No. 540. Zaterdag 11 December, 1886. Herzien wij ons zeiven! FEUILLETON De Tweelingzusters. vooa pi e.>--:T f UitgeverL. J. VEERMAN neusden. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG Abonnementsprijs per 8 maanden f 1 verhooging. en ZAT ERD A G. Franco per post zonder prijs Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden ingewacht tot Maandag- en Donderdagavond 10 uur. Ingezonden stukken tot Maandag- en Donderdagavond 8 uur. In eene redevoering, dezer dagen door ds. Keller van Hoorn van Dordt in eene vergadering van „Volksbond" gehouden, noemde spreker onder de middelen, die „Volksbond" o. a. behoort aan te wenden tot het bereiken van haar doelhet tegen gaan der snoepzucht. We handelen, ofschoon de pers in die rede niet genoemd wordt, zeer zeker in den geest des begaafden sprekers, wanneer we over dit middel 't een en ander ter sprake brengen, 't Is zelfs onze bescheiden meening, dat een volksbond in dergelijke zaken meer nut doen kan dan onderwijzers en predikanten. De laatsten kunnen hier over moeilijk spreken ter plaatse, waar ze gewoon zijn 't woord tot de schare te voeren de gemeente zou waarschijnlijk 't beneden zijne en hare waardigheid achten, wanneer een deel der godsdienstoefening besteed werd aan de bespreking van dergelijke alledaagsche ondeugd, wat we echter vol strekt niet met haar eens zijn. Buiten de kerk komen de predikanten niet genoeg in aanraking met de ouders, om in deze in vloed uit te oefenen. Dat kunnen ook de onderwijzers niet en we willen gelooven dat de lessen en vermaningen, door de eer sten zoowel als door do laatsten op de catechisatie en in do scholen gegeven, niet in den wind gestrooid zijn maar de ware zondaars op het stuk van snoepen, waarde lezer, zijn niet de kinderen, maar laten we 't in allen ootmoed bekennen, zijn wij, do ouders. Wanneer we ons op het standpunt van een kind plaatsen, dan zal het ons niet ver wonderen dat het lekkers uit de trommeltjes van moeder en dat voor de ramen in den naburigen snoepwinkel zoo verbazend aan trekkelijk is. Een kind houdt nu eenmaal j van zoet en 'tis zeer natuurlijk dat het zijn I trek naar suikerhoudend snoepgoed tracht te bevredigen. Wanneer wij daaraan toe geven dan eet het zich ziek- Bij alle gewone voedingsstoffen kan als regel geldenlaat het kind zooveel eten tot het zegt genoeg te hebben. Wanneer ze daaraan van der jeugd af gewoon zijn, dan zullen ze hoogst zelden de maat te buiten gaan en hun maag overladen. Met lekkernijen echter is 't anders gesteld. Ze zijn eiken dag genegen, wan neer hun de gelegenheid slechts gunstig is, daarmede hun maag te bederven en zich ziek te eten. Alle ouders zullen 't als wij ondervonden hebben, hoe lastig het is met lekkers de ware maat te houden. Gij zijt b. v. op den wandel en landt bij dezen en genen aan. Daar neemt men uw kind op de knie en liefkoost het en meent van zijn liefde tot uw kroost op geen andere wijze getuigenis te kunnen geven dan door het trommeltje te krijgen en 't de handen vol te stoppen met lekkers, soms van zeer verdacht allooi. Vooral oude tantes zijn in dit opzicht bij zonder gevaarlijk. We kennen iemand die daardoor meer dan eens onaangenaamheden met zijn familie gehad heeft en alleen om het feit dat hij zijn kind bepaald verbood meer dan één koekje aan te nemen, uitge maakt werd voor een ontaard vader. Die vader echter, gelukkig in staat zijn kind 't noodige te geven, ontzegt een ander het recht daarin een greep te doen en zijn zorg voor de gezondheid te verijdelen door een onbedachte gave van maagbedervend zoet. „Maar dat kan toch zoo erg niet zijn," zegt een liefhebbende moeder, en ze geeft haar dochtertje een cent na het verrichten van een boodschap, die de kleine terstond deponeert in de lade der winkelierster in de buurt. 