i bil! en Alteim, De Langstraat en de Boimnelerwaard. Couranten. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. rnede a rooms' 817. oehotr brief de he 1" W OENSDAG 4 SEPTEMBER. 1889. VOOii Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. AdVfertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. Noem het lezen van een courant een gewoonte, een maatschappelijke behoefte, zucht naar nieuwtjes, of hoe ge wilt, 't zal toch niet te ontkennen zijn, dat de dag bladen een macht in den Staat uitmaken, een macht, die door velen te laag geschat wordt en waarmee in onze negentiende dag- bladlezende eeuw zelfs vorsten rekening hebben te houden. In eenige achtereenvolgende artikelen wil len wij onzen lezers, naar aanleiding van R. van der Meulen's doorwrocht werk »de Courante, 't een en ander over couranten meedeelen en onder andere, misschien niet zoo algemeen bekende, bijzonderheden ook eens nagaan het leven van een onzer groote Europesche dagbladen, en wel van de Figaro, zooals we die leerden kennen op de Purijsche tentoonstelling. Natuurlyk is onze courant van een nieu- weren oorsprong. Eerst geruimen tijd na de uitvinding der boekdrukkunst, in de 17e eeuw begon haar leven. Vóór dien tijd stelde men zich tevreden met uit de hand vervaardigde blaadjes, waarin de staat kundige tinnegieters, de nieuwtjeskramers en de wereldhervormers den volke bekend maakten, wat ze hadden mede te deelen. Aanzienlijke personen hielden er nieuwtjes jagers op na, wier werk was de straten af te loopen, overal te gluren- en hun neus in te steken, en het opgemerkte hun heeren over brengen, die er dan in hun gezelschap pen mee pronkten. Een goed nieuwtjesjager was goed geld waard. Al spoedig kwamen er, die het werk voor eigen rekening deden. Eenige personen na men een stad of geheele streek voor hun rekening, samelden op, wat ze vinden kon den (die niets vond zoog iets uit zijn duim), deelden dit elkander mee en gingen het dan met luider stem voor geld uitventen. Dit nieuwtjesventen moest spoedig plaats maken voor op dezelfde wijze bijeenge brachte met de hand geschreven nieuws- verzamelingen, waarop men zich kon abon- neeren. 't Was dus toen een soort van briefwisseling, die nog lang na de uitvin ding der boekdrukkunst in stand bleef. Toen de posten wat geregelder begonnen te wer ken, kreeg ieder geabonneerde elke week van zijn leverancier (vaak was hij fabrikant), een brief vol tijdingen, ware of valsche, en met dat schrijven werd veel geld verdiend. Eerst ruim een eeuw na de uitvinding der boekdrukkuust kwam er verandering in dien toestand. Eerst verschenen er op on bepaalde tijden gedrukte berichten, meestal van oorlogen, moordgeschiedenissen of her- vormingsberichten, meestal slechts aan een kant bedrukt en van zeer verschillenden vorm en grootte, alnaar den inhoud van 't bericht. De naam »Tydinghe« werd ver vangen, daar men alles begon te verfran- schen, door ^courante, loopmare® en eerst veel later verhollandscht tot krant; maar we kunnen deze »Tydingben« nog slechts aanmerken als voorloopers van onze dag bladen. Er was nog iemand noodig, die op een goeden dag een vasten titel aan zijn blaadjes gaf en ze op geregelde tijden met een volg nummer liet verschijnen. Waar en wanneer dit gebeurde is niet zeker. Voor ons land kennen we als de oudste Amsterdamsche courant, die van 5 April 1621, maar 't is niet uitgemaakt dat dit werkelijk de oudste isja, geschiedvorschers zijn niet ongeneigd te gelooven, en wel op goede gronden, dat Broer Jansz reeds in 1607 te Amsterdam op vaste en geregelde dagen nieuwstijdin gen uitgaf. Op de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gra- venhage berust de meest volledige reeks couranten van 't oude Nederland, die te Amsterdam zjjn gedrukt van 5 April 1620 tot 3 Nov. 1635. Spoedig verschenen te Amsterdam meer couranten, onder andere de Extra ordinaire courant® bij Van der Plas, in 1631, en de »Extra ordinaire of Middelweeckse cou rante® bij Francoys Lieshout, in 1639. De laatste verscheen alleen Woensdags en kostte f 3,'s jaars. Te Haarlem gaf de stadsdrukker Abraham Casteleyn in 1656 een courant uit, zooals blijkt uit een brief thans nog in bezit van de firma Enschedé. Te 's-Gravenhage werden er van 1652 af twee weekladen uitgegeven. De Rotterdainsche Zee- en Posttijdingen verschenen in 1666. Te 's-Hertogcnbosch verscheen op 2 Juli 1772 bij C. A. Vie weg. en L. J. Bresser de eerste courant onder den naam 's-Hertogen- bossche Courant. In 1859 kreeg dat blad zijn tegenwoordigen titel: ^Provinciale Noord- Brabantsche en 's-Bossche courant.