Yliegendood en
Pergamentpapier,
L. Veerman hmisHp
LAND-EN TUINBOUW.
gedachten.
Gemengd Nieuws en Allerlei.
MARKTBERICHTEN.
ADYERTENTIEN.
Heele en gedeelten
van Loten zijn a
contant verkrijg
baar bij L. Veer
man te Heusden.
f,Reeds vóór vier en vijf dagen vertoonden zich
twee avonden achtereen, eenigen tijd na zonson
dergang, aan den onbewolkten hemel in het noor
den sterk verlichte plekken, van nog lichter glin
sterende aderen doorsneden. Telkens wisselden
deze zilveren lichtgestalten, om iets meer weste
lijk door dergelijke te worden vervangen, totdat
het dofte avondrood aan den horizon in een gou
den gloed begon te gloeien, zoodat er eene lang
werpige, vrij breede oppervlakte ontstond, die van
boven een zilveren en lager een gouden glans
vertoonde. Omstreeks elf uur begon de gloed te
verflauwen en werd ten deele door langwerpige
donkere wolken met zacht verlichte randen on
derschept. Vrijdagavond herhaalde zich niet alleen
het verschijnsel, maar nam tegen elf ure zoo zeer
in uitgebreidheid en helderheid toe, dat de sterk
gloeijende noorder-horizon een prachtig schouwspel
opleverde en de gansche hemel daardoor begon
verlicht te worden, zoodat die omtrent midder
nacht een lichtgroenen tint kreeg. Onder allerlei
wisselingen trok nu de lichtende oppervlakte aan
den horizon, soms weer door wolkstrepen door
sneden, langzaam oostwaarts en verspreidde zich
eenigermate, zoodat het licht, aan den horizon iets
zwakker werd, maar integendeel het lichtruim
omstreek twee ure zoo verlicht was, alsof de zon
weldra stond op te komen.*
Nicolaas Beets heeft voor enkele dagen aan eene
vriendin, Keetje van der Made, uit Hildebrand's
^Camera Obscura* welbekeud, een bezoek gebracht,
na haar in 53 jaar niet meer te hebben gezien.
Na geruimen tijd met haar gekeuveld te hebben,
nam Hildebrand afscheid van het thans 81-jarige
vrouwtje. Als aandenken overhandigde hij haar
een in prachtband gebonden exemplaar der 16de
uitgave, waarin het volgende stond
#Aan Keetje van der Made (het Noord-Brab.
meisje) als aandenken aan zijn bezoek in hare wo
ning te Oosterhout den 6den Juli 1886.
Hildebrand.*
In de kazerne te Bergen-op-Zoom hebben zwa
luwen een nest gebouwd op drie Nederlandsche
ellen boven den grond. Br zijn jongen in het
nestje en vader en moeder vliegen heen en weer
en voeren dé jongen, zonder dat trompetgeluid of
tromgeroffel hun iets kan schelen. Natuurlijk
zorgen onze brave militairen er voor, dat men
den vogels geen leed doet.
In de Warmoesstraat en Damstraat te Amster
dam werden Donderdag verscheidene spiegelruiten
op ergerlijke wijze beschadigd met een scherp
voorwerp.
Er is sprake van den 23n Juli als den dag,
aangewezen voor de behandeling van het hooger
beroep van Domela Nieuwen huis voor het Ilof
te 's Hage.
Den 22n zal het hooger beroep van Croll be
handeld worden, T
Uit 's Graven hage wordt van Zondag gemeld
Reizigers, heden avond met de Belgische treinen
hier aangekomen, brachten het bericht mede, dat
Domela Nieuwenhuis, des ochtends met een kaartje
3e klasse naar Antwerpen vertrokken, aan de
Belgische grenzen is teruggewezen, en, niet kun
nende doorreizen, herwaarts terugkeerde, waar hij
dienzelfden avond met den trein van 8 ure aankwam.
