FEUILLETON, ïn 't Rijk der Tonen. 1888. Uitgever: L. J. VUURMAM, Heusden. VOORUITGANG. GEORGE HARTWIG. Buitenland. all y. -v w\ A* 1 I VOO ft Langstraat en de Dit bind verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging. Agent voor Gorcurn en OmstrekenBosch Broes van Dort. Advertentiën 16 regels 00 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. a smmmw h isr Daar waar de bruischende waterval den woud- stroom overvoert van den onbewoonden gletscker tot de vriendelijke vlakte, verandert die stroom zijn karakter en van de vele kleine, schier on zichtbare beekjes, die den waterval vormden, blijft omlaag de weldadige invloed merkbaar, ook voor hen die nooit den oorsprong op het bergplateau naspeurden. Dan beweegt zich die stroom zacht- kabbelend, of in snelle vaart voorwaarts, tot hij zich verliest in andere stroomen óf in de onme telijke wereldzee. De gedaanteverwisselingen van den woudstroom, leveren een beeld op, dat zich vaak duister en onverklaarbaar voor ons oog stelde, wanneer wij dachten aan den vooruit gang der menschheid. Op te klimmen tot den oorsprong van het menschelijk geslacht, is bij 't zoeken naar de waarheid en naar de beginselen van ons bestaan, noodzakelijk. De verdichtselen die 't verleden als in een dikken nevel hullen, verwarren daarbij niet weinigen. Doch zij die in onze eeuw de kabbalistische geheimzinnigheid hebben verworpen om de verschijnselen op 't veld der waarneming te volgen tot hunne oor zaak, deelen niet in het vreemdelingschap der genen, welke zich door de zucht naar een nim mer terugkeerend verleden, afwenden van den vooruitgang. Het heden, begrijpt vaak zoo min het streven van 't verleden, als de weg des vooruit- gangs. Doch 't leeft zich zelf bewust met een geheel ander karakter en volgens een geheel ander plan dan dat, 't welk door de wijsgeeren der oudheid in de kindsheid van 't menschelijk geslacht werd gevormd, 't Menschelijk werken en denken leverde aan ieder volgend geslacht de door 't vorige verworven kennis en onder vinding, en hoewel ook thans nog veel te doen blijft voor de geslachten die ons volgen, bestaat omtrent den weg des vooruitgangs geen twijfel meer. Langzaam maar zeker werd de spiegel gezuiverd van de vlekken, welke dien zoo lang ontreinigden, en in 't bewijstzijn zijner kracht handelde de mensch van eeuw tot eeuw meer overeenkomstig de ondervinding, hem door vorige eeuwen als een kostbaren schat nagelaten, niet om in de nabootsing van hen die hen vooraf gingen, zijne zaligheid te zoeken, maar om op eene wijze, door vorige eeuwen erkend als tot vermeerdering van kennis te leiden, vooruit te gaan op den weg der waarheid. Had de oud- beid, bij gebrek aan kennis, 't noodig geoordeeld dat een deel der menschheid zwoegde en zich opofferde, ja letterlijk als werktuig diende om het andere deel in staat te stellen te denken, de wet te formuleeren en strijd te voereneene latere generatie stelde aan dat denkbeeld van ongelijkheid van strijd en van gezag, dat van gelijkheid, van vrede en van vrijheid in de plaats. Bij toenemende kennis ontwikkelde zich de voor uitgang in klimmende toepassing van 't weten door 't gebruik van werktuigen, die den arbeid gemakkelijk maakte. Zoovele handwerklieden en denkers brachten door hunne ontdekkingen op 't veld der waarneming vroeger ongekende wel daden aan, dat 't aantal der weldoeners van 't menschelijk geslacht, thans reeds niet meer te tellen valt. Die denkers en werkers toonden der menschheid de voorwaarts gaande richting aan. Copernicus, Galileï en Keppler vernietigden door hunne nasporingen de laatste overblijfselen der dwaze meeningen omtrent den loopbaan der aarde. Newton, La Place en Herschel beves tigden door hunne ontdekkingen 't vermoeden van vroegere eeuwen omtrent eene bovenaardsche mechanica, die in de meeste gevallen de aardsclie tot voorbeeld strekken kan. Montgolfier, Guy Luzac en Babinet door zochten de atmosfeer