Yliegendood en Pergamentpapier, L. Veerman hmisHp LAND-EN TUINBOUW. gedachten. Gemengd Nieuws en Allerlei. MARKTBERICHTEN. ADYERTENTIEN. Heele en gedeelten van Loten zijn a contant verkrijg baar bij L. Veer man te Heusden. f,Reeds vóór vier en vijf dagen vertoonden zich twee avonden achtereen, eenigen tijd na zonson dergang, aan den onbewolkten hemel in het noor den sterk verlichte plekken, van nog lichter glin sterende aderen doorsneden. Telkens wisselden deze zilveren lichtgestalten, om iets meer weste lijk door dergelijke te worden vervangen, totdat het dofte avondrood aan den horizon in een gou den gloed begon te gloeien, zoodat er eene lang werpige, vrij breede oppervlakte ontstond, die van boven een zilveren en lager een gouden glans vertoonde. Omstreeks elf uur begon de gloed te verflauwen en werd ten deele door langwerpige donkere wolken met zacht verlichte randen on derschept. Vrijdagavond herhaalde zich niet alleen het verschijnsel, maar nam tegen elf ure zoo zeer in uitgebreidheid en helderheid toe, dat de sterk gloeijende noorder-horizon een prachtig schouwspel opleverde en de gansche hemel daardoor begon verlicht te worden, zoodat die omtrent midder nacht een lichtgroenen tint kreeg. Onder allerlei wisselingen trok nu de lichtende oppervlakte aan den horizon, soms weer door wolkstrepen door sneden, langzaam oostwaarts en verspreidde zich eenigermate, zoodat het licht, aan den horizon iets zwakker werd, maar integendeel het lichtruim omstreek twee ure zoo verlicht was, alsof de zon weldra stond op te komen.* Nicolaas Beets heeft voor enkele dagen aan eene vriendin, Keetje van der Made, uit Hildebrand's ^Camera Obscura* welbekeud, een bezoek gebracht, na haar in 53 jaar niet meer te hebben gezien. Na geruimen tijd met haar gekeuveld te hebben, nam Hildebrand afscheid van het thans 81-jarige vrouwtje. Als aandenken overhandigde hij haar een in prachtband gebonden exemplaar der 16de uitgave, waarin het volgende stond #Aan Keetje van der Made (het Noord-Brab. meisje) als aandenken aan zijn bezoek in hare wo ning te Oosterhout den 6den Juli 1886. Hildebrand.* In de kazerne te Bergen-op-Zoom hebben zwa luwen een nest gebouwd op drie Nederlandsche ellen boven den grond. Br zijn jongen in het nestje en vader en moeder vliegen heen en weer en voeren dé jongen, zonder dat trompetgeluid of tromgeroffel hun iets kan schelen. Natuurlijk zorgen onze brave militairen er voor, dat men den vogels geen leed doet. In de Warmoesstraat en Damstraat te Amster dam werden Donderdag verscheidene spiegelruiten op ergerlijke wijze beschadigd met een scherp voorwerp. Er is sprake van den 23n Juli als den dag, aangewezen voor de behandeling van het hooger beroep van Domela Nieuwen huis voor het Ilof te 's Hage. Den 22n zal het hooger beroep van Croll be handeld worden, T Uit 's Graven hage wordt van Zondag gemeld Reizigers, heden avond met de Belgische treinen hier aangekomen, brachten het bericht mede, dat Domela Nieuwenhuis, des ochtends met een kaartje 3e klasse naar Antwerpen vertrokken, aan de Belgische grenzen is teruggewezen, en, niet kun nende doorreizen, herwaarts terugkeerde, waar hij dienzelfden avond met den trein van 8 ure aankwam. Bij nader onderzoek is gebleken, dat de aan voerder der socialisten Zondagochtend met den eersten trein, vergezeld van een ander, beiden plaats nemende in de derde klasse, van 's Hage is vertrokken met een reisbillet naar Antwerpen. Men verzekerde tevens, dat tegen het toelaten in België van den persoon, met wien Domela Nieuwenhuis reisde, bij de grensbeambten geen bezwaar bestond, doch dat bedoelde reisgenoot, na de terugwijzing van Domela Nieuwenhuis, met den vriend, met wien hij was uitgegaan, ook wilde thuis komen, zoodat zij in eikaars gezelschap den terugtocht