No. 529. W oensdaa 3 November. 1886. BULGARIJE. FEUILLETON vooa Uitgever: L. J. VEERMAN, neusden. De Geschiedenis van een Kind. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG Abonnementsprijs per 3 maanden f 1 verhooging. en ZATERDAG. Franco per post zonder prijs- Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. De loodzware hand, die Turkije eeuwen aan eeu wen heeft laten drukken op de bevolking van het Balkan-schiereiland, is wel sedert eenigcn tijd wegge nomen, maar de naweeën doen zich nog langen tijd daarna gevoelen. Evenals het Israëlietische volk uit het juk der Egyptische dienstbaarheid ontslagen, ver zwakt en ontzenuwd was door den jarenlangen druk en eene harde leerschool had te doorloopen, eer het op eigen beenen kon staan, evenzoo gaat het thans met de Balkan staten. Griekenland is langzamerhand tot rust gekomen, maar dat land is ook reeds sedert bijna zestig jaren van Turksche overheersching vrij; toch is daar ook alles nog niet op vasten voet. Zijne ligging, afgesloten van de andere Europeesche Staten, is grootendeels oorzaak dat het zich, zij het dan ook met horten en stooten, heeft kunnen ontwikkelen en min of meer tot bloei komende andere Balkansta- ten hebben een harderen strijd te voeren om onaf hankelijk te worden, nadat zij reeds eene zoogenaamde onafhankelijkheid hebben verkregen. Hunne ligging dicht bij Oostenrijk en dicht bij Rusland maken die stalen tot een brandpunt van de kuiperijen van die groote mogendheden en Rusland wil wel onafhanke lijkheid van die staten helpen waarborgen, mits de invloed van Rusland alles behcerscht. De gebeurte nissen van den jongsten lijd hebben het al weer ge leerd dat geen vorst in Bulgarije regeert dan bij Buslands genade en dat zijn toestand onmogelijk wordt, wanneer Rusland wil dwarsboomen. De ge beurtenissen van den jongsten tijd hebben eene tref fende familie gelijkenis met hetgeen voorviel in de kleine statenvan Duitschland, toen Pruisen in de Door R. Tellheim. SLOT. llonnif had zich met afschuw van den ouden wel lusteling afgewend, en met diep medelijden zijne oogen op de bekoorlijke gestalte in de manége laten rusten. Och, wat was zij een lieftallig schepseltje half nog een kind, een pas ontloken knop! Met edelen eenvoud bestuurde Maria het moeielijk te regceren ros, dat schuimvlokken van zich afwerpend dooi' de manége trappelde, het beeld der ontembaar heid, doch willig gehoorzamend aan de lichtste trekking van de kleine handen zijner meesteres. Hoe harmonisch waren al hare bewegingen. Hoe weinig had zij van eene coquette. En deze engel zou vallen als een of fer van vuig winstbejagDit schoone schepsel was niets dan een kapitaal in de hand eener koppelaarster, die haar om bloedgeld zou overgeven aan den eerste den beste, haar van de eene hand in de andere zou laten gaan, tot datO, was er dan niemand, die dit bekoorlijke wezen van het verderf redden wilde? Maar de heinel regeerdeDe dood vernietigde de plan nen der megare: zij stierf plotseling. De roué's hadden Maria Bolesvska toen beschouwd als eene onbeheerde koopwaar. De verleiding had hare strikken gelegd, maar Maria had een' vriend gevonden in llonnif, die haar als een trouw vriend en belange loos raadgever in alle moeielijk heden terzijde stond. Zij steunde op hem gelijk een kind op zijn' vader. Boven al degenen, die haar huldigden, bevoorrechtte zij hem, die zoomin de schoonste als de rijkste harer aanbidders was. »Nu ik u gehoorzaam zijn zal, graaf llonnif, ik van u wezen,» had zij eens in gebroken taal tot hem gezegd. Dat klonk alsof ze een van eigenaar verwisselde koopwaar was, had Honif geantwoordhet ware hem liever geweest zoo zij gezegd hadik ben de uwe. En zoo was de dag gekomen dat hij haar zijne f liefde bekend had! O, welk een gelukkige tijd was I er toen voor hem aangebroken, hoeveel uren van innige vreugde, van onvermengde zaligheid Josa werd geboren llonnif had moeder en kind omringd met alles wat He eischcn van gemak en weelde konden voorschrij vorigc eeuw zich tot eene