KIPPljMotaMelaar, puike STEENKOLEN. HEESBEEN. VERKOOPEN Een landbouwershuis Nieuw Ned. Panopticum. W. J. N.Landré, notaris to Vlijmen, BUTtOETILIJKE STAND. LAND- EN TUINBOUW. RECHTSZAKEN. 322ste Staatsloterij. Gemengd Nieuws en Allerlei. MARKTBERICHTEN. ADVERTENTIEN. TUIN- en BOUWLAND Machines a Coudrs Berthier Pr CHASSEURS m"EmT j t Hedikhnizon, vau 130 Sept. Geboren: Maria Petronolla, d. v. J. v. den Hont en Digna v. Bobhoven Rendrika. d. v. Jan v. de "Water en Gijsberdina Boeleu Hendrikns Lambertns, z. v. Gijsbertus v. d. Heijden en Adri- ana v. d. Lee; Antouios, z. v. Lambert us van Sprang en Barlha v. de Wiel. Overleden: Francis Vagts, 55 j., ecbfg. v. Petronella MnsMaria v. Gestel, 13 m., d. v. Marinus v. Gestel en Geertrnida v. Engolen. Eeten, Gendoren en Heesbeen, van 1 Sept.1 Oct. Ondertrouwd: L. v. Mersborgon jm. 30 j. en T. Versteeg jd. 19 j.; J. v. Hcmurt jm. 19 j. en T. v. Mersborgcn jd. 19 j. Getrouwd: M. v. Enkhuizen jm. 30 j. en P. Paaus jd. '24 j. Geboren: Isabella Elizabeth Clazina Adriana, d, v. J. P. Brouwers on J. C. Bnijs Dirk Willem, z. v, H. v. Wijlen en M. v. d. KoppelJan, z. v. G. v. d. Mooren en L. SaakosGerrit, z. v. A. L. Branderhorst en D. v. WijkGerrilje Fredrika, d. v. E. Haan en C. Krijgsman. Overleden: Wilhelmina v. d. Mooren 2 m, f Drongelou, van 1 Sept. tot 1 Oct. Geboren: Bastiaan, z. v. A. Timmermans on M. M. v. d. Kolk; Nicolaas, z. v. A. Schilders en C. v. Wijngaarden. f Meeuwen c. a. van 130 Sept. Geboren: Aart, z. v. P. Coign en A. in 't Veld Michiel, z. v. M. v. d. Beek on J. M. v. Herwijnen.. Ovorleden: Herman Marius v. Ivoijck. t ZEVENHUIZEN, 4 Oct. De hoofdproducten vau den landbouw zijn tarwe en rogge. Beide val len niet te best uit. Het stroo is kort en de kor rel klein. De opbrengst van het koolzaad is zeer gering. Daarentegen geven de overige voortbreng selen, zooals gerst, haver, duive- en paardeboonen een overvloedig beschot. Ook zijn de late aardap pelen goed. De vroege hebben veel door de ziekte geleden. De prijs er van is redelijk, 2.60 a 2.75, tegen 2.40 a 2.50 de H.L. verleden jaar. KERKNIEUWS. Naar Zevenhuizen, ds. J. H. Gunning te Ben- nebroek. Naar Doeveren en Genderen, C. J. Six Dijkstra, candidaat te Kadzand. Het gerechtshof te 's Gravenhage behandelde he den (Donderdag) de zaak van den landbouwer Jasperse te Veere, beschuldigd van poging tot moord' op de dienstbode, met wion hij, ofschoon gehuwd, ongeoorloofden omgang had. De beschuldigde legde volledige bekentenis af, na eerst getracht te hebben eeue vroegere beken tenis terug te nemen. De adv.-gen. Bijleveld eischte 10 jaar. De advocaat mr. Van Gigch betoogde, dat geen poging Lot moord aanwezig was, wel eeno pogiug tot doodslag en drong aan op een zachtere straf. De uitspraak is bepaald op 14 October. 5e Klasse. Trekking van 6 Oct. Prijs van 1000: nos. 2019, 2944, 5132, 16436 en 19644400nos. 7786 en 8698 200 nos. 1418, 1573, 5546, 15169 en 16242; 100: nos. 2137, 3675, 5814,9065, 10601, 15552 en 19859. 5e Klasse. Trekking van 7 Oct. Prijs van 1500 no. 191981000 nos. 1592, 6150, 10653 en 20248; 400: nos. 1350, 6145, 8396 en 8637; ƒ200: nos. 3321, 5938, 8111 8974 en 17123; ƒ100: nos. 854, 1740. 5296, 6003, 7531, 10370, 11130, 12309, 16947, 17088 en 19334. EEN VERLIEFD JONGMENSCII. 