en legden de grondslagen eener meteorologische kennis, welke ons in staat stelt de stormen vooruit te voorspellenMorse en Wheatstone stelden den bliksem ter beschik king van handel en nijverheid en maakten door hunne telegraafdraden 't menschelijk woord ver staanbaar aan alle oorden der wereld. Franklin en Davy verschaften ons veiligheid tegen 't weerlicht en tegen de onderaardsche vuur vlammen; Salomo de Caus en Wath, hebben ons-de stoomkracht geschonken en Stephenson voerde ons met zijne locomotieven als op vleu gelen over 't vaste land, terwijl Fulton ons door zijne stoombooten de zwemvinnen der zeebewo ners ter beschikking stelde. Laurens Koster of volgens sommigen Gutenberg uit Duitsch- land gaf der beschaving 't middel aan de hand om de gedachte in onuitwischbare teekenen voort te planten van geslacht tot geslacht. Columbus verdubbelde de oppervlakte der be woonbare aarde door zijne ontdekking van Amerika. Marco Polo schonk ons 't kompas, met welk werktuig toegerust, wij de onbekende zeeën kalm en veilig doorklieven. Baco, Des cartes, Spinoza en Condi!lac leerden ons reden geven van onze gewaarwordingen. Zacharias Jansen, van Middelburg schonk ons (1608) door zijne telescopen 't middel om de diepte der onmetelijke ruimte te peilen, en 't microscoop bracht ons in kennis met myriaden onzichtbare wezens. De afstand tusschen groote en kleine dingen verhief als de verhouding tusschen zand- looper en uurwerk, het menschelijk verstand tot eene vereering van 'tschoone en goede, 't krachtige en waarachtige, zoozeer verschillende van die, welke 't voormaals bezig hield als 't nauwkeurig uurwerk dat wij bezitten, verschilt van den pri mitieven zandlooper der Romeinen. De onafzien bare reeks ontdekkingen waartoe ook die van den laatsten tijd behooren, vormt dien breeden stroom van leven, te midden waarvan zich thans de menschheid voortbeweegt. Toch heeft de mensch slechts eene eerste pleisterplaats bereikt op den weg die tot gelijkheidvrede en vrijheid voor allen leiden moet. En toch worden er nog altijd angstige broeders gevonden, die niets van dien vooruitgang willen weten, die de toeneming in kennis, met geheel hun hart verfoeien. Die armen brengen dikwijls een geheel arsenaal van voor- oordeelen bijeen. Zij wapenen zich daarmede om te strijden tegen 't werken en weten. Zij stellen de wetenschap en arbeid voor als hoogmoed en ijdelheid, ja de meest edele, de meest waarachtige werken der bevrijding van het menschelijk ge slacht, worden voorgesteld als Kaïnsteekenen. Bij de ellendige hulpeloosheid eener in banden doorgeworstelde kindsheid, van een door fabel achtige lichtgeloovigheid verzwakt verstand, een door vooroordeel verblind geweten, worden die angstige broeders een struikelblok voor velen. Doch in spijt der moeiten en bezwaren, welke men ons tracht te veroorzaken, gaan wij onver moeid vooruit. Het innig onverbreekbaar ver band tusschen den mensch en zijne werken; het verzamelen van kracht in werktuigen, het behoud van arbeidsvermogen, de aankweeking van kennis en eerbied voor de werken der menschen, dit alles behoort tot het streven der wetenschap. EEN VERHAAL VAN O'SS. o8) Nauwelijks was de zangles afgeloopen of Geer- truida vloog, licht als een ree, de trappen af heden brandde haar de grond van 't instituut onder de voeten. In haar haast had ze bijna twee heeren omver geloopen, die op de onder ste trede druk met elkaar spraken het waren de directeur en Oskar Bergström. »Ik vraag vergevingzei ze schuchter, toen ze zich van haar schrik had hersteld en ging langzaam verder. »Hij moet me werkelijk voor een wildzang houden bijna heb ik daar den ouden heer omver geloopen! Maar waarom blijven ze ook op de trappen staan, waar men nauwelijks om zich heen kan zien!» Door deze alleenspraak klonk een welbekende stem. »Ik geloof, dat we denzelfden weg op moe ten?» Geertruida kon niet spoedig genoeg tot zich zelf komen. Waaraan dacht ge, als ik dat mag vragen?» »Dat ik menheer den professor bijna omver liep,« antwoordde zij stotterend. »Ge moet me wel voor een »Nu, voor een?