Uit Parijs wordt dd. 21 Juli gemeld:
De ochtendbladen bevatten een nieuw
manifest tot de kiezers, waarin Boulanger
de acte van beschuldiging beantwoordt. In
dit stuk wordt gezegdWij hebben het
beneden ons geacht te antwoorden op den
laster tegen ons aangevoerd. Ten volle wordt
deze onthouding gerechtvaardigd, daar de
feiten zelf ons verdedigen.
Het Hooggerechtshof en de Regeering
hebben eerst getracht aan geachte officieren
van ons leger, leugenachtige onthullingen
tegen hun voormaligen aanvoerder te ont
lokken, daarna heeft men zelfs niet geaar
zeld, zich tot vroegere veroordeelden te
wenden, en tot in de cellen Tan Mazas
de benoodigde valsche getuigenissen te halen,
getuigenissen, die met het geld der belas
tingschuldigen zijn betaald.
En diezelfde trouwelooze Regeeringsper-
sonen zijn het, die een oud-Minister van
Oorlog beschuldigen de gelden van den Staat
verspild te hebben
De algemcene afkeer van het publiek
heeft deze handelingen, die weldra door de
justitie ondei zocht zullen worden, veroor
deeld, en reeds nu blijkt daaruit duidelijk,
dat men niets tegen ons kan aanvoeren,
want zoo men slechts de geringste bewijzen
gehad had, zou men zich niet aan een ken
nismaking met het Hof van Assises ge
waagd hebben, door in de gevangenissen
met falsarissen te onderhandelen.
U, waarde landgenooten, beschouwen wij
daarom als rechters tusschen ons en die
dieven; uw vonnis, dat spoedig geveld zal
worden, wachten wij met vertrouwen af.
Leve het wedergeboren Frankrijk! Leve
de Republiek!
Het stuk is onderteekendBoulanger,
Dillon en Rochefort.
De berichten over de werkstaking in de
kolenmijnen bij Gratz luiden gunstiger. In
vier mijnen is onder toezicht van soldaten
de arbeid hervat; de leiders der beweging
zijn in hechtenis genomen. Te Seegraben,
bij Leoben, werden 26 werklieden gearres
teerd, omdat zij anderen wilden beletten
het werk te hervatten. In de mijn Dal-
busch, bij Gelsenkirchen, waar de mijn
werkers den arbeid staakten wegens het
wegzenden van een hunner, hebben 80
werklieden den arbeid hervat.
Jl. Vrijdagavond omstreeks tien uur werd
"White-Chapel, in Londen, weder in opschud
ding gebracht door het gerucht van een
vrouwenmoord in East-Aldgate. Dicht bij
de plaats waar het vorige slachtoffer viel,
riep eene vrouw, van dezelfde soort als de
anderen, luidkeels om hulp. Zij worstelde in
een duisteren hoek met een kerel, die haar
bij de haren hield en een groot mes in de
hand had.
Van alle kanten snelden honderden men-
schen toe, die zich van den moordenaar
meester maakten. Met moeite belette de po
litie dat hij op de plaats door de menigte
werd omgebracht. Hij beweerde dat de
vrouw hem bestelen wilde en hij tot zelfver
dediging zijn mes getrokken hadhij gaf
voor een Schot te zijn en eene week geleden
Waldorf schudde met een eigenzinnig ge
baar 't zwarte hoofd.
»Ik zie ze, zooals ze zijn, en ik zie in me
zelf een erbarmelijk mensch, die trots de
harde levensschool nog niet geleerd heeft,
het hoofd te laten heerschen over 't hart. Er
zijn menschen, die geboren zijn om onheil
te stichten, zoodra ze hun hart volgen. Ik
ben zulk een mensch. Bijna kon ik mijzel-
ven vrijspreken en de natuur aanklagen, als
ik minder rechtvaardig was.
»Ik versta u, Waldorf! Daar ge 't onij
vergunt te spreken, wil ik u bekennen, dat
ik dit ongeluk zag aankomen. Twee men
schen als gij en Charlotte Harland 't was
tegen de wetten der natuur als ze elkaar
niet aantrokken!
