FEUILLETON.
M 675.
ZATERDAG 21 APRIL.
Uitgever: L. J. YEERMAK, Heusden.
1888.
YOQU
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATEBDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijs-
verhooging. Agent voor Frankrijk: Wester en Co., 20 Rue Hérold, Parijs.
tot
Advertentiën 1-6 regels 00 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Ingezonden stukken
Maandag- en Donderdagavond 8 uur_
Buitenland.
De »Reichsanzeiger« heeft het volgend bulletin
van Woensdagvoormiddag 10 uur: De Keizer
had een tamelijk rustigen nachtoverigens is
de toestand, bij voordurende koorts, sedert gis
teren niet veranderd.
o
Er loopt een gerucht, dat een der dochters
van Keizer Frederik in het huwelijk treden zal
met den hertog van Sparta.
o
Uit Coblentz meldt men dat Keizer Wilhelm
25.000 Mark aan de stad heeft vermaakt, om
een gesticht voor armen van onbesproken le
venswandel in het leven te roepen. De stad Char-
lottenburg kreeg 50.000 Mark voor liefdadige
doeleinden.
o
Voor de slachtoffers der overstroomingen in
Duitschland is tot hiertoe ruim 1.360.000 Mark
ingekomen.
o
Niet minder dan 2000 stuks vee zijn naar
voorloopige schatting langs den Weichsel ver
dronken bij de overstrooming. Alleen het dorp
Stuba verloor 100 stuks.
In Campenar bij Thiergart staat het water op
verschillende plaatsen nog verscheidene meters
op weiden en akkers.
o-
In Hongarije staan nog meer dan 170,000
hectaren land onder water. De regeering heeft
bekend gemaakt, dat dit jaar geene groote le-
ger-manoeuvrcs daar zullen plaats vinden.
o
Te Weenen is een tentoonstelling geopend
van voorwerpen, betrekking hebbend op Maria
Theresia.
o
De koning van Portugal, Don Luis, is ernstig
ziekhij is hevig door tongkanker aangetast.
o
De Paus kreeg in zijn jubilé-jaar 40 a 50 mil-
lioen frs. ten geschenke.
o
Boulanger heeft een belangrijk aantal tele
grammen van gelukwensching ontvangen. In
eenige dezer dépêches werd hij zelfs de toekom
stige keizer genoemd.
Wanneer de Kamer hare zittingen weder her
vat, zal Boulanger, in gezelschap van zijn vrien
den naar de Kamer gaan om zijn zetel in bezit
te nemen. Omtrent hetgeen hij doen zal, is nog
niets met zekerheid te zeggen; toch lean men
verzekerd zijn, dat hij de eerste gelegenheid de
beste zal aangrijpen om zijn denkbeelden uiteen
te zetten.
o
De Figaro liet Emile Ollivier intervieuwen
over Boulanger. Ollivier begreep zeer goed de
beweging ten gunste van den generaal, de eenige
die het volk moed inspreekt en niet bang is
voor Bismarck. Bovendien wil het land uit den
onzekeren toestand geraken. Er is geen Repu
bliek en geen Monarchie. Een Republiek
zonder verantwoordelijk hoofd is een onding
en zij is niet vereenigbaar met een parle
mentair stelsel. Ollivier hield het er voor, dat
Boulanger de plaats van het Bonapartisme in
neemt en de restauratie van het Koningschap
zal vertragen. Hij is overtuigd dat Duitschland
van Boulangers optreden als hoofd geen casus
belli zou maken. Duitschland kan thans bij een
oorlog alleen verliezen. Wat de republikeinsche
partij aangaat, een partij die in de plaats van
Lodewijk XIV", Napoleon I, Louis Philippe, Ca-
vaignac en Napoleon III niemand beters dan een
Sadi-Carnot kan brengen, is gevonnisd en verloren.
o—
Twee Engelschen, een Christen en een Israëliet,
zijn te Raab als profeten van een nieuw-Joodsche
leer opgetreden. In een talrijk bezochte meeting
betoogden zij, dat de Messias, die volgens de
Israëlieten nog komen moet. in Christus wer
kelijk is verschenen. Zij deelden boekjes uit,
waarin hun stellingen in 't Hebreeuwsch worden
verklaard, doch daar de meeste hoorders dit niet
voldoende verstonden, beloofden zij weldra ook
Ilongaarsche en Duitsche brochures te zullen
verspreiden.