't Is Zondagmorgen negen uur. De familie is zich aan liet kleeden. Dat vereischt op Zondag dubbele zorg, al is bij velen reeds de afgodische vereering van het Zondagsche pak uitgeroeid, liet dagmeisje, een half uur over haar gewonen tijd ingelaten, wat men op dezen dag door de vingers ziet, »doet« de huiskamer en zet het ontbijt klaar. Ze stond erg ver wonderd den jongenheer reeds kant en klaar voor 't raam te vinden, daar ditzelfde jongmensch in den regel Zondags een gehechtheid aan zijn sponde toont, die kloppen, roepen en bonsen weerstaat, en ze vond het nog vreemder dat hij niet eens op hare waarschuwing scheen acht te geven, toen ze met stoffer en blik kwam aanzetten, met het bepaalde voornemen eenige wolken stofs in 't aanzijn te roepen. Maar jongenheer, ik moet toch vegen Loop rond met je jongenheer* en hij zocht naar het zich nog niet vertoonende zachte dons op de bovenlip, terwijl hij de kamer verliet. Toen de familie aan de ontbijttafel plaats nam, stond Emile stokstijf voor het raam en tuurde naar den overkant. Kerel, wat ben jij matineus van morgen, dat over komt je ook niet iederen dag!* zei zijn vader. Emile mompelde iets van vroeg wakker en niet kun nen inslapen tegen zijn »pa,« want als zoon uit den niet onbemiddelden burgerstand schijnt ook hij voornemens tot zijn ouden dag van zijn *pa« te spreken en gluurde onderwijl de straat over. Zoek je soms dat meisje, dat er pas is komen wo nen,* vroeg zijn zuster. En zoowaar, Emile kleurde, hij kleurde als een jon gejuffrouw en nam schaamrood plaats, onder een alge meen gelach. Ja, de jongenheer was verliefd en 't voorwerp zijner vereering woonde in no. 27, zoodat hij int no. 28 het vrije uitzicht had op de woning zijner beminde. 0, die woning! In de Nederlandsche Bank liggen schatten gouds, in het Museum de schoonste en duur ste gewrochten der kunst, in het Palcis de kostbaarste meubelen, maar wat beteekent dat alles, vergeleken bij deze eenvoudige woning van rooden baksteen in vwen verhuurd en op welker étage zij woonde, die hij liever aan t hart zou drukken dan alle schatten der aarde! 't Was verleden week begonnen. De verdieping had leeg gestaan en op een goeden morgen arriveerde daar een dier enorme wagens van de Gruijter, die een heel huishouden bergen kunnen. iiij stond voor 't raam ter wijl men aflaadde en opheesch en toen zag hij in 't leege huis een gedaante zweven, die hij minstens voor een engel gehouden had, indien ze niet in een licht ochtendjaponnetje gehuld was geweest, 't Was een beeld van een meisje, met blosjes op de wangen en krul- poney. Hoe gaarne had hij haar zijn diensten aange boden om de kanariekooi op te hangen of een paar spijkers in de keuken te slaan. Onverschillig wat, als hij maar de gelegenheid kreeg in haar nabijheid te zijn. O, wat benijdde hij de buren, dien knorrigen ouden heer boven haar, die voor de deur op zijn stok leunende, stond te foeteren over de herrie onder hem en volstrekt geen respect had voor 't hemelsche wezen dat van tijd tot tijd haar bevallig kopje door 't uitge nomen raam stak om een luchtje te scheppenen den dooven boekhouder met zijn perkamente vrouw en per- kamente dochters, die als spinnen zoo nijdig voor de ramen stonden om wat er geheschen werd te begluren en te kritiseeren en den winkelier in de benedenwo ning, die 't voorrecht reeds gesmaakt had kennis met zijn ideaal te maken, toen ze een boodschap kwam doen. Wat benijdde hij ze, de onverschilligen, die on der 't zelfde dak met haar sliepen en volstrekt geen alinung» hadden van den betooverenden invloed, die haar aanwezigheid uitoefende naar den overkant der straat. Zeg, ventje,* zei vader onder 't ontbijt, geen ver- liefdhedens zonder permissie hoorEn vooral geen con necties aanknoopen met onbekende dames!