aannamen. Bij de begrafenis van den socialist Gerhard, die Donderdag te Amsterdam plaats had, sprak de heer E. Domela Nieuwenhuis aan de groeve een korte rede uit, waarin hij den overledene herdacht als vader, burger en vriend. Hij legde een lauwer krans, waaraan een rood lint was bevestigd, op het graf neder. De gerechtelijke instructie in de zaak van den socialist Geel, die een moordaanslag pleegde op den commissaris van politie Stork, is Vrijdag mid dag aangevangen. Zij wordt gevoerd door mr. Scholten. Een twaalfjarig meisje te Akkerwoude, nabij Dokkum, ging dezer dagen buiten weten harer ouders een bezoek brengen aan bloedverwanten te Appingadam. Geheel alleen ondernam zij tegen vijf uur des avonds de voetreis een afstand van p. m. 20 uren gaans en kwam des anderen daags tegen middernacht ter plaatse harer bestem ming aan. Dat de ouders in doodelijke onrust verkeerden, laat zich begrijpen. Te Geldermalsen is Maandagmorgen een onbe kend manspersoon door den trein overreden. Beide beenen werden hem afgereden en het hoofd op 2 plaatsen zwaar' beschadigd, zoodat. de dood on middellijk volgde. Vermoedelijk was zijn doel om met den goederentrein kosteloos mede te reizen en is hij te dien einde, na eerst den geheelen nacht zich in een weiland in den omtrek te hebben opge houden, op den trein geklommen, doch daar af gevallen. Te Rotterdam is een dienstbode, dienende op de stoomboot ^Telegraaf II*, liggende aan het Bolwerk aldaar, bij het scheppen van een emmer water in de Maas gevallen en verdronken. On middellijk aangewende pogingen om haar te redden mochten niet gelukken, daar zij dadelijk in de diepte wegzonk. Ruim een uur later is het lijk opgevischt. Op een hoeve onder Kralingen is een arbeider van het dak eener hooischelf gevallen en op een ijzeren pen neergekomen, waardoor hij een zeer gevaarlijke wond bekwam. Hij wercl naar het ziekenhuis te Rotterdam overgebracht. 4— Te Lith is een 12-jarig meisje bij het scheppen van water in een sloot gevallen en verdronken. In een weide, even buiten de kom der gemeente Klundert, is een schoon rijpaard op deerniswaardige wijze verminkt gevonden. De politie doet onder zoek. Te Tiel is een mandie een zak zaad naar den zolder droeg, daarmede van de trappen gevallen, ten gevolge waarvan hij met het hoofd op den steenen vloer neerkwam. Hij is aan de gevolgen overleden. M. v. S., uit Mierloo, die met een kar een 80-jarige vrouw overreed, is door de rechtbank te Roermond, wegens manslag door onvoorzichtigheid, veroordeeld tot 2 maanden celstraf. Te Zutfen zijn vijf brigadiers der hu zaren weggeloopen. Drie hunner werden in en bij de stad weer aangehouden. Op een bruiloft heeft zekere K. te Dwingeloo, een medegast, K. v. D., gevaarlijke verwondingen toegebracht. De dader is naar Assen overgebracht. Te St. Pieter, nabij Maastricht, is een jongeling in het Zijkanaal ge vallen en verdronken. In de rivier de IJssel, nabij het Kralingscheveer, is een aakschip van schipper Bonnes van Woüdrichem, beladen met een grooten la9t klaverhooi en bestemd voor de Amsterdamsche diergaardetengevolge van lekkage gedeeltelijk gezonken, terwijl de opvaren den in het schip lagen te slapen. Schipper A. Kalk man te Capelle aan den IJssel zag het gevaar en waarschuwde vrouw, schipper en kinderen, toen het water reeds bijna tot hun legerstede geklom men was. Het gezin werd nog tijdig aan wal gebracht en ten huize van den redder opgenomen. Te Jubbega (Fr.) is het huis met inboedel en papieren van waarde, bewoond door den heer Lemstra, een prooi der vlammen geworden. Een koe is nog gered. De oorzaak onbekend. Niets was verzekerd. I HAARSTEEG, 13 Juli, De hooibouw, bijna uitsluitend het bedrijf waarmede de landbouwer zich dezer dagen bozig houdt, stond gisteren geheel stil ten gevolge der