P a p i e r. FEUILLETON. COLA. 824. ZATERDAG 28 SEPTEMBER. 1889. 40) Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. VOOIi Dit blad verschijnt "WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijsper 8 maanden f 1.00. Franco per post zonder prijsverhooging. Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort. Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Agent voor Frankrijk: Wester Co., 20 Rue Hérold, Parijs. De geestesontwikkeling, die deze laatste eeuwen heeft gekenmerkt, moet voorzeker grootelijks worden toegeschreven aan de uit vinding der boekdrukkunst en aan de snelle uitbreiding, die haar is ten deel gevallen. ZÖ was de trouwe medewerkster dier on verschrokken mannen, die tegen de ver ouderde gebruiken, vooral tegen oude voor- oordeelen, te velde trokkendie de boeien verbraken, welke den geest gebonden hiel den en aldus den weg baanden voor den nieuwen dag. Zij bevorderde de gedachten- wisseling tusschen de volken onderling en wekte de geesten op tot nieuwe inspanning in den dienst der wetenschap, tot nieuwe ontdekkingen en moedige uiting van het schoone en goede op menig gebied. Toch zou Laurens Jansz. Koster's uitvin ding niet zulk een vlucht hebben kunnen nemen, als zij niet het geluk had gehad in zusterlijke vereeniging te mogen samenwer ken met eene oudere ontdekking, die reeds vlijtig werd toegepast; met behulp van deze kon zij aan haar fiere, grootsche roeping op machtige wijze voldoen. Zonder het papier zou het namelijk voor de boekdrukkunst onmogelijk zijn geweest, zóó doortastend en op zoo groote schaal haar invloed op het geestesleven uit te oefenen. Want het per kament was een te kostbaar materiaal, om voor de vlugschriften, die het licht in de breede scharen van arm en rijk moesten ont steken, te worden gebruikt. Buitendien zou al het aanwezig perkament op lange na niet voldoende gebleken zijn, om de steeds grooter wordende behoefte te bevredigen. Om onzen lezers slechts een enkel voor beeld daarvan te noemen, zij hier vermeld, dat alleen van Luther en zijne volgers in de hervormingsdagen 3000 vlugschriften werden ter perse gelegd. Enkel in het kleine Wittenberg werden van 15181523 zes honderd verschillende stukken gedrukt. Van Luther's »An den christlichen Adel deut- scher Nation* werden in vijf dagen 4000 exemplaren verkocht en te Leipzig in een paar dagen tijds 1400 ex. van zijn »Dispu- tation mit Eck.« »Ein Sermon von Ablass und Gnade« moest binnen tw ee jaren twee- en-twintig maal worden herdrukt en »Ein Theologia teutsch* zeventig maal. Het meest van al ging Luther's vertaling van »Het Nieuwe Testament* van de hand. Hiervan toch werden in drie maanden 5000 ex. ver kocht, ondanks den hoogen prijs van iya gulden, volgens de tegenwoordige gelds waarde f 16. De boekdrukker Hans Luft drukte, gedurende Luther's leven, 100,000 ex. van 't Nieuwe Testament; en hierbij moeten wij het groot aantal nadrukken, dat vijf of zes andere boekdrukkers zich (dus ook reeds in dien tijd veroorloofden, niet vergetenook daarvan werden er eene menigte verkocht. Alleen de aanvoer van 't goedkoope papier, dit kunstig product uit afval en lompen, kon eene dergelijke verbazingwekkende ver spreiding van drukwerk mogelijk maken, dat op deze wijze voor betrekkelijk weinig geld kon worden gekocht en aldus het eigen dom des volks worden. Zoo werd dan het papier in vereeniging van drukzwart een een sterk wapen in het strijdperk des geestes; het vervulde, en vervult ook heden nog, een edele grootsche zending op het gebied der beschaving. Men heeft gemeend het papierverbruik der verschillende volken tot maatstaf te mo gen nemen voor het standpunt der bescha ving, dat zij hadden bereikt en niet ten onrechte, zooals het volgende, een niet on aardige statistiek, zal kunnen bevestigen. In de voornaamste beschaafde landen is het papierverbruik jaarlijks per hoofd: In Duitschland 5 kilogramin Engeland 6 in Frankrijk 4 in Italië 2 V2 5 in Oostenrijk- Hongarije 2in Spanje 1in Portugal 2 in België 4in Zweden-Noorwegen 2in Denemarken 21/sin de Nederlanden 2 ya; in Zwitserland 4; in Rusland 1; in Turkije, Griekenland, Rumenië, Servië, Montenegro ya en in de Ver. Staten van N.