eerste-rangs mogendheid ging verheffen. De rol, door Rusland tegenwoordig in Zuid-Oost Europa gespeeld, is hoogst onwaardig, al is het de voortzetting van de politiek van Peter de Groote en van Katharina de Tweede, namelijk het Russische gebied tot den Bosforus uit te breiden en de Turken uit Europa te verdrijven. Toch bezitten de staten van den Balkan en wel met name Servië en Bulgarije alle gegevens om tot welvaart en bloei te komen. Maar ze moeten op zich zelvcn staan. Beide staten zijn vruchtbaar en schoon. Het beste middel om ze tot bloei te laten komen, is ze aan zich zelf over te laten. Hoewel Bulgarije twintig jaar langer dan Servië onder het juk der Turken heeft gezucht, is het Ser vië in beschaving verre vooruit, liet verschil tusschen Belgrado en Sofia, de beide hoofdsteden, is groot en in het oogloopend. Belgrado maakt den indruk van een groot, vuil dorp. De stad heeft slechts ééne mo derne straat en een paar nieuwe huizen, die hier en daar verspreid liggen. Een net logement of koffiehuis zal men er niet aantreffende straten zijn er slecht en morsig; de bevolking, militaire zoowel als bur gerlijke, ziet er armoedig uit. Het land is ruim drie maal zoo groot als oris land en telt slechts ruim hel dorde part der bewoners, daarbij vruchtbaar, zoodat voor iemand die er werken wil, er altijd werk en voedsel is te vinden. Maar de lust tot werken ont breekt hun. Dat is gedeeltelijk een gevolg van de overheer sching der Turken. Daar de Serviërs wisten dat hunne overgespaarde penningen vroeg of laat in de handen hunner uitzuigers zouden vallen, spaarden zij eenvoudig niet. Zij werkten om te leven en om de belastingen te kunnen opbrengenverder vergenoeg den zij zich met een zalig nicts-doen. Sinds de Turken weg zijn, is hun de gewoonte van luieren bijgebleven. De Servische belastinggaarder is niet zeer nauwgezet, dus hebben zij nog een prik kel minder om te werken. Elke Serviër die trouwt of twintig jaar wordt, heeft recht op drie akkers van het gemeenschappelijk grondbezit. Voor elk stuk dat hij onbebouwd laat, moet hij dubbel belasting betalen, maar daar weet hij wel raad op. Hij laat door zijne vrouw den grond een weinig beploegen en er juist zooveel maïs zaaien, als noodig is om het denkbeeld oogst op te wekken. Voor geld noch goede woorden /.al de Serviër uit zijn geboorteplaats trekken om te gaan werken. De eerste spoorweg in het land zelf, wordt gemaakt door Duitsche, Italiaansche en Croatische arbeiders, liet hout en de steenen vervoert de Servische boer, maar dat is het eenige ook. Laden doen de vreemdelin gen, de ossen trekken en hij loopt er bij. De ope ning van dien spoorweg zal nog wel tot 1888 uit blijven en kan misschien veel invloed hebben op het lot van Servië. Bulgarije is geheel de tegenstelling van Servië. De Turksche overheersching maakte de Serviërs lui en onverschillig, de Bulgaren heeft zij spaarzaam, zelfs gierig gemaakt en daarenboven uiterst voorzichtig. De Servische boer heeft geen vee, de Bulgaarsche bezit koeien, varkens en ganzen. Zijne spaarpennin gen verstopt hij en wil van geldbelegging niets we ten. Al wat papier is, zelfs bankbiljetten, wordt door hem gewantrouwd. Door hunne verregaande zuinig heid komt dronkenschap onder hen niet voor. Kof fiedrinken en tabakrooken slechts heel zelden. Maar hunne woningen zijn beneden alles. Zij wonen nog in middcleeuwsche krotten. Ook dit is een gevolg van de heerschappij der Turken. In den tijd dei onderdrukking moesten zij armoede voorwenden om aan de klauwen der Turksche uitzuigers te ontsnap pen. Yorst Alexander heeft reeds een geheel leger van flinke ambtenaren en soldaten aangekweekt en de in vloed der steden deed zich reeds op het platte land gevoelen. De voorvallen van den laatsten tijd zul len aan den voorspoed en de ontwikkeling van het land niet bevorderlijk zijn, maar beide integendeel vertragen. De hoofdstad van Bulgarije, schrijft een ooggetuige, de correspondent van de Times», dc hoofdstad maakt den indruk van eene badplaats, die