No. 480
Zaterdag 15 Mei
1886.
DE YOLKSSTEM.
He
FEUILLETON
Uitgever: L. J. VEERMAN. Hensden,
y
VOOR
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG
Abonnementsprijs: per 8 maanden f 1
verbooging.
en ZATERDAG.
Franco per post zonder prijs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Over heel wat dingen zijn de menschen
het in den regel oneens. Op staatkundig,
zoowel als op Godsdienstig gebied zal men
niet licht twee menschen aantreffen, die
over dezelfde zaak precies hetzelfde oordeel
vellener is zooveel wat de menschen ver
deelt, dat men een heel fortuintje meent
te hebben, als men eens eene merkwaar
dige overeenstemming bespeurt. En toch zijn
er verscheidene zaken waarover de menschen
het in den regel nog al eens zijn. Zoo om een
paar voorbeelden op te noemen, is het een
algemeen gevoelen, dat de dagen van
o u d s beter waren voor de menschen dan
de tegenwoordige; een ander, schijnbaar
daarmede in lijnrechte tegenspraak, is, dat
de vooruitgang op elk gebied tegenwoordig
dien graad van hoogte heeft, bereikt, dat er
bezwaarlijk nog meer ontdekt of uitgevon
den kan worden en een derde, (om het
daarbij te laten), is het onverwrikbaar ge
loof aan sommige uitspraken, hoe dikwijls
ook bewezen valsche uitspraken te zijn.
Over het eerste is aireede zoo dikwijls
geproken en geschreven; het is al zoo dik
wijls met voorbeelden gestaafd, hoe weini
gen met den terugkeer met de dagen
van ouds zouden gediend zijn, dat wij
ons daarvoor nu maar niet heet of koud
zullen maken. Het tweede aangehaalde ge
voel, nl. dat de vooruitgang haar toppunt
heeft bereikt, is ook alle eeuwen door ge
zegd gewordenIn een oud boek van een
beroemd man in de helft van de vorige
eeuw, staat letterlijk te lezenLeven wij in
een min verlichte eeuw, dan de voorledene
waren? Voor zeker niet! Men bevindt in
tegendeel dat de Geleerdheit, de Kunsten
en Wetenschappen, hoe langer hoe meer,
zoo in de manier van uitvinding, als in de
voordraging en volvoering tot eene wijze van
volmaaktheit zijn gekomen waarvan de aloude
tijd in vergelijking van den onze maar zeer ge
brekkelijk is, dat de menschelijke geest
bezwaarlijk meer en beter kan voortbrengen
dan zij reeds gedaan heeft en dat het men
schelijke weten weldra aan zijn toppunt zal
zijn.Bijna letterlijk is hier in woorden
overgebracht, wat eminente mannen in onzen
tijd van het heden zeggen.
Heel veel kwaad doen deze denkbeelden
nu juist niet. Men moge schimpen op den
tegenwoordigen tijd en zuchtend de dagen
van vroeger terugwenschenmen geniet
toch het tegenwoordige. Men moge zeggen
wij zijn op den hoogsten trap van het ken
nen en weten de menschelijke geest staat
niet stil en opent zich nieuwe banen en
nieuwe wegen en verrassende uitkomsten
volgen elkander zoo snel op, dat het ver
nissende geheel voor ons verdwijnt en eerst
het nageslacht een juist oordeel zal kunnen
vellen.
Anders is het met sommige uitspraken,
die men van een stem van het volk tot een
stem van God heeft geproclameerd. Spreek
woorden tiranniseeren ons dikwijls, het ge
loof aan hunne onfeilbaarheid maakt de
menschen dikwijls onrechtvaardig. Het kan
bijv. gebeuren, dat een nauwgezet mensch,
door buitengewone oorzaken gedwongen, er
toe komt, de eerlijkheid te kort te doen en
zich aan eens anders goed le vergrijpen.
Voor den rechter legt hij, volkomen in
overeenstemming met de waarheid, deze
oorzaken bloot. De rechter moet bekennen,
dat eene zeldzame samenloop van omstan
digheden den anders volkomen onbesproken
man op den dwaalweg hebben gebracht, en
in zijn hart pleit hij zelf verzachtende om
standigheden, maar daar antwoordt de open
bare aanklager //Wie liegt, die steelt en
wie steelt, die liegt //Laat u niet be
driegen door dit weefsel van leugenen. Gij
weet dat de man gestolen heeft, en gij kent
het oude spreekwoord, dat steeds gebleken
is een waar woord te zijn."
Met dat woord is het lot van den onge
lukkige beslist. Een spreekwoord kan niet
liegen. De sympathie van den rechter voor
den ongelukkigen overtreder is verdwenen.