Bij nader onderzoek is gebleken, dat de aan
voerder der socialisten Zondagochtend met den
eersten trein, vergezeld van een ander, beiden
plaats nemende in de derde klasse, van 's Hage
is vertrokken met een reisbillet naar Antwerpen.
Men verzekerde tevens, dat tegen het toelaten
in België van den persoon, met wien Domela
Nieuwenhuis reisde, bij de grensbeambten geen
bezwaar bestond, doch dat bedoelde reisgenoot,
na de terugwijzing van Domela Nieuwenhuis, met
den vriend, met wien hij was uitgegaan, ook wilde
thuis komen, zoodat zij in eikaars gezelschap den
terugtocht aannamen.
Bij de begrafenis van den socialist Gerhard, die
Donderdag te Amsterdam plaats had, sprak de
heer E. Domela Nieuwenhuis aan de groeve een
korte rede uit, waarin hij den overledene herdacht
als vader, burger en vriend. Hij legde een lauwer
krans, waaraan een rood lint was bevestigd, op
het graf neder.
De gerechtelijke instructie in de zaak van den
socialist Geel, die een moordaanslag pleegde op
den commissaris van politie Stork, is Vrijdag mid
dag aangevangen. Zij wordt gevoerd door mr.
Scholten.
Een twaalfjarig meisje te Akkerwoude, nabij
Dokkum, ging dezer dagen buiten weten harer
ouders een bezoek brengen aan bloedverwanten
te Appingadam. Geheel alleen ondernam zij tegen
vijf uur des avonds de voetreis een afstand van
p. m. 20 uren gaans en kwam des anderen
daags tegen middernacht ter plaatse harer bestem
ming aan. Dat de ouders in doodelijke onrust
verkeerden, laat zich begrijpen.
Te Geldermalsen is Maandagmorgen een onbe
kend manspersoon door den trein overreden. Beide
beenen werden hem afgereden en het hoofd op 2
plaatsen zwaar' beschadigd, zoodat. de dood on
middellijk volgde. Vermoedelijk was zijn doel om
met den goederentrein kosteloos mede te reizen
en is hij te dien einde, na eerst den geheelen nacht
zich in een weiland in den omtrek te hebben opge
houden, op den trein geklommen, doch daar af
gevallen.
Te Rotterdam is een dienstbode, dienende op
de stoomboot ^Telegraaf II*, liggende aan het
Bolwerk aldaar, bij het scheppen van een emmer
water in de Maas gevallen en verdronken. On
middellijk aangewende pogingen om haar te redden
mochten niet gelukken, daar zij dadelijk in de
diepte wegzonk. Ruim een uur later is het lijk
opgevischt. Op een hoeve onder Kralingen is
een arbeider van het dak eener hooischelf gevallen
en op een ijzeren pen neergekomen, waardoor hij
een zeer gevaarlijke wond bekwam. Hij wercl naar
het ziekenhuis te Rotterdam overgebracht. 4— Te
Lith is een 12-jarig meisje bij het scheppen van
water in een sloot gevallen en verdronken. In
een weide, even buiten de kom der gemeente
Klundert, is een schoon rijpaard op deerniswaardige
wijze verminkt gevonden. De politie doet onder
zoek. Te Tiel is een mandie een zak zaad
naar den zolder droeg, daarmede van de trappen
gevallen, ten gevolge waarvan hij met het hoofd
op den steenen vloer neerkwam. Hij is aan de
gevolgen overleden. M. v. S., uit Mierloo, die
met een kar een 80-jarige vrouw overreed, is
door de rechtbank te Roermond, wegens manslag
door onvoorzichtigheid, veroordeeld tot 2 maanden
celstraf. Te Zutfen zijn vijf brigadiers der hu
zaren weggeloopen. Drie hunner werden in en
bij de stad weer aangehouden. Op een bruiloft
heeft zekere K. te Dwingeloo, een medegast, K. v. D.,
gevaarlijke verwondingen toegebracht. De dader
is naar Assen overgebracht. Te St. Pieter, nabij
Maastricht, is een jongeling in het Zijkanaal ge
vallen en verdronken. In de rivier de IJssel,
nabij het Kralingscheveer, is een aakschip van
schipper Bonnes van Woüdrichem, beladen met
een grooten la9t klaverhooi en bestemd voor
de Amsterdamsche diergaardetengevolge van
lekkage gedeeltelijk gezonken, terwijl de opvaren
den in het schip lagen te slapen. Schipper A. Kalk
man te Capelle aan den IJssel zag het gevaar en
waarschuwde vrouw, schipper en kinderen, toen
het water reeds bijna tot hun legerstede geklom
men was. Het gezin werd nog tijdig aan wal
gebracht en ten huize van den redder opgenomen.
