FEUILLETON. -1 liet dagboek yan een WOENSDAG 3 AUGUSTUS. 1887. voou Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. HiWHfetfiifeÉfÉlttülftriHI J%$ 600. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. prijs verhooging. Franco per poost zonder Advertentiën Advertentiën stukken tot 16 regels GO ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte, worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden en Donderdagavond 8 uur. Maandag' o Er is maar één tijdperk van 'tjaar, waarin men met hoop van aangehoord en kans van begrepen te worden, tot bewoners van den 52sten breedtegraad spreken kan over Java. Alleen een warme zomer kan ons noordelijken een voorstelling geven, die toch nog altijd maar een vage blijft van Indië's heerlijken hemel en weelderigen bodem, en alleen op een warmen dag wil iemand daarvan lezen, omdat 't ten al len tijde een troost is voor den mcnsch, die 't benauwd heeft, 't zij door zorgen of hitte, dat er elders duizenden wonen, die 't nog veel ban ger hebben We hebben den grooten postweg verlaten, die Java van 't oosten tot 't westen doorsnijdt. Ofschoon de zon reeds laag aan den hemel staat, is 't nog zeer warm, en we haasten ons gindsche laan in te slaan, waar de schaduw der klapperboomen ons verkwikkende koelte belooft. We zetten ons onder 't lommer neer en over zien het landschap, dat zich zacht afbellend voor onze voeten uitbreidt. Ter linkerzijde, zoover het oog reikt, tot gindse hen heuvel, uitgestrekte sawahs, ter rechterzijde het gebergte, welks rood steenen wand zich steil verheft, bewassen met struiken en hooge varens. Voor ons uit in de diepte de dessa, aan t oog verborgen door bosschages. Ofschoon hier 't stoomros nimmer zijn gillend gefluit laat hooren en de geluiden, die uit de dessa tot uw oor kunnen doordringen, slechts veroorzaakt worden door 't stampen der rijst en het slaan van den gong, ge moet u niet voorstellen dat de natuur hier plechtig stil is. Behalve dat een koeltje de toppen der boomen zacht doet wuiven en de aren van 't rijstveld suizen, brommen en gonzen duizenden insecten om u en boven u, in 't gras, in 't veld, in het loof der boomen, en fladderen reusach tige vlinders van bloem tot bloem. Er kan niet van stilte sprake zijn in een Indisch landschap bij zonsondergang, zoo min als van drukkende hitte, wanneer de zon van den wolkenloozen hemel hare verzengende stralen neêrzendt. We dalen den weg af en naderen de dessa. Voor ge 't bemerkt staat ge bij de eerste woning, zich zedig verbergende achter blauwgroene bam- O boe en bruin pisangloof. Over de woning spreken we straks, thans vraagt nog de natuur onze aandacht. Van hier gezien maakt de heele dessa één groote rijke boomgaard uit, waarlangs de hutten der inlanders als in gelid geschaard staan. De voornaamste vruchtboom op Java is de pisang. Er is in Nederland geen boom met dezen te vergelijken. Zijn bladeren, die wanneer ze volwassen zijn als parasol en paraplu kunnen gebezigd worden, komen niet uit takken voort, maar uit den stam. Takken heeft de pisang niet. Wanneer er een stengel uit den stam te voor- schijn treedt, is dit een teeken dat de boom bloeit. Aan 't eind daarvan ontwikkelt zich een groote bloemknop, die, zich ontsluitende, een tros bloemen vertoont, waaruit de vruchten voort komen. Deze gelijken eenigszins op tuinboonen, maar zijn dikker en hebben veelal den vorm eener halve maan. De schil echter is dun, heeft een groene kleur zoolang ze onrijp zijn, die in geel overgaat wanneer de vrucht eetbaar wordt. De pisang smaakt flauw zoet en is melig. Ze wordt rauw gegeten, soms ook gestoofd en ge kookt. Om hun vruchten en de waarde van stam en bladeren wordt de pisang met zorg aangekweekt en men vindt geen inlandsche woning zonder dezen boom. Ginds staan kokosboomen, in Indië kelapa genoemd, waarvan wij klapper gemaakt hebben. Van het nut der kokosboomen weet de heele wereld te verhalen, alleen willen we op een misverstand wijzen, dat algemeen heerscht ten opzichte hunner heerlijke