BUITENLAND.
BINNENLAND.
Amerika bereikt worden. De laatste maanden
hebben bewezen, dat overal het aantal
beten van dolle dieren veel grooter is dan
iedereen, dan ook Pasteur vroeger meende.
De stad Parijs heeft reeds eene aanzien
lijke som toegezegd voor den bouw van
een gasthuis. Ook de Parijsche liefdadig
heid laat zich niet onbetuigd, zij het op een
wat vreemde wijze. Het is reeds zoo goed
als zeker, dat men voor het te bouwen
gasthuis eene loterij zal houden. Dan zullen
bals en fancy fairs volgen. En de Parijsche
wereld, dansende en pleizier makende, zal
de armen, die hunne genezing niet zelf be
kostigen kunnen, aan een onderkomen
helpen, en Pasteur zal zijn ideaal vervuld
zien: zijne lijders in een gasthiys te kunnen
opnemen.
De faam heeft zijn roem reeds overge
bracht naar Amerika. Ook daar heeft men
het plan een groot gasthuis op te richten
om gereed te zijn tegen den tijd dat meti
geslaagd is leerlingen van Pasteur te be
komen, die als hun meester in staat zullen
zijn, de vreeselijke ziekte in haar kiem te
smoren.
ster was?#
»In geen geval.»
Na een' langen tocht tusschen besneeuwde velden,
dwergachtige wilgen, ellendige stroohutten en bevroren
beken en poelen door, naderden zij het bosch en de
verdachte herberg.
Wij doen beter als wij niet voor het huis ophou
den,* zeide Ilenryka, het zou argwaan kunnen wek
ken en ook zou het mogelijk wezen dat ik iri weer
wil van mijne vermomming herkend werd. Mijn voor
slag is: bier den straatweg te verlaten en in het
bosch halt te houden. Terwijl ik bij de paarden blijf,
begeeft gij u met uwen agent en den koetsier, die
daar goed bekend is, naar de herberg. Als gij in zijn
gezelschap zijl, zal men u voor landlieden uit den
omtrek aanzien. Vergeet echter niet, vooraf uwe pij
pen aan te steken. In dit jaargetijde is een boer zon
der pijp bijna niet denkbaar.»
Ik bewonder uwe slimheid,» sprak Bedroszefl,
liet is eene gemakkelijke taak, zulk eene gevatte
en verstandige meesteres te gehoorzamen.#
Alles geschiedde zooals Ilenryka voorgesteld had.
De slede verliet den straatweg en gleed het bosch in.
Men kon hier slechts stapvoets voortgaan, want de
nacht was gevallen en het sterrenlicht werd door de
sneeuw niet genoegzaam weerkaatst, om de duisternis
van het woud op te klaren. In het dichtste van het
bosch bracht Deliva de paarden tot staan en stegen
de beide mannen uit.
«Op één punt zou ik toch nog wel eene verande
ring willen voorstellen,sprak de commissaris thans,
het gaat niet aan, u hier alleen achter te laten
hoe licht kon u een ongeluk overkomen.#
»Ik ben niet bang,# antwoordde Henryka.
»Nu maar, ik zal mijn' agent hier laten,# zeide
Bedroszeff, «het is voldoende als de koetsier mij be
geleidt.
«Zooals gij wilt,# antwoordde Henryka; ook op
deze wending was zij voorbereid.
De agent nam hierop de teugels van haar over
Bedroszeff sloeg vuur en stak zijne pijp aan. «Als
het noodig mocht zijn, zal ik een signaal geven,#
sprak hij toen, «zoodra gij een schot hoort vallen,
komt gij mij te hulp.#
De politieagent knikte. Bedroszeff reikte Henryka
de hand en stapte toen met Deliva op de herberg
toe. In den omtrek daarvan was niets verdachts te
bespeuren. Een groote wolfshond, die aan den ketting
lag, begroette de aankomenden met luid geblaf. De
gi lagkamer was verlichtanders was er geen spoor
HEUSDEN, 25 Maart.
