L
FEUILLETON.
COLA.
ZATERDAG 5 OCTOBER.
1889
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 826.
VOOR
Dit blad verschut WOENSDAG en ZATERDAG."
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.00. Franco per post zonder prijsverhooging.
Agent voor Gorcum en OmstrekenBosch Broes van Dort.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct, Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Agent voor FrankrijkWester Co., 20 Rue Hérold, Parijs.
Een Franschman heeft gezegd »God heeft
de wereld geschapen, maar de Hollander
heeft zijn grond zelf gemaakt, Wp mogen
deze uitspraak opvatten als een compliment
aan onze voorouders, geuit met het doel
hun verdiensten op waterbouwkundig ge-
bied te loven. Niet hooger echter. Een deel
;Lvan ons land is door de nijvere bevolking
aan de golven ontwoekerd, een groot deel
l echter hebben we gekregen. Dezelfde gol
ven waaraan ons land ontwoekerd heet te
zijn en waarvoor we nooit genoeg op onze
hoede kunnen wezen, hebben langs het
strand der zee een dam opgeworpen, waar
achter we veilig en wel de ook door de zee
geschapen vette klei bearbeiden.
Aan den binnenkant langs de duinreeks
vinden we een strook gronds, die bijzondere
opmerking verdient, als een bewijs van wat de
Nederlander van zijn geschonken grond weet
te maken, zelfs al schjjnt die voor planten
groei ODgeschikt.
De duinen behooren tot de woeste gron
den, die er, gelijk we voor enkele weken
geleden opmerkten, nog maar al te veel in
ons vaderland gevonden worden. Meer dan
waarschijnlijk is het, dat ze in lang ver
vlogen eenwen met één doorloopend woud
bedekt waren. Thans zijn ze een beeld der
eenzame, kale wildernis, waarin men kan
ronddwalen, zonder dat de voet iets anders
ontmoet dan helm en wat mos.
Verkwikkelijk is het daarom te ontwa
ren dat daar, waar de zandlaag dunner
wordt, de natuur hare rechten herneemt,
hier en daar boschjes vormt, aardappelen
42)
Hij vroeg haar, wanneer zij vertrekken
zou, en zij noemde hem 't uur zonder aar
zeling; en toen vroeg hij, of er iets was,
dat hij nog voor haar kon doen, en ze
dankte hem met een stem, zoo hard, dat
zijzelf er van schrikte.
En toen keerde hij zich om, om heen te
gaan, twjjfelde, en ging nogmaals naast haar
staan. Zijn stem was gehaast.
»Ik zie u misschien niet meer alleen. Wilt
ge me op deze plaats niet nog eens de hand
geven? Waar 't hart niet meer spreekt, daar
helpen, dit weet ik, geen woordenmaar
we kunnen toch vrienden blijven!*
Haar hand lag in de zijne, terwijl een
groote smart door haar ziel ging.
»Als 't hart niet meer spreekt.*
't Was gezegd. Zijn hart sprak niet meer.
Maar waarom toch zei hij dat? Wist ze
't niet reeds lang? Had ze hem dan door
een enkel woord of een blik gezegd, dat ze
zijn hart verlangde! Meende hij, dat hij
haar een verklaring schuldig was! Hij zou
niet, hp zou nooit weten, dat zij leed, dat
ze leed om hem, om dien blonden reus met
die koude oogen.
Ze liet hem gaan, zonder dat één ver
raderlijk woord over haar lippen kwam. Ze
zag de lange gestalte 't smalle pad inslaan
en in 't hout verdwijnen, en toen viel
ze op den grafheuvel haars vaders op de
knieën en weende, weende hulpeloos en ver
laten, en de klachten, die de gesloten meisjes
mond voor den man had verzwegen, stortte
de dochter hier uit voor haar dooden vader.
>Vader, vader, allen laten me alleen!*
»Neen, Cola, dat doen ze niet!«
W at was dat Deze stem, deze stem
doet rppen en weldra lommergevend ge
boomte schept.
Het is in de strook langs den binnen
kant der duinen, daar, waar het zand grenst
aan de veengronden en deze nog met een
laag overdekt, waar men vele in de historie
beroemd geworden namen aantreft. De edelen
bouwden daar liefst hunne kasteelen en de
voornaamste edelman uit den ouden tijd
koos er zijn zetel. De graaf van Holland
n.l., die op de plaats, waar thans de resi
dentie ligt, eerst een jachtslot, later een
hofgebouw liet verrpzen. In de geschiedenis
zijn de namen der heeren Van Wassenaar,
Brederode, Heemskerk, Egmond, Naaldwijk,
Haamstede enz., bekend, die allen hunne
zetels hielden aan den voet der duinen, de
de schoonste streek van Holland.
