Mrijl op weg iiaar de Revolutie,
FEUILLETON.
COLA.
804.
ZATERDAG 20 JULI.
1889.
Uitgever: L. J. YEERMAH, Heusden.
VOO li
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging.
Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parjjs.
VIII.
(Slot.)
In Juli 1789 woedde de opstand niet
alleen te Parijs, geheel Frankrijk was in
beroering. Eeuwen lang door den adel on
derdrukt, in toom gehouden door 150,000
kasteelen, die als zoovele vestingen door
't land verspreid lagen, was het door den
roep der groote dingen, die te Parijs voor
bereid werden, ontwaakt uit de knechtschap.
De tijd van zuchten en stil morren was
voorbij. Bovendien deed de honger zijn
scherpe prikkels gevoelen. In groote scha
ren trekken ze door het land, tollenaars
en belastingheffers voor zich heen drijvend;
de kerkklokken luiden; van de torens der
kasteelen, de daken van kerken en kloos
ters kraait de roode haanop alle wegen
ontmoet men edellieden, met vrouw en
kroost vluchtende voor de bevolking. En
terwijl de oogst rijpt en Frankrijk zich in
een vruchtbaar jaar verheugt, waart de
dood tusschen de goudgele velden en werpt
zwarte schaduwen over 't heerlijke groen.
Intusscben was de eerste trek naar het
buitenland begonnen. De graaf van Artois
en beide zonen, de prinsen Condé en Conti,
benevens de familie Polignac verlieten het
land. Deze heeren hielden zich in Italië en
Duitschland onledig met het aanstoken van
den burgerkrijg en 't opzweepen van de
mogendheden tegen hun ongelukkig vader
land.
Necker keerde in triomf terug. Dat oogen-
blik was het schoonste in zijn leven. Ter
wille van 't volk in ongenade gevallen en
om den wille van 't volk teruggeroepen,
was zijn tocht van Bazel naar Parijs een
ware triomftocht en zijn aankomst te Parijs
een feest. Doch deze dag, het toppunt van
zijn roem, was tevens ook het einde. De
menigte, nog steeds woedend over de krijgs
toerustingen in de eerste helft van Juli,
had o. a. den minister Toulon vermoord en
stond op zeer gespannen voet met de aan
voerders van het Parijsche leger, waarvan
er één gevangen zat. Om dezen te redden,
wist Necker de algemeene amnestie door te
dryven. Dat was een fout van 's volks af
god. Trouwens bij kende 't volk niet en
wist niet hoe weinig het behoefde om wan
trouwen op te vatten. Het volk zag in deze
amnestie een poging om zijn vyanden hun
rechtvaardige straf te doen ontgaan, het
school te zamen en sprak zoo luide zijn
afkeuring uit dat ze werd ingetrokken.
Intusscben zag Necker zijn troon wankelen
en dat werd er niet beter op, toen hij den
kamp tegen de revolutie voortzette, die hij
meester trachtte te worden, omdat hij voor
een oogenblik haar held geweest was. Doch
één persoon geldt weinig in een revolutie;
hij moet ze voorgaan of ze gaan over
hem heen.
De gevolgen van 14 Juli, den datum van
de inneming der Bastille waren onmete
lijk. Naar het voorbeeld van Parijs stelde
het volk overal gemeenteraden in, om zich
zelf te regeeren en nationale gardes, om
zich te verdedigen. Het gezag wisselde met
het geweld van plaats. Het koningschap had
het eerste verloren, het volk veroverde het
laatste. In de steden richtte zich de woede
tegen de oude instellingen, die men niet
zonder grond als vijanden der nieuwe orde
van zaken aanzag. Op het land verbrandde
men de kasteelen en de boeren wierpen de
20)
Waldorf en Cola bleven stil en schenen
naar 't gezang te luisteren, 't Meisje had
den kleinen, donkeren hoed afgezet. Heur
haar, dat in 't atelier was losgemaakt, hing,
in een lossen knoop saamgebonden, in
haar hals.
De zachte avondwind bracht een klein
blosje op haar bleeke wangen, waardoor
het teedere hoofd iets jeugdigs, bloeiends
kreeg, dat onweerstaanbaar boeide.
Ze hield het gelaat een weinig opgericht,
als om te luisteren, en over haar gansche
wezen lag een uitdrukking van geluk, die
roerend was.
En op dit oogenblik was Cola gelukkig
als nog nooit in baar leven. Ze dacht niet
aan de toekomst, 't Was haar, als stond de
tijd stil, en alsof de wereld sliep.
Droomend staarde haar oog in de lucht
en scheen toch niets te zien. Haar hart
was geheel in liefdes toovermacht gevangen.