o
De Daily News« kondigt een interpellatie
van James aan in het Lagerhuis, naar aanlei
ding van vreeselijke tijdingen uit den Congo,
waar talrijke dorpen verwoest zouden zijntus-
schen Maladi en Stanley Pool, een oppervlakte
van 18.000 vierk. mijl, moet het land gedeel
telijk ontvolkt zijner werd gebrand en ge
moord en zelfs vrouwen en kinderen werden
niet gespaard.
o
De Engelschen hebben drie eilanden in de
Stille Zuidzee geannexeerd: de eilanden Fan
ning, Christmas en Penhyr.
o
Het Brighton hotel te Coney Island, dat reeds
100 voeten land inwaarts was gerold, is nu nog
170 voeten verder van de zee af gerold.
o
Uit Bucharest wordt d.d. 17 April gemeld:
De boeren-opstaud is op verschillende pun
ten onderdrukt, op andere punten duurt hij
echter nog voort. De troepen maakten verschei
dene malen van hunne vuurwapenen gebruik,
tengevolge waarvan een aantal personen ge
dood of gewond werden. De opgewondenheid
duurt voort, vooral in de noordelijke, oostelijke
en zuidelijke gewesten, alsmede in de omstre
ken van Bucharest.
o
Te Bucharest staan de bureels van de Natio
nale Verzekeringsmaatschappij in brand; de
Post-en Telegraafkantoren loopen ernstig gevaar.
Een brand heeft te Ejszyski, in het gouverne
ment Wilna, 72 huizen in asch gelegd. Ook
moeten eenige personen in de vlammen zijn om
gekomen.
o
De »Tribuna National« te Buenos Ayres liet
zich onlangs de proclamatie van den nieuwen
Duitschen Keizer aan zijn volk en zijn brief
aan Bismarck woordelijk per transatlantischen
kabel seinen; het telegram kostte f 16.800.
o
Eenige buitenlandsche geologen hebben beslo
ten een wetenschappelijk onderzoek in te stellen
naar de gesteldheid van den bodem in het Zui
den van de Krimnaar men meent, komt deze
geheel overeen met den toestand van de Riviera,
die in den laatsten tijd zoo herhaaldelijk door
aardbevingen zijn geteisterd.
o
De synode der Presbyteriaansche kerk te Pitts
burg (Pennsylvanië) heeft na langdurig debat
besloten, de studenten in de theologie te ver
bieden, tabak te gebruiken.
De Daily News« meldt uit Odessa, dat door
het verdrijven der joden een derde gedeelte der
handelshuizen van den tweeden rang gesloten
is en evenzoo eene fabriek, welke aan 900 per
sonen werk verschaft. De politie onderzoekt alle
woningen.
o
Aan de wet in Amerika, die verbiedt vreemd
werkvolk, buitenslands aangenomen om in Ame
rika te komen werken, in te voeren, wordt
streng de hand gehouden. Aan 18 Italiaansche
steenhouwers, die van Hamburg kwamen voor
een firma te Boston, is de landing belet.
o
Door de botsing van twee stoomschepen, een
van Antwerpen en een van Liverpool, bij de
Goodwin Sands, zijn 14 menschen omgekomen.
o
Door den orkaan te Daccah kwamen 112
menschen om, 1000 werden gewond. Men schat
de schade op 100.000 ropijen. De Nabab, die
zelf veel schilde leed, schonk 10.000 ropijen
voor de noodlijdenden.
o
Een stoomschip, naam onbekend, gaande van
Bilbao naar Rotterdam, is vergaan in de mist.
13 menschen verdronken.
o
Een later bericht deelt hieromtrent nader mede
Jl. Maandag is het stoomschip »Vena«, be
stemd van Bilbao naar Rotterdam, bij het Smouth
Sands' vuurschip gezonken, ten gevolge van
aanvaring met het stoomschip »Biela«, van Ant
werpen naar Montevideo. De aanvaring had plaats
des nachts bij fraai en helder weder, doordien,
volgens de verklaring van equipage van de »Biela«
de »Vena,« toen zij dicht bij de »Biela« was,
plotseling van koers veranderde, en daardoor
dwars voor den boeg van de »Biela« kwam,
zoodat zij zulk een groot gat in de zijde be
kwam, dat zij onmiddellijk zonk.
Slechts 5 man, namelijk de kapitein, de le
stuurman en 3 lichtmatrozen, van de uit 18
koppen bestaande bemanning slaagden er in door
overspringing op de »Biela« hun leven te red
den. De overigen, waaronder ook de loods, ver
dronken. De geredden zijn door de »Biela« te
Londen aangebracht.