vrucht. Wanneer deze jong is, wordt gemeenlijk ge loofd, bevat die kokosmelk, die een verfrisschenden drank oplevert. Wordt de vrucht rijp, dan wordt deze melk vast en tot vruchtvlee.sch. Dat is niets meer dan een praatje. Kokosmelk levert de natuur niet. Ziet, voor deze woning is een vrouw aan het raspen. Wanneer wc naderbij komen en op haren wenk plaats nemen op den balé-balé onder de veranda, bemerken we dat ze een gebroken kokosnoot naast zich heeft. Wanneer straks Saminan uit het veld komt, vindt hij gaarne een verkwikking klaar door Amsa, zijne jonge vrouw, eigenhandig bereid. En daar 't Saminan na een zwaren dag moeilijk vallen zou den kalen, gladden stam des booms te beklimmen, die op 't erf voor de woning staat en onder welks 10 M. hooge kroon tal van vruchten hangen, heeft hij een jongen aap afgericht tot 't volbrengen van dien gevaarlijken arbeid. De vrouw had slechts een wenk te geven en binnen een paar minuten was ze in 't bezit der vrucht. Ze heeft haar stuk gesla gen en het vruchtwater, 't welk de binnenste holte vult, zorgvuldig opgevangen. Dat zal Saminan een aangename verfrissching zijn. Thans raspt ze het vaste deel der noot in water, laat dit mengsel door een zeef loopen en be waart het aldus verkregen witte vocht voor een avonddrank. Dit vocht nu heet kokosmelk, op Java santan. Maar melk bevatten de noten niet. Wanneer ze gedaan heeft, staat ze op Ja- vaansehe vrouwen doen alle bezigheden het liefst hurkend en laat ons, op ons verzoek, hare woning zien. Veronderstel maar dat we haar niet geheel onbekend zijn, niet vreemde lingen toch geraakt een inlandsche vrouw niet zoo dadelijk op vertrouwd ij ken voet. Het ge- heele huis is van bamboe. Het staat op palen, dus kunt ge er onder door loopen, de vloer is van platgeslagen bamboe, dat steeds onder uwen tred doorbuigt. De woning heeft twee kleine lage vertrekjes, waaraan alle comfort ontbreekt. Ramen zijn er niet in, slechts een paar vierkante openingen, door luikjes gesloten. Het dak is vervaardigd van aaneengeregen bladeren van den waterpalm. In de plaats van muren of planken zien we gevlochten bamboe gebezigd. Bamboe is in de handen van den Javaan tot alles dienstig. Tafels, stoelen, ledikanten zien we niet. In de plaats daarvan dient de reeds genoemde balé-balé, een bank uit bamboe vervaardigd. Daarop zit men, daarvan eet men en 's nachts rust men er op. Geriefelijk zijn deze woningen niet, doch de Javaan vraagt veel minder van zijn huis dan wij, die driekwart van 'tjaar ten prooi zijn van vocht en kouden wind. Zijn woning is hem een plaats om te overnachten en in den natten tijd voor den regen te schuilen. Iets anders vraagt hij niet en daar 't weer op Java niet zoolang slecht is, als 't bij ons elk jaar goed is, leeit hij meer buiten dan onder dak en is dus in de eischen omtrent de bewoonbaarheid van zjjn huis vrij wat milder dan wij, noordelijken. Spoedig komt Saminan thuis en neemt men het avondmaal, hetwelk bestaat uit rijst, gekookt in een mandje in den stoom van kokend water hij gebruikt er wat Spaansche peper bij en wat visch, in niet te besten toestand meer. Hij kan daar handig meê over weg. Met de vingers kneedt hij zijn portie tot brokken en speelt die achter elkaar naar binnen. Onderwijl valt de avond en is er op de aarde geen plekje waar men dien heerlijker genieten kan dan voor deze schamele hut, te midden der rijke natuur. De dessagenooten komen een praatje maken en spoedig zit er een vroolijk snappend gezelschap vergaderd. Welbehagelijk zet men zich op de hurken tegen de bamboezen heining of platweg op den grond neer. En geen oogenblik staan de monden stil, daar ieder, vrouwen zoowel als mannen, voor de gezellig heid een pruimpje genomen hebben. Zoo'n versnapering is bij den inlander zeer in trek. En terwijl wij de rookwolkjes onzer manilla's in de avondlucht opzenden, zien we hen met veel beleid die klaarmaken. Eerst neemt hij uit zijn doos een sirihblad, bedekt dit met een laagje natte kalk, wikkelt dit als een lapje om