« Wildzang houden »Wildzang?« lachte hij hartelijk. »Waarom noemt ge u zoo?» Tante geeft me altijd dien naam, als ik zoo zoo onbezonnen ben.« »Uw openhartigheid treft me! Maar ik kan u de verzekering geven, dat de directeur zich 't zelfde verweet -hij gelooft van zijne zijde u erg verschrikt te hebben.» »Dat heeft hij ook!« viel ze in. De deftige man naast haar vertraagde thans pzettelijk zijn schreden en de blik, waarmee hij het mooie meisje aanzag, verried een onge wone aandoening. »lk heb u twee verzoeken te doenEerst moet ik u een opheldering vragen. Vragend zag ze hem aan. Bergström boog zich tot haar. Waarom hebt ge daar straks geweend? Kunt ge het niet zeggen Jawelzei Geertruida stotterend. »Ik weende omdat Omdat?» »Omdat ik niet gestudeerd had!« zei ze snel. Bergström wist niet, wat hij verwacht had te zullen hooren, maar dit eenvoudige en nuch tere antwoord scheen hem toch te vreemd. Geer- truida's bedroefd uitzicht zette echter eiken twij fel op zij - hij vond deze ontnuchtering al heel grappig. »Omdat ge niet gestudeerd hadt?« lachte hij hartelijk waarom zeidet ge niet liever de waar heid?» Blozend liet ze haar blond gelokt hoofdje hangen. »Ik durfde niet!« Zacht raakte hij haar hand aan. »Ge kunt toch wel een kleine terechtwijzing rustig van me aannemen, ik meen het heel goed met u Maar als ge zoo bang voor me zijt, zal 't- me moeielijk vallen mijn tweede verzoek te doen.« Zijn hartelijke toon deed haar goed. »Ivan ik u eenigen dienst bewijzen? Ik doe het gaarne heel gaarne.» »Ik wilde u van avond meenemen naar me vrouw Von Waldheim, ziet ge,« ging hij snel ler voort toen hij zag, dat Geertruida besluite loos zweeg, »ik wenschte om een dubbele reden u in dat mij bevriende huis in te leiden. Voor eerst zal mevrouw Von Waldheim uw komst als een vriendendienst van mij aanmerken, en ten tweede kunt ge uit den omgang met de menschen, die mevrouw Von Waldheim om zich verzamelt, slechts voordeel trekken. Ik hoop dat ge u door geen vooroordeel laat terug houden? Twijfelend bleef Geertruida staan. Toorn tegen de overmoedige vrouw steeg op nieuw machtig hoede. Wilt ge?« in haar borst op de gedachte, dat Melanie haar komst kon misbillijken, kwetste reeds vooraf haar gevoel. In eiken anderen familie kring was ze hem gewillig gevolgd, maar tegen mevrouw Von Waldheim kwam elke zenuw van haar hart in verzet. Vertrouw u aan mijne vroeg hij haar dringend. >Ik wil, omdat gij 'twensclit!« zei ze zacht. »Dan zal ik u over een uur afhalen; mijn weg gaat voorbij uw huis. Tot weerziens Geertruida nam haastig afscheid. Ze was boos op Bergström, omdat hij zoo geheel scheen ver geten te zijn, hoe erg ze vroeger door Melanie beleedigd was. In haar ergernis hoorde ze bijna de stem van den briefbesteller niet, die tegelijk met haar het huis betrad. »Een brief voor me juffrouw Höfner!« Ze nam hem ijlings aan en ging de weinige trappen op, die naar haar wo ning voerden. Zoo volkomen was ze verdiept in de tegen haar zin gegeven belofte, dat ze het ontvangen schrijven achteloos ter zijde legde en zeker zou vergeten hebben, als haar tante niet nieuwsgie rig gevraagd had, van wien het was. Eer Geer truida evenwel het zegel verbrak, deelde ze haar tante haastig mee, wat Bergström haar gevraagd had en verwonderde zich ten hoogste, toen deze haar ijverig vermaande, de goede gelegenheid om bekend te worden niet te verzuimen. Van wien is toch die brief, mijn kind?» *Van groote God!