EGBERT CARL SEN.
De heeren ruilden van plaats, maar ook bij
een volgenden robber vervolgde het ongeluk
Carolin. Hij kreeg slechte kaarten en speelde
nog slecht bovendien. Dat was juist in staat
Pleiszenbach's slechten luim te verheteren. Toen
men spoedig daarop aan tafel ging, was hij
weer geheel in zijn humeur en kon het zelfs
over zich verkrijgen met Carolin te klinken,
toen in den loop van het gesprek graaf Zeek
een toost uitbracht op den beminnelijken gast
heer, die heden voor 't eerst zijn vrienden in
zijn eigen woning om zich verzameld had.
Na 't einde van 't souper sloeg Martens voor
nog een weinig te spelen, maar niemand had lust
daartoe. Men was zeer gezellig aan 't praten, be
wonderde Martens smaakvolle vertrekken, waarbij
ook het zilveren tafelservies behoorlijk geprezen
werd en de gastheer gelegenheid had van zijn
vader den opperjachfmeester te verbalen en van
den tijd, waarin deze den koning bij zich ont
ving, rookte toen in 't salon nog een sigaar en
scheidde tamelijk vroeg. Martens had, als hij
gewild had, zi n gasten nog wel langer kunnen
houden, maar daar hij den jongen Eduard nog
vóór den nacht wilde wegzenden, was 't hem
nieten ge-naam,dat men vrctg vertrok. Carolin
was de etiste, die wegging; Pleiszenbach bieef
't laatst.
»V'at badt ge van avond toch tegen den
ai men Carolin?* vroeg Martens, toen hij met
den luitenant alleen was.
»legen Cuiohn? O, niets bjjzondeis,* ant
woordde Pleiszenbach ontwijkend. »Men moet
den jongen man somtijds maar wat kort be
handelen hij wordt anders al te overmoedig en
eigenlijk behoort hij bij ons toch niet thuis.*
aNu de Carolins zijn van goede familie.
»Bab, musikant blijft musikant!«
»Had ik geweten, dat hij u onaangenaam is,
dan had ik hem niet uitgenoodigd. Daar hij
echter in uw eigen huis zoo veel verkeert.
»Onaangenaam? Daarvan kan geen sprake
zijn,« viel Pleiszenbach hem in de rede. Daartoe
is Carolin me te onverschillig.*
De vrienden verzonken in stilzwijgen en sche
nen zich geheel over te geven aan 't genot van
hun voortreffelijke Havana's. Eensklaps vroeg
Martens, terwijl hij den luitenant scherp aan
keek: »Ben je jaloersch, Pleiszenbach
Als door een slang gebeten sprong de aan
gesprokene op. »Hoe kom je daarop vroeg
hij heftig. »Ik jaloersch op Carolin? Dat is
neem me niet kwalijk een belachelijke ge
dachte.
Martens trok de schouders op. »Je hebt on
langs zelf daarover gesproken, dat Carolin de
zanglessen altijd zoo lang mogelijk rekte, dat
men hem ook bovendien zoo dikwijls bij uw
vrouw zag daarbij je opvallend gedrag van
heden mon dieu dan is de gedachte zoo
kwaad niet, dat je een weinig jaloersch zijt.«
Eigenlijk was Pleiszenbach 't niet geweest, die
de opmerking over Carolin's lange zanglessen
gemaakt had, maar Martens zelf. Deze hield
het echter thans voor beter, ze zijn vriend toe
te dichten, en de laatste scheen ook geheel over
tuigd de opmerking zelf gemaakt te hebben,
want hij antwoordde op Martens laatste woor
den»Hm, ik herinner me, dat ik toen met je
over die geschiedenis heb gesproken, 't Is waar,
Carolin bemoeit zich veel met mijn vrouw, bijna
te veel.
»Hij interesseert zich zeer over de vorming
van haar mooie stem,« viel Martens in, maar
hij begeleidde deze wo< rdi n met een ironisch
lachje, dat Pleiszenbach niet ontgaat kon.
»Dat zeg je, zonder zelt er aan te gelooven.