in trek begint te komen. Zij heeft hare hotels, welke voor die in de groote steden in het buitenland niet behoeven onder te doen, hare groote cafe's met Duitsche en Fransche tijd schriften en dagbladen, hare rij winkels en een paar straten met goed plaveisel. Daarin is zij alle steden op het Balkan-Schiereiland vooruit. Op een goed pla veisel kan zich zelfs Konstantinopel niet beroemen. En in de ontwikkeling der bevolking, èn in aan leg vormen Bulgarije en Servië een scherp contrast. De Bulgaren hebben de stoutheid gehad zich aan den invloed van Rusland te willen onttrekken daarvoor heeft het moeten boeten en zijn vorst moeten missen. De dagbladen hebben ons op de hoogte gebracht hoe Rusland zich heeft willen moeien in de verkiezingen, en tot welke betreurenswaardige tooneelen die be moeiing heeft aanleiding gegeven. Generaal Kaulbarsch heeft in dezen zijn Souverein zoo gecompromitteerd, dat iedereen nieuwsgierig is hoe hij of Rusland er zich uit willen redden. Van den eigenlijken staatkun digen toestand op dit oogenblik is zóó weinig te zeg gen, dat de eene dag weersproken wordt, wat den gezegd is. Eén ding schijnt zeker te zijn, vorigen ven. Onder die bedrijven echter teerden zijne midde len op. Het eene schrikbeeld na het andere doemde dreigend voor hein op; geldgebrek, schulden, eerloos heid Toen had hij het laatste en uiterste red dingsmiddel aangegrepen. Er kwam een dag dat hij zijne Maria en zijn kind, met vroolijke scherts op de lippen, maar met van waanzinnige smart verscheurde ziel, ten laatsten male kuste, om zich naar elders te begeven voor zijne verloving met eene dame uit de hooge aristokratie. Hij gevoelde hoegenaamd niets voor zijne bruidzij was voor hem alleen het middel om hem rijk te maken, rijk, voor de eenig geliefde en haar kind. Toen graaf Honnif den dag na zijne verloving de kleine woning betrad, waar zijn geluk woonde, vond hij er alles, waarmede zijne teedere zorgen de gelief- dén omringd hadden, het speelgoed van Josa, de rijke toiletten en kostbare sieraden harer moeder de moeder en het kind echter waren %verdwenen. Op Maria's lievelingsplaats vond hij eene courant, dezelfde die zijne verlovings-annonce bevatte. Het blad droeg de duidelijke sporen van hare tranen. Eenige weken later zag hij haar weder; voor het laatst. In gezelschap van haren vader, was hij met zijne biuid naar de residentie gereisd. Op zeke ren avond hield het rijtuig, waarmede zij dien dag een rijtoertje gemaakt hadden, onverwacht stil voor het circus dat zich toenmaals in de residentie bevond. Wat keek zijne bruid hem bij het uitstijgen zonder ling aanhoe vreemd was de blik van haren vader. Honnifs hart klopte bonsend. Was Maria hier en wilde men hem op dc proef stellen? Op het pro gramma kwam haar naam niet voortoch was zij er, hoewel onder een' anderen naam. Plotseling ver toonde zij zich. Zij zat op een paard dat opvallend wild was en voerde met eene aan razernij grenzende roekeloosheid dc gevaarlijkste sprongen uit. Daar rees zijne bruid van haren zetel op, legde hare hand zwaar op zijn' arm en zeide met een' duivelschen lach: Welk' een schepsel! Bah, laten wij gaan.» En zij waren gegaandien avond laat nog vertrok ken zij. Enkele dagen later werd op het landgoed van den rijken edelman het huwelijk voltrokken. Daarop volgde de huwelijksreis. Eerst eenige maanden later had Honnif vernomen dat Maria Bolewska op den bewusten avond met haar paard gevallen was en zoodanige kwetsuren had ontvangen dat hare carrière voor altijd gebroken was. llonnif beschuldigde zich de oorzaak van haar ongeval te zijn. Zijn verschijnen in het circus aan de zijde van haar, voor wie hij Maria had opgeofferd, moest haar de smadelijkste beleedi- ging toegeschenen hebben. De ongelukkige had hare tegenwoordigheid van geest verloren en liet on geluk had plaats gehad. En nu moest hij haar hier wedervinden in het ge zelschap van dezen erbarmelijken kermistroep, haar en haar kind. Wat al kommer en ellende moesten de dierbare wezens gedurende dit