vele regenbuien. Niet alleen voor onze bewoners, maar vooral voor hen die van verre hier het hooi komen verzamelen, was het treu rig zoo op eens tot werkeloosheid te zijn gedoemd. Onder de laatsten zijn er verschillenden die van af plaatsen, eenige uren boven Tilburg gelegen, dus nabij de Belgische grens, hier komen hooien en met een spekpannenkoek gewapend de reis naar hier en bet naburige Bossche veld ondernemen om in drie dagen twee reizen te volbrengen. Dag en nacht wordt door deze nijvere zuidelijke bewoners door gewerkt. Het slapen geschiedt bij beurten op de ledige of gevulde karren, die op of neder lijden om toch maar geen tijd te verliezen. t DALEM. Onder begunstiging van prachtig weder is men allerwege druk in de weer met gras maaien en het hooi binnen schuur en berg te brengen. De opbrengst overtreft aller verwachting. Som mige hooilanden beloven meer dan het dubbel van wat in een gewoon jaar gewonnen wordt. Aan verschillende schrijvers ontleend. Zonderling is 't dat de menscheu zoo begoerig zijn, nieuwe kennisseu te maken, maar de kennis making met zich zelf zoo dikwijls vermijden. Wees niet bedrukt, wanneer ge een fout hebt begaan; uw berouw zij een schoonere daad. Goede raad gelijkt, op de vriendelijke sterren, die als heldere, willige oogen aan het donkere hemel gewelf schitteren. Niets is groot, wat niet waar is. Gedachten in ons opnemen is leerzaam, omdat wij daarmeê ervaren, hoe het anderen gegaan is en wat wij van het leven te wachten hebben. Draagt die wetenschap al niet veel bij, om het onaangename te verwijderen, zij helpt ons toch om ons in de omstandigheden te schikken, deze te leeren verdragen en er ons boven te verheffen. Men kan nooit vroeg genoeg de ervaring opdoen dat wij in de wereld gemakkelijk gemist kunnen worden. Voor welke gewichtige personen houden wij ons zelf niet! En zie, onze ledige plaats wordt nauw opgemerkt, zeer snel weder vervuld, zooniet beter, dan toch aangenamer. Spreek nooit kwaad van uw medemenscb als gij 'tniet stellig weet; als gij 't stellig weet, vraag dan u zeiven af: waarom vertel ik het?* Het veroorzaakt smart als een man van talent sterft; de aarde heeft hem meer noodig dan de hemel. De hoogste vorm van liefde is algemeene men- schenliefde. Als 't voorjaar is voorbij gegaan, vallen de bloe sems af; met de jengd verdwjjnen menigmaal ge loof, liefde, geestdrift, die ons gelukkig maakten; evenals uit den bloesem de vrucht te voorschijn komt, evenzoo zal datgene, wat later aan ons leven waarde geeft, de vrucht zijn van die onvergetelijke dagen, waarin ons hart sneller klopte, vol geest drift voor al wat schoon was en rein. Gelukkig hij, èn vrij èn vroed, Die neen durft zeggen, neen; Dat bondig woord, vol mannenmoed, Tot iedereen! Neen tot zijn kind, zijn vriend, zijn vorst, Uit h o o g e niet, maar vrome borst Neen, schoon alléén. Neen, voor den naam, don roem, de macht Den top der blinkende eer, En waar fortuin hem lokt en lacht Ik biede u meer! De oorzaken van het roodvonk. Blijkens een officiéél verslag, ziju aangaande deze ziekte in En geland merkwaardige ontdekkingen gedaan door een dr. Kleiu, die, door toevallige omstandigheden op bet spoor geleid, bevonden heeft, dat roodvonk bij den mensch rechtstreeks kan worden veroorzaakt door het gebruik van melk van koeion, welke aan zekeren, dikwjjls weinig in het oog vallenden aau- stekelijken uitslag aan de uiers lijdende zijn. In de meeste gevallen zijn de dieren niet noemenswaard ziek en blijven zij overvloedig melk geven. Het geval, dat dr. Klein bijzonder trof, was dit, dat een melkhandelaar, onder wiens klanten verschei dene gevallen van roodvonk voorkwamen, de melk aan zijn boer terugzond, die last gaf, haar weg te werpen. Eenige behoeftige lieden, hiervan kennis krijgende, wisten de