-Amerika 6 kilogram. Uit die opsomming wordt tevens de be- teekenis van het papier in de beschaafde wereld ons duidelijken deze beteekenis is verbazend groot. De dienstbaarheid van het papier is in heerschappij veranderd; in ver eeniging met den druk-inkt is zij tot eene groote macht gestegen. Boeken en dagbladen toch zijn ondenk baar zonder papier en immers deze zijn het, die de bewegingen der menigte leiden, die de menschheid nader brengen tot haar doel verlichting te brengen tot de eenvoudigen. Daarenboven bepalen de staatkundige dag orders het lot van gansche volken en bank- billetten en wissels regeeren de wereld. Met het veelvuldiger verbruik van papier moest noodzakelijk de wijze van bereiding daarvan ook worden verbeterd. Zoo zien wij dan in onze eeuw de eenvoudige papier molens van voorheen in uitgebreide fabrie ken herschapen, met machtige machines, die wonderen doen van kracht en arbeid, in de plaats der vroegere scheppen en kui pen. De scheikunde heeft al haar kennis, de werktuigkunde al haar scherpzinnigheid aangewend, om de wijze van papierberei ding te volmaken. Geen buitenstaande heeft »Geef de aanslagbiljetten voor de belas ting maar aan mij. Hebt ge ze bij de hand?« Hoe rustig sprak hijWelk een deel nam hij inde kleinste zaken, die anderen betroffen. Hij hield de brandende sigaar tusschen de vingersterwijl hij de papieren, die Mevrouw Bürger hem gegeven had, door zag, trokken de rookwolkjes op in zijn baard en zijn haar. Hij leunde tegen de deurpost, een beeld van krachtige, mannelijke schoonheidin zijn sprekende trekken lagen karakter en geestkracht. Toen de pendule op den schoorsteen negen uur sloeg, haalde hij zijn horloge uit het vestzakje, zag er vergelijkend op en stak de documenten in zijn borstzak, waarna hij zijn jas dichtknoopte. Wilde hij heengaan? Cola wendde zich een weinig om en zag op. Haar blikken ontmoetten die des mans. Ze legde 't boek neer en ging naar Todo. »Ga nu naar bed; zeg allen goeden nacht.* Toen Todo heengegaan was, maakte ook Wendlin zich gereed om te vertrekken. Carters en Thesi versperden hem den weg. Thesi hing vleiend aan zijn arm. »Zoo laten we u niet gaan. Thans, nu de dag, de groote dag is vastgesteld, moet ge ons de eer bewijzen onze »best man* te zijn. Gij zijt ons 't naast!* »Beteekent dat, dat ik bruidleider moet zijn?* Thesi knikte blozend. »Ja, dat beteekent het. Cola als eenigste, naaste, dierbaarste, is BruidsjufFer, niet waar, lieve?* Cola antwoordde niet. Ze zag naar buiten, naar de vallende sneeuwvlokken. Haar hart klopte hevig, zoo gespannen hoorde ze naar 't antwoord van hem. Zou hij 't aannemen? Zou hij 't goed vinden naast haar te gaan, hij als bruids leider zij als bruidsjuffer? Zou hij 't aannemen? Ja! Hij nam 't aan met hartelijke woor den, en toch bedroog ze zich of lag er iets verlegens in zijn toon en, toen zij omkeek, had zijn blik niet even op haar ge rust? Wat beduidde deze blik? Geloofde hij, dat zij niet begreep, dat hij alleen maar »ja« zei omdat hij tot de kleine Thesi geen »neen« mocht zeggen? En zij! Als ook zij 't aannam geschiedde dat dan niet op ge lijken grond? Wat hadden zij met elkander te maken, die man en zij Waren niet maanden voorbij gegaan, waarin ze tegenover elkander stonden in eeuwig dezelfde koelte. In een onverschillig heid tegen elkander OnverschilligJa, dat was 't woord, waar mee ze hem toen zoo diep gekrenkt had, toen, na die rampzalige gebeurtenissen, die haar gansche ziel met jammer hadden ge vuld, die haar gevoelsleven zoo hadden ver anderd en gedood. Hoe stomp was ze geworden voor alles, wat het leven betrof. Diepe schaamte vulde haar hart, schaamte om zich zelf en om hem. Ze had Waldorf bemind met al 't ont waken eener eerste hartstochtelijke liefde, en ze had die liefde voor een eeuwige ge houden. Die rampzalige gebeurtenissen, de plotse linge dood van die vrouw, 't vertrek van den man uit Duitschland alles te zamen had haar jonge ziel geweldig geschokt. Helene Waldorf was dood, en met dien dood verkreeg haar jonge hart op eenmaal het recht de doode te beweenen. En nu ze leerde haar moeder te beweenen, bevreemdde haar heur liefde voor den man