»Maar ik ben een ellendeling, dewijl ik,
de gebondene
»Ge zijt een mensch met menschlijke
zwakheden, die in 't eene uur gebonden on
derligt, en in 't andere weer heer over zich
zelf is. Hoor mijn raad! Ge reist dadelijk
weg uit Engeland.*
»Dat is 't juist, Aldridge. Ik kan niet,
ik kan nietSinds acht dagen worstel ik
met mezelf. Ik kan haar bleek gezichtje geen
oogenblik vergeten. Ik heb me gedwongen
haar niet weer te zien en dan komen er
brieven uit Duitschland onder lijden en
smart geschreven Aldridge, gij weet alles,
wat mijn leven betreft, ik heb u niets ver
heeld. Ik weet zoo goed als elk ander, dat ik
daar hoor te zijn, bij de vrouw, die mijn
naam draagt, die me eens 't zwaarste offer
bracht, die vreeslijk lijdt uit jaloerschheid
om mijik weet dat alles en plotseling,
als ik besloten ben mijn plicht te volgen, zie
ik dat bleeke meisjesgezichtje voor mij, dat
roerende, jonge gelaat met die treurige
oogen, welke meer spreken dan de kleine
mond, en dan, dan gaat mijn beetje moed
naar den duivel en ik kan niet weg!*
»Kom tot u zelf, Waldorf.*
»Ziet ge, Aldridge, ik ben geen man, die
uit South Shields te Londen zijn gekomen.
Intusschen was de vrouw, met wie hij aan
het vechten was, spoorloos verdwenen. Er
was dus geene aanklaagster en geene ge
tuige tegen den gevangene, en op dien
grond werd hij, niettegenstaande het onvol
doende zijner verklaringen, overeenkomstig
de Engelsche rechtspleging, des. nachts te
twee uur in vrijheid gesteld, nadat van zijne
opgaven nauwkeurig aanteekening gehou
den was.
Uit Londen wordt omtrent den moord
van Whitechapel gemeld, dat op 19 dezer
een Engelschman van hooge gestalte, blond
van uitzicht en met het voorkomen van een
militair, is gevat. Hij bekende schuldig te
zijn aan den moord op Alice-Mackenzie,
die hij met een gewoon mes ter dood had
gebracht. Deze persoon beweert geen on
derkomen te hebben, er eerst kortelings uit
het buitenland te zijn teruggekomen. Geen
enkel wapen werd bij hem gevonden. Zijn
zonderlinge gedragingen doen onderstellen,
dat hij niet in het volle bezit zijner ver
standelijke vermogens is.
Door de politie wordt dit bericht tegen
gesproken. Van andere zijden wordt het
echter bevestigd, terwijl men zelfs meldt,
dat de gearresteerde uitvoerig bekend heeft,
ook de vorige moorden te hebben gepleegd.
Bij nader onderzoek blijkt de man wel
degelijk krankzinnig te zijn, alsook dat hij
deze moorden niet uitgevoerd kan hebben,
daar hij elders woonde.
De »Germania« meldt, dat de Berlijnsche
politie aan Rusland heeft uitgeleverd den uit
Zurich na de bommengeschiedenis te Berlijn
gekomen Russischen student der technische
hoogeschool, genaamd Wildermann,en voorts
verscheiden nihilistische studenten het land
uitzette, die bij huiszoekingen gecompro
mitteerd waren. Gelijktijdig zijn uit Weenen
achttien Russische studenten verwijderd, die
uit Zurich kwamen.
De Koning van Griekenland komt Maan
dag te Parijshij blijft daar 8 dagen in
cognito. De kamers, die de Keizer van
Brazilië in het Grand Hotel bewoonde, zijn
voor hem afgehuurd.
Te Gleiwitz, in Silezië, is een horlogema
ker Arntles ter dood veroordeeld, die zijn
vrouw op ongehoord wreede wijze had ver
moord. Hij had verscheidene kinderen bij de
ongelukkige vrouw, die hij herhaaldelijk ver
liet. Telkens knoopte hij liefdesbetrekkingen
met jonge meisjes aan, waarmede hij bijna
altijd in 't huwelijk wilde treden, maar die
natuurlijk weigerden met hem te trouwen
als zij hoorden dat hij reeds eene vrouw
had. Toch slaagde hij er eindelijk en ten
laatste in om met een jong meisje te trouwen.
De vrees dat de jonge vrouw zou hooren
dat hij dubbel huwelijk had gesloten, bracht
er Antles toe om de moeder en zijne kin
deren, waarmede hij in 1871 in den echt
getreden was, te dooden. Het monster hield
de ongelukkige vrouw zoo lang met het
hoofd onder water totdat zij had opgehou
den te leven.