knechts te bewegen, hnn melk af te staan, in plaats van die aldus te verkwisten*. Het gevolg was, dat een week later de kindereu van al deze menschen zes gezinnen het rood vonk kregen. Nu werden twee der verdachte koeien aangekocht en ter beschikking van den heer Klein gesteld, die bevond, dat de bovenbedoelde uieruit slag door inenting op kalveren kon worden over gebracht. De stof werd vervolgens op allerlei wijze gekweekt en op kalveren ingeënt, welke daarop ernstig ziek werden. Eén er van stierf en de an dere werden gedood om onderzocht te worden. Men vond verschillende organen, met name de nieren in een staat van outstekiug, volsrekt overeenko mende met de bij den mensch in geval van rood vonk voorkomende verschijnselen. De heer Klein onderstelt op grond van een en ander, dat de melk uit aangetaste uiers door de vingers der melkers kan worden besmet; dat de micro organismen van den uitslag in de melk een geschikte stof vinden om zich te vermenigvuldigen en dergelijke melk dan feitelijk gelijkstaat met de kunstmatig door hem gekweekte giftstof, welke, op kalveren ingeënt, de bovenvermelde uitwerkselen heeft. Nieuwe proef nemingen zullen moeten uitmaken, of werkelijk die zelfde uitwerkselen mede het geval zijn, wanneer de stof, in plaats van to worden ingeënt, wordt ingeslikt, zooals op grond van de boven aangestip te ondervinding met de zes arme gezinnen schijnt te mogen worden aangenomen. Is dit eenmaal be slist, dan is men ongetwijfeld op den goeden weg om tot een afdoende voorkoming en bestrijding dor gevreesde ziekte to geraken. De nieuwe lichtvlam, het lucigeeu, wordt voort gebracht door zware koolwaterstof-oliën in een bijzondere brander, onder inwerking van samenge perste lucht te verbranden. De olie geraakt daarbij als een fijne stofregen in verbranding, en wordt gezegd zonder ontwikkeling van renk of damp, een volkomen helder en sterk licht 140180 m. rond om den brander te werpen. Blijkens de proof van James Sinclair, te Londen, is dat licht bij goed- kooper bereidingskosten zeer bevredigend en heeft daarop regeu noch wind een nadeeligen invloed. Waarmee moet het vuur worden aangelegd? Petroleum is gevaarlijk en duur. Een paar kleine stukjes kienhout branden oogenblikkelijk en doen het andere hout of daarbij gevoegde losse turf ont vlammen. Tevens wordt op die wijze de onaange name reuk vermeden, dien 't kachelaanleggen met petroleum veroorzaakt. Ook kunnen bij gebrek aan kienhout houtspaanders die dienst doen. Het meer Kopais, in Boeotië, welks drooglegging het eerst in 1846 door den Franschen ingenieur Sanvag.3 werd ter sprake gebracht, is thans in wer kelijkheid drooggemaakt. Eene Fransche maatschappij heeft, met den ingenieur Pochet aan het hoofd, de zaak gelukkig ten einde gebracht. Het kanaal, dat het water van het meer zal afleiden, is plech tig geopend. De droog to leggen en te houden vlakte is meer dan 25,000 hectaren groot. Tot dusver verdampte het water des meers 300,000,000 stères gedurende eiken zomer en was het meer een moeras, dat vreeselijke gevolgen had voor de gezondheid der omwonende bevolking. Vermits de bodem van het meer zeer vruchtbaar blijkt, wordt ook in dat opzicht groote verwachting gekoesterd van deze kapitale droogmaking. Europa telt sedert kort een eiland minder. De Deensche Minister van Marine maakt alom bekend, dat ten zuiden van het Faroör-eiland Su- deroe een groote klip, van ongeveer 26 meter hoogte, is verdwenen. Deze klip was voor de zeelni een zeer bekend landmerk. Uit zee gezien zag zij er uit als een schip onder volle zeilen, van Sude- roe uit als een monnik. Rondom deze monniksklip gingen hevige stroomingen. Het schijnt dat de fon damenten van het gevaarte langzamerhand zijn on dermijnd, ten minste het begin van dit jaar was getuige van zijn