een stukje gambir en een ge deelte van een pisangnoot en steekt het rolletje in den mond. Een kleine dosis tabak (apenhaar) behoort er nog bij, doch tusschen de lippen. Ge hebt wel eens gehoord van een aanmoe diging des minnaars, door middel van een schijfje koek, hem door het meisje na de kermis eigenhandig gesneden? De rol van dit stukje koek speelt op Java een sirihpruimpje. Hij geeft haar een dergelijk mengsel bij wijze van liefdes verklaring, zij beweldadigt er hem mee, daarmee te kennen gevende dat ze hem als minnaar aanneemt. Doch er is een klein verschil. Het stukje koek is alleen maar gesneden en met de hand overgereikt het pruimpje echter heeft voor de overgave reeds een poos dienst gedaan Zoo heeft elk land zijn eigenaardige gebrui ken en ziet men dat hetgeen wij vies noemen, niet overal ter wereld daarvoor doorgaat. (UIT HET DUITSCH). li De Burggraaf, die een goed uiterlijk had, trok uit de garderobe van den Advokaat een pak kleeren aan, zoodat hij er tamelijk solide uitzag en begaf zich naar de bank van leeniug om tegen billijken prijs een horloge te koopen. Hij kreeg tal van exemplaren te zien, die op een toonbank voor hem uitgespreid werden. Nu begon de onderhandeling, maar onderwijl speelde de B. zonder erg met zijn wandelstok, sloeg zich met den knop in de open hand en tikte met het einde tegen den muur achter zich. Niemand lette daarop, behalve de Advokaat, die achter den muur zat, wat niemand bevreem den kan als men zich herinnert dat hij opzich ter in 't houtmagazijn was. Deze gaf een merk baar teeken op de plaats waar getikt werd en zoo was de weg aangewezen. De Burggraaf kon 't met den paudjesbaas niet eens worden over den koop, beloofde terug te zullen komen en verwijderde zich. Toen hij op de trap was, lachte hij in zijn vuist: terugkomenJa, maar op een andere manier. We zijn nu met alles klaar Indeidaad was na een voorbereidingstijd van meer dan acht weken thans alles tot uitvoering gereed en voorbereid wat noodzakelijk was om hoop van welslagen te koesteren. De Zondagsruiter kreeg bevel een paar groote zakken machtig te worden, die hij den volgen den dag bij een graanhandelaar stal. De Burg graaf liet zich door den Advokaat in de hout- loods opsluiten n begon, tegen middernacht op de geteekende plaats de buitenste laag steenen uit te nemen, dan de tweede los te werken en de doorbraak voor te bereiden, zoodat nog alleen verbonden en met stof bestrooid en nadat nu de uitgevallen kalk zorgvuldig verwijderd was, kon niemand in de half donkere loods iets van 't geen aan den muur geschied was bemerken. Zelfs de ingewijde opzichter, die 's morgens een kijkje kwam nemen om den Burggraaf ongezien vroeg uit te laten, kon de plaats der inbraak nauwelijks vinden. De nacht voor den inbraak bestemd, was donker en regenachtig. De Zondagsruiter, dien den post van uitkijker te beurt viel, was reeds in de schemering op zijn standplaats gearriveerd. Tegen 11 uur kwam de Burggraaf tot hem en vernam dat alle bewoners binnenshuis en voor 't grootste deel reeds te bed waren. De Burggraaf ging daarop naar de houtplaats en wachtte tot middernacht, op welk uur Geld kast verscheen. Beide inbrekers begaven zich naar de loods, waar ze op den houtstapel klom men en daar post vatten. Zonder eenig leven werden de steenen uitgenomen. Rustig wachtten ze daarna tot de klok 1 uur sloeg en begaven zich toen aan 't werk. Moeielijk was 't nu den eersten steen der binnenlaag los te maken en uit te nemen, de rest zou gemakkelijk kunnen verwijderd worden, 't Ging boven verwachting goed. Spoedig was de opening wijd genoeg om binnen te sluipen. Voorzichtig luisterden zij of zich geen verdacht geluid hooren liet, even voor zichtig werd door de smalle opening van een dievenlantaren de kamer verlicht, daarna kropen beiden, de Burggraaf vooruit, naar binnen. Zijn eerste werk was naar de deur te sluipen van de kamer waar 't nichtje sliep. Wat een geluk De sleutel stak er van buiten in, zoodat hij slechts behoefde om te draaien om