontblootte de schouders van Henryka en greep
een' roede. Maar toen zij haar sidderen zag, wierp
zij dien van zich cn ontdeed zich gezwind van haar
kostbaar gewaad.
«Ik zal u het voorbeeld geven,sprak zij met een
minachtend lachje. «Neem de roede en tuchtig mij
er mede. Ik ben even zondig als gij. Sla toe!»
Terwijl Henryka zich oprichtte en werktuiglijk de
roede opnam, knielde Dragomira neder en prevelde
met ten hemel geslagen blikken een' psalm. «Kom
dan. Kastijd mij! Of zijt gij zoo zwak...!» Henryka
hief de roede op en trof er haar tweemaal mede;
toen liet zij haren arm zakken. «Ik kan niet!» mom
pelde zij, «geef mij een ander slachtoffer, u kan ik
niet mishandelen
«ZottinDragomira stond op en wikkelde zich
langzaam weder in haren pelsmantel. «Ik zie al in,
toen haar slachtoffer volkomen vernietigd
dat ik u zal moeten binden.»
«Doe dat!» Henryka stak hear hure handen toe
en in een oogwenk had Dragomira haar die op den
rug samengebonden. Toen nam zij de roede op en
riep: «Bid en heb berouw over uwe zonden.
Henryka begon een' psalm le prevelen, dien Dra
gomira haar geleerd had en intusschen zwaaide deze
de roede. Geruimen tijd vernam men niets dan het
klinken der slagen en het murmelen van het slacht
offer, tot het ongelukkige meisje zich opeens met
de kreet: «Erbarming, om Gods wil!» voor hare
voeten nederwierp, zoodal haar aangezicht den grond
beroerde.
«Ik toon dat ik erbarming met u heb, door u
bij te staan in het belijden en straffen van uwe zon
den,» gaf Dragomira ten antwoord. Met die woor
den zette zij haar slachtoffer den voet op den nek
en thans bereikte de duivclsehe marteling haar top
punt. Te vergeefs wentelde Henryka zich voor hare
voeten iri het stof, hare kwelgeest had geen hart en
kende geen zachte aandoeningen.
voor haar lag, staakte de kwelduivel haar' gruw-
zamen arbeid. Zij had haar doel bereiktde
fierheid van haar offer was gebroken. Een wenk ha
rer hand was voldoende om de arme te doen gehoor
zamen als een kind. Schuw en onderworpen gehoor
zaamde zij.
«Kus de hand, die u heeft welgedaan,» sprak zij
en Henryka kuste hare hand.
«Kus den voet, die u verootmoedigd heeft.
Henryka kuste ook haren voet.
Eerst toen maakte zij de koorden los die l>are
handen gevangen hielden.
«Kleed u aan.»
Henryka trok hare klcedcren over de bloedende
schouders heen.
«De derde graad van onderzoek,» zoo vervolgde Drago
mira, «moet u.tinaken ol gij in staat zijt om den ouden
mensch af te sterven en uw medelijden te overwin
nen moet bewijzen of gij moed genoeg hebt om de
voorschriften van onze leer op te volgen.
Ten tweede male daalde zij met de nieuwelinge in de
onderwereld van het geheimzinnige huis af. Zij kw.i-
men eerst in het gewelf, waar Henryka de ernst:
schrede had gezet op den weg van berouw.
Dragomira opende hierop eene ijzeren deur en thans
bevonden zij zich in een nauwen gang. Aanheteinre
daarvan bevond zich eene andere deur, waartegen
Dragomira tweemaal klopte. De deur werd geopend
en de beide vrouwen bevonden zich thans in een
ruim gewelf, dat door een lamp van rood glas ver
licht was. Op een strooleger lag een man van gevor
derden leeftijd uitgestrekt. Ilij was aan den muur
geketend; zijn baard en zijne haren waren verwilderd.
Voor hem zat Apostol in een grooten leunstoel, ter
wijl twee mannen in boercnklceding ter zijde van
zijn stoel zijne bevelen afwachten.
«Hier is zij,» zoo begon Dragomira, terwijl Hen
ryka Apostol naderde.
«Zijt gij moedigvioeg hij, haar opmerkzaam
aanziende.
Ja.
Apostol beval haar op te staan en keerde zich
toen tot den gevangene. «Thans voor het laatst
wilt gij bekennen
«Neen! Door list en geweld hebt gij mij in uwe
macht gekregen en mij hierheen gebracht,riep de ge
boeide, met zijne ketens rammelend. «Gij kunt mij ver
moorden, dat weet ik, maar verwacht niet, dat ik m.j
voor u in het stof werp.»
A p stol zag er op dit oogenblik in zijn donkeren
tabbaard uit als de engel der wrake. Op zijn bevel
grepen de beide helpers den ongelukkige 'aan, ont
ketenden hem en bonden hem in opgerichte houding
aan den muur vast. Dragomira wenkte Henryka en
wees met de hand naar den vuurhaard, waarin ver
scheidene lange, spitse ijzeren bouten stonden te gloeien.
«Wat moet ik doen?» vroeg het meisje.
«Met dit brandijzer het kwaad uit zijn lichaam
drijven.
«Hoe bedoelt gij dat vroeg de aangesprokene ge
jaagd. In de anders zoo zachte oogen fonkelde de
koortsachtige drift van den moordlust.
«Pijnig hem,» sprak Apostol.
«Brandmerk hem op de borst en de armen,»
voegde Dragomira er bij, als gold het eene leerlinge
te onderrichten.
Henryka greep den eerste der roodgloeiende stangen
en naderde het arme slachtoffer.
«Wilt gij bekennen?» vroeg Apostol nogmaals.
»Neen.«
NIEUWSBLAD
lid Land van flensden en Aflena
DE LANSSTRAAT EN DE BOMMELERWAAHD
DOOR
Eerst