FEUILLETON. A«: 76i. WOENSDAG 20 FEBRUARI. Isb9. voou Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. Het is beschikt in Godes raad. van Bc Langstraat en de oiniiielerwaard. Uit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. niet tracht te schitteren, maar nuttig te zijn. Met reinen ijver worden ze door haar aangespoord, om alles gaarne en met lust te doen, wat onze stand van ons eischt. Huiselijkheid is liefde en gehechtheid aan de onzen. Wij bevinden ons gaarne in hun kring; hun gezelschap maakt onze vreugde uit, en het is ons eene ware behoefte in hunne nabijheid of in hun midden te zijn. Wij nemen aan alles deel, wat de onzen aangaat, wij helpen mede dra gen, wat hun moeilijks wedervaart; aan onze opmerkzaamheid ontsnapt niets, wat de onzen betreft. Huiselijkheid is liefde tot teruggetrokkenheid, bescheidenheid en stilte; zij is de tegenstelling van verstrooiing en genotzucht, verkwisting en bluf. Een mensch, die door de zucht tot ver strooiing en zinnelijk genot beheerscht wordt, bevalt het nergens minder dan in zijn eigen huis. Het is hem overal te benauwdhp tracht alzoo builen het huis, ver van de zijnen, genoegen en genietingen na te jagen, zonder te bedenken, dat daardoor zijne beroepsbezigheden gevaar loo- pen en zijne welvaart verminderen moet. Zal huiselijk geluk gedijen, zal het welzijn van het gezin bloeien, zoo moet ongetwijfeld de grond daartoe in huis gelegd worden. Hoe eenvoudiger, hoe natuurlijker onze levens wijze is, hoe minder wij ons geluk en onze tevredenheid aan enkel ontbeerlijke en toeval lige dingen, aan gekunstelde en ingebeelde be hoeften verbinden, des te genotrijker en aange namer zal ons het leven schijnen. Huiselijkheid is de noodzakelijke voorwaarde eener goede opvoeding, want zal deze slagen, zoo vereischt ze tijd, moeite, vlijt en zorg. De opvoeding moet alzoo als eene zaak van het hoogste gewicht beschouwd worden, en eischt van hem of haar, die ze moet aankweeken, een onvermoeiden ijver, op vaste en verstandige re gelen gebaseerd. De meeste ouders zijn verplicht hunne kinderen zelf op te voeden; slechts zeer weinigen, die dit gewichtig werk aan anderen kunnen toevertrouwen. Maar welk eene opvoe ding kan men verwachten, wanneer de ouders het huiselijk leven niet kennen, wanneer zij er geen genoegen in scheppen, hunne kinderen rondom zich te zien, zich met hen bezig te hou den, ze gade te slaan, en hunne vorderingen, Advertentiën 1—6 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Hue Hérold, Parijs. »Een ordelijk, huiselijk leven, is het beste tegengift tegen zedenbederf,zeide eens een be roemd wijsgeer der vorige eeuw, en terecht, want tot de vorming van goede, gelukkige huis gezinnen, is de huiselijkheid eene volstrekt noo- dige voorwaarde, ja zij is eene deugdzonder welke geene huiselijk geluk denkbaar is. En toch wordt die groote deugd niet alleen weinig gewaardeerd, maar ook zeer veronacht zaamd en miskend. Wanneer men het doen en laten der menschen gadeslaat, ontwaart men, hoe ze zich afsloven, hoe ze er naar streven, de eenvoudige zeden qpi gewoonten, die onze voorvaderen kenmerkten, te verdringen en te bespotten. Er is inderdaad geen stand, geene volksklasse die de grenzen niet over schrijdt. Een voortdurend hartstochtelijk jagen naar pracht, gemak, zingenot en ijdelheden be heerscht alle klassen der maatschappij. Weelde en eene zekere verwijfdheid hebben zich in alle standen weten in te dringen. Geknecht wil het den meester, de dienstmeid de meesteres, de kleine landbouwer den rijken grondeigenaar, dé burger man den voornamen hem nadoen. Men ziet bijna geen onderscheid meer tusscken de hoogere en lagere standen; immers de weelde en de uit spanningen zonder nog van uitspattingen te spreken richten zich niet naar de verdiensten, niet naar het inkomen, maar naar eene grenzen- looze begeerlijkheid. Hoeveel inwendige onrust en strijd, hoeveel nood en kommer de menschen in onzen tijd, ter wille van de weelde en gemak zucht moeten trotseeren, hoezeer huislijke wel