Hoe schoon was haar de avondhoe
vreedzaam en onvergetelijk schoon 't Eene
kwartier na 't andere verstreek, 't Eene lied
na 't andere werd gezongen, niets brak de
zalige stemming af, waarin de kleine groep
verkeerde, en plotseling, alsof die van den
hemel neerviel, overviel Cola een angst, een
hevige vrees, een kwellende zorg.
Een niet te berekenen door niets te ver
klaren afdwaling der gedachten stelde haar
op eens zeer duidelijk haar broeders voor
den geest, en achter die kleine kopjes zag
ze de oogen baars vaders. Erenals ze als
klein meisje vreesde voor 't alleen zijn in
't donker, zoo vreesde ze eensklaps voor 't
alleen zijn met haar gedachten, die haar, ze
wist zelve niet waarom, vrees aanjoegen.
Wat kon er thuis gebeurd zijn? Wat
droegen de wolken daar boven zoo haastig
tot haar? Die wolken, die zich aan den
verren hemel zoo grauw samentrokken?
Een siddering greep haar aan.
Charlotte't Viel haar op, dat Waldorf
haar kortweg bij den voornaam noemde.
Dat deed haar goed. Of ze koud was? Ze
wist het niet. Ze zag met haar wit gezichtje,
waaruit iets verschrikts, iets hulpeloos'sprak,
tot hem op en schudde 't hoofd.
En hij, hij wachtte haar antwoord niet
af. Hij nam de jas, die naast hem op de bank
lag, op en deed die om haar schouders,
en toen hij die vast om haar lijf had ge
haald, knoopte hij ze onder haar kin
vast. Haar blanke huid voelde kil, evenals
de kin, die voor een oogenblik op zijn hand
steunde.
»'t Wordt winderig,* riep op dit oogen
blik Aldridge, die met zingen ophield,
•hebben wij dekens bij ons?«
De schipper gaf ze hem.
Neem ze aan, Waldorf; willen we terug
keeren
Gedurende de terugtocht ging men om
voordeel van de dekens te hebben dichter
bij elkander zitten. Waldorf zat naast Cola.
Eén plaid bedekte hen beiden. Men roeide
haastig naar den oever.
»'t Zal gaan regenen,verklaarde Janie,
die zich als een prop in eene groote deken
had gerold.
»t Zal niet, maar 't doet 't reeds,ver
beterde Mevrouw Harland en zette met een
ernstig gezicht, tot pret van Sir William,
haar parasol op.
Waldorf legde zijn arm oni Cola, vatte
de punt van de deken en hield die om
Cola heen.
Haar hoofd leunde tegen zijn schouder.
Zijt ge nog koud?« vroeg hij zacht.
•Neen,* zei ze even zacht terug. Haar
tanden klapperden.
Wat scheelt u dan? Ge beeft nog altyd.*
oude oorkonden der grondbezitters in de
vlammen. Het is moeilijk in oogenblikken
van triomf het geweld niet te misbruiken.
Om het volk tot zachtmoedigheid te stem
men, was het noodig de misbruiken af te
schaffen. De standen waren te niet gedaan,
de willekeur des adels vernietigdthans
bleef nog over de rechtsgelijkheid van alle
burgers in te voeren. Van daaruit kon men
verder gaan op den weg der hervorming.
De voorbereiding daartoe was het werk van
een enkelen nacht.
De nationale vergadering had een procla
matie verspreid, waarin ze het volk tot
kalmte vermaande. Om van haar kant aan
de eischen der burgerjj te gemoet te ko
men, sloeg de vicomte de Noailles in den
avond van 4 Augustus de aflossing van
alle leenheerlijke rechten en opheffing der
persoonlijke dienstbaarheid voor. Deze wets-
voordracht was de aanvang van tal van offers
der bevoorrechten. Er onstond onder hen
een wedstrijd in opoffering en vaderlands
liefde, zoodat in weinig uren alle misbrui
ken waren afgeschaft.
De hertog de Chatelet sloeg de opheffing
van alle tienden, zonder schadeloosstelling
voor; de bisschop van Chartres de ophef
fing van het jachtrecht, met teruggave
daarvan aan den grondbezitter; de graaf
de Virieu het uitsluitend recht der edelen
om duiven te houden, een ware landplaag;
verder werden alle voorrechten op 't stuk
van belastingen afgeschaftalle grondrech
ten af koopbaar verklaardhet verkoopen
van openbare posten en betrekkingen op
geheven alle burgers naar den maatstaf
van hun vermogen belastbaar verklaard
alle pensioenen, willekeurig verleend, in
getrokken.
Zij wist het niet en dat zei ze hem, zei
het met die fluisterende stem, waarmee 't
eene bevende hart tot het andere spreekt.