Thans is van de heerlpkheid, in vroeger
eeuwen opgekomen, niet veel meer te vin
den. De meeste kasteelen zpn geslecht. De
ruïne van Brederode herinnert aan verval
len grootheid, het slot te Haamstede (op
Schouwen) is het eenige dat nog uit die
tijden welbewaard is overgebleven.
De plaats van deze sloten, met hun wijd-
uitgestrekte onderhoorigheden, wordt thans
ingenomen door tal van boerenwoningen,
bewoond door een schaar npvere bouwers.
Juist de gronden tusschen veen en zand,
de z. g. geestgronden, zjjn bp behoorlijke
bemesting uitnemend geschikt voor den ver
bouw van fijne groenten en bloembollen.
Onze groote steden worden uit deze stre
ken voorzien van al 't geen de tuinbouw
bij machte is te leveren. Het geheele West-
land, de streek om Noordwijk, de buurt
om Beverwijk bereiden Rotterdam, den Haag,
Amsterdam het middagmaal.
En opdat de poëzie niet geheel ontbre
ken zou, gesteld dat men die zou kunnen
ontzeggen aan warmoezerijen, ligt mid
den in de geest het rijk der bloemen met
het welvarende Haarlem als middelpunt zich
uitstrekkende van dicht bij Leiden tot be
noorden Alkmaar.
Het is uit de vermenging van veen en
zand, dat de grond ontstaat, die uitsluitend
geschikt is om bloembollen te teelen. Daar
de tuinier tot dat doel geheele duinstroo-
ken afzandt om het tekort aan zand te
vergoeden, kan men van hem zeggen, dat
hij zijn grond zelf maakt. Ge zoekt hier te
vergeefs naar landbouwwerktuigen tot be
arbeiding van den grond. De praktpk heeft
geleerd dat de bedreven menschenhand niet
te vervangen is. Zelfs de ploeg is er on
bekend. Al het land wordt met de spa om
gespit. En daar dit veel arbeiders vereischt
en men desniettemin in deze streken groote
welvaart en weinig armoede aantreft, is dit
een bewijs dat de bloembollenteelt een winst
gevend bedrijf uitmaakt.
Hier snijdt het mes ook aan twee kanten.
Wanneer in bet voorjaar de grond op het
vereischte gehalte aan zand en veen ge
bracht en zwaar bemest is, beginnen de
werkzaamheden, doch niet, zooals men allicht
denken zou, met het poten van bollen,
maar met het zetten van aardappelen. Eerst
wanneer die gegroeid zpn gaan de bollen
in den grond, n.l. in October. Gedurende
den winter worden ze goed toegedekt en
nog voordat de eerste leeuwerik zich in
het voorjaar heeft doen hooren, zpn ze op
gekomen en beginnen al spoedig hun kleu
renpracht ten toon te spreiden. Als 't weer
een beetje meewerkt, staat alles tusschen
Leiden en Alkmaar in de grillige maand
Maart in bloei. Uitgestrekte velden der
groote kweekers wedijveren met de kleine
akkers der minder bedeelden in het ten
toon spreiden der schoonste kleuren en
't uitwasemen der liefelijkste geuren. De
geele crocus wisselt af met de witte hyacint,
deze weer met haar verschillende schoon
getinte zusterentulpen, leliën en anemo
nen weven hier een tapijt, dat treinen vol
vreemdelingen, zelfs buitenlanders naar den
duinzoom lokt, die de handen van verba
zing ineen slaan, hoe 't mogelijk is zulk
een paradps te scheppen naast de woestenij
der zandgronden.
Nog niet lang geleden werd al die pracht,
ten einde de bollen niet te kort te doen,
afgesneden en meedoogenloos op een hoop
geworpen. Sedert de afstanden tusschen dit
oord en de brandpunten der weelde door
den stoom verkort zpn, wordt er in het
voorjaar een niet onbelangrijke handel ge
dreven in levende bloemen. Doch de eigen-
lpke oogst begint pas in Mei of Juni, wan
neer de verborgen schatten uit den grond
gehaald worden, om na gereinigd en in
schuren gedroogd te zpn, naar alle einden
der aarde verzonden te worden.
Dat ons land een groote vermaardheid
in 't kweeken van bolbloemen bezit, hebben
we, behalve aan de npvere handen, die er
hun eer in stellen dezen roem te handha
ven, te danken aan onzen grond, door de
golven aldus toebereid.
De bewoners dier geestgronden zpn ge
zegend boven duizenden hunner landbou
wende broederen. Terwijl deze te strijden
hebben met een machtige concurrentie, heb
ben zij een monopolie door de samenstel
ling van hunnen grond, die alle concur
rentie buitensluit. Zoo is dit paradps langs
Hollands duinwand tevens een welvarende
streek, welker bewoners slechts te zorgen
hebben voor uitsluitend deugdelijke waar
om zeker te zijn dat hun bedrijf zich in
voortdurenden bloei zal mogen verheugen.