Het water is in de laatste dagen weer wassen-
do en in de laatste 24 uren zeer beduidend. We ge
ven hier onder den stand der peilschaal van de
laatste dagen.
22 Maart 2.15 M. -f- A. P.
23 2.26 h u n n
24 2.65 u u n
25 3.26 u H H a
De stand te Keulen is 41.09 M.
was in de laatste 24 uren 0.44 M.
Te Maastricht 44.30 M.
was in de laatste 24 uren 0.17 M.
van een menschelijk wezen te bespeuren. Bedroszeff
naderde een der vensters, die ter halver hoogte met
een luik versperd waren en keek naar binnen. Het
zag er uit als in alle Russische herbergen, waar alleen
israelietcn en boeren de bezoekers zijn. Eene smerige
petroleumlamp verspreidde oen akelig groenachtig licht;
aan een der ruwe houten tafels zat een boer, die met
zijn tuigen kop op zijne beide handen bij zijn ledig
brandewijnglas zijn' roes uitsliep. De waardin zat in
de tapkast haar ontvangst te tellen. Op den vuurplaat
lag eene cypersche kat te slapen.
Bedroszeff trad met Deliva binnen en terwijl de
eerste in een' donkeren hoek aan een tafeltje plaats
nam, bestelde de laatste met luider stemme twee
glazen brandewijn, waarna hij zich tegenover Bedros
zeff nederzette met zijn' rug naar de schenkkast. De
kasteleines stond op, zette twee glazen brandewijn
voor de bezoekers neder en bleef loen met hare han
den in de zijden voor hen staan. Zij schertste met
Deliva, dien zij nu en dan een flinken klap op de
schouders gaf; intusschcn had Bedroszeff gelegenheid
om haar ongestoord te kunnen waarnemen. Zij was
eene flinke vrouw van om en bij dertig jaren, iets
boven de middelbare grootte en met volle, ronde vor
men. Zij droeg pantoffels aan hare voeten, een' bon
ten rok, een kort jak van een lainmervacht, een'
kralen ketting om den hals en over het hoofd een
witten doek, uit welken het zware, donkere haar aan
alle kanten naar buiten gollde. De kleine, stompe neus
en de opgetrokken bovenlip verleenden aan beur licht-
gebrnind gelaat eene trotsche, harde uitdrukking.
«Hoe heet uw kameraad toch?# vroeg zij einde
lijk aan Deliva terwijl zij Bedroszeff scherp in het
gelaat keek, «liet komt mij voor dat ik hem meer
gezien heb, maar ik kan mij toch niet meer bezin
nen, hoe zijn naam is.»
«Iwan Klatschanko.
«Uit Romschin?#
«Ja, uit Romschin.
«Gij komt zeker samen uit de stad?#
«Juist.#
Nu begon Redroszeff haar uit te hooien.
«Wij zijn als getuigen voor geweest,# zeide hij,
«er wordt in de stad verteld dat een rijke jonge
man hier bij u in de herberg vermoord is en de
nieuwsgierige heeren van het gerecht, die in alles hun
neus steken, hebben ons verhoord om te weten te
komen of wij er niets van wisten.#
«Hoe zoudt gij dat kunnen weten?# antwoordde
de vrouw, «als iemand er van weet te praten, dan
t UITWIJK, 23 Maart. Nu de lente, na een
langdurigen winter, ons nog met haar komst ver
rast, bemerkt men, dat er reden tot tevredenheid
is over den stand der wintergranen. Er bestond
vrees, dat sommige wintergewassen, zooals garst
en koolzaad door den laat sten strengen vorst en
scherpen wind gedeeltelijk zouden zijn verloren
gegaan deze vrees blijkt nu ongegrond te zijn.
Ook de winterboonen, die alhier verleden herfst
zijn uitgezaaid, hebben den vorst goed doorstaan.
De veldarbeid door den aanhoudenden winter zeer
opgehouden, zal nu met des te meer gemak ver
richt worden. Ook de weilanden, die bij de lang
durige droogte en den gunstigen wind van het
overtollige water bevrijd zijn, hoewel nog een dor
aanzien hebbende, zijn in bekwamen toestand ge
komen, om bij gunstig weder spoedig het noo-
dige voedsel voor het vee te kunnen opleveren.