9) «Nu, ik zal haar vooreerst dan niets zeggen, voor ik antwoord terug heb er verloopen toch nog een paar urén meê, want wij wonen nog een uur van het telegraafkantoor van Haarlem.» Terwijl zij het een en ander nog bespraken inge val eene spoedige afreis noodzakelijk was, trad de dokter binnen, die, de bezorgde blikken van allen ziende, meende dat Clara de reden hunner zorg was. Hij had bijna geen tijd om allen behoorlijk te groeten en vroeg gejaagd, hoe het mei Clara was Het was in het oogvallend welke veranderingen zijne gelaatstrekken ondergingen, toen hij hoorde dat zij een rustigen nacht had gehad. Hij was eensklaps kalm en bedaard, daar hij vreesde zich eenigszins ver raden te hebben. Met belangstelling vernam hij de ziekte van den heer Sterk en achtte het ook beter den toestand voor Clara geheim te houden tot er ant woord zou zijn gekomen. Hij begaf zich met mevrouw naar de zieke, die bij zijn binnentreden trachtte een levendig rood, dat op hare wangen verscheen, zoo veel mogelijk te bedekken. Hopende echter dat niemand iets van hare ontroering bemerkt had, was zij schijn baar zeer kalm, hoewel de dokter aan haar gejaagde pols bemerkte dat die kalmte slechts geveinsd was. «Hoe naar dat hij juist nu mijn pols voelt» dacht Clara, «mag ik dan mijn geheim niet voor mij zelve bewaren en ik dacht juist dat ik mij zoo goed kon bedwingen. Ik vind het toch lief van hem, dat hij mij ai zoo spoedig komt bezoeken, met hoe veel be langstelling vraagde hij naar mijne ongesteldheid. Ik zou toch wel eens willen weten of hij tegenover andere zieken ook zoo deelnemend is. Ik heb hem wel altijd door mevrouw hooren roemen, dat hij met de grootste hartelijkheid zijn zieken behandelde, en ik kan wel niet zeggen dat hij iets bijzonders n et mij gesproken heeft, maar e'est le ton qui fait la inusique. De dokter bleef zoolang hij het maar eenigszins durfde rekken, en bij zijn vertrek beloofde hij 's avonds nog eens terug te komen. «Acht gij de zieke dan in zoo'n toestand dat zij telkens uw hulp noodig heeft?» vraagde Anna, die hem beneden bij zijn ver trek sprak. »0p het oogenblik kan ik nog niets met zekerheid zeggen,» zeide hij met den grootsten ernst: «ik moet een paar dagen lang haar gadeslaan, om te zien of de schiik geene nadeelige gevolgen voor haar gehad heeft, en of er zich ook eene, ziekte zal openbaren, het is hier een zeldzaam geval.» Anna vond Philip in de kamer, wien zij het ge sprokene met den dokter verhaalde. Ilij lachlte even, maar gaf er verder niet veel antwoord op hij had zijne eigene vermoedens omtrent die drukke zieken bezoeken. zag Marie in den tuin wandelen, in de richting van het piieel, en besloot haar daar op te gaan zoeken om haar zooveel mogelijk den angst die haar bezielde weg te nemen. Marie had zich op de bank nedergezet en hei las den brief nogmaals om eenig licht daaruit te ontdekken. Met een diepen zucht stak zij hem in haar zak, en toen ontdekte haar oog Philip, die zeer verrast scheen haar daar aan te treffen. «Waartoe die don kere wolk, Marie, die op uw voorhoofd zetelt?» vraagde hij belangstellend. Hij ging bij haar zitten en speelde met haar werktaschje, dat zij op de tafel had neèrgezet. «Och Philip, ik maak mij zoo ongerust omtrent mijn lieven vader, ik tel de minuten