Uit Pesth wordt gemeld, dat j.l. Zater
dag in de gemeente Paks een hevige brand
niet minder dan 400 gebouwen, waaronder
de kazerne en de evangelische school, heeft
verwoest. Verscheidene kinderen worden
vermistde nood is groot.
Voor de eerste maal is in Pensylvanië
eene vrouw opgehangen, Sarah Jane Whi-
teling van Philadelphia, die in minder dan
drie maanden tijds haren man en twee
kinderen vergiftigd had, om het geld mach
tig te worden, waarvoor zij hun leven had
verzekerd.
Een regen van padden is Zondagmiddag
gevallen tusschen Braine-l'Alleud en Alsen-
berg, Brabant. Op sommige plaatsen zag
't licht neemt met de eer, waarachtig niet.
Was mijn gezicht anders zoo doorploegd
met de rimpels van 't berouw, dat op den
eersten zwaren tred van mijn jeugd volgde?
Ik meende de vrouw te moeten bezitten,
die mijn zinnen gevangen nam, en ze
volgde me gewillig, gewilliger zelfs dan ik
't verantwoorden kon. Arme HeleneZij
heeft geleden als ik. Zij had berouw als
ik en we zwegen beiden, en dat zwijgen
bracht ons niet nader bijeen, maar verder
en verder van elkaar, 't Offer was te groot.
Ze had haar heiligst gevoel prijs gegeven,
haar moederrecht, en ik, ik had gezon
digd legen de braafheid, tegen de eer van
een goed huis. Hoe dikwijls heb ik mezelf
in deze laatste dagen gezegd, dat er een
Nemesis is, dat hier en thans de straf ge
komen is. Spreek thans, Aldridge, ik weet
toch, wat uw zwijgen beduidt. Ik ben een
lafhartige!*
Aldridge was voor den vriend blijven
staan. In zijn deftig gelaat lag rust en
groote goedheid.
(Wordt vervolgd.)
men den grond niet, zoo dik was de laag
dezer diertjes de padden waren bijzon
der klein.
TJlnn tsolijls Nieuws.
HEUSDEN, 23 Juli.
Het is niet van algemeene bekendheid
wie den Heer van Hensden is. Menigeen
wist wel dat een adelijk heer in Engeland
dien titel voerde, maar verder ging het ge
woonlijk niet.
De vorige week is in Engeland den naam
van graaf Clancarly, markies van Heusden,
in tal van bladen genoemd, toen zijn oud
sten zoon en erfgenaam, lord Dunlo, op
Dinsdag 1.1. te Londen in het huwelijk trad
met eene schoone uit een der café-chantants,
genaamd Belle Bil ton.
Men verhaalt daarbij, dat het een tijd
lang scheen of er een proces zou gevoerd
worden wegens verbreking van trouwbelof
ten, hetgeen ten slotte door een huwelijk
is vermeden.
Geen benijdenswaardigen toestand voor
den Heer onzer gemeente!
DUSSEN. Tot ontvanger der directe be
lastingen is benoemd de heer Motké thans
te Goor.
MAASBOMMEL, 19 Juli. De gewone
jaarljjksche verkoopiDg van 't tiendgewas
van hard koren bier, behoort weer tot 't
verledene.
't Geheel bracht f 550 op de tarwe
gerekend tegen 6 en de rogge tegen 5 gld.
de heet. op struik 't stroo rekent men
voor de moeite.
Een groot onderscheid met vroegere jaren,
toen genoemd koren 2maal hooger op struik
werd verpacht, tegen den heet. n.l. en de
pachter maar 't halve stroo voor zijn moeite
rekende. En zoo 't dit jaar met de tienden
ging, zoo is 't gegaan met de hooilanden
alles de helft minder, en op 't laatst kon men
't nauwelijks aan den man brengen.
ALMKERK, 18 Juli. Van wege de
afd. Almkerk der Noord-Brabantsche Maat
schappij van Landbouw zal op Vrijdag 9
Aug. a.s. te Dussen worden gehouden een
wedstrijd van zoogveulens, geschikt voor
het aanfokken van dekhengsten, met uit-
loving van prijzen.
DALEM, 21 Juli. De leden der Holl.