® Maar wij kunnen niet alle couranten op noemen, die later verschenen; alleen willen wjj nog noemen den schrijver, die zeker wel de eerste plaats inneemt onder alle schrijvers van weekbladen, nl. Justus van Effen. De inhoud der couranten van dien tijd verschilden nog al met dien van tegen woordig. Het buitenlandsch nieuws besloeg er de voornaamste plaats, maar 't bleef lang onder weg. De courant b. v. uitgegeven door Broer Jansz te Amsterdam den 11 Juni 1633, be vat nieuws uit Rome van 19 Mei, uit Ve netië van 18 Mei, uit Genua van 15 Mei, uit Dantzig van 18 Mei, uit Breslau van 14 Mei. Het Nieuws uit Nederland, dat achteraan komt, is van 6 Juni (uit het leger voor Rijnberk). Dit nummer heeft geen enkele advertentie en heeft zoowat een achtste deel der grootte van de courant, die de lezers thans in handen heeft. Was er geen nieuws genoeg, dan werd de krant slechts gedeel telijk vol gedrukt. De staatszaken werden niet besproken, omdat de Staten van Holland en de Burgemeesters van Amsterdam dat niet gaarne hadden. De eerste advertentie komt voor in een courant van 23 Mei 1626; 't was de aankondiging van de uitgaaf van het 10e deel van Wassenaars Historisch Verhael. Eerst eenige jaren later verschenen er weer advertenties, maar geen enkel num mer heeft er meer dan drie. Om niet te uitvoerig te worden, springen we thans een honderd jaar over. Tegenover de vrijheid van drukpers in onze dagen, die het oprichten van nieuws bladen geheel vrij laat, stonden toen allerlei lastige en drukkende bepalingen. Vooreerst moest men verlof van de plaatselijke over heid zien te krijgen en dat ging niet altijd even gemakkelijk. De stedeljjke regeering van Haarlem b. v. eischte van de Enschede's, toen ze in 1737 courantiers werden, een jaarlijksche betaling van 2500 gulden ten behoeve van het Aalmoezeniershuis aldaar; dit werd in 1776 verhoogd tot 5000 gulden 's jaars. Te Rotterdam moesten de courantiers 3500 gulden per jaar betalen; ja te Leiden bedroeg dit in 1772 zelfs 3375 gulden. Bovendien moest in 1676 van alle couranten op een half vel papier gedrukt door den drukker 4 penn. belasting betaald worden, van grootere meer; van buiten ingevoerde papieren waren belast met 8 penn. per num mer, op boete van honderd tot duizend gul den. lu 1691 werd die belasting verdubbeld, zoodat de drukker erg gedrukt werd. In de 18e eeuw nam de courant slechts langzaam in omvang toe. Nog altijd deelde ze alleen feiten mee; van beschouwingen, zooals thans op elk gebied, was geen sprake; maatschappelijke toestanden werden niet be sproken alleen de nieuwsgierigheid moest bevredigd worden. Toch begon men toen reeds van vele zyden er op aan te dringen, dat de nieuwsbladen ook dienstbaar zouden geimiakt worden tot iets hoogers. Van alle bladen en blaadjes, welke tjjdens de treurige twisten tusschen de prinsgezinden en patriot ten uitkwamen en waarin men elkander zeer beleefd geeselde en brandmerkte, willen we hier maar niet sprekenmaar liever in ons volgend nummer iets meedeelen over de geschiedenis der courant in de laatste tijden. (Wordt vervolgd.) Uit Londen wordt d.d. 29 Aug gemeld: In een hedennamiddag openbaar gemaakt manifest verklaren de dokbesturen zich be reid tot het betalen van 5 pence per uur voor gewonen arbeid en van 6 pence voor overwerk, bij allen arbeid die geen stukwerk is. Verder stellen zij voor, in plaats van het contractstelsel stukwerk in te voeren, waarby de arbeiders 6 pence voor gewoon en 8 pence voor overwerk zouden verdienen. Burns verklaarde, dat de werkstakers deze voorstellen nimmer zouden aannemen. In het voedingsdepot van het Heilleger