« riep Geertruida hevig, terwijl ze den brief haastig openbrak. »Xu, spreek dan!» riep tante vol belang stelling. »Hij is van Wilbert! Van mijn lieven, lieven broeder Haastig zette zij een stoel bij de tafel en volgde met brandende oogen de regels. »Uit Warschau schrijft hij, Tante! Nog altijd is hij in de sombere, oude stad. Denk eens, hij heeft zelfs onze oude woning weer betrokkenwaar toen mijn bed stond, staat nu 't zijne o, ik zie alles in mijn verbeelding. Maar wat is dat? Hoe moet ik dat begrijpen? Zou dat de sleutel Hare toepassingen hebben thans reeds eene inter nationale werkplaats in 't leven geroepen, waar de eilanden tot ons komen en de bergen gelijk worden gemaakt. Nederland, Engeland en 't Oosten, Duitschland en 't Westen, Frankrijk en 't Zuiden, Rusland en 't Noorden, alle volkeren komen in die werkplaats hun meesterstuk afleveren. De individuëele arbeid wordt saam geweven met de nationale om de krachten te vereenigen en in dezelfde richting te doen werken tot den alge- meenen vooruitgang, den vooruitgang der mensch heid. De Duitsche Keizer heeft zijn wensch te kennen gegeven, persoonlijk de zittingen van den Rijks dag op 22 dezer te openen. Naar men verze kert, zal de Rijkskanselier daarbij niet tegen woordig zijn. De Keizer van Oostenrijk heeft aan alle bur gemeesters en gouverneurs den wensch te kennen gegeven, dat het jubilé van zijn troonsbeklim ming alleen door liefdadige handelingen zal worden gevierd. Hij hoopt dat men geen feesten zal ge ven die geld kosten en geen godsdienstige plech tigheden zal organiseeren. Hij wensuht ook geen deputaties of adressen te ontvangen. Bij de jongste trekking van de loten der stad Parijs, viel de prijs van 100,000 frs. op het lot van een brigadier van de wacht bij de Kamer. Voor het hof te Constantine staat thans terecht zekere Henry Chambige, een zeer overspannen persoon, die veel romans schijnt te hebben gele zen, beschuldigd van een fatsoenlijk getrouwde vrouw, mme. Grille, in zijn woning te hebben gelokt en te hebben vermoord, nadat hij haar had onteerd. Chambige beweert dat mme. Grille zijn liefde beantwoord had en dat zij hem had verzocht haar te dooden, om haar voor schande te bewaren. Maar anderen verzekeren, dat Chambige de ongelukkige had gehypnotiseerd en daarna gedood. zijn voor zijn droeve lijdensjaren? Hoor eens: »Maar wat heb ik aan al die vriendschapsbe tuigingen, die men me vleiend doet? Ze kun nen niet in mijn hart dringen mijn hart is doodMaar neen 't leeft nog voor één denk beeld, het trilt nog iu één zenuw! Wraak aan u, schoone, verleidelijke vrouw Bloedige wraak Geertruida legde haar hoofd op den brief en besproeide hem met haar tranen. »Arme, ongelukkige broeder!» »Als een vrouw uw edelen broeder bedrogen heeft, zal ze haar straf wel ontvangen. Maar lees verder Wilbert komt! Wilbert komt!» jubelde het meisje eensklaps. »0, nu is alles goed, nu zullen we eindelijk vernemen, wat vroeger zijn verstand zoo heeft verduisterdNu zal ik na lange jaren weder ondervinden hoe goed 't is, door een ge liefden broeder iu de armen gekneld te worden.» Tante vatte bewogen Geertruida's handen. Maar zij wierp zich hartstochtelijk aan de borst van haar pleegmoeder. >Gij waart onze reddende engel 't ging ons goed van den dag af, dat ik uw huis betrad.» Buiten werd hard gescheld. Bergström komt, hij zou me halen», fluisterde ze bewogen. »Was de avond maar voorbij Kort daarna stond in het lichtblauwe, sierlijke salon een talrijk elegant gezelschap om den ge- vierden toonkunstenaar en zijn leerling. Stralend van schoonheid was Melanie het paar te gemoet gegaanzij bestreed haar afkeer van Geertruida, en de blik, waarmee ze Bergström welkom zei, bedroog zelfs den ervaren man der wereld. »Hier breng ik u mijn beschermeling, genadige vrouw, 't Heeft me moeite gekost Mejuffrouw wilde niet goed aan uw vriendschap gelooven.« »Hoe schoon staat de jeugd die oprechtheid!» lachte Melanie een weinig scherp. Behoud die onbewuste coquetterie, ze zal u in menige ver legenheid van nut zijn!» Ze nam ongegeneerd Bergström's arm en leidde hem naar een zij vertrek, zoo ver mogelijk buiten 't bereik van die verstandige onschuldige kinderoogen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1888 | | pagina 1