Te Jubbega (Fr.) is het huis met inboedel en
papieren van waarde, bewoond door den heer Lemstra,
een prooi der vlammen geworden. Een koe is nog
gered. De oorzaak onbekend. Niets was verzekerd.
I HAARSTEEG, 13 Juli, De hooibouw, bijna
uitsluitend het bedrijf waarmede de landbouwer
zich dezer dagen bozig houdt, stond gisteren geheel
stil ten gevolge der vele regenbuien. Niet alleen
voor onze bewoners, maar vooral voor hen die van
verre hier het hooi komen verzamelen, was het treu
rig zoo op eens tot werkeloosheid te zijn gedoemd.
Onder de laatsten zijn er verschillenden die van af
plaatsen, eenige uren boven Tilburg gelegen, dus
nabij de Belgische grens, hier komen hooien en met
een spekpannenkoek gewapend de reis naar hier
en bet naburige Bossche veld ondernemen om in
drie dagen twee reizen te volbrengen. Dag en nacht
wordt door deze nijvere zuidelijke bewoners door
gewerkt. Het slapen geschiedt bij beurten op de
ledige of gevulde karren, die op of neder lijden om
toch maar geen tijd te verliezen.
t DALEM. Onder begunstiging van prachtig
weder is men allerwege druk in de weer met
gras maaien en het hooi binnen schuur en berg
te brengen.
De opbrengst overtreft aller verwachting. Som
mige hooilanden beloven meer dan het dubbel
van wat in een gewoon jaar gewonnen wordt.
Aan verschillende schrijvers ontleend.
Zonderling is 't dat de menscheu zoo begoerig
zijn, nieuwe kennisseu te maken, maar de kennis
making met zich zelf zoo dikwijls vermijden.
Wees niet bedrukt, wanneer ge een fout hebt
begaan; uw berouw zij een schoonere daad.
Goede raad gelijkt, op de vriendelijke sterren, die
als heldere, willige oogen aan het donkere hemel
gewelf schitteren.
Niets is groot, wat niet waar is.
Gedachten in ons opnemen is leerzaam, omdat
wij daarmeê ervaren, hoe het anderen gegaan is
en wat wij van het leven te wachten hebben.
Draagt die wetenschap al niet veel bij, om het
onaangename te verwijderen, zij helpt ons toch
om ons in de omstandigheden te schikken, deze te
leeren verdragen en er ons boven te verheffen.
Men kan nooit vroeg genoeg de ervaring opdoen
dat wij in de wereld gemakkelijk gemist kunnen
worden. Voor welke gewichtige personen houden
wij ons zelf niet! En zie, onze ledige plaats wordt
nauw opgemerkt, zeer snel weder vervuld, zooniet
beter, dan toch aangenamer.
Spreek nooit kwaad van uw medemenscb als
gij 'tniet stellig weet; als gij 't stellig weet, vraag
dan u zeiven af: waarom vertel ik het?*
Het veroorzaakt smart als een man van talent
sterft; de aarde heeft hem meer noodig dan de
hemel.