op de East India Dock-road te Londen, is gedurende de werkstaking tegen half geld voedsel te krijgen. Voor 3 stuivers kan aan COLA. 33) 't Was voormiddag, Helene Waldorf zat alleen in haar kamer. Haar man was naar zijn atelier gegaan, nadat hij bij haar koffie had gedronken. De nacht had de echtgenooten blijkbaar rustiger gestemd vooral in Waldorf's oogen lag, als hij zijn vrouw tegemoet trad, de uitdrukking van iemand, die verzoening en vrede zoekt. Hij trad met warmte op zijn vrouw toe en kuste haar op 't voorhoofd. »De scène van gisteren berouwt me, He- ene; ze heeft woorden en verwijtingen op geroepen, die niet gesproken hadden moeten worden. Ongeschied kan ik ze niet maken, maar ik betreur 't hartelijk, dat ik je be- eedigd heb. Je hebt mijn woord, dat ik je n alles nabij zal zijn, thans zooals vroeger. Bij de vluchtige aanraking zijner lippen bad Helene de oogen gesloten en haar wang oor een oogenblik tegen zijn hand gedrukt, aar hart deed haar pijn. O, had ze de bekentenis van gisteren aar niet gehoordAlles wat daar binnen haar woelde had zich onder zijn vriende- ijke blikken te rust kunnen leggenmaar gehoorde klonk in haar ooren na, pijni- end, vernietigend. Zijn zachtmoedigheid zelfs deed haar thans yn, want daaruit sprak zijn medelijden, ledelijdenEn zij "Lad liefde bezeten en rilde die bezitten. Ze had getracht zich te eheerschea, zoo lang hij naast haar zat; had met onnatuurlijke inspanning zich edwongen met hem te spreken over En- eland, over de tentoonstelling, die te Man iester zou gehouden worden en waarvan j de berichten oplettend had gelezenen hij, verblijd over de vriendelijke verstand houding, die weer tusschen hen scheen te bestaan, had haar verteld van zijn reis, hij sprak van Aldridge's vriendelijkheid en ver bande, terwijl hij tot haar sprak, het beeld van Mignon, dat hij geteekend had, met geweld uit zijn herinnering. Na de koffie stond hij op om heen te gaan. Zij verge zelde hem tot aan de deur en daar legde hij plotseling, door een vonk der oude liefde voor haar overwonnen, den arm om haar schouder. Zij toch stonden beiden gansch alleen op de wereld, Helene en hij, en beiden leden ze. Hij trok haar tot zich en streek haar liefdevol over 't haar. Je bent mijn lieve, goede vrouw. Heb ge duld met me; 't zal beter tusschen ons worden. En toen ging hij heen en Helene was alleen. Eenige oogenblikken duurde het sid derende gevoel van herlevende gelukzalig heid, dat door zijn kus was wakker geroepen; maar toen overviel haar geweldiger en mach tiger dan ooit de oude vertwijfeling. 't Was geen liefde geen liefde: 't was erbarming, 't was medelijden, verder niets; en weenend wierp ze zich op een stoel en bedekte het gelaat met de handen. Ze weende lang en smartelijk, en zoo hoorde ze niet, dat er herhaaldelijk aan de deur werd geklopt. »Genadige vrouw!® De aarzelende aan spraak van haar dienstmeisje schrikte haar op. Barsch zag ze haar aan. Waarom klopt ge niet?® Genadige vrouw, vergeef me, ik heb dikwijls geklopt. Wat wilt ge?« »Dit kaartje moest ik afgeven. Mijnheer Wendlin laat om verontschuldiging verzoe ken, dat hij zoo vroeg Mijnheer zal 't Mevrouw zelf verklaren. »Hoe laat is 't?« »Half elf, Mevrouw >Leid Mijnheer Wendlin in 't salon; ik kom dadelijk. Een kwartier later stond Helene Waldorf voor George Wendlin. Jaren waren voorbij gegaan, sinds ze elkander ontmoet hadden. Jaren, die hen beiden zeer had veranderd. De man, die een hoofd langer was dan zij, verraste haar door de ernstige manne lijke schoonheid van zijn hoofd. Hoe vreemd! Had ze den voogd harer kinderen dan vroe ger niet gezien, of was dat mannelijke, zekere, besliste in zijn houding hem eerst sinds kort eigen geworden? Hij hield zijn hoofd gebogen, toen zij binnenkwam, en in deze houding bleef hij onder 't gesprek. »Ik bid om vergeving wegens de onbe hoorlijke vroegte van mijn bezoek, >'k Bid u, 'tis voor mij niet vroeg. Wil u plaats nemen »Dank!« Hij nam den stoel niet, dien zij hem aanwees, en bewees door zijn staan, dat hij 't bezoek zoo kort mogelijk wilde maken. Dus bleef Helene ook staan. »U wenscht nauwkeuriger berichten over Todo's ziekte te hebben. Tot mijn spijt moet ik u meedeelen, dat wij reden hebben om bezorgd voor hem te zijn.