val. Gevaarlijke klippen onder water met hevige branding teekonen de plaats waar het stond. Vooral uit een geologisch oog punt is het merkwaardig, daar hiermee bewezen wordt dat golfslag en branding in staat zijn zelfs de hardste basaltrotsen te vernielon. Op het water van den Nordhafen te Berlijn zwommen onlangs een paar zwanen met hunne jongen. Een paar wandelaars aan den oever hadden de flauwe aardigheid, een Newfoundlandschen hond op de jonge zwaantjes aan te hitsen. Het dier ging te water, en zwom er heen, maar vóór hij de jon gen bereiken kon, kwamen de beide oude zwanen op den viervoetigen rustverstoorder toe. De zwanen- vader bracht hem een paar krachtige vleugelslagen toe, pakte hem bij een oor, en trok hem onder water. De hond zou verdronken zijn, als niet zjju meester, met behulp van een paar schippers, hem bevrijd had. Jankend van pijn werd hij aan wal gezet, waar hij terstond, druipstaartend, heen liep, terwijl het zegevierende zwanenpaar, met hun kroost, statig wegzwom. Als een bewijs van de spanning, welke ditmaal bij de verkiezingen in Engeland heerscht, kan ge meld worden, dat de geregelde stoomvaart van Amsterdam op Hull vice versa ditmaal niet kon plaats hebben. De boot toch, die Zaterdagavond van Hall vertrekken en Maandagochtend to Amster dam moest zijn, is eerst Dinsdagavond aldaar aan gekomen. De roeders hielden de boot tot Maandag te Huil, om den kapitein en mogelijke andere stem gerechtigden der ekwipage aan de stemming te doen deelnemen. Volgens de berichten van het matigheidsgenoot schap, worden in Duitschland jaarlijks 1800 milli- oen mark (d. i. 1080 millioen gld.) voor spiritual liëu uitgegeven, en worden er per hoofd 13 liter brandewijn en 86 liter bier verbruikt. Niet onbe grijpelijk is dan ook, dat alleen in Pruisen pet jaar 90,000 menschen sterven aan delirium tremcué (dronkeumanswaanzin), terwijl de helft der dief? stallen door dronkaards bedreven worden. Nog altijd bijzonderheden over den overledeij koning van Beieren. De kasteelen welke de vorst heeft laten bouwen, zijn nu ter bezichtiging ge? steld der leden van den Landdag. Het fraaiste if het halfvoltooide tooverslot op het eiland Herren* chiemsee. Het heeft tot dusverre 25 millioen mark gekost. Opmerkelijk is daar 's Konings slaapka? mer. Als een altaar verheft zich daar een kost: baar bed met een baldakijn er over. Eene vergulde leuning sluit het bed af van het overige gedeelte der zaal. De dekens van bet bed zijn met goud gestikt eu het ledikant is zwaar verguld en met gordijnen in pa^sementwerk omhangen. De kannen en kommen op de toillettafel zijn van lazunrsteen en goud. Het plafond is een meesterstuk vau schil derkunst het stelt het Grieksche godenverblijf voor. De inrichting van dit vertrek alleen moet volgens de schatting van deskundigen een millioen mark op zijn minst gekost hebben; het bed waardeert men op 300,000 mark. Merkwaardig is ook de spiegelgalerij, die ruim 80 meters lang is en waarin 2500 waskaarsen op 52 candelabres en 33 vergulde lustres flikkerden en door 20 spiegels van 10 me ters hoogte weerkaatst werden als de Koning er vertoefde. Ook hier is het plafond door de eerste schilders vau het land bewerkt; er zijn tooneelen uit het leven van Lodewijk XIV op gepenseeld; de borstbeelden der Romeiusche keizers staan op zil veren voetstukken voor de vensters. De Koning moet wel onder meer aan grootheidswaanzin gele den hebben. »Kort en bondig* is de lijfspreuk van een kapi tein der infanterie, die geen praatjes van zijn on- derhoorigen kan velen. Somtijds geeft deze bondig heid wel eens aanleiding tot kleine vergissingen, die echter geenszins alle even vermakelijk zjjn, als de volgende: Op zekeren morgen meldden zich ver scheidene zijner manschappen ziek en onder hen ook een der leden van den staf, die over rhenma- tiek in den rechterarm klaagde. Bij zijn intreden in het hospitaal vroeg de dokter hem; »kun je niet met je linkerarm trommelen?