J3uitenla.nd.
De gewezen koningin van Servië blijft
te Belgrado, waar zij na een afwezigheid
van dertien maanden terugkeerde, het voor
werp van de hulde der inwoners, vooral
van de vrouwen, die bij het bekende geschil
tusschen koning Milan en zijne echtgenoote
steeds partjj kozen voor Nathalie.
De regenten willen haar echter niet toestaan
den jongen Koning te bezoeken, tenzjj op
de voorwaarden door hen in overleg met
Milan vastgesteld. Dat het den regenten ernst
is, blpkt wel uit het plotseling ontslag van
den prefect van politie te Belgrado, die on
middellijk werd ontslagen, toen hp zijne
symphatie voor de terugkeerende vorstin
wat al te duidelpk deed blpken.
Depêches uit Belgrado melden, dat alle
vreemde gezanten, met uitzondering van
de Duitsohe en Turksohe, aan koningin
Nathalie een bezoek brachten.
De jeugdige Koning, die machtig verlangt
zpne moeder te zien, mag niet meer openljjk
een rijtoer maken, om eene ontmoeting met
de Koningin te vermijden.
Een gedeelte van de bladen te Belgrado
spoort het volk aan, het koninklijk paleis
te bestormen, ten einde door middel van ge
weld aan de Koningin toegang tot haren
zoon te verschaffen. De kooplieden te Bel
grado hebben besloten der Koningin een adres
aan te bieden en haar eene serenade met
fakkellicht te brengen.
In den loop der vorige week zpn er in
het East-end te Londen, verstrooid op de
straat, weder verscheidene brieven gevonden,
geschreven of voorgewend geschreven te zijn
En die blik, dat was de blik van vroeger,
de blik van liefde.
Hij hield haar in zijn armen. Alles, wat
in de dagen, die verloopen waren, tusschen
hen was geweest, was verdwenen. Hij boog
zich en zag haar in de oogen, in die mooie,
vurige oogen, die hij had lief gehad, al jaren
lang, lief gehad gedurende al die ellendige
dagen, die hij door haar had gehad. Waren
ze voorbij, die ellendige dagen? Mocht hij
'tgelooven? Haar blikken zeiden het, en
haar mond sprak het uit. Die trotsche mond
met die bevende lippen.
Eindelijk, eindelijk Hp kuste haar voor
hoofd, haar oogen, haar mond, en zp liet
hem begaan, willeloos, gelukzalig. En toen
sprak hij van die dagen vol verdriet, die ze
hem had bereid.
»Ik heb beproefd mpn hart tot zwijgen
te brengen, toen je me hebt weggezonden,
Cola, maar sinds gisteren vervolgde me je
gestalte, zooals ik je in de kerk zag. Je weet
niet hoe je er uit zag, zoo licht en schoon,
en wat in je oogen lag. Zie me aan met die
oogen, mpn lief, lief kind.«
Hij bad haar hoofd in zijn handen gevat
en hief 't tot zich op.
»Zie, ik weet alles, wat in je omgaat, alles
wat je smart, en ik voel alles wat je treurig
maakt hier in mijn borst. Toen je nog een
klein, onbeduidend, zwartbruin ding waart,
toen verstond ik je al beter dan al de an
deren. Je weent, doe ik je leed, Cola?*
LeedO, hoe kon hij dat. Haar hart was
o zoo rustig geworden, en tevreden, en stil.
Ze legde haar wang tegen zijn breede borst
en sloeg de oogen tot hem op.
De zpne werden vochtig.
Hij sprak niets meer. Hp streek haar
zacht, alsof ze een teer kind was, over 't
gelaat, en zij stond dat toe met een gevoel
van innerlijken, rustigen vrede.
Lang stonden ze bewegingloos. De zon
straalde aan den hemel. De man sprak lang
en innig en zp fluisterde zachtkens haar
antwoord.
»Ik dacht, dat je een ander lief had,* zei
ze eindelijk aarzelend.
»Wel neen, de kleine Acile is al lang in
't geheim verloofdik was slechts haar
vertrouwde.*
»Maar waarom kwam je zoo zelden
»Je had me immers weggezonden, kind!*
»Maar ik meende 't niet zoo!*
»Maar je meende 't toen wel. Maar
't werd alles anders, niet waar nu heb
je me lief!*
»Ja o, ja ik heb je lief!*
Mevrouw Harland hield eensklaps op met
het inpakken Tau een grooten reiskoffer en
keek nijdig op, toen ze een uur later Cola
met Wendlin zag binnenkomen, en hij haar
zijn verloving met Cola bekend maakte.
Ongeloovig ging ze naar 't paar toe en
kneep de oogen dicht, alsof iets haar ver
blindde.
»Is 't waar, wat hij daar zegt?*
Cola legde haar hand in die van Wendlin.