jaar van scheiding al niet verduurd hebben! Maar Goddank, thans scheidde niets hen meer! Hoe ongelukkig had hij zich gevoeld aan de zijde van de aristokratische vrouw, die zijne echtgenoote heette! Hoe had hij er naar gehaakt zijne beide dierbare panden terug te zien, die hein te liever schenen te worden naarmate de hoop, eenig spoor van hun verblijf uit te vorschen, verflauwde. Zijn gevoel overmeesterde hem ouder de overpeinzin gen, eene hevige ontroering greep hem aan. Hij weende. Ja, h'tj weende, zooals slechts een man weenen kan, die na een langen lijd van grievend lijden zijne eerste tranen stort. Hij gevoelde zich volkomen overweldigd door zijne elkander overstelpende gedachten. Doch opeens doorliep eene rilling zijn lichaam. Was het inbeelding of werkelijkheid. Verscheen daar niet voor zijne ten hemel gerichte blikken Maria Bolewska als een engel, nederdalend uit de oneindige ruimte. Zij droeg hetzelfde witte gewaad, waarin hij haar ten laatsten male aanschouwd had. Door het maanlicht omspeeld, zweefde zij nader en nader. Hare schitte rende oogen rustten op hem met eene uitdrukking van zalige verrukking, zij hief hare hand op, die doorzichtig was als ether en wenkte hem haar te volgen. Honnif sprong op en ontrukte zich met geweld aan de betoovering die op hem rustte. Had hij een visioen gezien of speelde zijne phantasie hem parten Was Maria dood Had zij de oorden der gezaligden verlaten, om hem op te wekken zijn kind een plaats in zijn hart te hergeven? Dwaasheid! Niets dan dat! In het kamertje der soubrette lag Josa met den dood te worstelen. Bij het bed, waarop het ster vende kind rustte, stond de in allerijl te hulp geroe pen dokter. In een' hoek van het vertrek zat de sou brette ineen gehurkt en snikte zacht. De deur ging open en graaf llonnif trad haastig binnen. Zijn gelaat was belrukken, hij sidderde aan zijn gansche lichaam. Sprakeloos zonk hij naast het bed op zijne knieën, sloeg zijne beide armen om Josa heen en overdekte haar gezichtje met kussen. »Er is immers geen gevaar bij, dokter?» vroeg Honnif in de hevigste zielsangst. De geneesheer, die zich Honnifs gedrag niet ver klaren kon en hem getroffen aanzag, zeide: De toe stand van de kleine is hopeloos, graaf. «Hopeloos! O, Josa mijn kind!» kreunde llon nif. «Waar is hare moeder?» stamelde hij toen en keek met verwilderde blikken om zich heen. De soubrette naderde, hem en sprak zucht: Onze direkteur heeft mij verteld dat de moeder van het kind twee dagen geleden in de stad, daarginds, op het armenkerkhof begraven is.» Eene rauwe kreet ontsnapte aan zijne borst, zijn hoofd sloeg dreunend tegen de planken van de bed stede. Vrouw Brandes... goede vrouw Brandes prevelde het kind, «moeder heeft gezegd dat je een paar eerlijke handen aan je lijf hebt en datik ze altijd in eere moest houden Ja, ik wil doen wat je zegt, vrouw Brandes Geef de kous maar hier Josa zal ze sloppen graag Neen, neen geen kunstenares ik wil fluitspelen als ik er lust in heb, niet als ik moetDat mag ik immers wel als mijn taak af is Ja Hare borst ging zwoegend op en neer, hare brandende lippen bewogen zich in de hitte der koorts, doch geen woord ontsnapte haar meer. «Josa! Josa! 0, blij! toch bij mij!» snikte Hon nif. Dokter, o, red het kind!» jammerde hij in de uiterste vertwijfeling. liet onheil werd óf teweeg gebracht door bovenma tige overspanning der zenuwen, öf door hevige licha melijke vermoeienissen,» antwoordde de man der kunst, zelf diep geschokt. »IIet is eene verlamming van het hart er is geen redding mogelijk.» Hoor, dat is dc tamboerijn!» riep het kind. Zij rinkelt diep onder de aarde mijn lieve moetje komt O, ik wist het welMoetjelief!Zij hief hare armpjes ten hemel, alsof zij hare moeder wilde omhelzentoen zonken ze neder op de schou ders van den weenenden man, die half ontzind van smart over het kind heen gebogen zat. Josa!» kreet hij, »Josa!« Het meisje opende langzaam de oogen. Ken je mij nog, Josa?» 21) 9

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 1