No. 533.
1886.
Woensdag 17 November.
Uitgever: L. J. VEERMAN. Henaden.
SUIKER
FEUILLETON.
De Tweelingzusters.
KM»
VOOH
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG cn Z A T E R D A G.
Abonn ementsprijs: per 3 maanden 1Franco per post zonder prijs-
verhooging.
i''"-
Advertentiën 16 regels (50 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden
stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur.
Binnenlandsche ADVERTENT IEN
waarvan de plaatsing driemaal wordt opgegeven
worden slechts tweemaal in rekening gebracht, ltij
toezending gelieve men vooral duidelijk den naam
van den Uitgever op het adres te stellen.
Er is een tijd geweest dat de Nederlan
ders, na zich in Indië genesteld te hebben,
langzaam maar zeker de inlandsche vorsten
onderwierpen en ze, zonder het inwendig
bestuur te veranderen, dwongen om zekere
producten tegen vastgestelde prijzen aan
hunne handelsvereenigirig, de bekende Com
pagnie, af te staan.
Zoo verkregen we dol goedkoop rijst,
suiker, indigo enz. en dreven in deze arti
kelen een rijken, uitgebreiden handel met
geheel Europa. Onze vaderen voeren daar
wel bij, althans in het finantieële en 't, is
voor onze tegenwoordige handelaars om te
watertanden, als ze denken hoe hunne voor
gangers naar eigen willekeur den inkoops
prijs der suiker enz. bepaalden cn bij ver
koop zooveel trachtten te verkrijgen als
slechts mogelijk was. Maar neen, dat zul
len ze niet. Ze weten ook wie de dupe
van dezen handel was, een handel die dezen
naam niet dragen mag.
Na den ondergang der Compagnie en de
wisselingen in de oorlogen met Engeland,
kwam Indië weer aan ons cn begon het Ne-
derlandsch gezag perceelen gronds op Java
in huur uit te geven, onder verplichting,
de geteelde producten tegen een bepaalden
prijs aan 't Gouvernement af tG staan. Men
staakte toon den verkoop van gronden aan
particulieren wat ten tijde der Compagnie
bij uitzondering geschied was en kocht zelfs
die gronden ten deele in.
Deze wijze van exploitatie, verhuring aan
niet-inlanders, begon reeds een hooge vlucht
te nemen, toen het Gouvernement geld
noodig hebbende, van koers veranderde en
in 1830 het cultuurstelsel invoerde.
Uit stelsel verplichtte de bevolking hare
gronden ten deelo te bebouwen met zoo
danig product als het Gouvernement het
meest voordeelig achtte en waarvan de op
brengst ook aan het Gouvernement werd
geleverd, tegen betaling van plantloon.
Waar de bereiding van het product veel
zorg vcreischte, werd toegestaan contract te
sluiten en de Staat steunde de contractan
ten met de meeste voorkomendheid.
Cok deze wijze van exploitatie heeft ons
ontzaglijke voordeelen bezorgd en vele ge
lukkige landgenooten rijk gemaakt. Uit
deze periode dagteekenen de bekende ^Sui-
lords," wier bestaan echter weldra tot het
verleden behooren zal.
De gedwongen cultures zijn achtereen
volgens afgeschaft. In 1885 waren nog
alleen over de suiker- en koffie cultuur. Van
deze is de eerste in 1870 veroordeeld en
bepaald dat ook zij langzamerhand zal af
geschaft en in 1890 geheel opgeheven worden.
De suikerteelt is dus thans voor de helft
in handen van particulieren. Toen het
Gouvernement ze los liet, stonden tal van
ondernemers gereed voor eigen risico ze op
te vatten en op dit oogenblik telt Java 93
fabrieken, die in contract met de regeering
werken tegen 96 geheel vrije. De eersten
teelden in 1885 te zamen 270 millioen,
de laatsten 144 millioen kilogram suiker.
Het stelsel van gedwongen cultures heeft
twintig jaren geleden heel wat pennen en
monden in beweging gebracht. Er waren
geen woorden zwart genoeg om het te
brandmerken als de meest onzedelijke duiten-
platerij. En geen termen schoon genoeg,
om de vrije cultures aan te bevelen.
Helaas, de bestrijders van het cultuur
stelsel konden niet vermoeden wat eenmaal
geschieden zou, voorzagen toen niet hoe
eenmaal èn vrije cn gedwongen suikeraan-
plant te worstelen zouden krijgen met een
concurrent, toen nog klein en ongeacht,
doch thans sterk en machtig, zoo machtig
dat thans reeds de wanhoop onkelen drijft
tot het terugroepen van de dagen van weleer.
Als concurrent van het suikerriet is de
beetwortel opgetreden en met een succes
dat verbazing wekt en angst voor de toe
komst. Want als we de deskundigen ge-
looven mogen, die in de laatste dagen zich
in de suiker verdiepten en waaronder de
Min. van Koloniën behoort, dan zijn er
zeer buitengewone maatregelen van noode,
om onze suikerteelt op Java te redden.