® Bezorgd!® Ze sprak 'them na, zonder 't eigenlijk te gelooven, zonder volle belang stelling. De man, daar tegenover haar, gaf haar te denken. Zoo had ze zich den voogd harer kinderen niet gedacht. In dit hoofd waren andere dan lage gedachten die oogen zagen de dingen der wereld scherp en vast, met harmonische rust aan. Terwijl Helene hem aanzag, bewonderend en onderzoekend, kreeg ze een vreemde gedachte. Hoe krachtig moest deze man lief hebben Hoe zouden deze oogen stralen, als 't ge voel meesier werd over den wil! Wat ver borg dit hoofd, welke gevoelens leefden er in die borst? Kort en zakelijk gaf hij zijn bericht over Todohij sprak beleefd en als met zachte verschooning. De vrouw hoorde hem stil aan en plotseling ontsnapte 't haar lippen, zonder dat zij er by dacht: Waarom komt Gij m et die tij din g tot me Omdat Ge bevolen hadt, dat u persoon lijk »Is Todo werkelijk ernstig ziek?® Hij zag haar een oogenblik aan, alsof hij streng wilde antwoorden, maar die uit drukking verdween spoedig. In zijn gelaat kwam iets van de uitdrukking, waarmee men tot een kind spreekt, dat men berispt. »Ik ben niet hier, genadige vrouw, om u te verschrikken.® Verschrikken! 't Viel haar in, hoe weinig de boodschap over haar kind haar verschrikt had. Kwam dat, omdat ze de liefde voor haar kinderen had afgeleerd? En den man met die ernstige oogen viel dat natuurlyk op. Hij moest gering denken over dit ge brek aan moederlijk gevoel, gering ook over haar, sinds dien tijd. 't Bloed steeg haar in 't gelaat. Ze wilde weten, wat hij dacht, wat zijn meening over haar was. »Als Todo erg ziek is, waarom liet ge me dan niet, zooals ruijn plan was, hem bezoeken?® Na eenig twijfelen kwam zijn antwoord, maar 't kwam duidelijk. Dat juist wilde ik verhinderen!® 't Was er uit, 't harde woord. »En waarom?® Ze vroeg 't met blikse mende oogen. »Ik vond dat noodig om twee personen.« »Zeg me waaromBij dien bevelenden toon kwam er een vreemde, terughoudende uitdrukking op 't gelaat van den man. Met een niet te miskennen gebaar trad hij een I schrede terug. »Ik bid u me te zeggen waarom.® Omdat ge aan onvriendelijke bejegening zoudt zijn bloot gesteld, genadige vrouw.® »Door wien?« »We hebben Mejuffrouw Cola verzocht thuis te komen.® Helene Waldorf verstomde. Ze steunde, alsof ze machteloos was, op de leuning van een stoel. Cola! Welke beelden riep die man op. ColaHoe mocht zij er uit zien, die dochter, om wier wil die man zoo bezorgd was. Helene verstond zijn onuitgesproken woord. 't Was geen zorg voor haar, o neen, be zorgdheid voor die dochter, welke tegen moeders blik moest beschut worden, be zorgdheid voor 't gevoel van 't meisje, dat haar moeder haatte. En deze man was 't, die haar kind ter zijde stond, die haar beschermer geworden was, toen zij haar had verlaten, deze man met die hooge gestalte en dat sprekende hoofd. Een plotseling instinct profeteerde haar de toekomst. Haar kind zou dien gesloten mond liefdeswoorden ontlokken voor haar zou die trotsche nek zich buigen en haar hart zou hem toevliegen. Een gevoel van jaloerschheid overviel die vrouw. Gold dat hem of Cola Ze wist het niet. De eenzaamheid, waarin ze leefde, maakte dat haar zielebeelden een onbepaalde gestalte aannamen. Als deze man wilde kon Cola nog eens verzoend wordenals hij wilde, was er mis schien nog eens een blij uur in haar leven En ach dit eene blijde uur ze had er al zoo lang naar verlangd! Ze begon plotseling zenuwachtig te wee- nen; zij weende voor hem, die ze nu na jaren voor 't eerst terug zag, terug zag als iemand, die medelyden had met haar, die haar den weg naar haar kinderen kon toe staan of weigeren. Al haar trots was gebroken. Vóór haar stond de man, die haar vroeger leven ge kend had, die haar kinderen het naast stond. Hij dacht gering over haar, hij achtte haar niet, veroordeelde haar misschien als slecht en lichtzinnig. (Wordt vervolgd.) - Buitenland.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1