Door de meeste veehouders wordt dan ook met
verlangen naar geschikte gelegenheid uitgezien
om hun vee in de weide te hebben. Men ziet
bijna dagelijks hooi vervoeren om in de behoefte
van stal voedering te voorzien, hetgeen ook ten
gevolge heeft dat de hooiprijzen, door het ge
brek bij velen zich openbarende, aanmerkelijk
gestegen zijn.
4 BOMMELERWAARD, 24 Maart. Dat de
groenten thans nog zeer schaarsch, ja misschien
bijna niet te verkrijgen ziju, konden de land
bouwers alhier dezer dagen het best merken.
Men besteedde n.l. voor een mud knolrapen den
nog nooit gegeven som van f 2.50. Er waren
nog twee landbouwers in eene gemeente uit den
Bom meier waard, die ieder nog 80 H.L. bezaten.
t ZUILICHEM, 23 Maart. Toen de heer P.
J. van Wijgerden alhier, dezen morgen met zijne
tilbury uaar Zalt-Bommel wilde rijden, schrikte
zijn paard onder Nieuwaal met het gevolg dat
het voertuig omver geworpen werd. Geen der
drie passagiers bekwam eenig letsel, doch de til
bury was erg beschadigd.
t GORINCHEM, 25 Maart. De tweede zitting
van den Militieraad voor het kanton Gorinchem
zal gehouden worden te Dordrecht, op Dinsdag
13 April e.k. In deze zitting zal uitspraak ge
daan worden omtrent alle in de eerste zitting
niet afgedane zaken en omtrent hen, die als
plaatsvervanger of als nommerverwisselaar verlan
gen op te treden.
ben ik het!#
«Dus het is dan toch waar?#
«Ja. Op zekeren nacht kwam hier een jong edel
man uit Kiew en tegelijk met hem eene aanzienlijke
dame, die een' dichten sluier droeg. Kort daarop
drongen een aantal vreemde mannen het huis binnen,
knevelden en blinddoekten mij en voerden den jongen
man mede. Ik hoorde hem om hulp roepen, maar
eindelijk werd alles stil. Toen zij terugkeerden, ver
losten zij mij weder uit mijne onaangename positie en
een van hen bood mij een' ring te koop aan.#
Terwijl Bedroszeff op deze wijze de waardin in
verhoor nam, toefden Henryka en Mirow, de agent,
in het bosch. Gedurende geruimen lijd wisselden zij
geen enkel woord.
Henryka had hare handen gevouwen en bad tot
God om kracht en moed; de rol, die haar in dit
drama was toebedeeld, eischte dan ook de grootste
doodsverachting en vastberadenheid van haar.
«Het schijnt wel dat alles goed gaat in de her
berg,# merkte de politie-beambte eindelijk op.
«Ik hoop het. Als Bedroszeff vooral maar niet
overijld handelt, of zich door woord of daad te veel
bloot geeft.#
«Gij zijt met mejonkvrouw Dragomira Mulatin be
vriend, niet waar?« vroeg Mirow daarop.
«Ja, ik ken haar tamelijk goed.#
«Acht gij haar in staat om de hand te hebben in
dergelijke komplotten als die wij nu op het spoor
zijn
Henryka zweeg stil.
«Het verwondert u dat ik het waag zulk eene
verdenking uit te spreken,# vervolgde hij, «maar ik
volg al de gangen van deze dame sedert geruimen
tijd en heb allen grond om aan te nemen dat zij
meer van Pikturno's dood weet, ja, wellicht bij den
moord betrokken was.#
«Onmogelijk is het niet.#
«Gij zijt dus van meening dat zij in de verbinding
staat met de «Dweepers#?#
Ja.