Lang heeft deze met zichzelf geworsteld of
hij een gedeelte van zijn ziel eleven in de ge
rechtszaal zal openbaren. Hij is er toe
overgegaan uit hoop op een genadig oor
deel, zijne biecht in het openbaar heeft hem
zwaren strijd gekost, hij heeft persoonlijke
schaamte overwonnen, intieme geheimen
aan het daglicht gebracht. Hij toont zonne
klaar aan, dat hij niet is de misdadiger van
beroep, hij hoopt dat zijn openhartige ver
klaring rechter en publiek in zijn voordeel
zullen stemmen. Zijne zaak is reeds halfge-
wonnen, maar het volksoordeel, het Gods
oordeel, //Wie liegt, steelt ook," maakt alles
te vergeefs. De rechter voelt zich verlicht,
het publiek herademt. Bijna had men zich
laten meeslepen door zijn gevoel. Te rech
ter tijd heeft het oude spreekwoord verhin
derd, dat een overijlde daad werd gedaan.
En toch is het in landen, waar een rech
ter uitspraak doet, nog lang zoo erg niet,
als daar, waar gezworenen het schuldig
of niet schuldig uitsprekenmenige
gezworene die geen psychologische raadsels
weet op te lossen, wascbt zich de handen
in onschuld met het //Dief is dief."
Het //wie eens steelt, is altijd een dief,"
maakt het voor den ongelukkige, die zoo
gaarne in de maatschappij zou terug keeren,
onmogelijk daarin te slagen. Het Kaïnsmerk
staat op zijn voorhoofd.
Van alle spreekwoorden en gevleugelde
woorden echter tiranniseert er geen een zoo
erg en wordt er geen een zoo erg mis
bruikt als//de stem van het volk is de
stem van God," het wvox populi, vox Dei"
der ouden. Het kwaad dat het //inen zegt,"
wij vernemen", //inen schrijft ons" enz. in
sommige niet al te kiesche bladen aan
enkele personen doen, komt niet in ver
gelijking met dat woord. De waarheid van
de volksstem is in de meeste gevallen
hoogst verdacht. Toen in de tijden van
Pericles in Athene de pest uitbrak, zeide
de volksstem//de Spartanen hebben de
bronnen vergiftigd" en de Lacedemonische
gevangenen werden gruwelijk gemarteld.
Toen in het ongeluksjaar 1347 de //Zwarte
Dood" door Europa rondwaarde, en hare
slachtoffers bij tienduizenden telde, toen
was het de volksstem, die uitspraak deed.
z/De Joden hebben in het drinkwater vergif
gemengd" en men verbrandde en steenigde
ze met geheele massa's. Hoe menigmaal
verhief zich de gezegende volksstem in
de eeuwen der heksenverbranding en legde
zij getuigenis af tegen onschuldige, beangste
brave burgers, tegen eerzame oude vrouwen,
tegen natuuronderzoekers en allerlei men
schen, die wetenschappelijk hooger ontwik
keld waren, dan de groote menigte. Als
toovenaars, heksen en heksenmeesters werden
honderden, om de volksstem te gehoorzamen
op den brandstapel gebracht.
Van het//Kruist hem, Kruist hem
dat den Grooten Lijder op Golgotha's heu vel
bracht, tot het schendend //men zegt," dat
een eerzamen burger van zijn goeden naam
berooftvan den giftbeker, dien de volks
stem aan Socrates opdrong tot het laster
woord dat aan de theetafel opgevangen, de
ronde door de gemeente doet, heeft de
//volksstem," de //vox populi," het woord
van het gepeupel en van het bijgeloof zijne
diabolische kracht getoond en bevestigd,
heeft stroomen tranen en bloed doen vloeien,
tallooze wonden opengereten en Zelfs de
gesloten graven niet ontzien.
l'u',W'bjl.11* :y£*.
W(',?--,V
fiVi- «t éi
en Attena,
s
2) SLOT.
De disciplinaire gehoorzaamheid, waarmede zonder
dralen dit revolverschot werd gelost, onmiddellijk na
dat een kogel het karton-papier had doorboord, laat
slechts weinig motief tot het vermoeden van simula
tie over.
De volgende voorbeelden behooren zeker die simu
latie geheel uit te sluiten.
»Ik heb u 500 francs geleend,zegt de magné
tiseur tot een zijner sujetten, «mejuffrouw M....
wees zoo goed eene schuldbekentenis daarvoor te on
derteekenen
«Maar mijnheer, ik ben u niets schuldig, ik heb
niets van u geleend
«Uw geheugen laat u zonderling in den steek
mejuffrouwik zal dus de omstandigheden aanhalen,
waarbij die leening heeft plaats gehad. Gij hebt
mij die som wel degelijk gevraagd en ik heb er
gaarne in toegestemd; ik heb u het bedrag gisteren
op deze zelfde plaats ter hand gesteld in een rolletje
van twintig-francstukken.
Onder den invloed van mijn blik en door de kalme
gedecideerde wijze waarop ik spreek, geraakt mejuf
frouw M van de wijszij stottert, weifelt, zij
zoekt in haar geheugenten laatste komt haar dit
ter hulpe; het feit neemt langzamerhand het karakter
der realiteit aanzij erkent haar schuld en schrijft
als bewijs daarvan het ondervolgend biljet:
vlk erken schuldig te zijn aan den heer
Liégois de som van 500 francs, die
hij mij heeft geleend en beloof hem
die terug te zullen geven op den eer
sten Januari 1885.
Nancy, den 30sten November 1884.
~EB VOOR 500 FRANCS.