zeker te zijn dat ze van deze zijde althans tegen verrassing beveiligd waren. >Geldkast« had zich naar den anderen uit gang begeven en vond de ijzeren deur ongeslo ten, met de grendels voorgeschoven. Hij trok dAttf|^daifiaA^uHjfiUW deur opende, gaf hij zacht met den nagel zijns vingers drie tikjes op het ijzer. Terstond hoorde hij op het korridor hetzelfde teeken. Zondags ruiter bevond zich op zijn verkenningspost. Deze had, volgens afspraak, gewacht tot de klok 1 uur sloeg, was toen met een valschen sleutel naar binnen gegaan, zacht de trap opgeslopen en had alweer met een valschen sleutel de deur van buiten afgesloten, die uit de slaapkamer op den korridor uitkwam. Mocht nu iemand der inwonenden de inbraak bemerken, dan was 't onmogelijk er uit te komen en kon slechts door de ramen om hulp worden geroepen en eer die opdaagde, waren de inbrekers weer in 't vrije. Alles in orde,« fluisterde Zondagsruiter »Geldkast« toe en terwijl de eerste op zijn plaats in den korridor bleef, keerde de laatste in de kamer terug, waar de »Burggraaf« een ijzeren kist bezichtigde. In deze kist lagen voorwerpen van waarde. Ze moest dus opengebroken worden. Nadat ook Geldkast ze met kennis van zaken bekeken had, fluisterde hij zijn kameraad een paar woorden toe. Daarop namen ze ieder een spitsvormig breekijzer en staken die rechts en links van het slot tusschen deksel en kist. Eén geweldige en gelijktijdige ruk.... en het deksel sprong met een slag open. Onmiddelijk daarop bleven de inbrekers eenige minuten lang met kloppende harten, weerloos staan, elk oogenblik iemand aan de deur ver wachtend, door den knal wakker geworden. Inderdaad was zooals later bleek nichtje in de zijkamer ontwaakt. Zij was met een schrik wakker geworden en luisterde of ze nog meer O O geluid vernam. Toen echter alles stil bleef, legde ze zich rustig neer en sliep weder in. De inbrekers hieven het deksel op en waren verblind van al den rijkdom, die zich voor hun oog vertoonde. In doosjes, die op elkaar ge stapeld stonden, lagen gouden horloges, arm banden, ringen, oorringen, broches, sieraden in orr^rl »,l0WPpnteno-onden ket-t.in.tren. col- bezwaarden. Zij namen slechts goud en pakten voor de hand weg alles in de zakken. Op den bodem der kist lagen papieren van waarde, die onaangeroerd bleven, daartegen werd een kistje met gouden munten goeden buit verklaard. Na ongeveer één uur arbeids was 't inpakken gedaan en maakt men zich gereed tot den af in arsch. Eerst keek Geldkaste met den lan taarn den vloer na, opdat niets liggen bleef dat hen kon verraden. Zorgvuldig werden de deuren gesloten en de lading den trap afgebracht. Daarop ging Zondagsruiter naar buiten om pools hoogte te nemen of buiten alles veilig was. Een oogenblik later keerde hij terug, er was geen gevaar. De inbrekers belaadden zich met den buit, verlieten het huis en verdwenen in de duisternis. De politie had de plaats, waar de misdaad gepleegd was, nauwkeurig onderzocht en alle beambten werden 't daarover eens, dat hier ge routineerde lieden aan 't werk geweest waren, die met een voorzorg gehandeld hadden, welke deed twijfelen aan ontdekking. Daar in 't lokaal van het pandjeshuis, trots zorgvuldig onderzoek, niets gevonden werd dat de politie kon dienen, zette men het werk voort in de houtloods. Hier vond men aan enkele der uitgenomen steenen kitlijm gekleefd en zoo was het duidelijk dat de inbraak hier rustig voorbereid was. Het was dus zaak uit te vor- schen, wie 't mogelijk was tot deze plaats door te dringen. De eigenaar verklaarde dat de sleutels van 't erf en van de loods zich steeds des nachts in zijn woning bevonden en ook er den verloopen nacht berust hadden. Hem werd verzoeht zijn gezamenlijk personeel te roepen en de vijf ar beiders, die er steeds werkten werden verhoord. Zij hadden niets verdachts bemerkt, zij zelf waren eerlijke lieden, tot inbraak geheel on bekwaam. Is dat uw geheel personeelvroeg de com- en

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1887 | | pagina 1