De hoogste vorm van liefde is algemeene men-
schenliefde.
Als 't voorjaar is voorbij gegaan, vallen de bloe
sems af; met de jengd verdwjjnen menigmaal ge
loof, liefde, geestdrift, die ons gelukkig maakten;
evenals uit den bloesem de vrucht te voorschijn
komt, evenzoo zal datgene, wat later aan ons leven
waarde geeft, de vrucht zijn van die onvergetelijke
dagen, waarin ons hart sneller klopte, vol geest
drift voor al wat schoon was en rein.
Gelukkig hij, èn vrij èn vroed,
Die neen durft zeggen, neen;
Dat bondig woord, vol mannenmoed,
Tot iedereen!
Neen tot zijn kind, zijn vriend, zijn vorst,
Uit h o o g e niet, maar vrome borst
Neen, schoon alléén.
Neen, voor den naam, don roem, de macht
Den top der blinkende eer,
En waar fortuin hem lokt en lacht
Ik biede u meer!
De oorzaken van het roodvonk. Blijkens een
officiéél verslag, ziju aangaande deze ziekte in En
geland merkwaardige ontdekkingen gedaan door
een dr. Kleiu, die, door toevallige omstandigheden
op bet spoor geleid, bevonden heeft, dat roodvonk
bij den mensch rechtstreeks kan worden veroorzaakt
door het gebruik van melk van koeion, welke aan
zekeren, dikwjjls weinig in het oog vallenden aau-
stekelijken uitslag aan de uiers lijdende zijn. In de
meeste gevallen zijn de dieren niet noemenswaard
ziek en blijven zij overvloedig melk geven. Het
geval, dat dr. Klein bijzonder trof, was dit, dat
een melkhandelaar, onder wiens klanten verschei
dene gevallen van roodvonk voorkwamen, de melk
aan zijn boer terugzond, die last gaf, haar weg te
werpen. Eenige behoeftige lieden, hiervan kennis
krijgende, wisten de knechts te bewegen, hnn melk
af te staan, in plaats van die aldus te verkwisten*.
Het gevolg was, dat een week later de kindereu
van al deze menschen zes gezinnen het rood
vonk kregen. Nu werden twee der verdachte koeien
aangekocht en ter beschikking van den heer Klein
gesteld, die bevond, dat de bovenbedoelde uieruit
slag door inenting op kalveren kon worden over
gebracht. De stof werd vervolgens op allerlei wijze
gekweekt en op kalveren ingeënt, welke daarop
ernstig ziek werden. Eén er van stierf en de an
dere werden gedood om onderzocht te worden. Men
vond verschillende organen, met name de nieren
in een staat van outstekiug, volsrekt overeenko
mende met de bij den mensch in geval van rood
vonk voorkomende verschijnselen. De heer Klein
onderstelt op grond van een en ander, dat de melk
uit aangetaste uiers door de vingers der melkers
kan worden besmet; dat de micro organismen van
den uitslag in de melk een geschikte stof vinden
om zich te vermenigvuldigen en dergelijke melk
dan feitelijk gelijkstaat met de kunstmatig door
hem gekweekte giftstof, welke, op kalveren ingeënt,
de bovenvermelde uitwerkselen heeft. Nieuwe proef
nemingen zullen moeten uitmaken, of werkelijk die
zelfde uitwerkselen mede het geval zijn, wanneer
de stof, in plaats van to worden ingeënt, wordt
ingeslikt, zooals op grond van de boven aangestip
te ondervinding met de zes arme gezinnen schijnt
te mogen worden aangenomen. Is dit eenmaal be
slist, dan is men ongetwijfeld op den goeden weg
om tot een afdoende voorkoming en bestrijding dor
gevreesde ziekte to geraken.