»Ja, Tante volkomen waar!*
»ZooNu dan heb ik alleen te zeg
gen, dat men tegenover zulke huichelarij
en zoo'n arglistigheid weerloos is, volkomen
weerloos, en dat men* hier brak ze in
tranen uit en keerde 't paar den rug toe.
»Maar Tante hoe onbillijk!*
Zwijg! Ik zie heel goed in, dat ik een
oude
»In 't geheel niet, Tante! Ik duld niet,
dat ge u slecht voordoet. Ge zjjt mpn lieve,
leelijke, booze, twistzieke pleegmoeder, en
ge kunt niet boos op me zpnMag hij u
omhelzen of niet?*
»'t Is me totaal onverschillig, wat hp
doet
Wendlin ging naar haar toe en boog 't
hoofd over haar handen.
»Ik bid u me mijn Cola te willen schen
ken ik neem ze alleen uit uw goede,
vriendelijke handen!*
»Ik kan jelui beiden niet uitstaan. Wat
komt er nu van de reis?*
Wendlin zuchtte.
»'t Zal me zwaar genoeg vallen Cola
nu te missen.*
»Wat je wilt Georg moet ik
toch opreis?*
De man nam 's meisjes hand in de zpne
en drukte die hartstochtelijk aan zijn lippen.
»Ja, Cola je moet met je Tante en
Todo op reis, zooals bepaald was, en ik
volg je met Kurt zoodra ik den jongen
weer met vol vertrouwen uit het instituut
durf nemen. Geloof me, kind, de scheiding
is voor ons allen goed. Ik heb je lief
zoo lief, dat het me groot leed zal zijn, zoo
ik je nu weer voor eenigen tijd afstamaar
ik ben ook égoistisch. Ik wil, dat je me
eenigen tpd niet zult zien. Je moet me meer
dan liefhebben ik moet onontbeerlijk
voor je zpn, versta je dat mijn lie
veling onontbeerlijk voor altijd!*
YHI.
In de schilder jjen-galerp te Venetië stond
op 't eind van 't jaar omstreeks 't mid
daguur een jong echtpaar in de voorzaal
van de afdeeling voor moderne schilder
stukken. De jonge vrouw was in 't oog
vallend schoon de man een toonbeeld
van 't krachtige Germaansche ras.
Terwijl ze zachtkens pratend de eerste
zaal binnen traden, volgde hen de bewon
derende blik der vreemden, die gelijk zp de
kunstschatten der schoone stad in oogen-
schouw namen.
Wordt het je niet te veel voor één dag,
Cola
De aangesprokene schudde lachend het
hoofd.
»Ik ben zoo gelukkig, dat ik dat alles
mag zien Georg.*
Tante zal over ons uitblijven ongena
dig zijn.*
-1 Wrl Ti mm i fTV
den baas over haar spelen en Kurt zal haar
wel bezig houden. Hij is prachtig geworden,
onze Kurt!*
Wendlin knikte. »Ik verwonderd me
over tante. Wie had ooit gedacht, dat ze
zooveel van de kinderen zou houden. Ze
verwent hen schandelpk.*
Cola lachte.
»Ja en daarvoor beloonen ze haar
door gedurige plagerijen en lachen om al
haar dwaze toornige uitvallen. Waarom
blijf je staan? Is er iets moois te zien?*
Wendlin was plotseling voor een der
nieuwste schilderpen blijven staan, om over
de hoofden van een dichte groep bewon
deraars het schilderstuk te kunnen zien.
't Was een zonderling donker stuk, dat
den eenzamen grafheuvel van een kerkhof
voorstelde.
Op den kleinen grafsteen hing een witte
krans terwijl over den stillen heuvel
zich en meisjesgestalte boog, die scheen te
bidden.
Wendlin en Cola konden nu de schil
derij goed zien, dewpl enkele der toeschou
wers zich verwpderd hadden. Plotseling
stonden ze er vlak voor.
Een oogenblik zwegen beiden. Toen legde
Cola met een hevige beweging haar kleine
hand in die haars echtgenoots. 't Gelaat
van 't biddend meisje droeg Cola's trekken,
en op den kleinen grafsteen was een ge
deelte van 't opschrift te lezen. Waldorf
zoo was daar te ontcijferen en daaronder
iets duidelijker het woord moeder.*
In den ondersten hoek van het treurige
en toch vreedzame stuk stond een naam.
Wendlin en Cola lazen hem te zamen:
»Otto Waldorf.*
Wendlin hield de hand zijner jonge vrouw
vast, en deze sidderde niet. Ze verwijderden
zich uit de menigte.
In een vensternis tredend, boog hij 't
hoofd en zag haar ia de oogan --
NIEUWSBLAD
Het Lal van
en Altena,
De Langstraat en de
Boinnielerwaard.
'—mm*
I