Te redden is niet het woord. Men hoopt
op de toekomst en wil ze door de kwade
tijden heen helpen, gerust als men is dat
de beetwortel eenmaal zal ophouden de
lieveling te zijn der regeeringen, die belang
hebben bij de welvaart van Indië. Van
Frankrijk is in dat opzicht niets te hopen,
dit rijk is beslist voor den beetwortel, maar
in Engeland en ons vaderland mogen we
niet vergeten dat er behalve een boeren
stand, die bieten teelt en er toch ook niet
op vooruitgaat, in Indië tal van kapitalen
renteloos liggen, omdat de druk van hoo-
ger hand zoo zwaar is dat concurrentie on
mogelijk wordt. Een suikerfabriek, naar de
eischen des tijds ingericht, vertegenwoor
digt een waarde van 4 a 5 ton, waarbij nog
3 ton bedrijfskapitaal noodig is. Er zijn dus
millioenen mee gemoeid, deskundigen be
weren zelfs dat Java een tijdperk van ver
val tegengaat, indien do regeering niet spoe
dig de reddende hand toesteekt.
Deze heeft zich dan ook gehaast iets te
doen en de benarde opvolgers der suiker
lords kunnen thans met de duizenden in
landers, die hun gevolg uitmaken, gerust
zijn. Ook onze handelaars mogen juichen,
want de suikermarkt zal zich herstellen van
den druk. En wij, de toeschouwers, die of
schoon de prijs zeer laag is, veel te weinig
suiker gebruiken, kunnen blijde zijn dat de
suikerhandel geholpen wordt, zonder ver
hooging van den prijs na zich te sleepen
Laten we ons echter niet te vroeg ver
heugen. DeVertegenwoordigingkan misschien
de regeering overhalen tot meer ingrijpende
maatregelen, doch zooals deze thans voor
gesteld zijn, beduiden ze bitter weinig.
De regeering wil aan een deel der fa
brikanten uitstel van betaling geven te
gen 6 perc. rente, aan een ander deel
voorschot, tegen idem zooveel. Van wegne
ming der lasten geen sprake. De zaak blijft
zooals ze thans is, hopeloos, en mocht do
vertegenwoording deze maatregelen goed
keuren, dan gaan niettemin tal van in
richtingen te niet. Deskundigen zijn op
dit punt volkomen eenstemmig.
Indië beleeft kritieke tijden. De suiker
crisis tast, het in den hartader aan. Wanneer
het moederland niet ter hulpe komt of hulp
geeft, waaraan de noodlijdenden geen be
hoefte hebben, zal ginds een schat van geld
te loor gaan en de bron opdrogen, die
sedert de dagen der Compagnie, voor de
inlanders, maar meer nog voor Nederland,
rijkdommen heeft opgebracht.
3)
III.
-KJZéXsr.
KVjOBC
Einde'ijk kwamen zij aan het doel harer reis en
bij het afnemen van enkele kleine pakjes uit het net
boven haar hoofd, viel er een taschje juist op den
neus van haar medereiziger, die met een schrik ont
waakte. Nu volgden er excuses van weerskantenhij
schaamde zich, niet zoo vlug bij de hand tc zijn ge
weest, om de dames te helpen doch hij was zoo
in zijne overpeinzingen verdiept geweest, dat hij niet
merkte dat zij zich gereed maakten te vertrekken bij het
eerstkomend station.
Toen hij inlichting vroeg welke plaats men het
eerst naderde, hoorde hij het stadje Z. noemen. Be
langstellend, maar zoo min mogelijk in 't oogvallend,
vraagde hij of de dames in die plaats bekend waren.
Gedachtig aan de laatste vermaningen harer moe
der, om altijd op reis voorzichtig te zijn tegenover
menschen die men niet kende, lieten zij zich zoo min
mogelijk uit. Er was trouwens ook niet veel tijd voor
verdere conversatie, want de portieren werden open
geworpen en de dames konden uitstijgen.
Nadat zij alle pakjes, taschjes, pürapluies en para
sols, een noodzakelijk iets als dames op reis zijn, ge
teld hadden of het getal uitkwam cn alles aan een be
steller afgegeven hadden, die haar op den voet volgde,
gingen zij de personen na, die op het perron naar de
uitstijgende reizigers stonden uit te zien. Nu zagen
zij enkele heeren die wel op de beschrijving van den
heer Lukassen eenigzins geleken, maar wie zouden
zij het eerst daarvan aanspreken? Zij werden dadelijk
omringd door bestellers en koetsiers, of zij de dames
mochten thuis brengen en begonnen zich niet op haar
gemak tc gevoelenmaar nu het water aan de lip
pen gestegen was, kwam er uitkomst in de gedaante
van den heer cn mevrouw Lukassen, die met haast
op het perron verschenen.
De herkenning scheen van weörskantcn even spoe
dig» te zijn, want dadelijk volgden er omhelzingen en
handdrukken en gevoelden de meisjes zich eensklaps
zeer verlicht en op haar gemak tegenover de nieuwe
vrienden.