vaart, tevredenheid, godsdienst en zedelijkheid daaronder lijden, zal den opmerkzamen toeschou wer niet ontgaan. Het is dan ook eene onloochen bare waarheid, dat zonder de bescheiden deugd der huiselijkheid, geen voorspoed en geluk de woningen binnentreden kan, want huiselijkheid is de liefde tot huiselijke zaken, in overeenstem ming met de veelvuldige aangelegenheden der huishouding. Zij bestaat in de bestendige leiding der huiselijke verrichtingen; zij bevat alles wat de goede huisorde betreft; zij is de rustige, stille, bedaarde werkzaamheid in den familiekring, die de beschaving van hun geest, den aard hun ner levenswijze na te gaan! Welk eene opvoe ding kan men verwachten, wanneer zij, die haar als de heiligste taak moesten beschouwen, de vreedzame, huiselijke stilte niet verdragen kun nen, wanneer zij zich, zoo dikwijls als het hun slechts mogelijk is, buiten 's huis trachten te verstrooien, onbekommerd wat er van hunne kinderen en aanhoorigen wordt. Welk eene op voeding, wanneer kinderen, nog als onmondi- gen zelfs, door de ouders in zulke gezelschap pen medegenomen of toegelaten worden, waar lichtzinnige scherts, dubbelzinnige, ergerlijke woorden gehoord wordenof wanneer zij in den tusschen tijd aan de handen van ruwe, ze- delooze dienstboden toevertrouwd wordenof wel wanneer hun zelfs de vrije omgang met ongemanierde, slechte personen veroorloofd is. Welk eene opvoeding eindelijk, wanneer ge brek aan huiselijkheid, in zijne treurige ver schijnselen, zich openbaart, wanneer huiselijk geluk en huiselijke tevredenheid geheel ontbre ken, wanneer wantrouwen, twist en tweedracht heerschend zijn geworden, wanneer zij, die »één van hart en één van ziel« moesten wezen, elkander minachten, elkander tegenwerken wanneer zij aan de kinderen voorbeelden geven, welke 't onderwijs, dat zij in kerk en school ontvangen, geheel krachteloos maken Het is waarlijk geen wonder, dat er onder zulke omstandigheden zoo dikwijls over verwaar loosde kinderen, over de verdorvenheid der jeugd wordt geklaagd; wanneer overal de huisvaders en huismoeders over oneerlijke, slechte, zedelooze dienstboden klagen, en op die wijze al het ver trouwen van deze zijde, ook jegens de4beterge- zinden onder het dienstpersoneel, verloren gaat. Huiselijkheid is het zekerste middel om kwade tijden en tegenspoeden des levens beter door te staan, want waar echte, huiselijkheid, waar ge regelde, verstandige spaarzaamheid heerscht, daar zal zelden een onvoorziep ongeluk den grondslag der huiselijkheid en der huiselijke welvaart ge heel kunnen vernietigen. Immers datgene wat met vlijt en moeite verkregen wordt, zal niet lichtzinnig verspild of door onverstandige uit gaven versnipperd worden, maar altijd met het oog op mogelijke rampen en tegenspoeden als eene versnapering worden weggelegd! Vindt men echter zijn »thuis« buiten 'shuis, dan kan het niet anders of de welvaart wordt ondermijnd, de liefde in koele onverschilligheid veranderd, het geluk van 't huisgezin voor altijd verwoest. i Jmi te11unel. Opnieuw loopt het gerucht, dat de grijze rijks kanselier binnen kort zal aftreden, maar voor dien tijd een rijksministerie zal oprichten, dat de hem opgelegde plichten zal overnemen. Vooralsnog is het niet met zekerheid te zeg gen, want het bericht werd reeds meermalen uitgestrooid, om Bismarck te herinneren dat er een tijd van komen en ook een tijd van gaan is. Een Zwitsersch financieel blad bevat een be langwekkende statistiek betreffende den handel in verschillende landen van Europa. Uit deze cijfers blijkt, dat Nederland in verhouding tot het aantal inwoners de eerste handelsstaat is. De jaarlijksche handel van den Hollander wordt berekend op 1012 fr., die van den Zwitser op 510 fr. per hoofd. Daarna komt Engeland met 421 per inwoner. In Duitschland en Frankrijk berekent men de handelsbeweging per jaar op 100 fr. per hoofd. De verloving van Princes Alice van Hessen met den Kroonprins van Rusland, gaat niet door, volgens berichten uit Petersburg. Vermoedelijk is deze afgesprongen op het vraagstuk welken godsdienst de Prinses zou belijden. De Czaar verklaarde aan zijne omgeving, dat de Kroon prins nog niet aan een huwelijk moest denken, daar eerst zijne wetenschappelijke en vooral militaire opvoeding voltooid moet worden. Verscheidene republikeinsche groepen hebben Floquet te vergeefs verzocht zijn verzoek om ontslag in te trekken. Floquet grondt zijn wei gering op de bewering, dat hij sedert eenigen tijd opgemerkt heeft, dat hij noch bij den Senaat, noch bij den president der Republiek, noch bij Het lot beslist. 