* Onbekende, pa?« Nu ja, onbekende, ze mag dan in de straat wonen, maar onbekend is ze toch en je weet maar niet welk varken je in de kuip hebt!* Dat was te veel voor Emile. Hij werd bleek en stond op. Zijn vader tegenspreken durfde hij niet, maar hij kon de geliefde zijns harten toch niet bij een varken ten vergelijken. Daarom ging hij heen. Een varken en zij, het heerlijke wezen, 'tzouomuit te schateren wezen als 't niet zoo bedroevend belee- digend was. Hij ging in 't zijkamertje voor het raam staan, na tuurlijk den blik gericht op No. 27, waar nog altijd de gordijnen potdicht bleven en dacht er over hoe de gelegenheid te vinden haar te spreken. Den dag vol gende op den verhuisdag, was het hem gelukt haar aan te treffen. Toen hij 's middags na den eten naar het kantoor ging, trad zij juist ter deur uit, terwijl een bejaarde dame met een kind op den arm haar tot de deur uitgeleide deed. Hij twijfelde er niet aan of dit was haar moeder en jongste zusje. Zij zoende 't kind en riep »dag lieveling.* 't Werd Emile won derlijk te moede. »Dug lieveling!* Wie weet of 't oogenblik niet aanstaande was, dat ze ook tot hem zoo zou spreken Hij kleurde tot achter de ooren op straat en liep een paar kennissen strijkelings zonder groeten voorbij, zijn oog steeds gericht op het residagroen pak, dat voor hem uit fladderde en na een korte poos in den tram plaats nam. Hij wenkte den koetsier en sprong ook op. Hoe hij er den moed toe had gekregen, wist hij nog niet, maar hij zeide, naar hij dacht zoo onbevangen mogelijk, mooi weertje, juffrouw?* waar op de juffrouw hein een zeer vriendelijken blik toe wierp en antwoordde: ja, mijnheer!*. Meer niet; maar genoeg om Emile in den zevenden hemel van gelukzaligheid te brengen. Ilij had niet verder durven spreken, warit naast hem zat een heer, met een zeer brutaal uitzicht, die zijn geliefde voortdurend bleef aanstaren, wat haar, naar 't bleek, erg onpleizierig aandeed, daar zij de oogen neersloeg en met haar parasol speelde. Een mooi smoeltje,* mompelde de heer tegen Emile, hetwelk dezen weer 't bloed in 't aangezicht joeg. Hij gevoelde groote neiging het onbeschaamde sujet in de haren te vliegen, maar liet het gelukkig bij de neiging blijven. Het schoone wezen stapte on derweg uit en ging een winkel binnen. Emile moest naar 't kantoor en daar had hij den heelen dag ge zeten en ongeloofelijk veel papier verknoeid, want hij kon geen enkelen brief correct stellen. En nu stond hij weer en gaapte haar ramen aan. 't Was hem wonderlijk te moede. Hij gevoelde dat hij zoo niet langer leven kon, dat het van daag moest buigen of barsten. Maar hoe dat wist hij zelf niet. Wanneer er maar eens wat leven ;n die woning kwam, dan kon hij eenig plan de bataille opstellen, b. v. wanneer ze soms naar de kerk mocht gaan, kon hij ze naloopen en bij den uitgang afwachten. Misschien kwam er dan onder kerktijd wel een re genbui en kon hij haar een paraplu aanbieden Of wanneer ze in 't park ging wandelen met haar zusje, kon hij 't wel zóó aanleggen op 't zelfde bankje plaats te nemen. Edoch er scheen weer niets van te zullen komen, de tweede étage van no. 27 bleef volmaakt gesloten «Emile, wat scheelt er toch aan!