al, hoe lang het moet verloopen vóór ik antwoord op mijne „En ik zou ook niet gaarne zoo streng zijn", roept een vader en telt zijn knapen eiken Zondag twee centen toe, die ze naar goedvinden mogen besteden. We zullen ons te dezer plaatse wachten voor een langdradige uitlegging van 's men- schen constructie en zijn behoeften, en slechts dit zeggen wanneer een kind van zijn ouders op de uren der maaltijden ontvangt wat het noodig heeft., dan is al 't geen het daarbuiten koopt en verorbert uit den booze. Overdaad schaadt altijd en al laten zich de kwade gevolgen niet bij elk geval afzonderlijk aan wijzen, iedere onmatigheid brengt hare vruch ten voort. De doctoren raden ons aan voor ons zeiven en onze kinderen te zorgen dat het lichaam steeds in goeden doen blijft. Ze noemen dat de zorg voor het weerstands vermogen en beweren met volle recht dat een goed verzorgd lichaam ten allen tijde het best bestand is tegen ziekte en onge vallen. En zoomin nu onder ons volwassenen een lichaam, door onmatigheid in drank ondermijnd, de kwade dagen doorstaan kan, zoomin kan men hopen op het behoud van 'een kind, wanneer de zieke een lichaam heeft, reeds door onmatigheid in spijs ver zwakt en vergiftigd. Wij ouders moeten dus wel weten wat we doen, wanneer we onze kinderen vrijheid geven zich van lekkernijen te bedienen naar hun goedvinden. Het snoepen heeft, de gezondheid er buiten gelaten, nog een andere leelijke zijde. Wanneer een moeder haar kind een belooning in geld gei ft voor bewezen diensten en dat geschiedt o zoo dik wijls dan kan ze vast verzekerd zijn dat het kind zeer teleurgesteld wezen zal wanneer ze eenmaal die belooning achterwege laat. Zo behoeft dan zelfs niet verwonderd te staan wanneer de kleine pertinent weigert haren wil te doen en op eigen houtje voor- vraag heb bekomen. Zoo mijne vrees bewaarheid moest worden, en ik zou één mijner lieve ouders moeten verliezen, ik vrees dat ik het besterven zou.« «Kom Marie, stel u nu de toekomst niet zoo donker voor; gij zegt zelve altijd, dat gij vol vertrouwen u aan God overgeeft, en zoudt gij nu wankelmoedig gaan worden nu zou ik vreezen dat gij kleingeloovig zijt geworden. God zendt een ieder geen zwaarder kruis dan hij dragen kan, dus als er donkere tijden voor u mochten aanbreken, dan zal Hij u zeker steunen. «Dank, Philip, voor uwe hartelijke woorden ik zal uw raad trachten te volgen, en niet vergeten dat er Eén is die steeds over ons waakt.» «Gij zult u ook nooit verlaten gevoelen, Malie, zoo lang ik een arm heb, waarop gij kunt steunen. Gij kent mij nog slechts enkele weken, en dus zou liet onbescheiden zijn, mij op den voorgrond te stellen, n aar in vriendschap kunt gij toch ook altijd op mijne ouders en Anna rekenen, die 11 allen hartelijk lief hebben. «Ik maak mij ook tevens bezorgd omtrent Clara zij is den laatsten tijd zeer stil geworden, en die val en schrik van gisteren heeft haar veel nadeel gedaan, in te zien, daar waarden stelt. Het komt in zoo'n geval tot groote onaangenaamheden, die in den regel met klappen eindigen en waarbij het kind gestraft wordt voor het onverstand der moeder. Een ander geval. Een dreumes van 7 jaar vindt het binnenshuis bij broertje aan genamer dan buiten en wil liever spelen blijven dan naar de school gaan. Wat is dan de pleister, die hem naar de school trekken zal Een halve cent, waarvoor hij een pepermuntstok mag koopen, of een brok of iets anders van de tafel vol heerlijkheid in den snoepwinkel. Hij laat zich paaien en zal een volgende maal zoo wijs zijn