«Hebt gij daarvan ooit iets kunnen bemerken?#
«Neen, maar Dragomira is eene dweepster en ik
geloof niet dat zij er voor terugdeinzen zou om bloed
te vergieten.#
Op dit oogenblik dook tusschen de verst verwij
derde hoornen de gestalte op van eene vrouw te paard,
en gaf Henryka met een witten doek een teeken. De
politieagent bemerkte dat niet, daar hij zich met het
gelaat naar Henryka gekeerd had.
t -i- Bij Koninklijk besluit is aan den heer
T. Hagendijk, te Nieuw-Lekkerland, op zijn ver
zoek, wegens hoogen ouderdom, eervol ontslag
verleend als hoogheemraden van „de Alblas-
serwaard met Arkel beneden de Zouwe* en zijn
tot hoogheemraden van dit hoogheemraadschap
benoemd
lo. In de vacature bij periodieke aftreding, de
heer II. Schram de Jong, te Sliedrecht. Met den
benoemde stonden op de voordracht de heeren
J. Blokland, te Hardingsveld en J. Kloek, te
Peursum.
2o. In de plaats van wijlen den Heer C. van
Houweling, te Peursum, de heer B. Post, te
Gorinchem, met wie» de heeren T. Swets, le
Hardingsveld en A. Veth Ph.Jz., te Papendrecht,
als 2e en 3e candidaat op de voordracht voor
kwamen.
De Minister van oorlog heeft voor de in Mei
a.s. op te komen lotelingen van de lichting
van 1886, het minimum der lengte bepaald op 1.67
M. voor de grenadiers, 1.6 voor de jagers en de
cavalerie, 1.55 voor de overige infanterie en de
hospitaalsoldaten, 1.64 M. voor de vesting artil
lerie, 1.62 M. voor de veld-en rijdende artillerie,
de genietroepen en torpedisten, en 1.65 voor de
ponteniers.
De nieuwe muntbiljetten van f 50 zien er net
uitde vorm doet terstond denken aan Duitsche,
niet aan onze Hollansche bank- en muntbiljetten.
De leeuw aan den voet der Nederlandsche Maagd
ziet er ietwat slaperig uit maar dit is zoo de ge
woonte en de pooten doen denken aan de rus
tigste rust. Een der voordeelen van deze typo-
graphisch keurig uitgevoerde biljetten is, dat zij
aan beide zijden de waarde aangeven.
De heeren Smeenge en Van Diggelen hebben
geantwoord op het schrijven van het centrale
comité der anti-revolutionnairen. De eerste ver
klaart zich voorstander eener zoo groote uitbrei
ding van het kiesrecht, dat dit ook het deel
worde van den onalhankelijken werkman. Hij
wensc'nt voorts het behoud der openbare lagere
school bij de Grondwet te blijven waarborgen.
De heer Van Diggelen wenscht art. 76 der
Grondwet in dien zin te wijzigen, dat de leden
der Tweede Kamer voortaan rechtstreeks gekozen
worden door de meerderjarige mannelijke ingeze
tenen, Nederlanders, in het volle genot der bur
gerlijke en burgerschapsrechten. Hij verklaart
voorts niet te gelooven dat eene formule zal
gevonden worden, die tot eene bevredigende op
lossing der onderwijs-kwestie leidt, en te meenen
dat binnen de grenzen van het tegenwoordige
grondwettige voorschrift nog veel valt te verbe
teren en voorzien moet worden in gebleken be
zwaren.
Zaterdag zijn van Arasterdam met het stoom
schip „Schiedam*, kapitein G. A. Bakker, naar
Nieuw-York vertokken 219 volwassen personen en
67 kinderen. De landverhuizers worden anders te
genwoordig niet met open armen ontvangen, want
daar is de toestand niet rooskleuriger dan hier.
«Wat is dat?# mompelde deze, daar komt iemand
te paard op ons toe.
De politieagent wendde zich om. Op hetzelfde
oogenblik haalde Henryka eene revolver te voorschijn
en vuurde die op den ongelukkige af Statig golfde
het schot door de stilte van den nacht. De politie
agent deed nog eene half mechanische poging om zijne
aanvalster in de borst te grijpen, maar zakte ineen
en stortte van de slede af, zoodat hij met zijn aan
gezicht in de sneeuw terecht kwam.