Je hebt het ook gemerkt, dat Carolin een be
langstelling in mijn vrouw toont, die me niet
onverschillig kan zijn.«
Beste vriend, je neemt de zaak zwaarder op
dan ze is,« zocht Martens den vertoornde tot
bedaren te brengen. Maar deze viel uit: »Ze
is dus, ze bestaat, dat geef je zelf toe; er is
iets voorhanden, dat niet moest zijn. Hoe ver
echter dat iets gaan kan, zonder mij en mijn
eer te schaden, dat te beoordeelen is alleen
mijn zaak.«
Zeker,* antwoordde Martens bedaard, »maar
je mag van een mug geen olifant maken.*
»Ik heb aan de mug genoeg; een mug kan
ons dikwijls meer plagen dan een olifant.
Zonder twijfel, maar men bestrijdt die ge
vleugelde, aardige bloedzuigers met andere wa
pens, dan de Indische monsters.*
»Dat weet ik zelf ook wel. Raad me liever
met welke wapens ik de mug Carolin zal bevech
ten. Ik geloof, dat het beste is zoo spoedig
mogelijk met Georgine te spreken.*
Juist dat zou ik in uw plaats niet doen.«
Waarom niet?*
»Je moet je vrouw niet in onrust brengen.
Zonder twijfel is Carolin haar onverschillig en
heeft ze tot heden geen vermoeden dat de musicus
haar, zooals je aanneemt, een ander dan een
vriendschappelijk gevoel toedraagt. In die on
bevangenheid moet je haar laten. liet eenige, wat
je voor 't oogenblik kunt doen, is goed opletten.
Houd de oogen open en sla Carolin aandachtig
ga, maar blijf vriendelijk jegens hem, anders
krijgt hij achterdocht en, even als allo Polen
gereed zijn om zich te verbergen, versteekt hij
zich achter een masker om u gerust te stellen.
Blijf je evenwel dezelfde en vriendelijk, dan houdt
hij het voor onnoodig zich te versteken en je
zult je het spoedigst kunnen overtuigen of je
verdenking gegrond is.«
»Ik wou, dat die vervloekte Pool zat, waar
de peper groeit,zei Pleiszenbach, terwijl hij
opstond.
Waarom lachte Martens, »is je verdenking
gegrond, wat toch ook nm",al"L is. dan zullen
n
eenige woorden wel voldoende zijn om den mu
sikant tot rede te brengen. Blijkt het echter dat
je argwaan ongegrond is, nu, dan kan Carolin's
tegenwoordigheid je onverschillig zijn. Hij is in
den grond een beminnenswaardig mensch; ik
houd eigenlijk zeer veel van hem en dat doet
menigeen. Zijn innemendheid heeft hem veel
vrienden verschaft.
x>Beminnenswaardig, innemend ja al te erg,
al te erg,* bromde Pleiszenbach. »Nu, ik zal
hem voortaan behoorlijk op de vingers kijken
en als me slechts het minste opvalt, zal ik hem
wijzen, waar het gat van de deur is.«
De vrienden namen afscheid. Maar toen Mar
tens alleen was, lachte hij: »IJverzucht is een
hartstocht, die met ijver er naar zucht om
dat te vinden waarnaar het hart trekt. Dus,
mijn waarde Pleiszenbach, begin nu eerst maar
om met ijver te zoeken, dan zal je, naar ik ge
loof, ook wel genoeg vinden om je hart te ver
ontrusten. De zaak ziet er prachtig uit, trots
Carolin's belachelijke nauwheid van geweten.*
XII.
Toen Martens den volgenden morgen zijn huis
verliet, kwam bjj bij de deur een vrouw tegen,
die hem aansprak.
't Was een groote, sterk gespierde vrouw,
gekleed met een eigenaardige vermenging van
armoe en sierlijkheid. Over een lichtgroen, zijden
kleed droeg ze een dik wollen gele omslagdoek,
waarin hel roode palmen gewerkt waren. Haar
kleed was haar te kort, zoodat men de voeten
kon zien, die in fijne stoffen schoentjes staken,
maar die gescheurd warende rechter zelfs zoo
wijd, dat de naakte groote teen er door kwam.
Daarbij stak de elegante met zijden lint gegar
neerde hoed, die met een grooten ruiker viooltjes
prijkte, vreemd afbovendien stond hij scheef
op haar verward haar. Dat laatste scheen sinds
weken niet met een kam in aanraking te zijn
geweest, zoo verward hing het over heur hoofd
en in heur gelaat. Waar had Martens dat ge
zicht vroeger toch gezien? Vergeefs bezon hij
EUWSB
AD
Het Land van Hensden
en lena,
He Lan
en de
NAAR HET DUITSCH.
VAN
20)
W-
Dc Koningsmarter maakt zich vrij.