14) Ook in mijns vaders huis ging het droever en droever. Bij zijn zwakte kwam een sluipende koorts, die zich door geen middelen wilde laten verdrijven. Hij was bestendig aan zijn kamer gebonden en kon zich niet langer met zijn ge meente bemoeien. Haar in dien hoogen nood niet bij te kunnen staan, was de ergste beproeving van zijn leven. Als ik uito-inof om een zieke het nachtmaal toe t§ dienen, liet hij me meestal niet gaan, zonder een woord van troost en zegen. Nooit toonde hij ongeduld of moedeloosheid, maar ik wist, hoe zwaar 't hem viel te bed te blijven en van de eene nachtwaak tot de andere op God te blijven vertrouwen. De gravin en Elisabeth, van ouds vriendinnen van ons huis, kwamen soms om hem door haar tegenwoordigheid op te vroolijken, als de arbeid van den dag voorbij was. Ze stonden mij als onvermoeide helpsters ter zij bij mijne kranken- bezoeken, en onze gemeenschappelijke arbeid bracht een grootere vertrouwelijkheid tusschen ons te weeg, dan onder andere omstandigheden had kunnen ontstaan. Elisabeth steeg immer hooger in mijn achting. Ik kende geen vrouwelijk wezen met zulk een zelfverloochening, geduld en opoffering als dit jonge meisje. Aan de wijze, waarop ze mijn wenschen nakwam en ze meestal vervulde nog voor ik ze uitsprak, aan het zonder voorbehoud opgeven van haar eigen inzichten aan de mijne, meende ik soms een grooter be langstelling dan die der vriendschap te bemerken, en dit vervulde mij met stille blijdschap. Het tooverachtig beeld in 't blauwe gewaad ik had biddend gestreden om het te vergeten o begon meer en meer in nevel te verdwijnen. Mijn rustelooze bezigheid en de zorg voor mijn vader lieten het niet tot een scherp onderzoek van mijn geestestoestand komen en de tooneelen van jammer, die ik dagelijks aanschouwde, rukten me uit mijne droomerijen, waarin ik me vroeger met een zekere zelfkwelling had ver diept. 't Was avond, en ik zat aan vaders bed om, zooals ik gewoon was, hem mee te deelen, wat dien dag was geschied. Het viel me op, dat hij me niet zoo als anders zijn volle opmerkzaam heid schonk, en ik zag aan de uitdrukking van zijn gezicht, dat ziju gedachten niet bij mijn woorden waren. »Mijn zoon«, begon hij, toen ik zweeg, sik voel dat mijn einde nadert. Misschien is 't Gods wil, dat ik met de groote schaar uit ons dorp heenga; maar Hij is ook bij machte, mij weer gezond te maken; ik voeg me naar Zijn raads besluit, wat Hij ook over mij brengt. Maar hoe de teerling ook valle, 't zou mijn hart tot innige vreugd zijn, wanneer ik een lang gekoesterde lievelingswensch nog vervuld zag. Ge hebt een gezellin noodig, een liefdevolle vrouw, die je huis door christelijke deugden versiert en het maakt tot een verblijf plaats, die God en men schen welgevallig is. Ik heb den Heer om licht gebeden, heb den bijbel ondervraagd en het lot geworpen, eer je in mijn kamer kwaamt. Je ziet hier het kistje om het lot te werpen; lees den naam, die op 't papier staat, dat daarin ligt!« Naast den bijbel op het tafeltje, aan 't hoofd einde van zijn bed, stond een zwart kistje. Een zilver kruis was in het deksel gegraveerd en daaronder stonden met gouden letters de woor den: »Doe ons zoo, o God, Uw heiligen wil kennenIk hief het deksel op en mijn oogen vielen op den naam: Elisabeth. »De Heer heeft door mijn hand voor u ge kozen; Zijn wil geschiede! Doch ondervraag ook zelf het lot.« Hij wierp verscheidene blaad jes in 't kistje, schudde ze door elkander en sprak: »trek nu, en God leide je hand naar Zijn welbehagen.