afkeer van de school voor te wenden, om zich nogmaals te vergasten aan wat. lekkers. Het is met geen honderden guldens te betalen, wat door zwakke ouders elk jaar aan schoolkinderen gegeven wordt om ze naar school te krijgen en zich te vergiftigen aan het ontuig dat als snoepgoed allerwege, en vooral in de nabijheid der scholen, voor de ramen ligt uitgespreid We zwijgen nu maar van erger gevallen, bijv. van kinderen die zakken vol lekkers meedragen en uitdeelen, gelijk dat op bur gerscholen niet zelden voorkomt, en van anderen, die om aan hun snoepzucht te kunnen voldoen, hun ouders 't geld ont stelen Maar mag mijn kind dan nooit eens een cent versnoepen Neen moeder, in geen geval. Wanneer ge dit een onmogelijke eisch noemt, dan weten we voor u geen raad. Zoo ge het snoepen niet onverbiddelijk verbiedt, is het u onmogelijk maat te houden. Wilt ge uw kinderen een versnapering gunnen, geef zo die dan uit uw handen, maar belet hun die zelf in te slaan. Weet ge wat het gevolg is van het snoepen Dit, dat het kind, grooter ge- en ook de dokter schijnt hét hij zijne visite telkens herhaalt.» «Ja, ik geloof dat de dokter inet belangstelling den loop barer ongesteldheid volgt en nog niet geheel zeker is van den afloop. Ik deuk dat hij het voor eene ziekte aan het hart houdt en het schijnt erfe lijk te zijn ik denk dat uwe moeder aan dezelfde kwaal ook wel zal geleden hebben, vele jonge men- schen zijn daarmede behebt.» Marie die hem niet in het vroolijk gelaat gezien had terwijl hij sprak, vraagde of hij eenige bijzonderheden van haar ziekte wist, die hij voor haar geheim wilde houden? «Neen, dat niet», zeide hij, «maar stel u gerusb de dokter zal haar stellig daarvan genezen, zij is in goede handen.» Daar ziet zij Anna aankomen met een telegram in de handen. Zij was te zenuwachtig om het te ope nen en te lezen en daarom las Philip op haar ver zoek Papa heeft sedert eenige dagen koorts, mama is steeds bij hem, doch raakt uitgeput, kom spoedig thuis. Uw broeder Johan.» «Gij ziet, ik mag niet langer van huis blijven,» zeide zij en zoo angstig als zij eerst was, zoo kalm was zij geworden nu zij zekerheid had nu was zij in slaat tot handelen. «Ik kan onmogelijk wachten tot Clara geheel hersteld is en zij zal de eerste da gen nog niet in staat zijn te zitten. Anna, gij zult wel zoo goed zijn mijn koffer na te zenden, ik zal mijnheer en mevrouw op de hoogte stellen van mijn vertrek, en Philip, wilt gij mij de goedheid bewijzen in dien lijd de reisgids te raadplegen wanneer ik het spoedigst vertrekken kan? Zonder zijn antwoord af te wachten begaf zij zich naar huis. Anna en Phi lip bewonderden hare kalmte en hare vlugge manier van handelen; in plaats van met gevouwen handen en betraande oogen te zitten weeklagen, vroeg zij zich zeiven af, «wat moet er gedaan worden?» Mijnheer en mevrouw prezen haar besluit en wilden haar niet dwingen haar vertrek uit te stellen. Zij raadden haar wel aan om aan Clara hare onrust niet te zeer te doen blijken en beloofden dat zij goed voor haar zouden zorgen en zoo het noodig mocht zijn dat zij ook spoedig naar huis ontboden zou wor den, zij onder veilig geleide naar huis zou gebracht worden. Hartelijk en roerend was het afscheid, de familie had met zooveel genoegen met haar kennis gemaakt en het speet allen zeer datdiegenoegelijke dagen zoo treurig eiudigdent Philip had eene vigelante ontboden, dan kon zij nog juis. t - X.- x "mz rrz i-.r'Wi'ffii *w. ernstig

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1886 | | pagina 1