« vroeg zijn moeder dicht aan zijn oor, na onmerkbaar binnen gekomen te zijn. Och, niets ma!* zei Emile hij draaide 't hoofd af en kleurde. Ja, je hebt iets, dat je voor ons verborgen houdt, zeg hel mij maar, je bent altijd zoo'n openhartige jongen geweest en zou je nu heimelijk verdriet met je omdragen Ik heb geen verdriet, ma, maar ik zou veel ge lukkiger zijn a's zij 'took wist!* Zij, dat meisje aan den overkant? Pas maar op, hoor pa zei, dat hij dat boeltje niet vertrouwde. Foei ma, als u 'i meisje zag, zou je me toestem men dat er geen liever schepsel op de wereld was en zeker geen d:e je bever tot dochter zoudt vven- schen. Moeder schaterde het uit. Zóó dwaas had ze 't nog nooit bijgewoond. Ze begreep echter dat er iets gedaan diende te worden en sprak er daarom met papa over, die beloofde onderzoek naar het meisje te zullen instellen. Intusschen doorleefde Emile een naren dag. Hij vond zijn kameraad ontzettend vervelend, de heele stad geleek hem een groot graf. Zijn grootste vermaak was in de straat op en neer te loopen en de neer gelaten gordijnen van no. 27 te begluren, die als een dicht wolkenfloers zijn hemel verduisterden. Aldus wandelende tusschen licht en donker, zag hij een net rijtuig voor de woning zijner aangebedene stilhouden en een heer, waarin hij terstond den aris tocraat opmerkte, daar binnenwippen. Zeker een docter, dacht Emile en de schrik sloeg hem oin 't hart. Daarom was alles gesloten gebleven, omdat ze ziek, misschien doodziek was Een poos later kwam de bejaarde dame den koetsier een bevel overbrengen, waarop deze wegreed in de kamer werd vervolgens licht opgestoken en herhaaldelijk vertoonden zich scha duwen op de gordijnen. Zoo 't niet de docter is, dan is 't zeker haar vader.Met deze troostende gedachte ging Emile naar huis en droomde verder met open oogen. Den volgenden dag deed vader wat hij voorne mens was. Hij liep bij den buurt-secretaris aan, dien hij kende en informeerde naar de bewoners van no. 27, tweede étage in de Maarten van Rossumstraat. Thuis gekomen riep hij Emile en deelde hem mede, dat aan den overkant de wed. Van Buren woonde met haar ongetrouwde dochtervroeger hadden moeder en dochter een mangelaffaire uitgeoefend, doch na het ontstaan eener intieme relatie tusschen de dochter en een heer van de Keizersgracht, was de affaire verkocht en woonde de familie thans op no. 27. De kleine was een kleindochter van de moeder. Als jij nou lust hebt om als vader te staan van dat schaap, dan zal ik van middag voor je er op uitgaan, Emile,* zei vader met een sarcastisch lachje. Emile zei niets, pinkte een traan weg en beloofde de zaak blauw blauw te laten. Maar hij kon het h e e r 1 ij k e wezen nooit tegenkomen zonder tot achter de ooren rood te worden. Twee personen te Leiderdorp wareu het met el kander niet eens over den afloop van het rechts geding tegen ds. Ving. De een vond dien afloop juist naar behooren, de ander meende dat de pre dikant volkomen verdiend had eenige weken in de gevangenis door te brengen. Hierover eerst woor den, toon handtastelijkheden, alles zonder overeen stemming. Het slot was dat de eerste met onge schokte overtuiging, maar met bloedend gelaat en gezwollen oog het raadhuis ging opzoeken om proces-verbaal te laten opmaken. Zou het nog zoo zijn? Dominé B. (thans emeritus), ontving