* >Neen, dok ter.* Blijf dan van daag maar eens thuis.* Deze samenspraak had verscheidene achtereenvol gende dagen onveranderd plaats en de patient leidde een lui leventje, terwijl zijn kameraden zich in de snikheete Juli-zon halfdood exerceerden. Maar toen de inspectie-dag langzamerhand nader kwam, werd het dringend noodzakelijk dat de man her stelde. »Kun je nu nog niet trommelen?* vroeg de dokter hem daarom nog al barsch. Neen, dok ter!* was het kort, beslissend antwoord. .Maar je moet, dnnkt me, al lang boter zijn, of heb je nog pijn in je arm?* .Noen, dokter!* »Dan moet je voor den dit en dat toch de trommelstok ken kunnen kanteeren!* zeide de dokter en liet een trommel halen. .Hier zoo, probeer het maar een*. .Maar dokter, ik blaas de kornet,* was het lakonieke antwoord. Toen hij hierover werd onderhouden, beriep de man zich op de lijfspreuk van zijn kapitein, die hem meermalen voor noo- delooze uitweidingen de les had gelezen. Een heele sigaar tot loon voor het terugbrengen van twee honderd te veel ontvangen gulden. Dat bericht in de nieuwsbladen beteekent nog weinig bij hetgeen eenige jaren geleden in een andere ge meente van Zd. Holland plaats had. Een landman had op een kantoor geld ontvangen en thuis be hoorlijk weg geborgen. Na eenigen tijd ontwaarde hij, niet een bankbiljet van honderd, maar van duizend gulden ontvangen te hebben. Gevoel van eerlijkheid deed hem de hem niet toebehoorende negen honderd gulden weldra terug brengen. De edele man ontving op het weledele kantoor tot loon! een echte stinkende sigaar, en een bedankje? Dat zit nogl Logica. Student (die zijne nienwjaarsrekeningen wil betalen en voor dat doel zijn geld natelt) Dat voor de hospita, dat voor de schoenmaker, dat voor den kleermaker, dat voor de wasch- vrouw lieve hemel, dan blijft er immers voor mij niets over! Wel, dan krijgen de anderen ook niets! Met deze woorden strijkt hij 't geld weer in zijn portemonnaie. Veelbelovend. A., in 't hotel tot zijn vriend: Wat bezielt je om zulke stukken heerljjk var- kensvleesch als oneetbaar af te snijden en aan den kant te leggen! Gij zijt een ware verkwister! Als ge, zooals ik, getrouwd waart, zoudt ge zulke stuk ken met smaak eten! B: Ge vergist je, mijn waarde, die zon dan mijn vrouw eten. Letterlijk opgevolgd. Mama: Wat zijn dat voor manieren, dat ge, terwijl we wandelen, ieder oogen- blik omkijkt? Dochter: Maar, mama, ge hebt me laatst zelve gezegd: als een meisje eon man wil hebben, moet zij er naar omzien! Mijnheer en mevrouw waren na het middagmaal in den tuin gegaan. Het was prachtig weder, de lucht was vervuld met balsemgeuren, de vogels zongen, een heerlijk koeltje temperde de hitte, kortom het was een geknipt oogenblik voor een teeder gesprek. »Zou je hertrouwen, lieveling! als ik kwam te sterven?* vroeg mijnheer. .0, welk een' vraag,* sprak mevrouw op ver wijtenden toon en met tranen in de lieve oogjes, zeker niet dadelijk.* 'eHERTOGENBOSCH, 12 Jnli. Op de heden (Maandag) gehonden markt vau vette kalveren waren aangevoerd 135 stuks. De prijs was le k»?al. van 0.48 tot 0.52; 2e kwal. van 0.44 tot 0.483e kwal. van 0.40 tot 0.44 per kilogram. De handel was ving. De prijs der boter was 0.90 1.30. De Heer en Mevrouw Dr. H. C. M. VAN GÖR- KOM, brengen hun oprechten dank noot de vele en hartelijke bewijzen van belangstelling, ondervonden bij de geboorte van hun Zoon. Heusden, 13 Juli '86. De eerste trekking van de eerste klasse der 323e Ncdcrl. STAATS LOTERIJ vangt aan op 26 Juli c.k. beiden van beste kwaliteit voorradig bjj den Boek handelaar i ....JL

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 3