Maatschappij van Landbouw, afd. Vijfhee-
renlanden en Alblasserwaard met Arkel be
neden de Zouwe, zullen op Vrijdag a.s. te
Noordeloos eene vergadering houden, waarin
o. a. door den heer A. F. Marlet te Delft,
eene voordracht zal houden over Vee
voeding.*
GORINCHEM, 20 Juli. Hedenmiddag
te twee ure arriveerde alhier de nieuwe
Veerboot »Gorinchem II,en deed onder
toezicht van heeren Burgemeester en Wet
houders een proeftocht naar Woudrichem.
Door hen die de boot gezien hebben,
wordt de inrichting zooals zij voor den dienst
bestemd is, ten zeerste geroemd. Waar
schijnlijk wordt zij de volgende week voor
goed in de vaart gebracht.
Naar men verneemt moeten de
orgeldraaiers, alvorens vergunning tot spelen
te kunnen bekomen, hunne instrumenten
in het vervolg eerst door den daartoe aan
gewezen stadsmuziekonderwijzer doen keuren.
Van den goedkoopen trein, die Zon
dag uit Rotterdam naar Arnhem en Nijme
gen terugging, zijn bij aankomst alhier
eenige rijtuigen ontspoord.
De trein ondervond een vrij belangrijk
oponthoud, terwijl enkele reizigers zeer lichte
kwetsuren bekwamen, die hen evenwel niet
verhinderden de reis voort te zetten.
Naar wij vernemen heeft de heer
Ds. Briët alhier, het beroep naar Delfsha-
ven aangenomen.
Naar men verneemt, is bet Regeerings-
antwoord op het verslag omtrent de onder
wijswet bij de Tweede Kamer ingekomen.
Naar de »Dordt. Crt.« verneemt, bestaat
bij den heer De Geer van Jutfaas, wegens
hoogen leeftijd, het voornemen zijn ontslag
te nemen als lid van de Tweede Kamer.
Aan een reeds meermalen uitgesproken
wensch, om voor den landbouw crediet-
instellingen in het aanzijn te roepen, zal,
naar het »Utr. Dgbl.< verneemt, binnen
kort worden tegemoet gekomen. Men meldt
namelijk, dat de oprichting eener Ned. Land
bouw bank in wording is, die haar hoofdzetel
te Utrecht zou hebben en in alle provinciën
zou werkzaam zijn. Hooggeplaatste perso
nen uit verschillende deelen des lands zouden
daarbij betrokken zijn.
Gedurende de maand Juni 1889 zijn te
Buenos-Ayres (Argentijnsche Republiek)
22,091 landverhuizers aangekomen. Hier
mede bereikt de landverhuizing aldaar over
het eerste half jaar van 1889 het getal
150,000 tegen 72,304 over hetzelfde tijd
perk van 1888.
De Victoria Regia, in de Diergaarde te
Rotterdam, staat weder in vollen bloei; de
bloem is ditmaal een roode variateit.
Eene afdeeling Zeeland* van de vereeni-
ging »Het Nederlandsch Paarden-stamboek*
is tot stand gekomen; 250 leden zijn toe
getreden.
In tegenwoordigheid van den hoofdinge
nieur en tal van ingenieurs van 's Rijks
Waterstaat en der Hollandsche Spoorweg-
Maatschappij, heeft de beproeving plaats ge
had van de spoorwegbrug over het Merwede-
kanaal, in het omgelegde gedeelte van de
spoorwegbaan Amsterdam Weesp, in den
gemeenschapspolper onder Diemen. Tien lo
comotieven met tenders en eenige geladen
zandwagens (380.000 K.G.) werden als last
gebezigd. Langzaam en met een groote snel
heid gingen zij er gelijk over heen zonder
noemenswaardige doorbuiging te veroorza
ken. Spoedig zal de brug in gebruik worden
gesteld.
Te beginnen met het jaar 1890 zullen de
rechten wegens verkoop van sterken drank
in 't klein in een aantal gemeenten een be
langrijke verhooging ondergaan. Volgens
het derde lid van art. 6 der drankwet en de
gemeentelijke verordeningen op de heffing
mag de belasting van 1 Mei 1890 tot 30
O O
April 1895 niet minder bedragen dan f20
voor elke localiteit, waarin ook van Zater
dagavond zes uren tot Maandagochtend zes
uren sterke drank wordt verkocht, terwijl
thans, sedert 1885, met een minimum van
f 15 kon worden volstaan.