in het voorjaar van 1862 een beroep naar eene dorpsgemeente in Zeeland. Aan gezien hij een groeten naam had van wege de zui verheid in de loer, kroeg hij al spoedig een adres van de kern dier gemeente, met de bede dat het hem behagen mocht dit beroep op te volgen. Hoe strcelend dit voor den predikant ook wezen mocht, zoo wilde hij toch gaarne weten welk vleesch daar in do kuip was. Daarom werd het adres terugge zonden, met verzoek dat elk ondertoekenaar (die hot missen kon) zich verbinden zou, bij do intreö- preek 1.voor do armen te offeren. Van de 291 namen waren er, toen het adres terugkwam, 249 geschrapt. De predikant bedankte daarop voor het beroep. De koster eener gemeente van een Noord-Hol- landsch dorp is tevens agent om de bekende hor loges van ƒ6.30 aau den man te brengen. Daartoo bedient hij zich o. a. van geïllustreerde prijscou ranten. Zondag 11. had hij in zijn ijver een exem plaar van deze prijscourant golegd niet alleen in de bijbels van ouderlingen, diakenen en kerkvoog den, maar zelfs op domino's bijbel, op don preek stoel en in het gezangenboek van den voorzanger. Toen hij geen bestelling op een uurwerk ontving, maar wel een standjo na hot eind van de preek, wist hij althans best hoe laat 't was. Onderwijzer. Waarom deuk je wel, Meier, dat Socrates zoo kalm don dood in de oogen zag Meier. »Hij was zeker in een levensver zekering.* In het treurspel, Boerin. Lieve hemel, nu zijn zo allen dood. Hoe krijgen ze toch alle dagen zooveel nieuwe tooneelspelers Tourist voor den Niagara. Almachtig aar dig Eu loopt dat nou don hoeion nacht ook door Foei Jantje, lig je nog in bed? Hé, wat ben je lui; sta op en schaam je!« Och, moeder, laat me nog een beetje liggen, ik kan me in het bed ook wol schamen.* Waarom huil je zoo, kleine meid?* Hihihi, moeder beeft mjj en Pietje ieder oen mosterdpap gelegd, maar die van Piotjo is veel grooter dan de mjjue.* Hé, juffrouw Meijer, gaat U verhuizen?* Ja, wat zal ik zeggen, mijn lieve Azorretje wordt zoo aamborstig, dat hot beestjo erg last heeft van het trappenklimmen.* Waar ga je met dat raam heen, Hannes?* vroeg een dorpsgeestelijke, die een boer tegen kwam. die een venster op zijn schouders droeg. Naar de stad, dominé?* Wat moet je er meê uitvoeren?* Ik heb in de krant gelezen dat er in stad een groote optocht is en de memchen wol vijftig gul den voor een raam geven en nu ga ik het mijne verkoopeu.* Een man van zijn tijd. Onlangs stond in een Engelsch blad de volgende advertentie: Een vader wenscht voor zijn zoon eene school te vinden, waar hem eene manneljjke en nuttige opvoeding wordt gegeven en waar de onderwijzers de hoofden hunner leerlingen niet volstoppen met geschiedenissen van volken, die sinds honderden eeuwen dood en begraven zijn, en waarvan geen enkel burger voor kapitein op eeue stoomboot of voor stationschef gedeugd zou hebben.* Ook oen uitvlucht. »Zeg, krijg ik die »Revue Suisse* nu eens van je terug? Ik heb hem noodig!* Met een paar dagen heb je hem, hoor. Je be grijpt, dat Zwitsersche Fransch leest zoo moei- lgk!