Zijn arm sloot zich vaster om haar. Ze
voelde 't kloppen van zijn hart, maar hij
sprak niet, terwijl ze vurig verlangde zijn
stem te hooren.
Groote, dikke regendroppels vielen naast
en achter hen op 't water; de riemslagen
klonken sneller dan vroegerde boot gleed
ijlings voort.
Een avond zonder sterrenlicht. Toen ze
den oever genaakten, stroomde de regen
nog sterker dan voorheen. Waldorf talmde
met zijn arm weg te nemen, tot al de anderen
opgestaan waren en Cola meende, toen hij
haar los liet, dat ze om 't bezit van dezen
geliefden man zou kunnen strijden tegen
de gansche wereld, strijden om zijn liefde
met al de hevigheid van haar hartstochte
lijke natuur.
De nacht van 4 Augustus, indertijd door
een vijand der revolutie de Bartholomeüs-
nacht van den eigendom geheeten, was
slechts een Bartholomeüsnacht der misbrui
ken. Hij ruimde het heele leenstelsel op,
hij bevrjjdde de burgers van de dienstbaar
heid, o. a. van het op zekere tijden om niet
arbeiden voor den landheer; hy beschutte
den eigendom der burgerij tegen de ver
woestingen van 't door en voor den adel
geteelde wild.
De nacht van 4 Augustus was de over
gang in de orde der dingen; van den toe
stand waarin alles aan enkelen behoorde,
voerde hy naar een, waarin alles den Staat
toekwam. Deze nacht veranderde de gestalte
van 't koninkrijkhij maukte alle Fran-
schen gelijk voor de wet, stelde alle ambten
open voor allen en ruimde de beletselen op,
die 't verkrijgen van eigendom in den weg
stonden.
Meer nog dan 14 Juli is 4 Augustus
van groote beteekenis voor de geschiedenis
der Revolutie. In dezen nacht werd niet
verwisseld van regeeriug maar onderging
de geheele maatschappelijke ordening een
herschepping. Merkwaardig is het, dat Frank
rijk, hoewel later tallooze malen van regee
ring verwisseld, toch steeds de grondbe
ginselen in de Augustus wetten neergelegd,
bleef huldigen.
De Revolutie, in Mei begonnen had reeds
in Augustus groote resultaten bereikt. Ze
ware zeker niet zoover gevorderd indien
ze niet ware tegengewerkt. Iedere tegen
werking werd haar een zegepraal, zoodat
reeds op 4 Augustus het heele gebouw der
absolute monarchie in elkaar gevallen was.
Op 17 Juni waren de drie standen ver
dwenen; 23 Juni maakte aan den zede-
lijken invloed van 't koningschap een einde;
14 Juli zag ook den materiëelen ten gronde
gaan. Op 4 Augustus is het eerste tijdperk
der Revolutie voleindigdde periode van
afbreken is gesloten, thans begint die van
den nieuwen bouw.
We hebben in enkele schetsen Frank
rijk op weg naar de Revolutie gevolgd, nu
het daar aangeland is leggen we de pen
neer. De geschiedenis der Revolutie wordt
nu een drama, weldra een bloedig drama,
te grootsch, om broksgewijze behandeld te
worden. Die het wil leeren kennen verwij
zen we naar de bekende werken van Ten
Brink, Carlyle, e. a.
JBuitenland.
De Shah van Perzië is bijzonder inge
nomen met de ontvangst, die hem te Londen
ten deel valt; vooral vindt hij den prins
van Wales een gezelligen makker bij al de
feestelijkheden, die hem worden bereid. Is
dus zijn vriendschap voor den zoon van
Victoria zeer groot, grooter, oneindig grooter
zelfs, is zijn bewondering voor de mooie
prinses van Wales, die het geheim schijnt
ontdekt te hebben om eeuwig jong te blij
ven. De Shah moet dan ook den prins in
vollen ernst een ruil hebben voorgesteld.
Wanneer de prinses hem door haar ge
maal cadeau werd gedaan, zou hij op zijn
beurt dezen zes der schoonste vrouwen uit
zijn harem zenden. Men weet niet of de
prins dit voorstel in overweging heeft ge
nomen.
Door den jongsten storm sloegen ver
schillende booten op den Donau om; vele
menschen verdronken. By Pesth woei een
kerktoren omver. Door overstroomingen
werd veel schade aangericht.
>Mijn lieve Mejuffrouw Charlotte!
Ge waart zoo goed me te beloven, dat
ge mij met mijn Mignon niet zoudt laten
zitten.
Gisteren was ik bij uwe tante en ver
nam dat ge voor de eerste maal waart uit
geweest na de ongesteldheid, welke het
roeitochtje u veroorzaakt had.