« Ik trok een der blaadjes. De naam Elisabeth stond met duidelijke, groote letters er op. Vader vouwde met een zwakken kreet van vreugd zijn handen. »Wij volgen den wenk van Uw hand, o God der wijsheid Stefanus, 't was de lievelings wensch uwer zalige moeder en van onze goede gravin, dat je eens Elisabeth tot vrouw zoudt krijgen. Het lot is u gunstig geweest I)it oogen blik besliste over mijn lot. Ik zag Gods raadsbesluit er in. Ook mijn ouders had den zich eens door beslissing van 't lot verbon den en hoewel de vorm, waarin mijn vader en ik het ondervroegen, niet de gewone, de ge bruikelijke was, zoo had de beslissing toch de zelfde kracht voor ons. Ik was Elisabeth harte lijk genegen, en schatte haar hooger dan elke andere vrouw op aarde. Een uur later stond ik in de kamer der gravin, deelde haar mee, wat tusschen mij en mijn vader was voorgevallen en bad om de hand harer dochter. De hoogge boren vrouw gaf me met een van vreugd stra lend gelaat de hand, en zei me, dat dit verzoek haar innigsten wensch vervulde. Zij wist, dat Elisabeth mij hartelijk genegen was en me gaarne de hand der trouw zou reiken, maar een openlijke verloving te vieren, ware thans, nu de doodsklokken zoo dagelijks luidden, niet passend, en de kwade tijd moest eerst voorbij zijn, eer we de gemeente verzochten zich met ons te verheugen. Ze liet Elisabeth roepen, die blozend voor ons kwam staan en op mijn vraag, of ze mijn vrouw wilde worden, met vastheid ja antwoordde. De gravin legde de zacht be vende hand harer dochter in de mijne en zegende ons. Toen liet ze haar rijtuig voorkomen en wij drieën reden naar de pastorie, opdat mijn vader en tante Hanna, wier lieveling Elisabeth van hare geboorte geweest was, op ons verbond amen zouden zeggen. Zoo had ik dan een levensgezellin gevonden. Ik dankte God met een bewogen hart, dat Hij me een meisje van Elisabeth's vroomheid had toegevoerd. De wenschen van al de onzen waren vervuld. De snelheid, waarmee ik die band voor het leven had geknoopt, bevreemde mij som tijds, maar als ik aan mijn toekomst dacht, was ik rustig en mijn hart trok meer en meer naar de zachte, schuchtere bruid, die me met vol vertrouwen en stille innigheid tegemoet kwam. Op mijn vaders gelaat lag een hoopvol lachje en tante Hanna's strenge trekken verhelderden zich, zoo dikwijls de naam van Elisabeth in onzen kleinen kring genoemd werd. Leonore's terugkomst. De lichaamstoestand van mijn vader ging meer en meer achteruit. Op zekeren dag riep hij mij bij zijn bed en sprak: »Stefanus, ik voel duidelijk, dat mijn dagen geteld zijn en mijn hart verlangt naar ons ontrouw kind in den vreemde, 't Was mijn plan haar eerst met het begin der lente thuis te laten komen, maar ik vrees, dat ze me dan hier niet meer vinden zal. Als ik niet bang was geweest haar tijdens het heerschen dier kwaad aardige koorts hierheen te roepen, had ik haar reeds vóór eenige dagen geschreven, dat ze komen moest om mijn laatsten wil uit mijn eigen mond te hooren en mijn zegen te ontvangen. Ik heb mijn huis besteld, maar mijn rekening met haar is nog niet afgesloten.* »Ik zal haar schrijven, hoe 't op ons dorp staat. Ze kan dan doen, wat ze voor God en de menschen verantwoorden kan.« Haastig ging ik de kamer uit. Mijn hart sloeg hevig en heete tranen schoten me in de oogen, maar niet bij de gedachte aan haar, die zijn vertrouwen zoo snood verraden had neen! ik vreesde, dat mijn vader zich niet vergiste, als bij van zijn einde sprak en zijn goedheid, zijn onuitspreke lijke vriendelijkheid, die ik kende en genoten had, zoover mijn gedachten reikten, traden voor mijn zielen naast de vreeslijke zekerheid van met hem al de zegeningen daarvan te verliezen, scheen al 't andere mij klein en nietig. Eenvou dig en zonder er een verzoekend woord bij te voegen, deelde ik Leon ore het noodige mee. Een week verstreek, maar geen antwoord kwam. Ik herinner mij, dat ik me toen geen oogen blik daarover verwonderde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1