harer moeder. En in dien warrelstrijd van gevoelens, die in haar ziel was ontwaakt, was hij, Wendlin, gekomen en had haar van een betere toekomst gesproken. Vol zorg voor haar en haar gebroken hart had hij haar 't zijne geboden als een schuilplaats, als een veilige haven, waarin ze kon vluchten. En die edele manier om naar haar hand te dingen, waarbij hij zich zelf en zijn ge luk over 't hoofd zag, had haar diep be schaamd. Ze zag tot dien man op, voor wien ze haar gansche leven iets innigs had gevoeld, wien ze haar beste gedachten en gevoelens te danken had en aan wiens goede meening haar meer gelegen lag dan aan die van alle andere menschen, en dat be wustzijn deed haar schaamte ondervinden. Hij behoefde zich over haar niet te er barmen. Zij zou zijn goed hart niet inruilen tegen een ziek, gebroken hart. Zijn aanbod was gedaan om haar te genezen't was een gave, die haar trots weigerde aan te nemen. Ze wees hem af met harder woorden, dan zij dat op een beter gekozen tijdstip zou gedaan hebben. Zij was zijn dubbele, ja drievoudige schuldenares, haar moeten was in strijd met haar willenen dit maakte haar boos en hard. Ze nam de hand niet aan, die hij met zijn warm hart haar aan bood zij wilde niethaar hart voelde niets als eenzaamheid en onverschilligheid tegen allen en dus ook tegen hem. En toen was hij heengegaan, zonder een woord meer te spreken; en toen hij na weinig dagen zijn besluit kenbaar maakte om alleen te gaan wonen, toen begreep ze, dat hij 't om haar deed, uit oplettendheid jegens haar, die sedert de genezing van Todo met Mevrouw Harland bij Mevrouw Bürger inwoonde en haar zijn dagelijkschen aanblik wilde sparen. En zij had hem laten gaan, gevoelloos, zooals ze alles liet gebeuren, met die stijve houding, die haar geen oogenblik verliet, er een denkbeeld van, welke belangrijke krachten aan het werk worden gezet, om een enkel eenvoudig vel papier te vervaar digen welke geestelijke en stoffelijke hulp middelen voortdurend worden vereischt, om aan de onophoudelijke behoefte aan papier te kunnen voldoen. Vragen wij naar den oorsprong van het papier en vanwaar het zijn naam heeft ont vangen, dan zal ons onderzoek ons in de eerste plaats naar het oude Egypte bren gen. Volgens de overlevering was daar reeds 3000 v. Chr. een. stof als schrijfplaat in gebruik, die, naar de plant uit welker merg zij werd vervaardigd, papyrus heette. Met kleine afwijkingen is die naam in de meeste talen tot heden behouden gebleven, hoewel het papier, dat wij thans gebruiken, in geen opzicht met het oude Egyptische overeen komt, en er eigenlijk slechts den naam mee gemeen heeft. Het papier is in 't DuitschPapierin 't Fransch papier (spreek papiée), in 't En- gelsch paper (spreek peeper), in 't Zweedsch papper enz. De Egyptenaren bereidden hun papyrus uit de stengels der papyrusplanten (cyperus papyrus) waarvan het merg, niet de bast zooals men ten onrechte heeft beweerd, hun tot grondstof diende. De lange, driehoekige steelen der plant werden in stukken van ongeveer dertig cM. gesnedende groene schil werd er afgehaald en het merg in dunne schijfjes gesneden. Deze schijfjes wer den samengevoegd tot eene oppervlakte, die aan de grootte van het gewenschte stuk papyrus beantwoordde, en daarna werd over deze een nieuwe laag mergschijfjes kruise lings gedekt. De aldus verkregen vlakte werd met heet Nijlwater, waaraan een zekere lijmstof was toegevoegd, bestreken, vervol gens geperst, in de zon gedroogd en door wrijven met een gepolijst stuk hoorn of been glad maakt. Deze wijze van papierbereiding werd door de Romeinen gevolgd en bleef in Italië tot de elfde eeuw na Chr. in zwang, hoewel de Romeinen de deugdelijkheid van het papier intusschen veel hadden doen toene men. Zij hadden een doelmatiger lijmstof ontdekt en bewerkten de papyrusvlakte met zware, breede hamers, waardoor deze stevi ger en duurzamer werd. Het Romeinsch papier werd in vellen van ongeveer 27 tot 30 cM. bewerkt en een blad van die grootte kostte volgens Didot »Een drachme en twee abolen,« volgens onze munt waarschjjnljjk f 2,30. De tot in onze dagen bewaarde papyrus- vellen geven blijk van geringe lijmvastheid en men kon