Mag ik u nogmaals vriendelijk verzoeken
voor mijn schilderij te willen zitten? En
wanneer? Ik ben zoo dringend, omdat ik
niet zeker van u ben.
Carters, die nog niet bekomen is van
zijn jaloerschheid, was troosteloos, toen hij
hoorde, welke slechte gevolgen het roei
tochtje voor u gehad had.
Mag de bode mij antwoord brengen?
Met den diepsten eerbied aan Mevrouw
uwe tante teeken ik onderdanig
William Aldridge Bart.«
Waarde Sir William!
Ik moest den bode wat lang laten wachten
op 't antwoord. Tante was met Bertha de
stad ingegaan en zoo kon ik u niet dade
lijk zeggen dat ik morgen voormiddag zal
komen.
Tante staat gaarne toe me morgen een
dag vrijaf te geven. Uwe
Charlotte.*
Toen de bode het huis van Mevrouw Har-
land verliet, ontmoette hij Carters in den tuin.
Zijn de dames thuisvroeg hij. De be
diende nam zijn pet af en antwoordde be
vestigend.
Carters vond in de woonkamer Cola alleen.
Ze zat voor de schrijftafel en maakte eenige
brieven dicht.
»Stoor ik?« vroeg de jonge man op den
drempel.
Cola zag op en schudde 't hoofd, en Car
ters nam, getroffen door de ziekelijke bleek
heid van haar gezichtje, de hem toegestoken
hand.
•Ik wil niet vragen, hoe 't gaat. Ge ziet
er lijdend uit!«
Carters' blik werd somber.
Ge hebt verdriet?* vroeg hy, de oogen
half toeknijpend.
•En om hem
't Meisje hief 't hoofd op en zag den man
met groote oogen aan. Een snel opkomende
blos vloog over haar gelaat.
Ik begrijp u niet, Mijnheer!*
Carters begreep aan die trotsehe houding,
dat hij te stout was geweest. Zij had gelijk
hem te straffenzijn hartstocht had hem
blind gemaakt, 't Berouwde hem dadelijk.
Niet boos zijn, Mejuffrouw Harland! Ik
ben sinds een week ziek van jaloerschheid.
Kunt ge dat gevoel niet begrijpen, Mejuf
frouw Charlotte?*
Ze boog het hoofd en zweeg. Mocht ze
hem meedeelen, hoeveel verdriet ze had ge
had, daar ze hem Waldorfsindsdien
avond op 't water niet had weergezienHaar
gedachten vlogen terug naar dien avond,
naar dien stortregen. Sinds het afscheid voor
't huis had ze hem niet weergezien, niette
genstaande hij haar had gezegd, dat hij den
volgenden dag terug zou komen.
Zeer verwend door de vrouwen,* had
Aldridge gezegd, »geen hooge gedachten van
de vrouwen.* Cola's hart deed haar pijn.
Had ze hem te veel gunst getoond? Ze
vreesde het. Hij was niet gekomen, en zijn
wegblijven trof haar te dieper, daar haar
tante er op bitse, booze wijs over sprak.
»Die man met den Christuskop is me
nooit bevallen,zei ze, met een klein gietertje
naast Cola voorttrippelend, die de bloemen
begoot; •bevallen is hij me nooit, maar daar
hij dol op jou was, begon ik te meenen, dat
hy een fatsoenlijk man was. Men maakt
een jong meisje toch slechts dan 't hof als
men 't ernstig meenten daD behoort het,
dacht ik, dat men t' huis een bezoek brengt
Dan is Sir William een ander mensch; en
zelfs Carters, die gek, heeft betere manieren!
Trouw met CartersDe andere zal zich mis
schien met Janie troosten Chamberlin
vertelde, dat hij 's voormiddags met haar
door 't park dwaalt.*
•Dat geloof ik niet,« had Cola toen ver
klaard, en toch was 't haar daarby bang om
't hart geworden, »hy zal haar toevallig ont
moet hebben!*
•Zoo en waarom komt hij dan niet?*
Misschien heeft hij 't erg druk, tante, en
komt nog wel.*
•Jawel! We willen 't afwachtenMe
vrouw Harland gromde nog een weinig en
toen had ze met een herhaald trouw met
Carters!* de kamer verlaten.
Of ze jaloerschheid kende, vroeg haar de
jonge man.
O, ja, ze had die leeren kennen, had
zwaar er door geleden en daarby was nog
iets anders gekomen. De brieven van huis
meldden op verschoonende wijs de schrikke
lijke daadzaak dat Kurt, die zich nooit erg
aan 't familieleven had aangesloten, die
NIEUWSBLAD
Land van
en jtltena,
De Langstraat en de
tamelerwaard.