Geteekend: 1VI
Mejuffrouw M is meerderjarig; het goed voor*
is door haar eigen hand geschreven overeenkomstig
Artikel 1,326 van het nCode Civil*de schuldbe
kentenis is dus conform de wet.
Wordt het document in handen gegeven van een
deurwaarder, dan kan zij langs wettigen weg tot be
taling gedwongen worden. Staande de proefneming,
maakte de moeder van de jonge dame de opmerking
maar gij hebt mij niets verteld van dat geleende geld
wat hebt gij er mee uitgevoerd
Mejuffrouw M raakt in de war, kijkt den
proefnemer aan, die haar antwoordt: «Dat is nog al
duidelijk, gij hebt het in de spaarbank gezet.
Het meisje neemt dadelijk de opgedrongen verkla
ring over en geeft aan de moeder dezelfde oplossing
als zijnde volgens haar geheel overeenkomstig de
waarheid.
Een sprekend voorbeeld alzoo van volslagen auto
matisme.
Mevrouw 0 is eene intelligente jonge vrouw
zij heeft eene uitmuntende opvoeding genoten en
weerstaat aanvankelijk met energie de wilsoverbren-
ging, die haar moet plaatsen buiten de waarheid der
feiten. Langzamerhand treedt weifeling in, ten laat
ste moet haar verzwakte wil wijken voor de haar
opgedrongen gedachten.
De magnetiseur maakt haar wijs dat zij hem dui
zend francs schuldig is en verlangt eene door haar
onderteekende schuldbekentenis. Zij stelt zich te
weer; er is haar niets geleend, nimmer zal zij eene
schuld bekennen, die niet bestaat. De magneti
seur houdt vol, de weifeling begint. Ze ontvangt als
het ware nieuw licht, de overtuiging vestigt zich in
haar brein. Het is alsof het geheugen bij mevrouw
O terugkeert, zij erkent in tegenwoordigheid van
getuigen dat zij de leening werkelijk heeft aangegaan
en onderteekent het volgend stuk
Op den 1 sten Januari e.k. zal ik aan
den heer Lof order betalen de
som van duizend francs, waarde ge
noten.
Nancy, 19 December 1884.
GOED VOO Li DUIZEND EHANCÜ.
GeteekendO
Het Kgoed vooris geschreven door de hand van
de scliuldenaarster en overeenkomstig de wet.
Wanneer men voor zulke voorbeelden staat, dan
schijnt het moeilijk aan te wijzen, welke overeen
komsten, contracten of acten, wel zouden kunnen
gevrijwaard blijven voor de gevolgen van magneti
sche wilsoverbrenging. Aangenomen dat de magneti
seur zijn wil opdringt aan den gemagnetiseerde, be
staat de mogelijkheid, dat hij hem handelingen en
daden laat verrichten, die niet in diens eigene gedach
ten zouden opgekomen zijn.
Hij magnetiseur kan derhalve kwitantiën,
schuldvorderingen, obligatiën laten onderteekenen, die
al zijn ze valsch, in strijd met de waarheid of denk
beeldig, niettemin geldig zijn voor de wet, in
overweging genomen dat het dikwijls uiterst moeilijk
zou zijn, de valschheid er van aan het licht te brengen.
Door magnetische wilsoverbrenging kan iemand,
die er belang bij heeft dat een huwelijk niet door
ga, zijn wil zoodanig opdringen aan een van de be
trokken partijen, dat hij of zij, op het oogenblik dat
zij staan voor den ambtenaar van den burgerlijken
stand of assistent-resident, neen, zegt. -r- Na zulk
een schandaal is er van trouwen natuurlijk geen
quaestie meer.
Wanneer iemand voornemens is, de eene of andere
daad te volbrengen, kan de uitvoering er van hem
belet worden, door hem bijv. in de onmogelijkheid
te plaatsen van te schrijven, te onderteekenen, te
spreken, te hooren of te zien.
Vooral op liet punt van donatie's bij het leven,
het opmaken van testamenten kan van magnetische
wilsoverbrenging misbruik worden gemaakt.
Men kan den erflater er langzamerhand toe brengen,
met uitzondering van zijn wettige erfgenamen, in
't belang van anderen over zijn vermogen tè beschikken.
We zien daarvan voorbeelden dagelijks om ons heen.
Eenige jaren geleden had de rechtbank te Nancy
te beslissen in een zonderling geval van successie-
ontrooving.
Ei n oude, zwakke pastoor werd opgepast door
zijn huishoudster, onder wier invloed hij om zoo te
zeggen weêrloos stond.
Zij wilde hem beduiden dat hij uitsluitend in haar
belang moest testamenteeren.
Daar nu woordspelingen, wenken en aanbevelingen
zonder gewenscht gevolg bleven, nam men zijn toe
vlucht tot eene voorgewende verschijning.
Ten processe bleek dat een kerel was gekomen,
die met een passend toilet aan zijn lijf, heette te
zijn de heilige Jozef, om uit naam van God, aan den
pastoor mede te deelen, op welke wijze diens successie
zou moeten geregeld worden, vóór zijn laatste uur
■■MUMHMk.Mll. i