Henryka sprong uit het voertuig en richtte hem op.
Hij kon niet meer spreken, want een dikke bloed
stroom golfde uit zijn' mondtoch leefde hij nog en
staarde haar met wijdgeopende oogen vol ontzetting
en doodsangst, in het gelaat.
«Laat u met God verzoenen,# riep Henryka, «gij
zijt in mijne hand, ik offer u ter uitdelging uwer
zonden.
De stervende hief nog eenmaal zijne gebalde vuis
ten tegen haar op en zonk toen zielloos neer. Hen
ryka zette hem den tromp van hare revolver op het
voorhoofd en drukte af. Het eerste bedrijf van het
bloedige drama was afgespeeld.
Zoodra hij het eerste schot had hooren vallen, was
Bedroszeff opgesprongen. «Kom, gauw!# riep hij De
liva toe en ijlde met zijne revolver in de hand de
deur uit en op het bosch toe. Halfweg kwam een
ruiter hem tegemoet. Het was Karow.
«Halt!# riep Bedroszeff, den haan spannend, en
bleef midden op den weg staan. «Halt! of ik schiet.#
Karow hield zijn paard in, maar ter zelfder tijd
kwam Dragomira toegesneld. Zij had zich volkomen
onkenbaar gemaakt. Met roode, marokijnlederen laar
zen aan, eene lange, bont gestikte schapenvacht om,
hals en borst met flikkerende kralen versierd, en eens
rooden doek om hel hoofd, zat zij te paard als een
man, het sprekend evenbeeld van eene Scythische
amazone en vlug gelijk deze. Met de snelheid van den
bliksem wierp zij eene lasso naar Bedroszeff Hit; op
hetzelfde oogenblik dat deze den strik om zijn' hals
voelde, wendde zij den teugel en joeg als eeu wer
velwind voort, haar slachtoffer met zich voortsleepend.
Zijn noodgeschrei verstomde welhaast en reutelend
zonk hij neder, maar de wilde jacht vloog voort, over
sneeuw en ijs, door woud en weide. Eene hemelter
gende menschenjacht, gedreven door eene Medusa.
(Wordt vervolgd.^
De zonen van den Parijschen bankier Isaac Po-
reire hebben het graf der Joodsche koningen te
Jeruzalem, dat in 1864 door hunnen vader gekocht
was, aan de Fransche regeering ten geschenke go-
gevon. David, Salomo en 14 hunner opvolgers
rusten thans onder bescherming dor Fransche drie
kleur. Het door David aangelegde graf bevatte
vele schatten en kostbaarheden, die ten deele door
don Joodschen koning Hyrkan, ten deele door Titus
weggevoerd werden. Laatsgenoemdo bracht o. a.
een gouden vruchtenschotol, vijf centenaars zwaar,
naar Rome mede, van waar hij, na de plundering
dier stad, door den Vandalenkoning Geiserik met
de andere schatten per schip naar Afrika gebracht
zou worden. Het schip leed echter bij de Lipari-
eche eilanden schipbreuk, en de schatten uit den
Joodschen buit verzonken in do zee. De kruis
vaarders richten een houten kruis op het konings
graf op, maar sultan Saladin liet dit weer weg
nemen. Thans is nog slechts do grafkelder van
David genaakbaar. Hij wordt door olielampen ver
licht, en op den heuvel, die den sarkophaag bedekt,
ligt een groen zjjden kleed, een geschenk van den
sultan van Turkije.
De Le3scps is weder in Frankrijk teruggekeerd.
Het bezoek aan de landengte heeft dus al zeer
kort geduurd. De Transatlantische stoomboot Was
hington* bracht den grijsaard te Saint-Nazaire aan.
Een dolle hond heeft ie Chateau-neuf-les-Marti-
gues, in Frankrijk, 45 schapen doodgebeten.