Het jonge rnensch had in den trein de jonge dames
met de oogen gevolgd en was getuige van hare ver
legenheid en nieuwsgierig hoe het zou ailoopeu. Hij
had bijna zijne reis hier ook gestaakt om haar be
hulpzaam te kunnen zijn, maar hij zag dat er redding
kwam opdagen doch hoe verwonderd was hij toen
hij die ontmoeting zag met de aangekomene familie
Lukassen. Eensklaps ging hem een licht op, en hoe
speet het hem nu, dat hij die schoone gelegenheid om
met die dames in kennis te komen, niet gebruikt had,
en nu als onbeleefd te boek zou staan. Wie weet
wat zij er meer van zouden denken, want zij hadden
hem immers zoo opgewonden met zijne vrienden ge
zien, en daarna zijne diepe overpeinzingen, die op een
vaste slaap geleek. Men begrijpt dat die persoon niemand
anders was dan Philip Lukassen, die uit Utrecht den
vorigen avond een gezellige partij in Haarlem had ge
had met enkele vrienden, die hij na langen tijd weêr
voor het eerst terug gezien had.
Had ik maar eenigzins kunnen denken, dat ik in
gezelschap was van een paar dames, die bij mijne
ouders gaan logeeren dacht hij bij zich zelve. Maar
ik dacht sterk dat de jonge dames kinderen zouden
zijn en had mij reeds voorgenomen de volgende vier
weken niet 's Zondags thuis te komen, om die kin
deren te vermijden, en hoe gaarne zou ik nn die
twee laatste uren willen terugroepen. Ik zal echter
zorgen, dat ik als zoon van den gastheer mijne plichten
zooveel mogelijk vervul cn zal dus Zaterdag op mijn
post zijn.
De familie Lukassen was intusschen met de nieuw
aangekomencn met eenc vigelanle naar huis gereden,
waar zij door het nichtje van mevrouw met harte
lijkheid ontvangen werden.
Het scheen wel dat de kennismaking over en weör
zeer goed beviel en aan de koiüetalël zaten allen zoo
gezellig bijeen of zij elkander sedert maanden kenden.
Er was natuurlijk veel tc vragen en te verbalen
en de eerste dag vloog zoo prettig oin dat allen
's avonds bij het afscheid nemen verklaarden een zeer
genoegelijke dag te hebben doorgebracht. Anna, die
de meisjes naar hare kamer bracht, en haar liet zien
hoe zij door eene deur toegang lot eikander kunden
hebben, bleef nog een poosje haar gezelschap houden
en bracht ze tevens op de hoogte met welke menschen
en families zij kennis zouden maken en welke plannen
er nog in het verschiet lagen. Vol blijde verwach
tingen sliepen zij dien nacht in, en in de droomen
van Marie verscheen een oogenblik het jongmensch
dat zij den vorigen dag op reis ontmoet had, en
wiens neus door den val van het taschje in erge
mate opgezwollen was.
De heer Lukassen, waar de dochters van den heer
Sterk gelogeerd waren, was een zeer geacht en res
pectabel rnensch. Hij stond altijd klaar voor een ieder,
die raad ol hulp noodig had, en vele behoeftige ge
zinnen beschouwden hem cn zijne vrouw als hanne
grootste weldoeners, 's Winters ging hij gewoonlijk
's avonds eenige arme huisgezinnen onverwachts op
zoeken, om zich te overtuigen waar de nood het
hoogste gestegen was en den volgenden dag werden
die bchoeftigen dan verrast met een mud steenkolen,
aardappelen of ham, naar dat elk van noode had.
Zijne vrouw was de innemendheid in eigen persoon,
die evenals haar echtgenoot niemand kon zien lijden
zonder hare hulp te bieden; dikwijls zag men ze bij
een ziekbed nederzitten, om den lijder eenige troost
woorden toe te spreken, of als er geen hulp tegen
woordig was, de post van ziekenverpleegster te ver
vullen.
Was het wonder dat de armen hen als het ware
op de handen droegen? Zij strooiden steeds bloemen
op den lijdensweg van hunnen evenmensch en werden
dus ook door de lijdenden als een liefdadige engel
begroet. Vele zieken voelden zich al opgebeurd op het
gezicht van haar binnentreden der ziekenkamer en
volgden veel getrouwer de voorschriften van den dok-
ter, wanneer hunnevriendin de medicijnen aanbevo
len had.
Hoewel niet rijk zijnde, behoefden zij zich toch
geen der genoegens te ontzeggen, die het stadje Z.
hun aanbood. Ook jaarlijksch maakten zij te samen
een uitstapje, hetzij dat zij eenige weken te Scheve-
ningen vertoefden, of in 't Gooi een optrekje huurden
en van daar uit verschillende tochtjes in de omstre
ken maakten.
Op een van die tochten had de familie Lukassen
kennis gemaakt met den heer en mevrouw Sterk
en die kennismaking ging binnen kort tot vriendschap
over, daar beiden zich tot elkander aangetrokken ge
voelden. Het gevolg was dat de familiën over cn
weèr elkander in hunne woonplaatsen eens bezocht
hadden en de familie Lukassen nu ook zeer verlan
gend was, met het jongere geslacht eens kennis te
maken.
(Wordt vervolgd.)