De verhooging zal het meest drukken op
degenen, die het minste debiet hebben. Wan
neer al de localiteiten blijven bestaan, zullen
vele gemeentekassen verbetering ondervin
den. De mogelijkheid bestaat echter dat
eenige kleinen te niet gaan. In de volgende
maand hebben de gemeentebesturen te be
slissen welke raming in de begrooting den
raad behoort te worden aangeboden.
Het onderzoek naar de »petroleumbron«
bij Tubbergen, schijnt weinig resultaat te
geven de tijd zal moeten leeren, zoo
schrijft de »N. R. Ct.« of wij met eene
bron van petroleum of van teleurstelling te
doen hebben.
In een gehouden vergadering van het
»possibilistisch« werkliedencongres te Parijs
is de Nederlandsehe socialist Fortuyn tot
buitenlandsch voorzitter gekozen.
De telephonische verbinding tusschen Sche-
veningen en Amsterdam en Rotterdam is
thans tot stand gebracht. Men kan spoedig
het openstellen van deze gemeenschap tege
moet zien, daar het het rijk reeds de maat
regelen vaststelt tot uitoefening van controle
te 's-Gravenhage. (Men weet dat het rijk een
aandeel heeft in de ontvaugsten). Te Sche-
veningen bestaat deze controle reeds uit den
aard der zaak, wijl de cel, waaruit gesproken
zal worden, in het telegraafkantoor is op
gesteld.
De oud-hoofdonder wijzer K. van Wijnen
te Rhenooij (gemeente Beesd) is in den ouder
dom van bijna 79 jaren overleden. Hij was
versierd met het Metalen Kruis, een der
weinig overgebleven jagers van het vrij
willige jagercorps van E. W. Van Dam van
Isselt. Hij sprak nog gaarne van den tien-
daagschen veldtocht van het jaar 1831 en
van den strijd bij de IJzeren Brug bij Leu
ven. Sedert 1 Januari 1835 was hij openbaar
onderwijzer te Rhenooij en heeft gedurende
50 j'iren met eere dien post bekleed.
Te Den Ham (Overijssel) heeft men dit
jaar in de rogge zooveel moederkoren, be
kend door zijne vergiftige eigenschappen,
dat de burgemeester aldaar bij publicatie
tegen het gebruik daarvan heeft gewaar
schuwd.
Met het honiggewas staat het op de
Veluwe bijzonder gunstig. Tot omstreeks
10 Augustus blijven de bijen nog aan de
thans in bloei staande boekweit staan
1889 belooft een honigjaarbij uitnemend
heid te zijn.
Het gewas der bloembollen te Haarlem
en omstreken laat te wenschen over, het
geen hoofdzakelijk wordt toegeschreven aan
de droogte in de maand Mei. De kweekers
maken echter^goede zaken, daar zij thans
de bloemisten ten behoeve der verzending
moeten bijspringen en hooge prijzen maken.
Te Tilburg is eene tweede editie der
Siameesche tweelingen te zien. Het zijn twee
jongentjes van 12 jaren, die, behalve het
bovenlijf, zamen slechts één lichaam vormen.
Maandag had er te Amsterdam eene zon
derlinge begrafenis-plechtigheid plaats. Een
socialistisch werkman werd ter aarde besteld,
de ongelukkige had de hand aan zich zelf
geslagen, en nu werd hij door honderden
partijgenooten naar de laatste rustplaats
geleid, gedragen door arbeiders in hun
werkmanspak.
Deze begrafenis moest eene manifestatie
zijn en aan het graf werden dan ook toe
spraken ten beste gegeven, die zoo grof
waren, dat een inspecteur van politie tus-
schenbeide moest komen, om de heftigheid
der taal wat te matigen. »R. v. A.* deelt
daarvan het volgende staaltje mede
Burger van Emmènee, vertegenwoordiger
van de »Gravers- en Baggerlieden-Vereeni-
ging,* sprak, namens zijn vereeniging,
eenige woorden. »Zweren wij,* zeide hij,
>dat wij niet den eersten, maar den laatsten
kogel uit den revolver voor ons bestemmen,
indien wij tot zulk een daad mochten over
gaan, en dat wij dus eerst vijf ellendelingen
naar de andere wereld zenden,* waarop uit
de menigte verschillende verbitterde stemmen
weerklonken: »Dat zweer ik!« Tenslotte
werd, op verzoek van de weduwe, het Vrij
heidslied gezongen en gingen allen, geheel
onder den indruk van deze plechtigheid,
zwijgend huns weegs.