Mevrouw Bernays, de weduwe van den bijna
vier jaren geleden door Peltzer vermoorden advo
caat, gaat hortrouwen met oen advocaat te Brussel.
De workstaking breidt zich over het goheele
steenkolenbekkon van Luik uit.
Voor de werkeloozen te Londen is tot hiertoe
75000 pd. st. bijeengebrachtop 8000 pd. st. na is
alles reeds verdeeld.
Zaterdagavond gaven de heeren Frister Ross-
mann te Berlijn, eigenaars van de bekende naai-
machinenfabriek aldaar, een groot feest aan de
2000 werklieden en aan 500 genoodigden bij gele
genheid van de aflevoring van de 500,000ste naai
machine. Tot oprichting van een ondersteunings
fonds bij zulke ongelukken, waarin bij de wet niet
is voorzien, word door do directie 10.000 Mark
geschonken.
Eon liefhebber van cijferen heeft uitgerekend, dat
er te Pest jaarlijks 1670 tweegevechten plaats
hebben, dat wil zeggen vijf per dag bijna.
De Russische Rogeering laat weer 6 groote tor-
podobooten te Elbing maken.
Een huis te Plymouth, waaraan herstellingen
moesten geschieden, stortte in. 20 personen wer
den onder het puin bedolvenverscheidene werden
gewond. Door het instorten van een huis te
Rome kwamen 2 werklioden om en werden 5 zwaar
gewond.
4000 werklieden in de steenkolenmijnen van
West-Pennsylvanië hebben hot werk gestaakt.
Hoe aardig gaat het toch in Amerika toe! Zelfs
over do deugden en de populariteit van een mensch
wordt bij meerderheid van stemmen beslist. Op de
door de Hollandsche onderlinge hulpvereeniging te
Grand Rapids onlangs gehouden kermis of fair
werd met 220 stemmen besloten aan mejuffrouw
R. van der Worp, als de meest geachte en beminde
Hollandsche damo, een fraaie deken toe te kennen.
Op mejuffrouw Van der Maas waren 200 stemmen
uitgebracht. De in ons land zoo bekende Ds. Hu-
gonholtz ontving als de meest populaire leeraar
een chambercloak. 221 stemmen verklaarden zich
voor hem, terwijl zijn mededinger. Ds. Kriekaard
vroeger een bewoner van Zeeland slechts
104 stommen bekwam.
De Znid-Afrikaansche «Patriot# schrijft in een
zwaarmoedige bui: «Sommige mense denk dat die
wereld beter word, maar dit is zoo nie. De wereld
wordt slechter, gaat nie vooruit nie, maar achter
uit.# De «Patriot# staat in dit opzicht niet alleen,
maar de gronden waarop zij hare overtuiging bouwt,
zijn niet precies dezelfde als die waarop do meeste
pessimisten zich verlaten. De «Patriot# beschouwt
het als een afdoend bewijs voor den achteruitgang
der wereld dat: «Die vraag is nie meer, wat zeg
die Bijbel nie, maar hoe is dit in Amerika?#
j-Wij vestigen de aandacht op achterstaande ad
vertentie betreffende eene verzekering van vee en
paarden tegen schade wegens Bterfre. Wij hebben
meermalen het wenschelijke eener onderlinge Noord-
brabautsche vorzekeringmaatschappij aangetoond.
Alle daartoe aangewende middelen bloken ten
slotte nutteloos te zijn, omdat het aan den gewensch-
ten steun ontbrak om eene dusdanige maatschappij
op te richten. Wij verblijden ons daarom dat de
gelegenheid voor deze streek toch is opengesteld
en hopen, dat indien de voorwaarden aanuemelijk
zijn, daarvau ook ruim gebruik zal worden ge
maakt. Wij spreken voorwaardelijk, omdat wij geen
iuzage gehad hebbeu van het reglement. Een ieder
echter, die lust hoeft zijn vee le verzekeren, zal
voorzeker alle gewenschte inlichtingen bij den
hoofd-agent kunnen bekomen en tot een dusdani-
gen informatie durven wij vrijmoedig alle vee
houders op te wekken.