om die reden slechts op één kant het vel beschrijven, daar de inkt, die daarbij werd gebruikt, dóórtrok. Voor be langrijke schrifturen werden verscheidene vellen op elkaar geljjmd en op deze werd dan de schrift in breede kolommen opge- teekend. Om beter te kunnen worden be waard, werden zij aan een houten staafje bevestigd en dan daarom heen gerold, waarna zij in soort koker van dik papyrus, of perkament, werden geborgen. Ter be scherming tegen insecten en motten, werd het papyrus met cederolie bestreken. Naast het papyrus kwam in den tijd der ouden ook het, uit dierhuiden bereide per kament, in gebruik. Die uitvinding valt in de jaren 190 tot 160 vóór Chr. Zij was het gevolg van een verbod, dat door de Ptolemaers werd uitgevaardigd, betref fende den uitvoer van papyrus, met het doel, koning Eumenes II te verhinderen, en toen hij was weggegaan en de eerste avond kwam, waarop zijn groote, bescher mende gestalte aan hun gemeenschappelijke tafel ontbrak, toen was er plotseling iets in haar wakker geworden als van nieuw ont wakend leven en van nieuwgeboren verdriet. Weken gingen voorbij en 't gevoel in haar borst werd sterker, en 't verlangen naar den warmen toon zijner stem werd grooter. Wat hielp hetDe goede stem klonk, maar niet tot haar. Wendlin bleef haar zorg vuldige beschermer, maar hij volhardde in de houding, die haar onverschilligheid hem had aangewezen. Was haar trots, die booze trots, niet tusschenbeide gekomen, ze had eindelijk, na maanden, het juiste woord gevonden; ze had het moeten vinden na het laatste liefdesoffer, dat hij haar gebracht had. Hij was 't, die haar den verloren broeder terug bracht, die niets ongeschied liet om hem weer te winnen; en eindelijk, toen de reis naar 't vreemde land, waar de knaap was achtergebleven, moest gedaan worden om hem weer te halen, toen was hij 't weer geweest, die alle andere aangelegenheden voorbij zag en den tocht ondernam. En bij 't zien van den weergevonden broe der toen was haar hart week geworden. Voor 't eerst vloeide 't over van dankbaar heid en liefde voor dien man. Als zijn terughoudendheid haar toen niet bevreesd had gemaakt, als de geruchten, die over zijn aanstaande verloving met de dochter van professor L. verbreid waren, haar niet hadden gehinderd, dan zou zij gesproken hebben, al was 't dan ook maar een vrien delijk, teeder woord. Ze begreep nu duide lijk, dat haar gevoelsleven op een dwaalweg was geweest. De haat uit het verledene viel van haar af, toen de hartstocht voor den man der overledene van haar was gevallen. Ze had geloofd, afgerekend te hebben met het leven, en nu zag ze, dat ze zich had bedrogen. Te laat, geloofde ze. De neiging, die Wend lin vroeger voor haar had gehad, was ge storven, of hij had haar geweldig onderdrukt door zijn krachtigen wil. Een jaar was verstreken, niets was in zijn houding veranderd, niet veel in de hare. Thesi en tante Harland meenden, dat ze harder en onverschilliger was geworden. Was dat zoo? Ze wist het niet. Vaak geloofde ze, dat ze hem haatte, zoo erg kwetste haar zijn voortdurende gelijkmoe digheid, zijn eeuwige terughouding en be leefdheid. Zijn bezoeken werden zeldzamer; des te vaker hoorde zij zijn naam in verband met dien der andere noemen. Nieuwe bitterheid ontwaakte in de eens zoo hartstochtelijke meisjesziel. Was 't haar noodlot, dat alle harten, waaraan ze hing, voor haar verloren moesten gaan? En zijn hart had haar behoord, ze voelde 't eerst nu, hoe geheel. 't Was te laat. Een ander was daar binnengetrokken, waar zij versmaad had te wonen, een andere, die hij nu zeker bij de winteravonden voorlas, tot wie hem zeker ook nu het ongeduld heendreef, daar 't negen geslagen was en hij afscheid nam. Hij mocht gaan! Welk aandeel had ze nog aan hem! Na Thesi's bruiloft ging ze dadelijk naar Italië en dan verloren ze elkander toch uit het oog. Hij huwde dan zeker die professors-dochter, van wie Thesi gezegd had, dat ze heel klein en elegant was, en dit huwelijk scheidde hen voor goed van elkander. (Wordt vervolgd.) -- -v.- A, Lam! van I en Alteiia, lie Langstraat en lie Boniinelerwaaii

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1889 | | pagina 1