De nieuwe lichtvlam, het lucigeeu, wordt voort
gebracht door zware koolwaterstof-oliën in een
bijzondere brander, onder inwerking van samenge
perste lucht te verbranden. De olie geraakt daarbij
als een fijne stofregen in verbranding, en wordt
gezegd zonder ontwikkeling van renk of damp, een
volkomen helder en sterk licht 140180 m. rond
om den brander te werpen. Blijkens de proof van
James Sinclair, te Londen, is dat licht bij goed-
kooper bereidingskosten zeer bevredigend en heeft
daarop regeu noch wind een nadeeligen invloed.
Waarmee moet het vuur worden aangelegd?
Petroleum is gevaarlijk en duur. Een paar kleine
stukjes kienhout branden oogenblikkelijk en doen
het andere hout of daarbij gevoegde losse turf ont
vlammen. Tevens wordt op die wijze de onaange
name reuk vermeden, dien 't kachelaanleggen met
petroleum veroorzaakt. Ook kunnen bij gebrek aan
kienhout houtspaanders die dienst doen.
Het meer Kopais, in Boeotië, welks drooglegging
het eerst in 1846 door den Franschen ingenieur
Sanvag.3 werd ter sprake gebracht, is thans in wer
kelijkheid drooggemaakt. Eene Fransche maatschappij
heeft, met den ingenieur Pochet aan het hoofd,
de zaak gelukkig ten einde gebracht. Het kanaal,
dat het water van het meer zal afleiden, is plech
tig geopend. De droog to leggen en te houden
vlakte is meer dan 25,000 hectaren groot. Tot
dusver verdampte het water des meers 300,000,000
stères gedurende eiken zomer en was het meer
een moeras, dat vreeselijke gevolgen had voor de
gezondheid der omwonende bevolking. Vermits de
bodem van het meer zeer vruchtbaar blijkt, wordt
ook in dat opzicht groote verwachting gekoesterd
van deze kapitale droogmaking.
Europa telt sedert kort een eiland minder.
De Deensche Minister van Marine maakt alom
bekend, dat ten zuiden van het Faroör-eiland Su-
deroe een groote klip, van ongeveer 26 meter
hoogte, is verdwenen. Deze klip was voor de zeelni
een zeer bekend landmerk. Uit zee gezien zag zij
er uit als een schip onder volle zeilen, van Sude-
roe uit als een monnik. Rondom deze monniksklip
gingen hevige stroomingen. Het schijnt dat de fon
damenten van het gevaarte langzamerhand zijn on
dermijnd, ten minste het begin van dit jaar was
getuige van zijn val. Gevaarlijke klippen onder
water met hevige branding teekonen de plaats
waar het stond. Vooral uit een geologisch oog
punt is het merkwaardig, daar hiermee bewezen
wordt dat golfslag en branding in staat zijn zelfs
de hardste basaltrotsen te vernielon.
Op het water van den Nordhafen te Berlijn
zwommen onlangs een paar zwanen met hunne
jongen. Een paar wandelaars aan den oever hadden
de flauwe aardigheid, een Newfoundlandschen hond
op de jonge zwaantjes aan te hitsen. Het dier ging
te water, en zwom er heen, maar vóór hij de jon
gen bereiken kon, kwamen de beide oude zwanen
op den viervoetigen rustverstoorder toe. De zwanen-
vader bracht hem een paar krachtige vleugelslagen
toe, pakte hem bij een oor, en trok hem onder
water. De hond zou verdronken zijn, als niet zjju
meester, met behulp van een paar schippers, hem
bevrijd had. Jankend van pijn werd hij aan wal
gezet, waar hij terstond, druipstaartend, heen liep,
terwijl het zegevierende zwanenpaar, met hun kroost,
statig wegzwom.