« Goedhartig. »Och, Mijnheer de telegraaf, tele grafeert u aau mijn vrijer, dat zijn moeder zoo naar ligt, maar doet u het als je blieft een beetje langzaam aan, want anders mocht hij eens ver schrikken. Tweederlei val. In zekeren schouwburg werd een nieuw stuk opgevoerd, «lat met glans viel. Toen in het tweede bedrijf gedurende de alleenspraak van een der tooneelspelers het fiasco zijn toppunt had berreikt, viel ongelukkig een groot stuk kalk van het plafond, midden onder het opgewonden publiek, en zeker zou er eene paniek ontstaan zijn, als niet de tooneelspeler zoo gevat was geweest het pu bliek met luider stem toe te roepen: Stelt u ge rust, heeren en dames, dat is niet het eerste stuk dat hier valt!* Pa, wat i3 toch een belletrist Wel, je verstaat Fransch, niet waar? Nu wat is belle in het Nederlandsch? Schoon. En triste? Treurig. Best. Belletrist,, vat je, is een schoon maar treurig beroep, want een belletrist heeft meestal geen gold. Niet wen3chelgk. >Ik zal hier even uitstappen en mijne beenen wat uitstrekken*, zeide een lange man, toen de trein aan een station stil hield. Och, doe dat als 't u blieft niet,* sprak hier op een passagier, die tegenover hem had gezeten en voel last van de lange beenen van zjju overbuur man had gehad »laat het maar! zij zjjn al lang genoeg.* Goede informatie. »Wat is die Dijkers toch voor een kerel? Is hij solide?* >0, sedert hg niet meer in zaken is, is het de fatsoenlijkste man van de wereld!* f DUSSEN, 7 Oct. Op de heden alhier gehou den botermarkt werden aangevoerd 142 kilo boter. Zij gold van 1.35 tot 1.48. f DORDRECHT, 8 Oct. Weiboter 0.60 k 0.50. Kunstboter 0.35 a 0.26. Grasboter ƒ0.88 a ƒ0.80. Tonnen, 14.25 a 13.50 Eieren 6.25 a ƒ5.50 per 100. DORDRECHT, 7 October. Tarwe. Jarige puike Zeeuwsche, Vlaamsche en Overm. 7.50 a 7.80. Overm. goede en mindere 7.10 a 7.30, Nieuwe puike Zw., VI. en Overm. 6.70 a 7.10, dito mindere en Blauwe 6.20 a 6.40, dito Zomer a dito Canada 5,70 a 6.10. Rogge. Zeeuwsche.on VI. 5.10 k 5.80, Overm. 5.— a 5.50. Gerst. Winter Zeeuwsch on VI. Zakmaat 4.10 a 4.60, Overm. en Flakk. Zakm. 4.a 4.30. Zomer Zws. en VI. Zakm. 4.a 4.50. Haver. Voeder 2.50 k 3. Spelt a Paardenboonen Duivenboonen 6.30 a 6.80. Witte Boonen 8.a 10.Br. Boonen 9.a 10. Blauwe kook-Erwten 7.60 8.80, Voeder dito 7.— a 7.20. Kanariezaad 9.a 10. Koolzaad is op levering Oct. op 800 kilo OHe tot j 235 gedaan. Lijnzaad zonder handel. Raapolie per 100 kilo 6 w. 22Y3, cont. f2H/j. Lijnolie 6 w. 241/4, cont. 23]/4- Raapkoeken. Harde 75 a 80 per 1040 stuks. Lijnkoeken. Harde 95 k 100 per 1040 stuks. ligt in de Haven te Ileusdcn met eene lading Levert uit het Schip vrij aan huis tt 50 O JE INT per MUD. zal op MAANDAGEN 18 en 25 OCTOBER 1886, telkens 's namiddags 2 ure, ton herberge van Van de a Moobkn, te Heesbeen, in het openbaar, krachtens artikel 1223 B. W., te Ileesbeen, kadaster Sectie E no. 98 »n 99 groot 92 aren. Informatiën geeft men ten kantore van den Heer P. c. A. KU1JPERS te Drunen. LES VÉRITABLES Sont les meillenres pour Families Tailleurs, Conturières otc S'adresser directeraeot I Henry-Ch. BRTMER lils, 175, Boulevard Voltaire, 175, PARIS. VT1V factice VTN naturel meilleur que le 20 c. Ie lit. Le moyen de le fabriqner dans chaque ménage est envoyé franco cortre 1 fr. (Mandat ou timbres). BERTHIER, 175, Boulevard Voltaire, Paris, merveilleuse s'adaptant a tont fasil, il est im-l possible de manqner le gibier. On la reqoil\ franco partout, en envoyant 1 fr. 50 (Mandat oul timbres), a BERTHIER, 175, Boulevard Vol-1 ta 're, Paris. Nederl. Hekv. Gemeente. Beroepen Aangenomen Prijzen van 100 en daarboven. met ingénieur-constructeur ^tjmiii i*«i vrab

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 3