Omtrent deD zwaren brand op 't Damrak
te Amsterdam meldt het »D. v. N.« dat het
bovenhuis bewoond werd door zes gezinnen,
die toegang hadden tot hun kamers langs
een nauwe wenteltrap, die in de Kapelsteeg
uitkwam.
De meest uabijzijnde brandpost is die van
den N. Z. Kolk, die dan ook spoedig op het
terrein aanwezig was. De bewoners van de
eerste verdieping, waaronder een huisgezin
met vijf kinderen, hadden zich grootendeels
langs de wenteltrap weten te redden.
Daar de brand echter in het achterhuis
was ontstaan werden het echtpaar Visser en
een ander man door de vlammen afgesneden
en namen deze de vlucht naar de vertrekken
die op het Damrak uitzien. De brandweer
had daar het reddingtoestel gereed gemaakt
en de man sprong naar beneden zonder
eenig letsel te bekomen. Vrouw Visser
volgde daarop, kwam op een spion neer en
stierf twee uur later in het gasthuis. Haar
man, naar men zegt zeer doof, scheen het
geroep om te springen niet te hooren, mis
schien ook durfde hij den sprong niet te wa
gen, ten minste men zag hem achterover in
de hem omringende vlammen vallen. Het
verkoolde lijk is later teruggevonden.
Ook vond men in een bedstede het lijk
van een twaalfjarig meisje, kleindochter van
bovengenoemd echtpaar, dat kennelijk ge
stikt was, ten minste het lichaam vertoonde
geen brandwonden. Na een uur was de
brand gebluscht. De beide bovenverdiepin
gen zijn echter geheel uitgebrand. De belen
dende perceelen hebben slechts waterschade
gekregen.
Een Duitscher uit Muhlheim te Sche-
veningen gelogeerd, bracht een paar duiven
mede, die hij drie weken achtereen opsloot.
Na die gevangenschap werden de diertjes
vrijgelaten, maar keerden niet weer in hun
hok. De Duitscher achtte zijn duiven ver
loren, toen hij gistere a van een zijner vrien
den bericht kreeg, dat beide duiven, wel
uitgehongerd en vermagerd, maar toch be
houden te Muhlheim waren aangekomen.
Een houtvlot, gevoerd door Adam Christ,
en ongeveer 185 meter lang en 59 meter
breed, wilde in den nacht van Donderdag
op Vrijdag Rotterdam passeeren, ofschoon
dit door den rijkshavenmeester wegens de
buitengewone breedte van het vlot verbo
den was. Des nachts te 3y2 uur bericht
ontvangende dat de vlotvoerder zich aan
de waarschuwing van den havenbediende,
die zich op het havenstoombootje bevond,
niet wilde storen, begaf de rijks-haven-
meester zich naar de rivier. Hij vond het
vlot, gesleept door twee bootjes, even boven
de oude haven, en gaf den vlotvoerder last,
vóór de brug ten anker te blijven liggen
en later, als het tij af was, terug te gaan.
De vlotvoerder stoorde zich echter aan dien
last niet, en ging kalm door, zoodat de
rijkshavenmeester genoodzaakt was maatre
gelen te nemen, 0111 te beletten dat het
vlot verder ging. Later was hij, tengevolge
van de dreigende houding der bemanning
van het vlot, verplicht de hulp van de po
litie in te roepen, waarop een 20-tal agenten
te zijner beschikking werd gesteld.
De tusschenkomst van den Duitschen
eonsul was noodig om den vlotvoerder van
het plegen van verzet terug te houden.
Evenwel was hij niet te bewegen om met
het vlot terug te gaan naar de Oude Plan
tage, en daar het ten anker te leggen zoo
als door den rijkshaven meester bevolen werd.
Daar ook na het vertrek van den vlotvoer
der, die zich naar het kantoor van den
Duitschen consul begaf, de bemanning van
het vlot weigerde eene hand uit te steken,
was de rijks-havenmeester genoodzaakt, een
36 manschappen in dienst te nemen, die
met behulp van 4 sleepbootjes het hout
vlot naar de Oude Plantage brachten en
daar ten anker legden. Later gaf de rijks
havenmeester toestemming, om het vlot in
vier deelen verder te vervoeren.
Aan den eigenaar is kennis gegeven, dat
hij na betaling van de gemaakte kosten
I
Binnenland.