Als een bewijs van de spanning, welke ditmaal
bij de verkiezingen in Engeland heerscht, kan ge
meld worden, dat de geregelde stoomvaart van
Amsterdam op Hull vice versa ditmaal niet kon
plaats hebben. De boot toch, die Zaterdagavond
van Hall vertrekken en Maandagochtend to Amster
dam moest zijn, is eerst Dinsdagavond aldaar aan
gekomen. De roeders hielden de boot tot Maandag
te Huil, om den kapitein en mogelijke andere stem
gerechtigden der ekwipage aan de stemming te
doen deelnemen.
Volgens de berichten van het matigheidsgenoot
schap, worden in Duitschland jaarlijks 1800 milli-
oen mark (d. i. 1080 millioen gld.) voor spiritual
liëu uitgegeven, en worden er per hoofd 13 liter
brandewijn en 86 liter bier verbruikt. Niet onbe
grijpelijk is dan ook, dat alleen in Pruisen pet
jaar 90,000 menschen sterven aan delirium tremcué
(dronkeumanswaanzin), terwijl de helft der dief?
stallen door dronkaards bedreven worden.
Nog altijd bijzonderheden over den overledeij
koning van Beieren. De kasteelen welke de vorst
heeft laten bouwen, zijn nu ter bezichtiging ge?
steld der leden van den Landdag. Het fraaiste if
het halfvoltooide tooverslot op het eiland Herren*
chiemsee. Het heeft tot dusverre 25 millioen mark
gekost. Opmerkelijk is daar 's Konings slaapka?
mer. Als een altaar verheft zich daar een kost:
baar bed met een baldakijn er over. Eene vergulde
leuning sluit het bed af van het overige gedeelte
der zaal. De dekens van bet bed zijn met goud
gestikt eu het ledikant is zwaar verguld en met
gordijnen in pa^sementwerk omhangen. De kannen
en kommen op de toillettafel zijn van lazunrsteen
en goud. Het plafond is een meesterstuk vau schil
derkunst het stelt het Grieksche godenverblijf voor.
De inrichting van dit vertrek alleen moet volgens
de schatting van deskundigen een millioen mark
op zijn minst gekost hebben; het bed waardeert
men op 300,000 mark. Merkwaardig is ook de
spiegelgalerij, die ruim 80 meters lang is en waarin
2500 waskaarsen op 52 candelabres en 33 vergulde
lustres flikkerden en door 20 spiegels van 10 me
ters hoogte weerkaatst werden als de Koning er
vertoefde. Ook hier is het plafond door de eerste
schilders vau het land bewerkt; er zijn tooneelen
uit het leven van Lodewijk XIV op gepenseeld; de
borstbeelden der Romeiusche keizers staan op zil
veren voetstukken voor de vensters. De Koning
moet wel onder meer aan grootheidswaanzin gele
den hebben.
»Kort en bondig* is de lijfspreuk van een kapi
tein der infanterie, die geen praatjes van zijn on-
derhoorigen kan velen. Somtijds geeft deze bondig
heid wel eens aanleiding tot kleine vergissingen,
die echter geenszins alle even vermakelijk zjjn, als
de volgende: Op zekeren morgen meldden zich ver
scheidene zijner manschappen ziek en onder hen
ook een der leden van den staf, die over rhenma-
tiek in den rechterarm klaagde. Bij zijn intreden
in het hospitaal vroeg de dokter hem; »kun je
niet met je linkerarm trommelen?* >Neen, dok
ter.* Blijf dan van daag maar eens thuis.*
Deze samenspraak had verscheidene achtereenvol
gende dagen onveranderd plaats en de patient
leidde een lui leventje, terwijl zijn kameraden zich
in de snikheete Juli-zon halfdood exerceerden. Maar
toen de inspectie-dag langzamerhand nader kwam,
werd het dringend noodzakelijk dat de man her
stelde. »Kun je nu nog niet trommelen?* vroeg
de dokter hem daarom nog al barsch. Neen, dok
ter!* was het kort, beslissend antwoord. .Maar je
moet, dnnkt me, al lang boter zijn, of heb je nog
pijn in je arm?* .Noen, dokter!* »Dan
moet je voor den dit en dat toch de trommelstok
ken kunnen kanteeren!* zeide de dokter en liet
een trommel halen. .Hier zoo, probeer het maar
een*. .Maar dokter, ik blaas de kornet,* was
het lakonieke antwoord. Toen hij hierover werd
onderhouden, beriep de man zich op de lijfspreuk
van zijn kapitein, die hem meermalen voor noo-
delooze uitweidingen de les had gelezen.
Een heele sigaar tot loon voor het terugbrengen
van twee honderd te veel ontvangen gulden. Dat
bericht in de nieuwsbladen beteekent nog weinig
bij hetgeen eenige jaren geleden in een andere ge
meente van Zd. Holland plaats had. Een landman
had op een kantoor geld ontvangen en thuis be
hoorlijk weg geborgen. Na eenigen tijd ontwaarde
hij, niet een bankbiljet van honderd, maar van
duizend gulden ontvangen te hebben.
Gevoel van eerlijkheid deed hem de hem niet
toebehoorende negen honderd gulden weldra terug
brengen. De edele man ontving op het weledele
kantoor tot loon! een echte stinkende sigaar, en
een bedankje? Dat zit nogl
Logica. Student (die zijne nienwjaarsrekeningen
wil betalen en voor dat doel zijn geld natelt)
Dat voor de hospita, dat voor de schoenmaker,
dat voor den kleermaker, dat voor de wasch-
vrouw lieve hemel, dan blijft er immers
voor mij niets over! Wel, dan krijgen de anderen
ook niets!
Met deze woorden strijkt hij 't geld weer in zijn
portemonnaie.
Veelbelovend. A., in 't hotel tot zijn vriend:
Wat bezielt je om zulke stukken heerljjk var-
kensvleesch als oneetbaar af te snijden en aan den
kant te leggen! Gij zijt een ware verkwister! Als
ge, zooals ik, getrouwd waart, zoudt ge zulke stuk
ken met smaak eten! B: Ge vergist je, mijn
waarde, die zon dan mijn vrouw eten.
Letterlijk opgevolgd. Mama: Wat zijn dat voor
manieren, dat ge, terwijl we wandelen, ieder oogen-
blik omkijkt?
Dochter: Maar, mama, ge hebt me laatst zelve
gezegd: als een meisje eon man wil hebben,
moet zij er naar omzien!
Mijnheer en mevrouw waren na het middagmaal
in den tuin gegaan. Het was prachtig weder, de
lucht was vervuld met balsemgeuren, de vogels
zongen, een heerlijk koeltje temperde de hitte,
kortom het was een geknipt oogenblik voor een
teeder gesprek.
»Zou je hertrouwen, lieveling! als ik kwam te
sterven?* vroeg mijnheer.
.0, welk een' vraag,* sprak mevrouw op ver
wijtenden toon en met tranen in de lieve oogjes,
zeker niet dadelijk.*
'eHERTOGENBOSCH, 12 Jnli.
Op de heden (Maandag) gehonden markt vau
vette kalveren waren aangevoerd 135 stuks.
De prijs was le k»?al. van 0.48 tot 0.52;
2e kwal. van 0.44 tot 0.483e kwal. van
0.40 tot 0.44 per kilogram.
De handel was ving.
De prijs der boter was 0.90 1.30.
De Heer en Mevrouw Dr. H. C. M. VAN GÖR-
KOM, brengen hun oprechten dank noot de vele en
hartelijke bewijzen van belangstelling, ondervonden
bij de geboorte van hun Zoon.
Heusden, 13 Juli '86.
De eerste trekking van de eerste
klasse der 323e Ncdcrl. STAATS
LOTERIJ vangt aan op 26 Juli c.k.
beiden van beste kwaliteit voorradig bjj den Boek
handelaar
i
....JL